Categorie archief: IPCC

De scenario’s van het IPCC zijn niet eerlijk (en hoe nu verder?)

Een nieuwe studie stelt dat de huidige scenario’s van klimaatmitigatie die in het IPCC worden gebruikt te weinig rekening houden met rechtvaardigheid. Het rechtvaardigheidsbeginsel is één van de principes van het Parijsakkoord, maar als de toekomst zich precies volgens die scenario’s zou ontwikkelen, zouden bestaande ongelijkheden groter worden. Bovendien dragen ontwikkelingslanden een te zware mitigatielast in vergelijking met ontwikkelde landen. Hoe nu verder? Kunnen we rechtvaardigheid überhaupt wel goed in de (economische) modellen meenemen? In een andere studie doen de auteurs alvast een opzet. De Parijsdoelen halen op een rechtvaardige manier kan wel, maar het vereist wel een veel grotere inspanning van landen in het mondiale Noorden.

Rechtvaardigheid als grondbeginsel van het Parijsakkoord

De conclusies in het IPCC AR6 over hoe de wereld klimaatverandering tot 1,5°C of 2°C opwarming kan beperken, leunen erg sterk op scenario’s (ook wel: ‘global modelled mitigation pathways’) die gebruik maken van Integrated Assessment Models (IAMs). Dat zijn eigenlijk modellen die de benodigde sociaal-economische verandering simuleren als we ons committeren aan de doelen uit het Parijsakkoord.

De historische en huidige bijdragen aan klimaatverandering zijn behoorlijk oneerlijk verdeeld. Sommige landen en regio’s stoten al decennia grote hoeveelheid broeikasgassen uit, terwijl andere landen eigenlijk maar een klein aandeel hebben in de huidige klimaatcrisis. Naast die ongelijkheid in verantwoordelijkheid, zijn er tussen regio’s ook grote ongelijkheden in termen van, bijvoorbeeld, inkomen en energieverbruik. Dat is weer relevant als we kijken naar socio-economische mitigatieroutes. Die ongelijkheden worden ook onderschreven in het Parijsakkoord, en zelfs in de grondbeginselen van het UNFCCC: de principes van ‘equity’ en ‘common but differentiated responsibilities and respective capabilities’. Ook wordt er expliciet benoemd dat ontwikkelingslanden niet een disproportionele last moeten dragen. Maar in hoeverre komen deze principes van rechtvaardigheid eigenlijk terug in de scenario’s?

De eerste twee grondbeginselen van het UNFCCC, bij de oprichting in 1992. Bron
Lees verder

De COP28 eindtekst: gezien de fossiele lobby een succes

Er is een akkoord op de COP28. De laatste versie van de slottekst op de COP28 gaat íets verder dan voorlopige versie die een paar dagen eerder werd gepubliceerd. Daar kwam kritiek op, omdat het uitfaseren van fossiele brandstoffen niet werd genoemd. De nieuwe tekst spreekt overigens nog steeds niet over het uitfaseren van fossiele brandstoffen, maar is wel explicieter over het afbouwen ervan, en de voorgestelde klimaatacties worden nu gebracht als oproep in plaats van een wensenlijstje. Het kan als een succes worden gezien dat er eindelijk in een COP-eindtekst wordt gesproken over het afbouwen van fossiele brandstoffen. Maar het opgeluchte gevoel dat er nu heerst, hangt ongetwijfeld ook samen met de vooruitgang ten opzichte van de voorgestelde eindtekst van 11 december, waar de invloed van de fossiele lobby duidelijk in terug te vinden was. En die fossiele lobby bleek met duizenden aanwezig.

Weinig concreet in de slottekst

De eindtekst, aangenomen op woensdag 13 december, is 24 pagina’s lang en bevat veel verschillende statements. Een van de belangrijkste punten is een uitgewerkt lijstje van klimaatacties waarmee de uitstoot van broeikasgassen wordt teruggedrongen en de opwarming van de aarde tot 1,5°C zou moeten worden beperkt. Waar dit in een eerdere versie van 11 december nog als een soort wensenlijstje werd gepresenteerd (“… calls upon Parties to take actions that could include…”) wordt er in de uiteindelijke versie wel iets explicietere oproep gedaan aan alle landen om bij te dragen (“… calls on Parties to contribute to the following global efforts…”). Eén van de belangrijkste oproepen is om weg te bewegen van fossiele brandstoffen (“transitioning away from fossil fuels in energy systems…”), alhoewel het taalgebruik ruimte voor interpretatie overlaat, en die ambiguïteit is waarschijnlijk opzettelijk. In de eerdere versie werd overigens nog enkel gesproken over een reductie (‘reducing’in plaats van ‘transitioning away’) en wat dat betreft wordt de uiteindelijke versie als een opluchting gezien.

Screenshot van het lijstje klimaatacties dat de opwarming van de aarde tot 1,5°C zou moeten beperken, volgens de eindtekst van de COP28, aangenomen door alle 198 ‘parties’.

Die bewoordingen zijn dus zeker wel een vooruitgang. Maar de doelen blijven enkel een oproep en zijn nog steeds niet bindend (dat zijn de COP-afspraken eigenlijk nooit), én er is geen duidelijke route uitgestippeld voor de transitie. En die route van het afbouwen van fossiel, en daarmee de broeikasgasemissies, is uiteindelijk wat de opwarming bepaalt, en niet enkel een doel in 2050.

Lees verder

Nog 6 jaar uitstoten en 1,5°C wordt (waarschijnlijk) bereikt

Een nieuwe studie in Nature bekijkt de hoeveelheid koolstof die we nog kunnen uitstoten als we een kans willen hebben om de opwarming van de aarde tot 1,5°C te beperken. Met huidige, mondiale, emissies hebben we nog zo’n 6 jaar totdat die hoeveelheid koolstof op is. In dat geval wordt het wel erg waarschijnlijk dat de opwarming de 1,5°C aantikt. Maar hoe sneller we emissies reduceren, hoe langer we onszelf nog geven om de doelen uit het Parijsakkoord te halen.

Nieuwe schattingen, geen meevallers

Het onderzoek, gepubliceerd in Nature Climate Change, maakt een schatting van het resterende koolstofbudget, de netto hoeveel CO2 die de mens nog kan (of mag) uitstoten zonder een bepaalde grens aan opwarming te passeren. In het Parijsakkoord heeft de wereldpolitiek afgesproken om de opwarming van de aarde “ruim onder 2°C” te houden en “zich in te spannen om de temperatuurstijging te beperken tot 1,5°C” boven het pre-industriële niveau. Als we ons aan deze doelen committeren, hoeveel CO2 kunnen we dan nog uitstoten?

Figuur uit Forster et al. waarin de opwarming van de aarde en het koolstofbudget voor 1,5°C zijn geüpdate met nieuwe waardes, een jaar na het verschijnen van IPCC AR6 WGI.
Lees verder

De pogingen van ExxonMobil om het IPCC te beïnvloeden

In een bijzondere rechtszaak in de VS worden vijf grote fossiele bedrijven, waaronder ExxonMobil en Shell, aangeklaagd vanwege hun manipulaties en misleidingen over klimaatverandering. Bijzonder, omdat het niet een organisatie zoals Milieudefensie is die de aanklacht doet, maar de Amerikaanse staat Californië.

De openbaar aanklager stelt dat het publiek en de politiek bewust is misleid door de oliebedrijven. Dat is zonder meer waar, want onder meer Shell en Exxon weten al sinds de jaren ‘70 dat hun activiteiten significant bijdragen aan de opwarming van de aarde, én het is bekend dat ze daarna vol hebben ingezet op het verdedigen van hun bedrijfsvoering en het verspreiden van desinformatie over klimaatverandering. Een recente studie liet zien dat Exxon’s eigen klimaatprojecties van eind jaren zeventig zelfs net zo accuraat waren als de projecties vanuit de wetenschap en overheden waar ze zelf twijfel over zaaiden!

Figuren uit drie verschillende onderzoeken van Exxon met temperatuur (A, B, C) en CO2 (A) projecties. In rood en blauw de daadwerkelijke temperatuur en CO2-uitstoot. Uit Supran et al. (2023), Science.

Een dolk in de rug van een oude vriend?

Over deze rechtszaak kunnen we een blog op zich schrijven. Maar er is nog een andere interessante ontwikkeling. The Wall Street Journal (WSJ) publiceerde onlangs een lang onderzoeksartikel, op basis van niet eerder vrijgekomen documenten, over hoe ExxonMobil in elk geval vanaf de jaren ’70 tot 2015 actief probeerde de klimaatwetenschap te ondermijnen.

Lees verder

Wetenschap en Beleid in onzekere tijden

Vooraf

In mijn lange loopbaan als toegepast wetenschapper in het veld van milieu-, klimaat- en duurzaamheids-onderzoek (1979-2013, zie hier) heb ik de interactie tussen wetenschappers enerzijds en beleidsvormers, politici en belangenbehartigers anderzijds kunnen waarnemen. Die interactie lijkt voor veel mensen vaak op zijn zachtst gezegd nogal verwarrend. Hieronder reflecteer ik op de mogelijke misverstanden die ontstaan doordat deze verschillende actoren ook heel verschillend tegen de beschikbare wetenschappelijke kennis kunnen aankijken, afhankelijk van de rol en positie die zij ten opzichte van het probleem innemen.

Er zijn drie duidelijk verschillende perspectieven te onderscheiden:

  • de wetenschapper op zoek naar waarheid,
  • de beleidsmaker op zoek naar overeenstemming en
  • de belangenbehartiger op zoek naar overtuiging.
Drie perspectieven op kwaliteit van wetenschappelijke kennis
Lees verder

Krijgen we echt een groenere wereld met meer CO₂? 

Het is – nog steeds! – een veelgehoorde opmerking als je het hebt over klimaatverandering: “Van al die extra CO2 gaan de planten lekker groeien! We krijgen juist meer bossen, en betere landbouwopbrengsten!”. En zo vreemd is die gedachtegang niet. Tuinders voegen CO2 toe aan de lucht in hun kassen om de plantengroei en oogst te stimuleren, en in Earth System Models zorgt dit “CO2-bemestings effect” voor een negatieve terugkoppeling op atmosferische CO2 concentraties: meer plantengroei betekent immers ook meer opname van CO2 door de vegetatie. Deze extra groei zou wereldwijd de hoeveelheid stikstof die in de bodem beschikbaar is voor plantengroei doen dalen, zoveel zelfs dat de auteurs van een recent artikel – bizar genoeg – suggereerden dat we misschien onze natuurlijke ecosystemen moeten gaan bemesten. 

Natuurlijk eikenbos in het noorden van Engeland. Foto: Franciska de Vries.

Dat de wereld groener wordt is een feit. Maar in 2016 schreef Hans Custers al op deze blog dat we nog niet zoveel van de onderliggende mechanismen en de persistentie van dit effect begrepen, en dat hoewel het wel altijd als iets positiefs wordt gebracht, dit CO2-bemestings effect niet persé positief is. In 2018 schreef Hans dat deze wereldwijde vergroening niet alléén door meer CO2 in de atmosfeer wordt veroorzaakt, maar ook door hogere temperaturen, uitbreiding van het landbouwareaal, stikstofdepositie, en verandering in neerslag. 

Bovendien hoeft die extra plantengroei niet noodzakelijkerwijs te resulteren in meer langdurige CO2-opslag in planten en bodem. Een voorbeeld van beide zaken – meer groei is niet persé positief, én kan door andere factoren veroorzaakt worden – is “Arctic greening”, Arctische vergroening. De Arctische toendra is een van de snelst opwarmende gebieden op aarde, en deze toenemende temperaturen zorgen voor meer groei en een toename in struikvormige vegetatie. Maar deze hogere temperaturen zorgen ook voor dooi van de permafrost, waardoor de bodem juist CO2 en methaan (CH4) verliest. 

Het CO2-bemestings effect ligt dus duidelijk gecompliceerder dan simpelweg meer groei door meer CO2, en ook het effect van die extra groei op de CO2-opname van het ecosysteem is nog onduidelijk. De CO2-terugkoppeling in Earth System Models is gebaseerd op korte termijn experimenten, maar er is toenemend bewijs dat het CO2-bemestings effect minder permanent is dan gedacht, en bovendien afhankelijk van veel andere factoren, die helder op een rij worden gezet in een artikel door Maschler et al. dat net uit is gekomen. Dat is ook wel logisch, want voor plantengroei spelen veel meer factoren een rol dan CO2

Lees verder

IPCC rapport: 1,5 graden raakt uit zicht, tenzij de uitstoot snel en fors omlaag wordt gebracht

Het zal u niet ontgaan zijn: recent zijn deel 2 en deel 3 uitgekomen van het zesde assessment rapport van het IPCC. In Augustus kwam het rapport van werkgroep 1 uit, over de natuurwetenschappelijke basis van hoe en waarom het klimaat verandert. Eerder dit jaar volgde dat van werkgroep 2 over de gevolgen van en aanpassing aan klimaatverandering. En vorige week het rapport van werkgroep 3 over mitigatie, oftewel emissiereductie. Op dit blog schrijven wij voornamelijk over “werkgroep 1” onderwerpen, maar dat maakt de andere twee rapporten niet minder interessant natuurlijk.

Het PBL geeft een informatieve samenvatting van het meest recente rapport over mitigatie:

Het doel van het klimaatakkoord van Parijs – het streven om de opwarming van de aarde beperkt te houden tot 1,5 graden – raakt buiten zicht, tenzij landen gezamenlijk meer ambitie tonen en onmiddellijk in actie komen. Een dergelijke versnelling en versterking van beleidsmaatregelen is nog mogelijk – maar vereist een verregaande transformatie van de systemen die ten grondslag liggen aan onze economie, zoals energie, industrie, transport en landbouw.

Ondanks een afname van de energie-intensiteit (de uitstoot per verdiende euro) en een koolstofarmere energieproductie (de uitstoot per geproduceerde energie-eenheid), zorgde de groei van industrie, transport, energieproductie, landbouw en de gebouwde omgeving voor een stijgende uitstoot.

Om de mondiaal gemiddelde temperatuur te stabiliseren moet de netto CO2 uitstoot naar nul. De oceaan en biosfeer nemen dan nog steeds CO2 op, dus de concentratie in de lucht zal dan langzaam beginnen af te nemen. De oceaan reageert echter traag op de veranderende energiebalans van de planeet en dat zorgt voor een na-ijl effect. Deze twee effecten (afnemende CO2 concentratie en nog opwarmende oceanen) heffen elkaar min of meer op in de eerste eeuwen nadat “net zero” bereikt is. Pas dan zal de temperatuur heel langzaam dalen, of eerder als we netto CO2 onttrekken aan de atmosfeer (negatieve emissies of CO2-verwijdering genoemd).

Maar is er dan geen “opwarming in de pijplijn”? Die is er wel als we -hypothetisch- de concentraties van broeikasgassen en aerosolen zouden stabiliseren op het huidige niveau, de zogenaamde constant concentration commitment. Dan zorgen de nog immer opwarmende oceanen voor verder opwarming van pak ‘m beet een halve graad. Maar dat is dus niet het geval bij de zero emissions commitment. Zie CarbonBrief voor een uitgebreide uitleg.

Uit de Technical Summary van het IPCC Rapport (WG3):

Reaching net zero CO2 emissions globally along with reductions in other GHG emissions is necessary to halt global warming at any level. At the point of net zero, the amount of CO2 human activity is putting into the atmosphere equals the amount of CO2 human activity is removing from the atmosphere.  Reaching and sustaining net zero CO2 emissions globally would stabilise CO2-induced warming.

Lees verder

Bij De Telegraaf ligt de rode loper voor Clintel altijd klaar

De Telegraaf en Clintel zijn dikke maatjes. Clintel-duo Berkhout en Crok kreeg in twee weken tijd drie keer de ruimte om uit te pakken met klimaatfabeltjes, in twee opiniestukken en een redactioneel verhaal. Marcel Crok kwam aan het woord in het redactionele verhaal dat over het nieuwe IPCC-rapport gaat. De strekking van het verhaal is dat ‘rampscenario’s leidend’ zouden zijn in dat rapport.

Marcel Crok snijdt zichzelf daarin pijnlijk in de vingers met een typisch gevalletje de pot verwijt de ketel. Het IPCC schijft: “Human influence very likely contributed to the decrease in Northern Hemisphere spring snow cover since 1950”. Crok noemt dat een cherry-pick, want volgens ‘veelgebruikte data van de Amerikaanse Rutgers University’ zou er in de wintermaanden juist een kleine toename van de sneeuwbedekking zijn. En dat is de echte cherry-pick. Het IPCC kijkt namelijk niet alleen naar die ene dataset, maar naar alle gegevens die er zijn. En in dat totaal zijn de ‘veelgebruikte data’ van Rutgers de uitzondering. Het IPCC houdt wel rekening met die gegevens en schrijft dan ook (2.3.2.2 p. 2-62) dat er een aanzienlijke onzekerheid is over de trends vanaf 1978 voor de maanden oktober tot en met februari. Maar dat doet niet af aan de constatering dat er, op basis van alle informatie, een afname is als je het over het hele jaar bekijkt. In hoofdstuk 9 van het rapport is te lezen en te zien (zie figuur 9.23 hieronder) dat de trend voor alle maanden van het jaar negatief is.


Lees verder

Het IPCC legt het nog één keer uit

De korte samenvatting: ja mensen we weten het zeker. Het klimaat warmt op door onze uitstoot van broeikasgassen, daardoor neemt extreem weer toe, smelt er steeds meer ijs en stijgt de zeespiegel steeds sneller. De toekomstige opwarming hangt in hoge mate af van de hoeveelheid broeikasgassen zoals CO2 die wij met z’n allen nog gaan uitstoten. Om te voorkomen dat de opwarming een bepaalde waarde overstijgt (bijv. 2 graden boven het gemiddelde van eind 19e eeuw) zal de netto CO2-uitstoot naar nul moeten (bijv. omstreeks 2075).

De progressie in de klimaatwetenschap zoals die in de IPCC-rapporten vastgelegd wordt, betekent niet dat er plotseling drastisch nieuwe inzichten ontstaan, maar geeft vooral meer zekerheid en duidelijkheid over bestaande inzichten. De boodschap van het IPCC is dan ook al jaren grotendeels hetzelfde zoals onderstaande cartoon zo mooi weergeeft. 

Vanaf vandaag is het nieuwe IPCC rapport van werkgroep 1 publiekelijk beschikbaar. Deze gaat over de physical science basis; werkgroep 2 gaat over de effecten en adaptatie (aanpassing); werkgroep 3 over mitigatie (emissiereductie). Hans schreef al eerder een duiding van hoe het IPCC werkt. Hier pikken we een aantal krenten uit de pap van de Summary for Policymakers (SPM) van dit nieuwe IPCC-rapport.

Vorige IPCC rapporten gaven aan hoe waarschijnlijk het was dat de opwarming sinds 1950 door menselijke uitstoot van broeikasgassen (AR4) of menselijke activiteit (AR5) was veroorzaakt. Een vergelijkbare uitspraak lijkt in AR6 SPM te ontbreken. Daarvoor in de plaats opent het rapport  met een veel simpelere – en waarschijnlijk begrijpelijkere – uitspraak:

It is unequivocal that human influence has warmed the atmosphere, ocean and land.

Lees verder

Pseudosceptische mist over de openheid van het IPCC

Wanneer het over complotdenkers of wetenschapsontkenners gaat valt wel eens de term motivated reasoning. In wezen is dat heel normaal menselijk gedrag: we redeneren allemaal wel eens naar een gewenste conclusie of naar bevestiging van onze mening toe. Een grappig voorbeeld van dat fenomeen is vaak te zien op fora waar supporters van verschillende voetbalclubs commentaar leveren op wedstrijden. Enigszins gechargeerd komen de commentaren erop neer dat elke club altijd de scheidsrechter tegen heeft, en veel pech, en een tegenstander die bijzonder onsportief is. Veel voetbalsupporters geloven dus dat hun club tekort wordt gedaan, omdat ze zo graag willen dat die club altijd beter is dan de tegenstander. Maar sommige supporters gaan daar heel ver in, terwijl anderen er een stuk realistischer naar kijken. En zo gaat het ook bij andere onderwerpen. Vooral mensen met heel stellige – of moet ik zeggen extreme – overtuigingen zijn heel bedreven in dat gemotiveerd redeneren. Sommigen slagen erin om werkelijk alle informatie die ze vinden zo te verdraaien dat ze er een bevestiging van hun overtuigingen in zien. De afgelopen week werd dit op een bijna surrealistische manier geïllustreerd door enkele Vlaamse pseudosceptici.

Het draait allemaal om het open review proces van het klimaatpanel IPCC. Pseudosceptici hebben het meestal liever niet over dat proces. Want als ze het zouden noemen zouden ze daarmee hun eigen retoriek over het IPCC als gesloten bolwerk, dat niet open staat voor kritiek en niet transparant is, behoorlijk onderuithalen. Het IPCC biedt via die open review namelijk iedereen die zichzelf deskundig genoeg vindt de gelegenheid om commentaar te leveren op concept-rapporten. Wie expert reviewer wil worden kan zich daarvoor aanmelden via de website van het klimaatpanel. In het verleden werd er bij die aanmelding helemaal niet naar deskundigheid gevraagd, sinds enige tijd wordt bij een aanmelding wel een eigen verklaring over de expertise verwacht. Bewijs, bijvoorbeeld in de vorm van wetenschappelijke publicaties, is niet nodig. De enige andere voorwaarde is ondertekening van een verklaring om vertrouwelijk om te gaan met concept-rapporten, omdat men wil voorkomen dat teksten naar buiten komen voordat die ofwel definitief zijn, ofwel zijn afgewezen of aangepast. Dat zou immers verwarring op kunnen leveren. Concept-rapporten worden wel gepubliceerd, maar pas nadat ook het definitieve rapport er is. Dan worden ook alle opmerkingen van expert reviewers gepubliceerd, en alle antwoorden daarop van de auteurs van het rapport. En de auteurs moeten elke opmerking beantwoorden. Lees verder