Categorie archief: journalistiek

Niet 17,5 maar jaarlijks tot wel 30 miljard euro aan fossiele subsidies

In mijn vorige blog zette ik mijn motivaties uiteen om op 11 maart mee te gaan met Scientist Rebellion naar het steunprotest van de A12 blokkade in hartje Den Haag. Een belangrijke motivatie is het enorme bedrag aan subsidies die de Nederlandse staat nog elk jaar op een presenteerblaadje aan de fossiele industrie aanreikt. 17,5 miljard euro is het bedrag dat geregeld valt en op menig protestbord te zien was. Aan het eind van mijn vorige blog ging ik kort op dat bedrag in.

Een foto tijdens het klimaatprotest op de A12 op 11 maart. Foto via Jana Vítková.

De 17,3 miljard (naar boven afgerond: 17,5 miljard) aan fossiele subsidies komt uit een analyse van onderzoeker en voormalig Europarlementariër Alman Metten, gepubliceerd op het economisch discussieplatform MeJudice in 2021. Het bedrag en de berekening kwamen veelvuldig in het nieuws, onder meer doordat Extinction Rebellion veel aandacht gaf aan het bedrag. Maar er was ook kritiek op bepaalde aannames die in de analyse werden gemaakt, en op het feit dat bepaalde posten niet zouden worden meegenomen. Recent beloofde Metten in het FD dat hij met een herziene berekening zou komen. Nu is het zo ver: en de subsidies pakken alleen maar hoger uit.

Wederom gepubliceerd op MeJudice presenteert Metten de herziene analyse. Hij komt nu uit op een jaarlijks bedrag aan subsidies dat oploopt tot wel 30 miljard euro. Eerst behandelt hij de kritiek op de eerdere analyse (lees bijvoorbeeld een uitgebreide kritiek van Henri Bontenbal, en een reactie daarop van Boris Schellekens). Vervolgens zet Metten de herziene berekeningen uiteen, en eindigt hij met een aantal aanbevelingen. Het betreft complexe materie, maar ik licht hier graag een aantal punten uit. Voor het complete overzicht verwijs ik u, de lezer, graag naar het duidelijk geschreven originele artikel.

Lees verder

Versleten mythes van een zelfverklaard deskundige

Iemand die zichzelf het predikaat ‘klimaatdeskundige’ liet aanmeten kreeg laatst de ruimte om zijn praatjes te verkopen bij Ongehoord Nederland. Ferdinand Meeus heet hij, een Vlaamse ‘doctor in de wetenschappen.’ Meeus heeft geen enkele aantoonbare deskundigheid op dit onderwerp. Hij heeft nooit onderzoek naar het klimaat gedaan en dus ook geen enkele wetenschappelijke publicatie daarover op zijn naam staan. Hij noemt zichzelf ‘IPCC expert reviewer’, maar ook dat zegt niets over zijn inhoudelijke kennis en veel over de trucjes die hij gebruikt om de schijn van deskundigheid te wekken.

We kregen het verzoek om te reageren op de serie claims die voorbijkomen in een clipje van de uitzending van een paar minuten dat op sociale media is geplaatst. Heel moeilijk is dat niet, omdat het allemaal oeroude, tot op de draad versleten pseudosceptische mythes zijn. De weerleggingen hebben we allang geschreven, meestal al jaren geleden. Hieronder een kort overzicht.

Lees verder

Hittegolven in de media: Impuls voor meer aandacht voor klimaatverandering en -wetenschap?

Gastblog van Dr. Anke Wonneberger

Byline:
In een recent gepubliceerd onderzoek hebben we gekeken of en hoe journalisten hittegolven aan klimaatverandering linken.

Jaarlijkse maximumtemperatuur in Europa in 2019 vergeleken met data van 1950-2018 (E-OBS data; Haylock et al., 2008, version 20.0) [Bron: Figuur 1 Vautard et al. 2020].

Over de laatste decennia komen hittegolven steeds vaker voor en worden ze steeds extremer. Dit heeft grote gevolgen voor gezondheid, landbouw en de natuur. 2019 was een bijzonder extreme zomer voor Europa met een hele serie aan lokale en nationale hittegolven. In meerdere landen werden temperatuurrrecords gebroken en overleed een groot aantal mensen als direct gevolg van de hitte (ca. 2500). In Nederland werden regionaal temperaturen van over de 40° gemeten. Het RIVM activeerde het nationale hitteplan maar alsnog kwamen er veel mensen door de hitte te overlijden (ca. 400 alleen in juli).

Klimaatwetenschappers hebben de afgelopen twintig jaar steeds meer en duidelijker kunnen aantonen dat dit soort hittegolven en ook andere weerextremen toenemen ten gevolge van de mondiale opwarming. Echter is het publieke beeld nogal verdeeld of en in hoeverre deze trend te maken heeft met klimaatverandering. Zo heeft eerder onderzoek over mediaberichtgeving over hittegolven of andere extreme weersomstandigheden laten zien dat de journalistieke berichtgeving deze link vaak niet benoemt en wetenschappelijke inzichten door journalisten vaak niet accuraat worden weergegeven. Terwijl er in verhouding minder aandacht werd geven aan de hevigheid en negatieve gevolgen van hittegolven, werden juist positieve aspecten benadrukt, bijvoorbeeld door vrolijke zomerse afbeeldingen. Opvallend aan de berichtgeving in Nederland is daarnaast dat journalisten van de stijgende temperaturen een wedstrijd lijken te maken over welke gemeente het volgende hitterecord gaat breken.
Lees verder

De deskundige ondeskundige

De cartoon bij dit stuk is van xkcd

Dit stuk is gebaseerd op “Neither an expert nor a non-expert” van Michael Tobis. Dit titel zou op mezelf kunnen slaan. Voor een ondeskundige weet ik aardig wat over klimaatwetenschap. Datzelfde geldt ongetwijfeld voor de regelmatige bezoekers van dit blog of van andere klimaatblogs. Maar vergeleken met de kennis van de echte deskundigen, de mensen die al 20 of 30 jaar of langer onderzoek doen naar het klimaat, stelt die kennis van mij niet zo gek veel voor. Natuurlijk zijn veel wetenschappers specialisten en dus zal niet elke klimaatwetenschapper mij op alle details af kunnen troeven. Het neemt niet weg dat er voor elke vraag die iemand over het klimaat zou kunnen stellen wetenschappers te vinden zijn, experts of generalisten, die met meer kennis van zaken antwoord kunnen geven dan ik. Ik hecht er dan ook aan om regelmatig te zeggen dat niemand mij als deskundige hoeft te zien. Ik ben en blijf een geïnteresseerde leek.

Michael Tobis heeft het vooral over een andere groep, die ik hier deskundige ondeskundigen zal noemen. Zij willen zich wel als deskundige profileren; ze achten zich in staat om de echte deskundigen een spiegel voor te houden, of zelfs om die uit te kunnen leggen hoe het nu echt zit. In de virologie en de epidemiologie is het aantal van dergelijke deskundige ondeskundigen de afgelopen maanden exponentieel gestegen. Met als bekendste voorbeelden een opiniepeiler die eist dat de wetenschap hem serieus neemt en een dansleraar die in de ban is van complottheorieën. Het verbazingwekkende is dat zoveel mensen, ook in de media, schijnen te denken dat iemand die in een paar maanden tijd een aantal wetenschappelijke artikelen heeft gelezen over een virus (en die daar een onwrikbaar vaststaande mening over heeft) op hetzelfde niveau van deskundigheid zit als de mensen die al tientallen jaren dergelijke artikelen schrijven (en die nooit nalaten te benadrukken hoeveel er nog onbekend en onzeker is). Ik vraag me af hoe deze deskundige ondeskundigen die artikelen lezen. De wetenschappelijke artikelen die ik lees maken mij steeds weer duidelijk hoe beperkt mijn kennis is, vergeleken met die van de auteurs. Deskundige ondeskundigen begrijpen vaak niet hoe iemand twijfels kan hebben over hun deskundigheid. Ze voelen zich nogal snel tekortgedaan door dergelijke twijfels. Terwijl er toch ook iets voor te zeggen is dat zij juist de echte deskundigen tekortdoen met de suggestie dat ze met niet meer dan een beetje zelfstudie op een vergelijkbaar kennisniveau zijn gekomen. Laten we het erop houden dat deskundige ondeskundigen in het algemeen geen last hebben van een overmaat aan bescheidenheid. Lees verder

Pseudosceptische mist over de openheid van het IPCC

Wanneer het over complotdenkers of wetenschapsontkenners gaat valt wel eens de term motivated reasoning. In wezen is dat heel normaal menselijk gedrag: we redeneren allemaal wel eens naar een gewenste conclusie of naar bevestiging van onze mening toe. Een grappig voorbeeld van dat fenomeen is vaak te zien op fora waar supporters van verschillende voetbalclubs commentaar leveren op wedstrijden. Enigszins gechargeerd komen de commentaren erop neer dat elke club altijd de scheidsrechter tegen heeft, en veel pech, en een tegenstander die bijzonder onsportief is. Veel voetbalsupporters geloven dus dat hun club tekort wordt gedaan, omdat ze zo graag willen dat die club altijd beter is dan de tegenstander. Maar sommige supporters gaan daar heel ver in, terwijl anderen er een stuk realistischer naar kijken. En zo gaat het ook bij andere onderwerpen. Vooral mensen met heel stellige – of moet ik zeggen extreme – overtuigingen zijn heel bedreven in dat gemotiveerd redeneren. Sommigen slagen erin om werkelijk alle informatie die ze vinden zo te verdraaien dat ze er een bevestiging van hun overtuigingen in zien. De afgelopen week werd dit op een bijna surrealistische manier geïllustreerd door enkele Vlaamse pseudosceptici.

Het draait allemaal om het open review proces van het klimaatpanel IPCC. Pseudosceptici hebben het meestal liever niet over dat proces. Want als ze het zouden noemen zouden ze daarmee hun eigen retoriek over het IPCC als gesloten bolwerk, dat niet open staat voor kritiek en niet transparant is, behoorlijk onderuithalen. Het IPCC biedt via die open review namelijk iedereen die zichzelf deskundig genoeg vindt de gelegenheid om commentaar te leveren op concept-rapporten. Wie expert reviewer wil worden kan zich daarvoor aanmelden via de website van het klimaatpanel. In het verleden werd er bij die aanmelding helemaal niet naar deskundigheid gevraagd, sinds enige tijd wordt bij een aanmelding wel een eigen verklaring over de expertise verwacht. Bewijs, bijvoorbeeld in de vorm van wetenschappelijke publicaties, is niet nodig. De enige andere voorwaarde is ondertekening van een verklaring om vertrouwelijk om te gaan met concept-rapporten, omdat men wil voorkomen dat teksten naar buiten komen voordat die ofwel definitief zijn, ofwel zijn afgewezen of aangepast. Dat zou immers verwarring op kunnen leveren. Concept-rapporten worden wel gepubliceerd, maar pas nadat ook het definitieve rapport er is. Dan worden ook alle opmerkingen van expert reviewers gepubliceerd, en alle antwoorden daarop van de auteurs van het rapport. En de auteurs moeten elke opmerking beantwoorden. Lees verder

Klimaatwetenschappers reageren op Berkhout en Thoenes in Elsevier

Het opiniestuk van Guus Berkhout en Dick Thoenes in Elsevier is hier al uitgebreid besproken. Inmiddels heeft Elsevier een reactie van een aantal klimaatwetenschappers gepubliceerd. De tekst van die brief nemen we hieronder over.

Klimaat

Als twee emeritus hoogleraren klimaatwetenschappen een artikel zouden publiceren over de relatie tussen hiv en aids, zegt hun professortitel niets. Als ze zich het onderwerp eigen zouden maken, kan het een goed artikel zijn. Maar het zou ook de plank flink kunnen misslaan, ook al waren ze ooit nog zo goed in hun eigen vakgebied.

Dat is het geval bij Dick Thoenes en Guus Berkhout. In hun omslagartikel ‘Bekijk opwarming positief. Weg met doemscenario’s’ (13 oktober, pagina 16) geven deze emeritus hoogleraren er blijk van weinig kennis te hebben van het klimaatsysteem.

Een van de twee emeriti (Berkhout) is lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). De KNAW bracht jaren geleden al een publicatie over klimaatverandering uit, die laat zien dat de mens klimaatverandering veroorzaakt en hoe: door de concentraties broeikasgassen in de atmosfeer sterk te verhogen, vooral door verbranding van fossiele brandstoffen, waarbij veel CO2 vrijkomt.

Sindsdien is het bewijs dat de rol van de mens overheersend is in de opwarming van de aarde alleen maar sterker geworden. Natuurlijke factoren, zoals verminderde zonneactiviteit, zouden anders juist voor afkoeling hebben gezorgd. Met klassieke natuurkunde zoals die op de middelbare school wordt onderwezen, is dit mechanisme prima te begrijpen.

Maar Thoenes en Berkhout hebben hier kennelijk geen boodschap aan. Ze hebben een eigen verhaal uitgedacht dat kant noch wal raakt. CO2 kan de oorzaak niet zijn, zo redeneren de auteurs, want de CO2-concentratie is overal ter wereld ongeveer gelijk en toch loopt de temperatuur in klimaatzones wijd uiteen.

Dat is een drogredenering: je kunt verschillen tussen klimaatzones niet als ‘bewijs’ aanvoeren dat CO2 geen invloed heeft op het klimaat. Het is basiskennis dat klimaatzones hoofdzakelijk verschillen doordat de zoninstraling op verschillende breedtegraden en in de seizoenen uiteenloopt. Wereldwijd is het vooral de stijging van het CO2-gehalte in de atmosfeer die zorgt voor een opwarmend effect, over alle klimaatzones heen.

Of neem de redenering die zo’n beetje de kern van hun betoog vormt: het klimaat veranderde altijd al, ook toen er nog geen mensen waren, dus kan het ook nu de mens niet zijn.

Tja, bosbranden waren er ook al voordat er mensen waren, dus de mens kan niet verantwoordelijk zijn voor de actuele bosbranden. Non sequitur, heet deze drogreden: het volgt er niet uit. Juist door eerdere mondiale klimaatveranderingen te bestuderen, is gebleken dat drie factoren een hoofdrol spelen: zoninstraling, reflectie van de inkomende straling (albedo) en het gehalte broeikasgassen in de atmosfeer dat reguleert hoeveel energie de aarde weer uitstraalt.

De CO2-concentratie speelde bij grote klimaatveranderingen in het verleden vaak een sleutelrol. Net als nu. Met als verschil dat de CO2-concentratie momenteel in een ongekend hoog tempo toeneemt en dat menselijke activiteiten er de oorzaak van zijn.

Er zouden vele pagina’s nodig zijn om alle onjuistheden en drogredeneringen in het artikel te ontmantelen. Maar het punt is duidelijk: de auteurs hanteren redeneringen die elke wetenschappelijke grond missen en ze gebruiken hun titels en KNAW-lidmaatschap om zich gezag aan te meten op een vakgebied waarvan ze overduidelijk geen kaas hebben gegeten. Zo verspreiden ze misinformatie die het maatschappelijk debat schaadt.

Dr. Dim Coumou, dr. Ko van Huissteden (Vrije Universiteit Amsterdam), dr. Peter Kuipers Munneke (Universiteit Utrecht), dr. Leo Meyer (v/m projectleider syntheserapport IPCC), dr. Geert Jan van Oldenborgh (KNMI), dr. ir. Ernst Schrama (TU Delft), ir. Bart Strengers (Planbureau voor de Leefomgeving), dr. Jan Wuite (ENVEO) – allen klimaatonderzoekers – en ir. Jan Paul van Soest (De Gemeynt, auteur van het boek De Twijfelbrigade).

Risicoperceptie, bron van misverstanden

Het citaat hierboven, afkomstig uit een artikel van Valerie J. Brown, geeft goed aan waarom risicoperceptie zo’n ingewikkeld onderwerp is. Een onderwerp zelfs waar de wetenschap nog niet zo heel veel van begrijpt. Risico wordt gedefinieerd als kans maal gevolg. Het element “kans” staat voor onzekerheid, maar omdat ons brein niet goed om kan gaan met onzekerheid ziet het vaak een tegenstrijdigheid. Tegenover de kans dat er iets vervelends gebeurt, of iets ernstigs, of iets rampzaligs, staat de kans dat dat juist niet gebeurt. Onzekerheid incalculeren vinden we ingewikkeld en dus maken we liever een duidelijke keuze: ofwel ligt er gevaar op de loer en moeten we continu waakzaam zijn, ofwel is er niks aan de hand. De schijnbare tegenstrijdigheid in informatie over risico’s zorgt er, samen met verschillende en (deels) subjectieve criteria waarop we kansen en mogelijke gevolgen beoordelen, voor grote verschillen in risicoperceptie. Die verschillen spelen op individueel niveau, maar ook op het niveau van groepen mensen.

Verschillen in risicoperceptie zijn op allerlei manieren zichtbaar in de keuzes die mensen maken in hun dagelijks leven: in eetgewoonten, in verkeersgedrag, in gebruik van verslavende en verdovende middelen, in de manier hoe huizen worden beveiligd tegen inbraak, in gekozen vakantiebestemmingen, enzovoort. En we gaan net zo verschillend om met minder grijpbare risico’s; die van de lange termijn, of met kleine kans en grote gevolgen. Lees verder

Hoe 0,13 mm/jaar door vervorming van de zeebodem in de media wordt vervormd

Gastblog van Thomas Frederikse van de TU Delft

Soms gaan journalisten met de wetenschap aan de haal. Mij is dat laatst overkomen, met tot gevolg dat menig online nieuwsforum een stuk bevatte over mijn werk, tot aan de extreemrechtse website Breitbart aan toe. Wel gaf het een inkijkje in de keuken van de kopieer-journalistiek. Dat onderzoekers zelf hun werk nogal eens aandikken in persberichten is al vaak besproken, en ook bevestigd in wetenschappelijk onderzoek. Klimaatwetenschap vormt hierop helaas geen uitzondering, maar in dit geval zijn het de journalisten die er een zooitje van hebben gemaakt.

De kop op Breitbart, waar deze technische studie op karakteristieke wijze wordt geframed

Eerst het technische verhaal. De zeespiegel wordt zowel vanaf het land, via zogenaamde peilmeetstations, als vanaf satellieten gemeten. Deze meetmethodes verschillen in het referentiepunt ten opzichte waarvan de veranderingen in de zeespiegel worden gemeten. Simpel gezegd: satellieten meten vanaf het middelpunt van de aarde, en peilmeetstations meten de zeespiegelveranderingen ten opzichte van het land. Dat gaat prima, totdat het land gaat bewegen: stel dat het land zakt, dan ziet het peilmeetstation de zeespiegel stijgen, en de satelliet niet.

Vaak willen we af van die landbewegingen, omdat het meestal lokale effecten betreft. Inklinkende grond en plaattektoniek zijn vaak oorzaken van zulke landbewegingen, en daar zijn we in dit geval niet in geïnteresseerd. Daarom worden steeds meer peilmeetstations van nauwkeurige GPS-apparatuur voorzien die meten hoe hard een station beweegt.

Alleen zijn die bewegingen van de bodem niet altijd een lokaal effect. De aarde is geen harde bal, maar verandert van vorm wanneer je er druk op uitoefent, net als een voetbal. Zo gaat de aarde onder onze voeten per dag enkele centimeters op en neer door de aantrekkingskracht van de maan. Ook is de aarde nog steeds aan het bijkomen van de ijsmassa’s uit de laatste ijstijd. Dankzij dit proces, bekend als Glacial Isostatic Adjustment komt een groot deel van Scandinavië omhoog, en daalt de zeespiegel in bijvoorbeeld Stockholm enkele millimeters per jaar. De aarde vervormt ook wanneer we massa over het aardoppervlak verplaatsen. Dat is geen rocket science: we weten al heel lang hoe dit werkt, en sinds het klassieke werk van William Farrell uit 1972 kunnen we deze vervorming ook berekenen. Lees verder

Hoe zit het nu met orkanen en klimaatverandering?

Met het actieve orkaanseizoen op de Atlantische Oceaan duikt in de media regelmatig de vraag op of er een verband is met klimaatverandering. Dat is een ingewikkelde kwestie. De wetenschappers die hier antwoord op geven begeven zich dan ook op glad ijs: het is niet zo makkelijk om hier een toegankelijk verhaal over te houden en tegelijkertijd recht te doen aan alle nuances. Het is dan ook niet zo moeilijk om op basis van wat soundbytes de indruk te wekken dat de opvattingen van verschillende deskundigen diametraal tegenover elkaar staan. Zo zei orkaandeskundige Phil Klotzbach (van het Tropical Meteorology Project van Colorado State University) in een interview met de Amerikaanse publieke radio NPR dit:

When it comes to climate change’s impacts on the storm – so most the theoretical models really don’t see any change in the frequency, perhaps even going down a little bit. They say maybe the storms will get slightly more intense. But I typically look at the observations. I don’t do much theoretical modeling. And in the observations, it’s just really too hard to say.

En klimaatonderzoeker Michael Mann zegt in een opiniestuk in The Guardian:

We can’t say that Hurricane Harvey was caused by climate change. But it was certainly worsened by it.

Is het nu een zekerheid, of is het moeilijk om er iets over te zeggen? Het merkwaardige is dat het allebei in zekere zin klopt, en dat geen van beide beweringen echt in tegenspraak is met wat het IPCC (het plaatje bovenaan dit stuk is gepikt van David Appell) hierover schrijft. Klotzbach en Mann leggen andere accenten omdat ze de kwestie vanuit een andere invalshoek benaderen. En dat heeft dan weer alles te maken met hun eigen onderzoeksgebied. Kort gezegd: de invalshoek van Klotzbach is probabilistisch, die van Mann is deterministisch. Lees verder

Klimaatoptimisten

Tegenwoordig kom je het woord klimaatoptimist weer vaak tegen. Klinkt goed en wie wil er nu niet altijd bij de optimisten geschaard worden, ook als het over het klimaatverandering gaat? Het glas is altijd halfvol in plaats van half leeg en door de menselijke inventiviteit kunnen we half volle glazen in de toekomst vast weer voller maken. De wereld is maakbaar en de klimaattoekomst ziet er geweldig uit! Als je met een gezonde dosis realisme naar klimaatverandering kijkt, zoals ik toch meen te moeten doen, word je vaak een ‘alarmist’ genoemd. Dat zijn dus niet meer dan sombere pessimisten met apocalyptische verhaaltjes en die horen zeker niet tot de selecte groep rozebrillendragers die een glorieus klimaatutopia op hun netvlies hebben staan.

Iemand die zichzelf klimaatoptimist noemt is opiniemaakster Marianne Zwagerman, die onlangs bij WNL op tv en bij WNL en KRO-NCRV op Radio 1  ruim baan heeft gekregen om zich over het klimaat te mogen uitlaten. Zoals ze zelf twittert in al haar bescheidenheid: “Wat is de echte waarheid over het klimaat? Ik vertel het hier bij #wnl #terugkijktip #klimaatoptimist”.
Nou dan raak je benieuwd. Ik maar artikelen lezen en IPCC rapporten proberen te begrijpen in de eindeloos lijkende zoektocht naar het hoe en waarom van de klimaatverandering, terwijl ik de ‘waarheid’ gewoon bij WNL op Zondag had kunnen horen van Marianne Zwagerman!

Na het kijken en luisteren naar Zwagerman in WNL op Zondag, een radio-optreden en WNL Opiniemakers (dinsdag 18-4-2017), zijn er volgens mij echter helemaal geen waarheden over het klimaat uit de doeken gedaan. Zwagerman laat in het programma WNL Opiniemakers zien dat er kansen liggen bij de energietransitie en zet vraagtekens bij het klimaatbeleid, het besteden van overheidsgeld voor de energietransitie en andere klimaatgerelateerde subsidies. Daar is niets mis mee; het is zelfs een noodzakelijke discussie om te voeren: hoe zetten we onze beperkte middelen zo doelmatig mogelijk in om de gevolgen van klimaatverandering te bestrijden en toekomstige klimaatverandering in te perken. Vooral in haar optreden bij WNL op Zondag werden er echter allerlei klimaatmythes gebezigd die wetenschappelijk gezien nergens op slaan. Bij WNL Opiniemakers werd de hulp ingeroepen van journalist en klimaatscepticus Marcel Crok, die zich inmiddels ook profileert als klimaatoptimist en met de bekende het-valt-allemaal-mee riedeltjes aan kwam zetten. Zucht, waarom heeft Zwagerman geen wetenschappers geïnterviewd voor een meer genuanceerd beeld?

Hieronder enkele klimaatwetenschappelijke punten uit het betoog van Zwagerman en Crok zoals ik die op heb getekend van tv en radio voorzien van wat commentaar.
Lees verder