Niet 17,5 maar jaarlijks tot wel 30 miljard euro aan fossiele subsidies

In mijn vorige blog zette ik mijn motivaties uiteen om op 11 maart mee te gaan met Scientist Rebellion naar het steunprotest van de A12 blokkade in hartje Den Haag. Een belangrijke motivatie is het enorme bedrag aan subsidies die de Nederlandse staat nog elk jaar op een presenteerblaadje aan de fossiele industrie aanreikt. 17,5 miljard euro is het bedrag dat geregeld valt en op menig protestbord te zien was. Aan het eind van mijn vorige blog ging ik kort op dat bedrag in.

Een foto tijdens het klimaatprotest op de A12 op 11 maart. Foto via Jana Vítková.

De 17,3 miljard (naar boven afgerond: 17,5 miljard) aan fossiele subsidies komt uit een analyse van onderzoeker en voormalig Europarlementariër Alman Metten, gepubliceerd op het economisch discussieplatform MeJudice in 2021. Het bedrag en de berekening kwamen veelvuldig in het nieuws, onder meer doordat Extinction Rebellion veel aandacht gaf aan het bedrag. Maar er was ook kritiek op bepaalde aannames die in de analyse werden gemaakt, en op het feit dat bepaalde posten niet zouden worden meegenomen. Recent beloofde Metten in het FD dat hij met een herziene berekening zou komen. Nu is het zo ver: en de subsidies pakken alleen maar hoger uit.

Wederom gepubliceerd op MeJudice presenteert Metten de herziene analyse. Hij komt nu uit op een jaarlijks bedrag aan subsidies dat oploopt tot wel 30 miljard euro. Eerst behandelt hij de kritiek op de eerdere analyse (lees bijvoorbeeld een uitgebreide kritiek van Henri Bontenbal, en een reactie daarop van Boris Schellekens). Vervolgens zet Metten de herziene berekeningen uiteen, en eindigt hij met een aantal aanbevelingen. Het betreft complexe materie, maar ik licht hier graag een aantal punten uit. Voor het complete overzicht verwijs ik u, de lezer, graag naar het duidelijk geschreven originele artikel.

Kritiek

De subsidies waar het over gaat betreffen geen directe maar indirecte subsidies, namelijk belastingvrijstellingen of belastingkortingen, waaronder tariefkortingen. Hier is kritiek op, omdat het dus geen ‘echte’ subsidies zouden zijn. Toch tellen ze als gemiste inkomsten voor de staat, en moeten deze gemiste inkomsten in de vorm van belastingen ergens anders vandaan komen. Een bezwaar voor deze manier van subsidies geven, is dat belastingkortingen doorgaans weinig transparant zijn. Toen de Nederlandse overheid zelf in 2019 met een overzicht van belastingkortingen op fossiele brandstoffen kwam aanzetten (totaal 4,5 miljard), waren meerdere posten leeg, simpelweg omdat de staat zelf niet wist hoeveel belastingvoordelen ze uitdeelden.

Een andere kritiek ging over het hanteren van een bepaald referentietarief in de eerdere berekeningen. Het zit zo, dat bedrijven die veel elektriciteit, aardgas en diesel afnemen, trapsgewijs een oplopende tariefkorting krijgen op hun te betalen belastingen. Dit worden degressieve tarieven genoemd. In andere woorden, een huishouden betaalt nu dus relatief meer belasting voor haar gasgebruik dan een grootverbruiker zoals een universiteit. Metten hanteerde het ‘normaal’ tarief, dat dus ook voor huishoudens geldt, om te berekenen hoeveel inkomsten worden misgelopen bij bedrijven die tariefkortingen ontvangen. De kritiek was dat dit een arbitraire aanname zou zijn, ook omdat dit misgelopen bedrag een groot aandeel vormde in het verschil tussen de 17,3 miljard en de door de staat zelf gerapporteerde 4,5 miljard. Maar, het volgt uit een letterlijk advies van de OESO/IEA, nadat de Nederlandse overheid hier zelf om had gevraagd. Metten pareert de kritiek met een steekhoudende argumentatie, vind ik. Toch kun je het twijfelachtig vinden om het hoogste tarief als referentie te nemen, en alle lagere tarieven als subsidie aan te merken (zo schrijft ook Henri Bontenbal). Dat zou namelijk betekenen dat de fossiele subsidies omhoog zouden gaan, als het tarief voor huishoudens omhoog zou gaan.

Een andere kritiek was dat de Europese CO2 belastingen (ETS) niet mee werden genomen. Dit heeft Metten in de herziene analyse wel meegenomen.

Nieuwe resultaten

De berekeningen zijn vrij complex, dus ik zal hier alleen de hoofdconclusies behandelen. Metten focust daarbij zelf op de verschillen tussen zijn nieuwe berekeningen en de cijfers gepubliceerd in de meest recente Miljoenennota. De overheid heeft zelf recent nieuwe cijfers gepubliceerd waarin de tariefkortingen bijvoorbeeld wel worden meegenomen. Zij komen daardoor uit op een totaal van ongeveer 13,5 miljard euro per jaar aan fossiele subsidies: aanzienlijk meer dan de eerder gedeelde 4,5 miljard. Toch komt Metten nu uit op 30 miljard. Waar liggen de verschillen?

Twee tabellen uit het onderzoek met de grootste verschillen tussen de cijfers uit de Miljoenennota en de analyse van Metten.

Een groot verschil (tot bijna 9 miljard) komt doordat de regering geen vrijstellingen voor elektra meeneemt. Een deel van de vrijstellingen voor elektra betreft door warmtekrachtkoppeling opgewekte elektriciteit, onder meer in de glastuinbouw. Als ik het goed begrijp, dan is de bron van die elektriciteit vaak aardgas, en zijn zulke vrijstellingen dus indirect kortingen voor het gebruik van fossiele brandstoffen. Andere niet meegenomen vrijstellingen zijn die voor het verbruik van raffinaderijen, waarover de overheid zegt dat ze dat verbruik niet weten omdat het niet wordt geregistreerd. Metten verwoordt de gevolgen hiervan treffend “Dit betekent dat bedrijven als Shell niet alleen genieten van belastingvrijdom op de olie- en aardgasinput, maar ook niet worden lastiggevallen met registratie en controle op oneigenlijk gebruik.”

De andere bron van verschil is de misgelopen BTW. Metten beargumenteert dat de staat veel BTW misloopt doordat ze energiebelasting niet of tegen lager tarief heft. Dat totaal loopt in sommige jaren op tot wel 5 miljard euro.

Conclusies en interpretaties

Metten geeft een interessante interpretatie over het afschaffen van deze fossiele subsidies. Hij schrijft dat fossiele lobbyisten vaak beargumenteren dat het drastisch verlagen of afschaffen van fossiele subsidies bedrijven zou wegjagen naar andere landen. Maar, in het afgelopen jaar hebben we energieprijzen meegemaakt van wel drie tot vier keer zo hoog als normaal, veel hoger dan ze met een normale energiebelasting zouden zijn, en toch is geen enkel bedrijf vertrokken naar bijvoorbeeld de VS, waar gasprijzen vijf keer lager zijn. Metten heeft geen goed woord over voor fossiele lobbyisten (waarschijnlijk heeft hij in zijn tijd als Europarlementariër vaak met ze om moeten gaan), en eindigt zijn paragraaf wederom met een stevige quote: “Om in sprookjes te geloven moet je goedgelovig zijn. Lobbyisten worden ingehuurd om ze te vertellen, maar niemand is gedwongen te luisteren.”

Metten geeft ook nog een dosis kritiek op de Nederlandse overheid zelf. Hij laakt de houding van de Nederlandse staat omtrent het (niet) registreren van de vele belastingvrijstellingen aan grote verbruikers. Hij vergelijkt het niveau aan vertrouwen waarmee hier met miljarden wordt gestrooid met het wantrouwen jegens de burger met schulden, wat bijvoorbeeld tot de toeslagenaffaire heeft geleid. Misschien wat vergezocht, maar in mijn ogen wel een treffend statement. Een revaluatie van wie je als overheid met vertrouwen behandelt lijkt mij wel op zijn plaats.

Tot slot

In een interview in de NRC wordt Alman Metten gevraagd of hij zelf aan een snelwegblokkade mee zou doen. Nee, zegt hij, want hij kan meer betekenen als hij onderzoek doet. En zijn werk is ook onmisbaar geweest voor de claims van klimaatactivisten nu. Door zijn onderzoek, en het onvermoeibare werk van activisten, wordt er nu wel over fossiele subsidies gesproken. En dat is niet makkelijk, want het blijkt weinig transparante en taaie kost te zijn. De groene oppositiepartijen duiken al op het nieuwe onderzoek. Klimaatminister Rob Jetten heeft eerder al beloofd een einde te maken aan fossiele subsidies, alleen weet hij nog niet wanneer hij er mee wil beginnen. Tot die tijd zal er ongetwijfeld nog wel een poging worden gedaan om de A12 te blokkeren.

Tweede Kamerleden Teunissen van de PvdD en Klaver van GroenLinks doken al snel op het nieuwe onderzoek.

50 Reacties op “Niet 17,5 maar jaarlijks tot wel 30 miljard euro aan fossiele subsidies

  1. Math J. G. Geurts

    De belangrijkste kritiek is dat het door Metten berekende bedrag voor het grootste deel betrekking heeft op ‘subsidies’ voor alle verbruik van alle energie, ook als het niet-fossiele energie betreft.

    De echt relevante vraag is: hoeveel ‘subsidie’ geeft Nederland voor de produktie van fossiele energie (dat is lang niet zo veel en dat is terecht).

    Like

  2. Arthur Oldeman

    Dag Math, ik geloof niet dat dat zo is. Metten bekijkt qua energie alleen het fossiele deel. Voor elektriciteit is het lastiger. Een deel daarvan is ook opgewekt door fossiel. Dat heeft hij in deze meest recente analyse wel aangepast: “Niet alle elektriciteit wordt fossiel opgewekt, en daarom zijn niet alle belastingsubsidies fossiele subsidies. Ik vind dit terechte kritiek en corrigeer dit in deze publicatie.” – dit schrijft hij zelf

    Like

  3. Math Geurts

    Beste Arthur, mijn punt is niet dat belastingkortingen vanwege degressieve tarieven geen (al dan niet wenselijke) ‘subsidie’ zouden zijn, maar het zijn geen subsidies voor de produktie van fossiele energie, i.e. geen ‘fossiele subsidies’.

    Ter verduidelijking: stel dat Nederland, net als bijna alle andere landen, er niet voor gekozen zou hebben de bijdrage van burgers aan de inkomsten van de staat deels te relateren aan het verbruik van energie (‘vergroenen’) dan zou er ook geen sprake zijn van belastingkorting voor bedrijven, vanwege degressieve tarieven. Daarmee zou een fors deel van het door Metten berekende bedrag vervallen.

    Met andere woorden, door het afschaffen van de belasting, met name voor burgers, gerelateerd aan het verbruik van energie zou de omvang van de ‘fossiele subsidies’ in Nederland fors dalen. Doen dan maar, dan heeft de klimaatbewuste ziel rust?

    Like

  4. Lennart van der Linde

    Math, de ratio voor algemene energiebelasting is toch voor een belangrijk deel het stimuleren van energiebesparing/bewust energiegebruik? Hoe die energie opgewekt wordt, is een andere vraag. Hoe subsidies en vrijstellingen/kortingen de transitie van fossiele naar schone en duurzame energie versnellen of vertragen is waar het onderzoek van Metten volgens mij over gaat.

    Like

  5. Hallo Math,

    Dat is een nogal merkwaardige semantische opvatting, jouw privé idee van wat het woord ‘fossiele’ in ‘fossiele subsidies’ zou moeten betekenen.

    Indien er belastingkortingen gelden voor het GEBRUIK van fossiele energie, is dit net zo goed een subsidie op fossiel als wanneer de _productie_ van fossiele brandstoffen gesubsidieerd zou worden. Dat deze kortingen berekend worden t.o.v. wat de burger betaalt, lijkt me heel normaal en de afhankelijkheid in je laatste paragraaf doet er niets aan af.

    Een belangrijk punt is dat Metten, in zijn nieuwe publicatie, specifiek alleen het fossiel opgewekte deel van het elektriciteitsgebruik meerekent.

    Terzijde: er is in de publieke discussie wel een overmatige aandacht voor de elektriciteitsopwekking. Dit is maar een deel van onze totale emissies, hier alleen het donkerblauwe deel:

    Geliked door 1 persoon

  6. Math Geurts

    Beste Lennart, dat is allemaal waar maar ik citeer:
    “Door zijn (Metten’s) onderzoek, en het onvermoeibare werk van activisten, wordt er nu wel over fossiele subsidies gesproken.” En dat zijn het, voor het grootste deel van de hem inmiddels berekende 30 miljard, niet.

    Met “het gaat er maar om dat” kan bijv. wetenschapsjournalist Geeske Rotgers haar beschuldiging van onjuiste stikstof berekeningen ook goedpraten.

    Like

  7. Lennart van der Linde

    Math, zoals Bob al aangeeft, gaat het bij fossiele subsidies om financieel beleid dat het gebruik van fossiele energie stimuleert, dus niet per se alleen om prikkels op fossiele productie. Ik geloof niet dat je ergens hebt onderbouwd waarom het volgens jou wel alleen op productie zou moeten slaan.

    Like

  8. Math Geurts

    Best Bob Brand, ik citeer een Tweet van Jesse Klaver:

    “mogelijk zelfs 30 miljard per jaar, de belastingvoordelen voor fossiele brandstoffen …… “. Misschien kun jij hem even bijpraten dat dat alleen de nogal merkwaardige semantische opvatting, het privé idee van Math Geurts is.
    .

    Like

  9. Hans Custers

    Math, blijkbaar is dit je punt:

    Ter verduidelijking: stel dat Nederland, net als bijna alle andere landen, er niet voor gekozen zou hebben de bijdrage van burgers aan de inkomsten van de staat deels te relateren aan het verbruik van energie (‘vergroenen’) dan zou er ook geen sprake zijn van belastingkorting voor bedrijven, vanwege degressieve tarieven.

    Nogal wiedes. Als de voordelen die grootverbruikers nu genieten ten opzichte van burgers afgeschaft zouden worden, zouden die voordelen er niet meer zijn. Geen zinnig mens die het tegendeel beweert. Dat geldt nou eenmaal voor elke regeling: als die wordt afgeschaft bestaat hij niet meer.

    Volgens mij ben je bezig met een semantische discussie: wat versta je onder een subsidie. Economen zien dat zo:

    A subsidy is a benefit given to an individual, business, or institution, usually by the government. It can be direct (such as cash payments) or indirect (such as tax breaks). The subsidy is typically given to remove some type of burden, and it is often considered to be in the overall interest of the public, given to promote a social good or an economic policy.

    Like

  10. Math Geurts

    Nee, Hans Custers, dat is niet mijn punt. Uiteraard is dat ‘subsidie’, maar het is geen ‘fossiele subsidie’. Het is subsidie voor alle verbruik van energie, voor zover niet “achter-de-meter” geproduceerd (!).

    Misschien kan voormalig europarlementarier Metten voor ons eens uitrekenen hoeveel ‘fossiele subsidies’ andere Europese landen toekennen doordat ze zowel voor burgers als voor bedrijven geen belasting gerelateerd aan het verbruik van energie heffen?

    Like

  11. Lennart van der Linde

    Math, voor zover die belasting ontbreekt, is het inderdaad een goede vraag in hoeverre de externe kosten van energiegebruik in Europa effectief (expliciet of impliciet) beprijsd zijn. Het PBL heeft voor Nederland recent een nieuwe schatting gemaakt voor de effectieve beprijzing van CO2-kosten: https://www.pbl.nl/sites/default/files/downloads/pbl-2023-klimaatverandering-in-de-prijzen-actualisatie-5182.pdf

    Daarbij gaan ze uit van externe CO2-kosten van circa 77 tot 130 euro/ton. Die externe kosten zouden echter wel eens veel hoger kunnen liggen, bv rond de 875 euro/ton volgens onderzoek van het Klimaatverbond in opdracht van provincie Utrecht en gebaseerd op o.a. onderzoek van het Duits Milieuagentschap: https://klimaatverbond.nl/wp-content/uploads/2023/02/20221031-Rapportage-Provincie-Utrecht-Rekening-houden-met-de-toekomst-1.pdf

    Als Metten daarmee zou rekenen, wat denk ik goed te verdedigen zou zijn, zouden de fossiele subsidies in Nederland en Europa nog vele malen hoger uitkomen. Als je ook nog andere externe kosten, zoals bv gezondheidschade door luchtvervuiling, meerekent, kom je nog een stuk hoger uit.

    Like

  12. Math Geurts

    Zeker Lennart, als Metten zo zou rekenen zouden fossiele subsidies vele malen hoger uitkomen. Maar zo rekent hij niet en zoals hij wel ‘rekent’ is het getal van 30 miljard niet te beschouwen als ‘fossiele subsidie’.

    Like

  13. Lennart van der Linde

    Dat die 30 miljard geen fossiele subsidie zou zijn, lijkt me jouw particuliere semantische opvatting, Math, waarvoor nadere onderbouwing tot dusver ontbreekt.

    Like

  14. Hans Custers

    Voor zover ik kan zien hopt Math heen en weer tussen een stuk of drie claims die inmiddels allemaal zijn beantwoord. Verdere discussie kan dan alleen maar uitlopen op een herhaling van zetten. Dat lijkt me niet zo zinvol.

    Like

  15. Math Geurts

    Ik heb maar één claim, er is van alles aangevoerd, maar ik heb nog niets gelezen wat die éne claim weerlegt. Op de manier waarop Metten rekent betreft de uitkomst van 30 miljard voor het grootste deel geen ‘fossiele subsidie’. Wie praat Jesse Klaver even bij?

    Like

  16. Lennart van der Linde

    Ik denk niet dat veel mensen je in jouw semantiek zullen volgen, Math. Dus als dat het argument is, dan wordt verdere discussie inderdaad een herhaling van zetten.

    Like

  17. Math Geurts

    Lennart, volgens Hans Custers hop ik heen en weer tussen een stuk of 3 claims, volgens jou is het alleen kwestie van ‘mijn semantiek’. En die van Jesse Klaver dan toch. Hoe zit het nou.

    Like

  18. In zijn algemeenheid gaat het denk ik om de financiële prikkels die het energie- en klimaatbeleid kunnen steunen en de uitvoering daarvan kunnen sturen. Er zijn toch niet voor niets doelen afgesproken? Subsidies en heffingen zijn twee zijden van dezelfde medaille. In de penibele situatie waarin we nu verkeren zou alles uit de kast moeten worden gehaald, juist ook het financieel-economische instrumentarium. Momenteel faalt de (Nederlandse) overheid daarin. Dat lijkt mij een ernstig verwijtbaar verzuim. Hopelijk dat rechters dit juridisch hard kunnen maken op basis van internationale verdragen, zoals het kader van de rechten van de mens.

    Misschien dat XR zich op deze bredere algemeenheid kan richten? Het lijkt er namelijk op (blijkt ook uit bovenstaande discussie) dat door de gekozen aanpak van XR men zich verliest in zinloze welles – nietes discussies, waardoor belanghebbende bedrijven er makkelijk tegen kunnen lobbyen. Twijfel zaaien is immers makkelijk scoren.

    De oproep wordt dan: Nedelandse overheid, gebruik je financieel-economische instrumentarium nu eens ten volle!!

    Deze oproep kan eenvoudig worden toegelicht. Het ‘waarom’ is immers overduidelijk. De oproep kan ook specifieker worden gemaakt, door ideeën aan te geven over het ‘hoe’. Het neoliberale argument (concurrentiepositie) moet doorbroken worden. En dat kan. Bijvoorbeeld: de heffingen op ‘fossiel’ kunnen door bedrijven worden terugverdient door investeringen in ‘duurzaam’. Die investeringen worden dan gesubsidieerd met het bedrag dat aan heffingen wordt geïnd. Het mag niet zo zijn dat de belastingbetaler opdraait voor subsidies aan bedrijven.

    De terug te verdienen subsidies (en dus de heffingen) zullen hoog moeten zijn. Bedrijven handelen immers bedrijfseconomisch. Hoe hoger de factor van deze bedragen in hun totale kosten, hoe effectiever.

    Like

  19. Math Geurts

    Jaap Lont, “in zijn algemeenheid” is iedereen in deze groep het waarschijnlijk met je eens. Het specifieke issue hier is echter het door Alwin Metten berekende ‘subsidie-bedrag’. Ik ben van mening dat zijn rekenmethode niet adequaat is. Deze opvatting roept bij sommigen een soort Pavlov-reactie op. Voor de liefhebbers van ‘semantiek’, misschien even de betekenis van ‘adequaat’ opzoeken.

    Like

  20. Lennart van der Linde

    Math, je drie claims waren volgens mij, kort samengevat:
    1. Metten zou ten onrechte ook subsidie voor niet-fossiel energieverbruik meerekenen
    2. Metten zou alleen subsidie voor fossiele energieproductie moeten meerekenen ipv voor verbruik
    3. Metten zou de energiebelasting in omringende landen als referentie moeten nemen ipv die in Nederland zelf

    Alle drie de claims zijn hierboven weerlegd, waarna jij nogmaals stelt dat alleen subsidie op productie subsidie zou zijn, wat in jouw semantiek zo mag zijn, maar niet in de realiteit van vandaag, waarin subsidie op verbruik evengoed aanzet tot meer productie als subsidie op die productie zelf.

    Like

  21. Lennart van der Linde

    Jaap, je zegt:
    “Misschien dat XR zich op deze bredere algemeenheid kan richten? Het lijkt er namelijk op (blijkt ook uit bovenstaande discussie) dat door de gekozen aanpak van XR men zich verliest in zinloze welles – nietes discussies, waardoor belanghebbende bedrijven er makkelijk tegen kunnen lobbyen. Twijfel zaaien is immers makkelijk scoren. De oproep wordt dan: Nederlandse overheid, gebruik je financieel-economische instrumentarium nu eens ten volle!!”

    Die oproep wordt al decennia gedaan, maar de lobby en het twijfel zaaien daartegen is ook al decennia te sterk. Zelfs uitspraken van de hoogste rechter hebben te weinig effect, gelet op de beperkte tijd die er nog is om effectief beleid te ontwikkelen. Vandaar dat het erop lijkt dat alleen burgerlijke ongehoorzaamheid nog kans biedt om voldoende druk te ontwikkelen die is opgewassen tegen de lobbykracht van de fossiele industrie.

    Like

  22. Arthur Oldeman

    Dag Math,

    Misschien relevant ter info. Accijnsvrijstelling voor elektriciteitsopwekking door olie, kolen en gas hebben we in NL maar in oa Frankijk en Duitsland niet. Korting op energiebelasting voor grootverbruikers (de degressieve tarieven) kennen ze in de meeste landen om ons heen ook niet. Accijnsvrijstellingen voor raffinaderijen zijn ook uniek voor NL. Dat telt al behoorlijk op. Dus als je het vergelijkt met landen om ons heen, dat heeft de Nederlandse overheid dus al een bijzondere positie waarin zij relatief veel belastingkortingen en vrijstellingen aan de fossiele industrie (direct of indirect) geeft. Prijsprikkels zoals accijnsvrijstellingen op kerosine is bijvoorbeeld wel iets dat voor andere landen ook geldt.

    Daarnaast; je bekritiseert de methodes van Metten. Prima. Misschien is het geen 30 miljard, als je net wat andere aannames maakt. Maar ook in de eigen schatting van de Nederlandse overheid komen zij op bedragen rond de 13,5 miljard euro per jaar uit aan fossiele subsidies. Dat is toch nog steeds ongekend veel aan prijsprikkels voor een energiesysteem waar we van af moeten stappen? Het is nota bene zo’n 2,5 keer zo veel geld als dat er in de Rijksbegroting voor klimaatbeleid is opgenomen. Richt je beter op het bijpraten van de beleidsmakers in de overheid over het belang van klimaatbeleid en hoe erg de fossiele subsidies dat tegenwerken, dan je pijlen te richten op Jesse Klaver.

    Like

  23. Math Geurts

    Lennart, ik heb in principe maar één claim: ook degressieve tarieven voor verbruik van energie zijn subsidies maar het zijn geen ‘fossiele subsidies’. Ook voor NS, die uitsluitend ‘op windstroom rijden’, gelden die degressieve tarieven. Als – in een gedachten-experiment Tata Steel morgen overschakelt op produktie van staal ‘uit stroom’ uit het net dan gelden ook die degressieve tarieven.

    Like

  24. Lennart van der Linde

    Math, die specifieke claim was dus door Arthur al weerlegd, want Metten rekent het niet-fossiele deel niet mee: https://klimaatveranda.nl/2023/03/25/niet-175-maar-jaarlijks-tot-wel-30-miljard-euro-aan-fossiele-subsidies/#comment-77862

    Like

  25. Math Geurts

    Arthur, ik ben het met je eens dat er voor de Nederlandse overheid in zijn algemeenheid ook geen goede argumenten meer zijn om 13,5 miljard aan fossiele subsidies te verstrekken. Maar jij bent deze discussie begonnen met het uitermate discutabele bedrag van 30 miljard, rekenmethode Alwin Metten, in de titel.

    Like

  26. Lennart, met ‘gekozen aanpak’ bedoel ik: de aanpak die recent gekozen is om zich te richten op ’17,5 miljard subsidie’. Ik dacht dat dit in de context van deze discussie wel duidelijk was, maar misschien goed om dat alsnog even te benadrukken. Ik bedoel dus uitdrukkelijk niet de methodes van XR. Maar dat laat onverlet dat de overheid een instrumentarium HEEFT. En dat ze dat instrumentarium onvoldoende en onvolledig inzet.

    Like

  27. Math Geurts, je zegt: “Het specifieke issue hier is echter het door Alwin Metten berekende ‘subsidie-bedrag’.’ Nou, dat kan wel zijn, maar dat is misschien juist wel het problematische eraan. Ik bedoel dat XR op basis daarvan haar recente 2 acties heeft gevoerd. Het kan best zijn dat op die berekeningen van Metten van alles valt af te dingen. Maar schiet het op als wij ons daarin gaan verliezen? Waar gaat het eigenlijk om?

    Like

  28. MJG Geurts

    Jaap Lont, ‘waar het eigenlijk om gaat’ komt hier steeds aan de orde. Arthur hanteert in deze bijdrage Metten’s 30 miljard als vertrekpunt cq. rechtvaardiging. Dan is het toch niet vreemd dat ik daarop reageer?

    Like

  29. Lennart van der Linde

    Dank voor de verduidelijking, Jaap. Ik weet niet precies wat de overweging van XR is om zich specifiek op de fossiele subsidies te richten, maar ik vermoed dat juist die subsidies door een breder publiek als legitiem doel van burgerlijke ongehoorzaamheid gezien kunnen worden, want waarom dweilen met de kraan open?

    Overigens richt XR zich ook specifiek op het aanpakken van prive-jets, waarschijnlijk als symbool voor de absurd ongelijke verantwoordelijkheid voor CO2-emissies.

    Meer in het algemeen pleit XR voor: eerlijkheid over wat de klimaatwetenschap zegt, CO2-uitstoot zsm naar nul terugbrengen, en een geloot burgerberaad over de manier waarop dat op een eerlijke manier gedaan kan worden.

    Like

  30. Bob Brand

    Beste Math Geurts,

    Zoals al vele malen hier vermeld: Metten rekent het niet-fossiele deel niet mee in zijn nieuwste studie. Daarmee vervalt dit bezwaar:

    … ik heb in principe maar één claim: ook degressieve tarieven voor verbruik van energie zijn subsidies maar het zijn geen ‘fossiele subsidies’.

    Daarnaast geldt wat Arthur Oldeman al zegt:

    Accijnsvrijstelling voor elektriciteitsopwekking door olie, kolen en gas hebben we in NL maar in oa Frankijk en Duitsland niet. Korting op energiebelasting voor grootverbruikers (de degressieve tarieven) kennen ze in de meeste landen om ons heen ook niet. Accijnsvrijstellingen voor raffinaderijen zijn ook uniek voor NL. Dat telt al behoorlijk op. Dus als je het vergelijkt met landen om ons heen, dat heeft de Nederlandse overheid dus al een bijzondere positie waarin zij relatief veel belastingkortingen en vrijstellingen aan de fossiele industrie (direct of indirect) geeft.

    In principe zet je subsidies in voor datgene waar je méér van wilt. Daartegenover staan dan extra belastinginkomsten uit de zaken waar je minder van wilt, bijvoorbeeld uit het veilen van de ETS-rechten voor CO2-emissies.

    De 30 miljard per jaar (na het niet-meetellen van het niet-fossiele deel) of 13,5 miljard/jaar aan directe en indirecte subsidies op fossiel … zou bijvoorbeeld ingezet kunnen worden om 13,5 miljard/jaar aan garanties te verstrekken voor de bouw van nieuwe kerncentrales. Voor zo’n bedrag zou je, over een termijn van zeg 15 jaar, een hele reeks aan kerncentrales kunnen realiseren.

    Like

  31. Math Geurts

    Beste Bob Brand,

    Het is geen kwestie van al of niet meerekenen van het niet-fossiele deel: degressieve tarieven voor belasting met als grondslag het VERBRUIK van energie zijn geen ‘subsidies’ voor de “fossiele industrie”, wat daar ook mee bedoeld moge worden.

    Afgezien daarvan, check jij ook wel eens iets? Duitsland kent geen degressieve tarieven voor het VERBRUIK van elektriciteit ???
    https://duitslandinstituut.nl/artikel/52570/duitsland-sleept-burgers-door-de-energiecrisis#:~:text=Voor%20de%20industrie%20geldt%20een,kracht%20tot%201%20januari%202023

    Uiteraard kun je alle bedragen ook altijd anders inzetten maar in deze blog heeft Arthur Oldeman voor de afwisseling nu eens specifiek de
    creatieve rekenkunst van Alman Metten als aanvliegpunt gekozen.

    Like

  32. Bob Brand

    Beste Math Geurts,

    Een belastingkorting op VERBRUIK van – fossiele – energie is uiteraard ook een vorm van subsidie. Dat had ik al gezegd:

    Niet 17,5 maar jaarlijks tot wel 30 miljard euro aan fossiele subsidies

    De World Trade Organization is de instantie die bepaalt wat er als een subsidie beschouwd dient te worden. Alle lidstaten van de WTO committeren zich aan deze definities bij ondertekening van het Subsidies and Countervailing Measures Agreement. Dit is een onderwerp dat hier al ’s eerder ter sprake is geweest. Het was niet moeilijk om die passage terug te vinden:

    Zoals daar staat is ALLES dat een ‘benefit’ oplevert, zoals een ‘tax credit’, ongeacht of dit bij de winning of de ‘purchase’ van een goed gebeurt, een subsidie. OOK belastingvoordelen op de “purchase of goods and services“, vallen daaronder.

    Zo is bijvoorbeeld een belastingkorting op de koop van een EV (zoals we die in NL geven), OOK een subsidie.

    Like

  33. Math Geurts

    Bob Brand, ik heb dan ook nergens geschreven dat korting op de belasting gerelateerd aan het VERBRUIK van energie geen subsidie is, maar het is geen subsidie voor de ‘fossiele industrie’, wat Arthur Oldeman of jij daar ook mee bedoelen.

    Het is wederom bijzonder crelatief om uit de tekst van de WTO te concluderen dat subsidie voor verbruik van energie als subsidie voor iets als de ‘fossiele industrie’ beschouwd zou moeten worden.

    Like

  34. Bob Brand

    Beste Math,

    Een belastingkorting op het VERBRUIK van fossiele (!) energie is ook een subsidie. De WTO definitie laat daar geen enkele twijfel over bestaan:

    A subsidy has a very particular meaning under the Subsidies Agreement and U.S. law (Title VII of the Tariff Act of 1930). A subsidy is defined as a “financial contribution” by a government which provides a benefit. The forms that a subsidy can take include:

    – a direct transfer of funds (e.g., a grant, loan, or infusion of equity);
    – a potential transfer of funds or liabilities (e.g., a loan guarantee);
    foregone government revenue (e.g., a tax credit);
    – or the purchase of goods, or the provision of goods or services (other than general infrastructure).

    Verder telt Metten, in zijn nieuwe studie, alléén het deel mee dat betrekking heeft op het fossiele verbruik. Dat is daarmee een ‘fossiele subsidie‘. De fossiele industrie profiteert hiervan doordat hun concurrentiepositie t.o.v. hernieuwbaar/nucleair zo in stand blijft.

    Like

  35. Math Geurts

    Beste Bob Brand

    Jij noch Althur Oldeman hebben zelfs maar een poging gedaan om uit te leggen wat dat dan wel moge zijn: de “fossiele industrie”. Dat hoeft blijkbaar niet op de A12. ‘Geloof kun je begrijpen’?

    Like

  36. Hans Custers

    Bob, Math,

    Het lijkt me zinloos om in dit kringetje rond te blijven draaien. En lezers van het stuk van Arthur kunnen zelf wel beoordelen of wel of niet duidelijk wordt uitgelegd waar het over gaat. En of de woordkeus misschien in een enkel zinnetje wat beter had gekund. Dringend verzoek om het hierbij te laten.

    Like

  37. Math Geurts

    Hans,

    Het zou daarbij wel helpen als Arthur of iemand anders voor wie dat duidelijk is kunnen aangeven wat ze verstaan onder “fossiele bedrijven?

    Like

  38. Hans Custers

    Math,

    Als je het stuk leest dan is het toch glashelder dat die formulering betrekking heeft op degenen die voordelen genieten van de subsidies: producenten en grootverbruikers van fossiele energie?

    En nu heb je je punt echt wel gemaakt.

    Like

  39. Dirk Roorda

    Na lezing van alle reacties valt mij dit op: het woord semantiek heeft een ongunstige klank bij sommigen. Ten onrechte. Betekenis is van groot belang en een groot deel van deze discussie had voorkomen kunnen worden als men meer verstand van betekenisleer had gehad.

    De crux bij subsidie is dat het iets is dat een gever heeft, een ontvanger, en een doel.

    Huursubsidie heeft als ontvanger een huurder en als doel om huurwoningen betaalbaar te maken voor lagere inkomens.

    Fossiele subsidie is een beetje een rare term, omdat zowel de ontvanger als het doel niet direct uit de term volgen.

    Dat kerosine niet belast wordt is wel een subsidie, de ontvangers zijn de luchtvaartmaatschappijen, maar wat is het doel?
    Is het een fossiele subsidie? Het doel is niet om de fossiele industrie te stimuleren. De fossiele industrie is ook niet de ontvanger.

    Subsidie heeft dus een intentionele component in zijn betekenis. Geen wonder dat sommigen vallen over de term fossiele subsidie als die intentionele component ontbreekt.
    Volgens mij is dit de positie van Math.

    Bijna alle anderen focussen op de feitelijke gevolgen van subsidies, in dit geval zijn die gunstig voor de fossiele productie en consumptie.

    Maar die subsidies zijn waarschijnlijk ook allemaal gunstig voor bevolkingsgroei, dus je zou ze ook bevolkingsgroeisubsidies kunnen noemen. Of ijstijd preventie subsidies.

    Dat is onzin, en dus is die intentionele component belangrijk, en dus heet Math semantisch gelijk.

    Fossiele energie heeft een ruime mate van ondersteuning door onze financieel/juridisch systemen. Die ondersteuning moet worden omgebogen naar tegenwerking.

    Ik denk dat daar de deelnemers aan deze discussie het over een zijn.

    Like

  40. Jaap Lont

    Mee eens.

    Financiële steun van de overheid kan je op vele manieren benoemen (subsidies, kortingen, vrijstellingen, …) en op vele manieren toepassen (al dan niet via de belastingdienst) en op vele manieren berekenen. Die berekeningen zullen altijd arbitrair zijn.

    Hoe dan ook, het gaat hier om financiële steun van de overheid die niet valt te rijmen met de klimaatdoelen van dezelfde overheid. Maar … laten we wel beseffen: ook de financiële steun aan CONSUMENTEN (via prijsplafond) valt daar in feite onder. Dat is dus dan ook de impliciete consequentie van het protest van XR.

    Het prijsplafond is te generiek, hopelijk komt daar een specifiekere regeling voor in de plaats. Financieel klimaatbeleid vraagt om flankerend, passend, sociaal ondersteuningsbeleid.

    Like

  41. Lennart van der Linde

    Dirk, je zegt:
    “Betekenis is van groot belang en een groot deel van deze discussie had voorkomen kunnen worden als men meer verstand van betekenisleer had gehad… Subsidie heeft… een intentionele component in zijn betekenis. Geen wonder dat sommigen vallen over de term fossiele subsidie als die intentionele component ontbreekt… Bijna alle anderen focussen op de feitelijke gevolgen van subsidies, in dit geval zijn die gunstig voor de fossiele productie en consumptie.”

    De vraag naar intenties en (bedoelde of onbedoelde) gevolgen van beleidskeuzes lijkt me zeker relevant, maar kan de betekenis van “subsidie” niet ook heel feitelijk zijn, los van eventuele intenties? Die intenties kunnen immers voor diverse politieke groepen heel verschillend zijn, en hoeven/zullen niet altijd openlijk gecommuniceerd worden, terwijl het effect voor iedereen op dezelfde manier zichtbaar is: namelijk dat een bepaald product (dienst) voor een bepaalde groep mensen/organisaties minder kost dan andere producten/diensten voor dezelfde groep en/of hetzelfde product/dienst voor andere groepen.

    Dit lijkt me niet zozeer een kwestie van semantiek, maar eerder van pragmatiek: https://nl.wikipedia.org/wiki/Semantiek

    Los daarvan is in de discussie hierboven denk ik goed te zien dat Math drie verschillende argumenten aanvoert voor zijn stelling dat de berekening van Metten niet zou kloppen, die inhoudelijk alle drie geen stand blijken te houden. Zijn enige resterende argument is dan dat hij een andere betekenis wil geven aan het begrip “fossiele subsidie” dan de rest van de wereld (minus misschien de fossiele industrie zelf). Dat verandert echter niets aan de huidige realiteit en het effect van de huidige beleidskeuzes, dat in de gangbare betekenis als “fossiele subsidie” gezien wordt/kan worden.

    Behalve het belang van semantiek en pragmatiek, is hier denk ik vooral het kortere termijn belang van fossiele bedrijven versus het langere termijn belang van m.n. mensen elders en later in het geding. De inbreng van Math draagt m.i. niet bij tot het zichtbaar maken van dat belangenconflict, laat staan aan het oplossen daarvan. Ik weet niet welke eventuele intentie daarachter zit, maar zie wel dat we er als mondiale samenleving mede door dit soort afleidende discussies c.q. “politics of language” al decennia niet in slagen de CO2-uitstoot omlaag te brengen. Misschien dat de XR-acties voor afschaffing van fossiele subsidies erin zullen slagen daarin eindelijk definitief verandering te brengen.

    Like

  42. Dirk Roorda

    Lennart,
    > maar kan de betekenis van “subsidie” niet ook heel feitelijk zijn, los van eventuele intenties?

    Ik denk het niet. In Nederland hoef je bij op de snelwegen geen tol te betalen. In Frankrijk wel. Dus Nederland subsidieert het snelwegverkeer?! Dat is wel feitelijk, maar ik denk toch dat het geen subsidie is, omdat het de bedoeling niet was.
    Een subsidie is op zijn minst een daad, en niet elk willekeurig onbedoeld voordeel dat in een bepaalde situatie ontstaat.

    Like

  43. Hans Custers

    Dirk,

    Als bepaalde groepen voordeel krijgen kun je dat volgens mij zelden omschrijven als ‘willekeurig onbedoeld’. Het is namelijk altijd een gevolg van een keuze die is gemaakt. Dat zo’n keuze ongelukkig uitvalt doet daar niks aan af.

    Voorbeeld. Stel dat een subsidie die is bedoeld om jonge kunstenaars op weg te helpen ongelukkig is opgesteld, waardoor sommigen die die subsidie niet nodig hebben hem toch kunnen krijgen. Is die subsidie dan geen subsidie meer?

    Overigens begint dit verhaal (als ik het goed begrijp) met een Kamerbrief van minister Wiebes uit 2020. Daarin wordt de formulering ‘Financiële prikkels voor fossiele brandstoffen’ gebruikt. Vind je die beter?

    Like

  44. Lennart van der Linde

    Dirk, je zegt: “ik denk toch dat het geen subsidie is, omdat het de bedoeling niet was.”

    Wat is volgens jou de bedoeling van (bv) de wijze waarop Nederland snelwegen financiert? Voor wie pakt die wijze van financiering meer of minder gunstig uit, los van de bedoelingen van iedereen die invloed uitoefent op de besluitvorming over die wijze van financiering? En denk je dat de openlijk verkondigde bedoelingen altijd de werkelijke/achterliggende bedoelingen zijn?

    Ook jij lijkt een eigen particuliere opvatting te hebben over wat wel of niet een subsidie zou zijn. Je koppelt die expliciet aan bedoelingen, die echter veelal niet of moeilijk vast te stellen zijn. Ik geloof niet dat de internationaal gehanteerde definitie van subsidies (waar Bob op wees) uitgaat van nauwelijks vast te stellen bedoelingen: https://klimaatverandering.files.wordpress.com/2023/04/screenshot-2023-04-02-at-22.45.29.png

    Dus waarom zouden we dat in deze discussie dan wel moeten doen? Als er feitelijk sprake is van subsidie, is het daarna uiteraard wel belangrijk te bepalen welk(e) doel(en) die subsidie (nog) dient en in hoeverre andere doelen wellicht aanleiding zijn om die subsidie af te schaffen/aan te passen. Dat is precies waar Metten en XR op wijzen en waar de discussie m.i. over gaat.

    Like

  45. Dirk Roorda

    Hans, Lennart,
    Inderdaad. Subsidie blijft een vaag begrip. Het is wel verbonden met intenties, maar het is niet duidelijk welke intenties, en vervolgens is ook niet duidelijk of welke intentie dan ook gehaald wordt.
    Dat maakt dat verschillende mensen verschillende associaties met subsidie hebben. En dat geeft misverstanden.

    Dus ik ben het helemaal met jullie eens dat het uiteindelijk niet om de definitie van subsidie gaat, maar om de prikkels, en de feitelijke helling van het financiële speelveld (die nu veel geld naar fossiel laat graviteren).

    Like

  46. Hans van Dalen

    Zowel dit artikel als de reacties erop staan bol van de misvattingen over de term SUBSIDIE. Het minder of niet belasten van fossiele brandstoffen of daaraan gerelateerde activiteiten is GEEN subsidie. In bepaalde gevallen heeft de overheid er door de jaren heen voor gekozen de enorme inkomsten die zij boekt via accijns en belastingen enigszins te temperen, mede om de winstgevendheid en de continuïteit van bedrijven in de fossiele industrie te waarborgen. Zij vormen immers de backbone van de moderne westerse samenleving. De INKOMSTEN van de overheid op deze activiteiten blijven trouwens gigantisch. Er is dus geen sprake van subsidie, hooguit van verminderde meeropbrengst.
    Subsidie staat aan de andere kant van het spectrum waar activiteiten plaatsvinden die zichzelf (nog) niet kunnen bedruipen of niet levensvatbaar zijn. Daar kan de overheid met belastinggeld ondersteunen en dit is derhalve een directe KOSTENPOST. Voorbeelden van dergelijke activiteiten zijn zonne- en windenergie, electrisch vervoer, warmtepompen etc.
    De bewuste spraakverwarring tussen belastingvoordelen en subsidies is door overheden met name in het laatste decennium in het leven geroepen om de burger zand in de ogen te strooien. Het is onderdeel van de Orwelliaanse Newspeak waarbij woorden bewust worden verdraaid en de waarheid geweld wordt aangedaan. In de klimaatdiscussie is dit helaas steeds vaker het geval.

    Like

  47. Hans Custers

    Hans,

    Die discussie is in deze draad al uitvoerig gevoerd. En er is onder meer uitgelegd dat ‘subsidie’ in economenjargon een bredere definitie heeft dan in de volksmond.

    Overigens zou je een eventueel ongelukkige woordkeus ook best kunnen benoemen zonder de beschuldigende retoriek aan het eind van je reactie. Het zou een stuk redelijker overkomen op de meeste lezers van die blog.

    Like

  48. Beste Hans van Dalen,

    Ik ga het niet wéér allemaal herhalen.

    Wel wijs ik erop dat er een juridische definitie bestaat van wat er wel-of-niet telt als een ‘subsidie’. De definitie staat in een verdrag van de World Trade Organisation (WTO), het Agreement on Subsidies and Countervailing Measures. Nederland is lid van de WTO en heeft dit verdrag geratificeerd, al heel lang geleden.

    Dit is belangrijk. Het is een definitie waar overal een beroep op gedaan wordt.

    Waarom? Omdat het regelt wat er, in internationaal verband, meetelt als een subsidie. Vervolgens is er dan weer regelgeving in handelsverdragen die aangeeft of een bepaalde subsidie wel-of-niet ‘mag’, binnen dat handelsverdrag.

    Ik zou u aanmoedigen om de definitie te bestuderen. Het linkje naar de betreffende pagina’s staat hierboven. Mijns inziens heeft Metten zich netjes gehouden aan deze definitie, althans in de nieuwste versie van zijn studie. Daar laat ik het bij. 🙂

    Like

  49. Hans van Dalen

    @Hans Custers
    Ik begrijp je opmerking betreffende “beschuldigende retoriek” en het is niet mijn intentie om onredelijk te zijn. Toch vrees ik dat er, met name in het laatste decennium, door overheden en beleidsmakers wel degelijk bewust gebruik wordt gemaakt van complexe juridische definities van “subsidies en compenserende maatregelen”, zoals Bob Brand ook nog eens bevestigt, en die naar buiten toe te ventileren als algemene subsidie zoals dat in de volksmond wordt uitgelegd.
    Ik blijf grote moeite houden met een titel als: “Niet 17,5 maar jaarlijks tot wel 30 miljard euro aan fossiele subsidies”. Voor de gemiddelde burger komt dit over alsdat fossiele bedrijven jaarlijks 30 miljard aan overheidsgeld opstrijken. Het geeft ook de indruk alsof deze subsidies vergelijkbaar zouden zijn met bijvoorbeeld subsidies voor wind- en zonne-energie. Beide zaken zijn ten principale onjuist en het geeft een bewust misleidend beeld. Sinds jaar en dag financiert de fossiele energie voor een belangrijk deel de overheid en dus indirect ook de subsidies aan de energietransitie.

    Like

  50. Beste Hans van Dalen,

    De officiële definitie van een subsidie, zoals vastgelegd in het Agreement on Subsidies and Countervailing Measures, is NIET van de laatste 10 jaar.

    Deze definitie is in 1995 aangenomen door de Tweede Kamer, toen Nederland lid werd van de World Trade Organisation en het verdrag geratificeerd is. Een vergelijkbare definitie was ook onderdeel van het eerdere GATT verdrag uit 1947.

    Specifieke belastingvoordelen, terwijl ieder ander wél de volledige tarieven dient te betalen, zijn subsidies.

    Bijvoorbeeld: elektrische auto’s zijn tot 2025 vrijgesteld van motorrijtuigenbelasting en van de aanschafbelasting BPM, die iedere andere autobezitter wél dient te betalen. Wou u beweren dat dit géén subsidie is?

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s