Categorie archief: klimaatdebat

Betere schattingen voor fossiele subsidies: waarom nóg hoger?

Door: Arthur Oldeman

Een nieuw onderzoek stelt dat de Nederlandse overheid de fossiele sector de afgelopen jaren jaarlijks met 37,5 miljard euro steunt. Onderzoeksbureau SOMO en milieuorganisaties Milieudefensie en Oil Change International brachten dit in kaart na er de afgelopen maanden grondig naar te hebben gekeken. In hun persbericht stellen ze dat er 31 verschillende financiële regelingen zijn onderzocht in de periode 2020 – 2022. Het rapport volgt definities en methodologie die ook door de overheid worden omarmd. De kwestie rondom de definitie van een subsidie is overigens al beslecht, dus ga ik hier niet op in. Maar wat betekent dit nieuwe rapport, en hoe komt het dat deze nieuwe analyse een nog hoger bedrag aan fossiele subsidies presenteert dan in eerdere analyses?

Een samenvatting van het SOMO-rapport, via somo.nl
Lees verder

Nieuwe informatie over klimaatverandering uit de vriezer

Foto van luchtmachtbasis op Thule
Bron: Archief van de Amerikaanse Luchtmacht

Gastblog van Nynke Keulen, Geological Survey of Denmark and Greenland, coauteur van het geciteerde artikel

Tijdens een interglaciaal, een periode tussen twee ijstijden, ruim 400.000 jaar geleden was een groot deel van Groenland ijsvrij, bedekt met toendra en lokaal ook bebost. Dat zo’n groot deel van Groenland zo kortgeleden ijsvrij was, is een nieuwe bevinding die wordt beschreven in een recent artikel in het tijdschrift Science. Het bewijst dat de Groenlandse ijskap kwetsbaar is en sneller en verder kan afsmelten dan eerder aangenomen.

Tijdens de koude oorlog wilde het Amerikaanse leger ondergrondse bases aanleggen in Noord Groenland, waarbij ondergronds in dit geval betekende: in de Groenlandse ijskap. Daarom werden er in de jaren ’60 van de vorige eeuw verschillende boringen in het ijs uitgevoerd. Een van deze boringen drong door tot in het bevroren sediment onder het ijs op een locatie die Camp Century genoemd wordt. De ijskernen kwamen terecht in een vriezer van het archief van het Niels Bohr Instituut in Kopenhagen en raakten vergeten, tot ze tijdens het opruimen van het archief in 2017 werden herontdekt. Gelukkig waren de kernen niet ontdooid en niet blootgesteld aan licht en dat bleek uiterst relevant te zijn voor het onderzoek aan deze ijskernen.

Want het bevroren sediment bleek spectaculair te zijn: het bevatte organisch materiaal, delen van bladeren, zaden en mos. Dat alles wijst erop dat het gebied een toendra was, met een vegatatie die afwijkt van wat er nu in Scandinavië gevonden wordt. Omdat de ijskernen in het donker bewaard waren, konden ze gedateerd worden met methodes die luminescentie en kosmogene nucleïdes heten. Hierbij wordt het laatste tijdvak met blootstelling aan zonlicht gemeten. Hierdoor is er nu voor het eerst bewijs wanneer Groenland precies ijsvrij was, namelijk 416.000 jaar geleden, met een marge van 38.000 jaar. Als gevolg van deze ontdekking uit de vriezer, werd het sediment nu onderzocht met een grote hoeveelheid technieken uit verschillende takken van de geologie, geomorfologie en glaciologie door een groot aantal onderzoeksinstituten en universiteiten in Europa en Verenigde Staten, onder leiding van de Universiteit van Vermont. De eerste ontdekkingen zijn nu gepubliceerd.

Lees verder

Wie schuld draagt, betaalt

De grootste fossiele bedrijven zijn honderden miljarden dollars aan herstelbetalingen verschuldigd voor de economische schade die klimaatverandering in de aankomende decennia aan zal richten. Dat stelt een recente studie in OneEarth. Het klinkt als veel geld, maar voor de fossiele bedrijven geldt dat de genoemde bedragen minder zijn dan hun recordhoge winsten gemaakt in 2022, het jaar van de energiecrisis. Wanneer zet ‘Big Oil’ de knop om?

Herstelbetalingen?

Rijke mensen in het mondiale Noorden zijn onevenredig veel meer verantwoordelijk voor de opwarmende aarde. En de gevolgen van de klimaatcrisis treffen vooral armere mensen en gemarginaliseerde groepen in het mondiale Zuiden. Klimaatverandering is een groot onrecht. Aan dit onrecht hangt een prijskaartje, en tijdens de jaarlijkse VN klimaattoppen wordt er de laatste jaren steeds vaker over geld voor klimaatschade gesproken. In november vorig jaar leidde dat tot de historische afspraak voor het opzetten van een klimaatschadefonds, ook wel het ‘Loss and Damage’ fonds genoemd. Fatsoenlijke schattingen voor geleden schade zijn echter schaars, en overheden zijn het veelal niet eens over wie voor de kosten zou moeten opdraaien. Nationaal eigenbelang weegt vaak toch zwaarder dan internationale solidariteit, zo blijkt maar weer.

Toch proberen wetenschappers om schattingen van kosten te koppelen aan de vraag wie dat zou moeten betalen. In de recente studie in OneEarth worden schattingen gemaakt van de hoogte van deze herstelbetalingen (in het Engels: ‘reparations’). De auteurs leggen de verantwoordelijkheid bij de grootste uitstotende fossiele bedrijven, en berekenen hoeveel smartengeld zij de samenleving in de toekomst verschuldigd zijn. De methodes en resultaten zijn interessant, en zullen we hier behandelen.

Olietekorten bij BP in het VK. Foto door Red Dot via Unsplash
Lees verder

Wat Shell wist: een kleine kanttekening

Er was de afgelopen tijd het nodige te doen over wat Shell lang geleden al wist over klimaatverandering, en welke informatie ze daarover hebben achtergehouden. Aanleiding was een uitgebreid onderzoek van Vatan Hüzeir van de Erasmus Universiteit Rotterdam, waarover onder meer Follow The Money berichtte.

Het is niet mijn bedoeling om het straatje van Shell schoon te vegen, maar een beetje context en nuance is wel op zijn plaats. Vooral over de stand van de wetenschap in de jaren ’70 en vroege jaren ’80. Zo hier en daar lijkt de indruk te zijn ontstaan dat Shell in die tijd al bezig was met het dwarsbomen van klimaatmaatregelen. Dat ligt wat genuanceerder. Zo hier en daar bracht een politicus klimaatverandering wel eens ter sprake; in 1970 deed SGP’er Van Rossum dat bijvoorbeeld in de Tweede Kamer. Maar het stond nog nergens als serieus beleidsthema op de kaart. Onder meer omdat de meeste klimaatwetenschappers het te vroeg vonden om het probleem op het bordje van de politiek te leggen. Het broeikaseffect was weliswaar al een dikke eeuw onomstreden wetenschap, en dat meer CO2 voor een warmer klimaat zou zorgen stond ook niet ter discussie. Maar er was nog wel debat over hoeveel het op zou kunnen warmen, en hoe schadelijk dat zou zijn. Een meerderheid in de klimaatwetenschap zag klimaatverandering nog als een probleem dat op hun eigen bordje lag, en daar ook hoorde.

De diverse klimaatrapporten die sinds midden jaren ’60 verschenen, vooral uit de VS, illustreren dat. Klimaatverandering als gevolg van het toenemende gebruik van fossiele brandstoffen werd daarin weliswaar als potentieel toekomstig probleem genoemd, maar het eindigde altijd met de constatering dat er nog veel onzeker was en dat eerst nog maar eens meer onderzoek moest worden gedaan voordat er eventueel besloten zou worden tot maatregelen. De jonge klimaatwetenschapper Stephen Schneider kwam in 1976 in aanvaring met zijn meer behoudende (en vaak oudere) vakgenoten, toen hij een populairwetenschappelijk boek schreef over het onderwerp: The Genesis Strategy. Het was ‘te politiek’, was het verwijt, ook al liet Schneider zeker nog ruimte voor twijfel. Hij begon zijn boek met een verhaal over een bemanningslid van een schip, niet heel hoog in rang, dat meende in de mist een flard te hebben gezien van een opdoemende ijsberg. En stelde de vraag hoe ver dat bemanningslid zou mogen of moeten gaan om de kapitein te waarschuwen voor dat mogelijke, maar onzekere grote gevaar. Uitleg over wat hij bedoelde met dat verhaal lijkt me overbodig. Maar veel vakgenoten vonden toch dat hij voorbarig was met zijn waarschuwing. Hetzelfde overkwam glacioloog John Mercer in 1978, toen hij waarschuwde dat opwarming van het klimaat door de mens op termijn voor meters zeespiegelstijging zou kunnen zorgen, door het instabiel worden van delen van de ijskap van West-Antarctica.

Lees verder

Wat is radicaal? De demonstrerende wetenschapper

Ik stond afgelopen zaterdag op de A12 in Den Haag. Niet in de file in de auto, maar met vlag en tamboerijn te protesteren tegen de 17,5 miljard euro die de Nederlandse overheid nog steeds elk jaar aan fossiele subsidies uitgeeft. Het was de zesde keer dat Extinction Rebellion een protest organiseerde op de A12 om te demonstreren met dezelfde eis: stop fossiele subsidies.

Ik was er voor het eerst bij. Eerder ben ik wel bij klimaatmarsen, demonstraties en stakingen geweest. Maar dit was de eerste keer op een autoweg, in plaats van een plein, veld of weg. En deze demonstratie was eigenlijk niet goedgekeurd. Burgerlijk ongehoorzaam dus.

Foto van Scientist Rebellion tijdens de blokkade van de A12 11 maart. Foto via Thomas Fossen
Lees verder

Exponentiële groei in de economische wetenschap

De cartoon hierboven (van Jens von Bergmann) gaat natuurlijk over de covid-epidemie van de afgelopen jaren. Maar hij gaat ook over exponentiële groei, hoe lastig dat fenomeen te begrijpen is en hoe makkelijk het daardoor onderschat kan worden. Volgens de cartoon zou je natuurwetenschapper moeten zijn om te begrijpen hoe je overvallen kunt worden door exponentiële groei, als die uit de hand begint te lopen. Dat lijkt me overdreven, maar een beetje wiskundig inzicht helpt vermoedelijk wel.

Oneindige exponentiële groei is onmogelijk in het fysieke universum. Ooit moet er een eind aan komen en meestal gebeurt dat abrupt en met ingrijpende gevolgen. Epidemiologen weten dat, zoals de afgelopen jaren is gebleken. Ecologen weten het ook. Als bijvoorbeeld een insectenpopulatie exponentieel groeit, dan wordt het een plaag die hele ecosystemen of oogsten kan vernietigen, waarna ook de insecten zelf massaal sterven omdat ze hun voedselbron hebben uitgeput. Chemici blijven liever uit de buurt bij een reactie die exponentieel versnelt, want dat eindigt nogal eens met een explosie. Kernfysici denken er exact zo over. En sommige kosmologen verwachten dat de exponentiële toename van de uitdijing van het heelal uiteindelijk het einde ervan zal betekenen.

De tijdschaal waarop exponentiële groei uit de hand loopt kan sterk verschillen. Een eventuele ‘big rip’ of ‘big chill’ is vermoedelijk nog miljarden jaren van ons verwijderd. Een epidemie of een insectenplaag kan binnen enkele weken tot maanden helemaal uit de hand lopen. En bij sommige chemische en nucleaire reacties gebeurt het in een fractie van een seconde. Wetenschappelijke kennis van de onderliggende mechanismes kan helpen om de groei en de te verwachten gevolgen te voorspellen of zelfs te beheersen. Als er nog veel onzekerheden zijn, dan is het verstandig om op je hoede te zijn als ergens exponentiële groei optreedt. Merk je te laat op dat er problemen ontstaan, dan zijn er vaak rigoureuze maatregelen nodig om de situatie beheersbaar te krijgen. Zit je aan de linkerkant van de groeicurve in het plaatje hierboven, dan heb je de gelegenheid om geleidelijk de curve naar beneden af te laten buigen. Maar zit je aan de rechterkant, dan kun je alleen nog maar vol op de rem. Hoe dat uitpakt hebben we de afgelopen jaren kunnen zien, met maatregelen als lockdowns en een avondklok.

Lees verder

Inoculatie vergroot de weerbaarheid tegen misinformatie

We worden overspoeld met informatie over klimaatwetenschap. Aan de ene kant is er een indrukwekkende berg wetenschappelijk bewijs waaruit bijvoorbeeld blijkt dat de huidige opwarming van de aarde door de mens wordt veroorzaakt en wat de gevolgen daarvan zijn. En aan de andere kant is er een stinkende bult claims die twijfel zaaien over die wetenschappelijke zekerheden.

Het doel? Effectief klimaatbeleid uitstellen en de status quo zoveel mogelijk handhaven. Welk misleidend argument er ook wordt gebruikt, de conclusie is immers altijd dezelfde: “Klimaatverandering bestaat niet, dus we hoeven niets te doen. Klimaatverandering wordt niet door ons veroorzaakt, dus we hoeven niets te doen. Klimaatverandering is geen probleem, dus we hoeven niets te doen. Er zijn (nog) geen goede oplossingen, dus … we hoeven niets te doen. Boodschappers zijn niet betrouwbaar, dus…”

De ronduit verkeerde of inhoudelijk en retorisch misleidende beweringen die toehoorders verdelen, laten twijfelen, ophitsen of juist in slaap sussen, worden vaak de wereld in geholpen door onvoorstelbaar machtige belanghebbenden en hun politieke vrienden. Deze desinformatie wordt vervolgens bedoeld óf onbedoeld nagepapegaaid door een hele rits aan verspreiders met verschillende motieven. Misinformatie is vaak zeer geraffineerd en bevat veelal een kern van waarheid. Het is bijna onmogelijk om nooit voor misleidende informatie te vallen.

Misinformatie is schadelijk. Het zorgt ervoor dat mensen dingen geloven die niet kloppen, het polariseert en het vermindert het vertrouwen in de democratie, media en belangrijke instellingen. En wanneer mensen tegenstrijdige informatie te zien krijgen en niet weten hoe ze het conflict tussen feit & fictie op moeten oplossen, bestaat zelfs het risico dat ze afhaken en geen van beide meer geloven. Misinformatie negeren is geen optie.

De laatste IPCC rapporten noemen misinformatie zelfs als één van de obstakels die zowel overheden als het publiek ontmoedigen om de door de mens veroorzaakte klimaatverandering ambitieus aan te pakken.

Lees verder

Wordt klimaatactie in Nederland ondermijnd door misinformatie?

In de loop van de jaren tachtig kregen publiek en overheden in de gaten wat de fossiele industrie al een tijdje wist: de verbranding van fossiele brandstoffen heeft verwoestende gevolgen voor het klimaat en de kwaliteit van het leven op aarde. De roep om effectief klimaatbeleid en het draagvlak voor hernieuwbare energiebronnen als zonne-energie werd dan ook snel groter. En dus staken een aantal bedrijven die hun geld verdienden met het oppompen van fossiele brandstoffen miljarden dollars in een reeks misleidende campagnes gericht op het publiek en beleidsmakers. Daarin werd bijvoorbeeld het wetenschappelijk bewijs voor klimaatverandering in twijfel getrokken, de urgentie gebagatelliseerd, ambitieuze klimaatactie geveinsd of de hoofdverantwoordelijkheid voor klimaatactie verschoven naar de individuele burger.

Deze manipulatieve acties lijken tot dusver succes te hebben gehad; terwijl wetenschappers in steeds steviger bewoordingen alarm slaan over de gevolgen van de uitstoot van broeikasgassen, blijven bedrijven megawinsten boeken met de verkoop van fossiele brandstof …

Maar zou het manipuleren van de overtuigingen en attitudes van het publiek op dit moment ook nog steeds een significant verschil kunnen maken voor de mate van opwarming van de aarde? En heeft het eigenlijk zin om het publiek weerbaarder te maken tegen misleidende informatie over het klimaat? Of is dat inmiddels óók een misleidend idee dat, net als de greenwashing campagne van BP, de verantwoordelijkheid verschuift van bedrijven en overheden naar het individu?

Lees verder

Zijn worst-case scenario’s van belang voor de maatschappelijke discussie over het klimaat?


Cascade-scenario’ van gevolgen van klimaatverandering. Bron: Kemp et al.

Een artikel in PNAS (Proceedings of the National Academy of Sciences) vroeg onlangs om aandacht voor extreme gevolgen van klimaatverandering die niet heel waarschijnlijk zijn, maar ook niet ondenkbaar. Die gevolgen zouden bijvoorbeeld op kunnen treden als er een kantelpunt in het klimaat wordt bereikt, maar het artikel wijst ook op mogelijke ‘kantelcascades’. In zekere zin zijn dat ook kantelpunten, maar dan van een complexere aard: naast klimatologische kunnen er bijvoorbeeld ook politieke en sociaaleconomische factoren in meespelen. De auteurs van dat artikel pleiten voor meer onderzoek naar dergelijke gevolgen. Dat lijkt me zeker nuttig. Wie weet levert het enigszins geruststellende resultaten op, of helpt het ooit juist om een enorm rampscenario af te wenden. En ook als geen van beide het geval is, dan zit het er nog dik in dat het interessante nieuwe kennis oplevert. Inzichten die behulpzaam kunnen zijn bij de aanpassingen aan de veranderingen die eraan zitten te komen, bijvoorbeeld.

Het artikel trok nogal wat aandacht en ik vraag me af of we daar iets aan hebben in het huidige maatschappelijke en politieke debat. Dat zou misschien zo zijn als dat debat enkel en alleen gevoerd zou worden op rationele argumenten. Ik denk dat iedereen, hoe die ook denkt over klimaatverandering, het met me eens is dat dat niet zo is. En het lijkt me onwaarschijnlijk dat het debat rationeler wordt als dit type scenario’s erin mee gaat spelen. Juist bij onderwerpen met (vermeende) grote gevolgen in combinatie met grote onzekerheid spelen de emoties hoog op, of het nu gaat over het klimaat, zoönosen, vaccins, kernenergie of wat al niet meer. Noem een extreem rampscenario en vrijwel iedereen graaft zich onmiddellijk in in de al ingenomen positie.

De nuchtere realiteit is dat er wereldwijd is afgesproken om de opwarming ruim onder de twee graden te houden, en dat het er alle schijn van heeft dat dat nog een hele klus wordt. Laten we ons als wereldbevolking daar nu maar op concentreren. Extra complicaties helpen het publieke en politieke debat op dit moment niet verder. Maar dat mag geen reden zijn om het wetenschappelijke onderzoek hiernaar taboe te verklaren.

Klimaatverandering: wetenschap, controverses en het maatschappelijk debat

Dat is de titel van een artikel dat ik schreef voor Meteorologica, het tijdschrift van de Nederlandse Vereniging ter Bevordering van de Meteorologie (NVBM). Dit kwam voort uit een presentatie die ik gaf voor het NVBM symposium over weer- en klimaatcommunicatie. Het complete artikel is hier te downloaden. De samenvatting is hieronder integraal overgenomen:

Wetenschappelijk gezien is het duidelijk: de aarde warmt in hoog tempo op, hoofdzakelijk veroorzaakt door menselijke activiteit, en dit heeft verstrekkende gevolgen op allerlei aspecten van de samenleving. In het maatschappelijk debat wordt bovenstaande nog geregeld betwijfeld, hoewel binnen de wetenschap een hoge mate van consensus bestaat. Het betwijfelen van de klimaatwetenschappelijke conclusies en het bagatelliseren van de klimaatcrisis kan verschillende oorzaken hebben, maar houdt vaak verband met politieke ideologie of wereldbeeld. Iemand die elke vorm van overheidsbemoeienis verafschuwt zal meer moeite hebben om het bestaan van een probleem te accepteren, als dat gepaard gaat met een roep om overheidsingrijpen. Voor het duiden van het debat is het belangrijk om de retorische trukendoos te doorzien waarvan mensen die de wetenschappelijke inzichten afwijzen, gebruik maken. Contraire meningen, die tegen de wetenschappelijke inzichten ingaan, krijgen in sommige media meer aandacht dan ze in wetenschappelijke kring genieten. Dit draagt bij aan de kloof tussen de wetenschap en het maatschappelijk debat. Ik pleit ervoor om de wetenschappelijke kijk op de werkelijkheid te accepteren en die los te koppelen van de discussie over beleidsopties, indachtig David Hume’s onderscheid tussen wat “is” en wat we zouden moeten doen (“ought”). Er valt namelijk nog genoeg te discussiëren over hoe met deze uitdaging om te gaan, zonder daarbij de werkelijkheid te verdraaien.

Deze verschillende aspecten worden in het artikel kort besproken, te beginnen met de wetenschappelijke consensus, namelijk dat de opwarming van de aarde na de industriële revolutie hoofdzakelijk veroorzaakt is door de menselijke uitstoot van broeikasgassen. De wetenschappelijke consensus staat in schril contrast met de verdeeldheid onder het brede publiek. In extreme gevallen leidt deze maatschappelijke onenigheid tot pseudoscepsis en wetenschapsontkenning:

Lees verder