Categorie archief: Extreem weer

Attributiestudie: klimaatverandering is de hoofdoorzaak van de droogte in de Hoorn van Afrika

Temperatuurverloop in Mogadishu, Somalië. Bron: Ed Hawkins / showyourstripes.info.

Sinds het najaar van 2020 heeft de Hoorn van Afrika te kampen met ernstige droogte. Dat leidt tot onder meer misoogsten en veesterfte, ondervoeding, vluchtelingenstromen en oplopende conflicten. De regio is een van de armste ter wereld en bijzonder kwetsbaar voor extreem weer en klimaatverandering, onder meer omdat een aanzienlijk deel van de bevolking leeft als kleinschalige boer of als nomadische veehouder. Eind april publiceerde World Weather Attribution (WWA) een attributie-onderzoek naar de droogte. Negentien onderzoekers uit zeven landen werkten mee aan dit onderzoek. Vanuit Nederland waren er bijdragen van het KNMI, de universiteiten van Utrecht en Twente en het Rode Kruis Klimaatcentrum in Den Haag. WWA is in 2014 opgericht met als doel om relatief snel uitspraken te kunnen doen over een eventuele menselijke invloed op klimaatgerelateerde rampen. Er is een vaste procedure ontwikkeld om dit soort onderzoek uit te voeren.

Het resultaat van de studie is schokkend: de extreme droogte is grotendeels toe te schrijven aan de opwarming van het klimaat. De kans op een droogte van deze omvang is door de opwarming zeker honderd keer zo groot geworden. Met daarbij wel de kanttekening dat dit de conclusie is van het klimatologische deel van het verhaal. Want het rapport gaat ook uitgebreid in op de context waarin de droogte zich afspeelt. Die context heeft veel invloed op de kwetsbaarheid van de bevolking en de economie en dus op de uiteindelijke gevolgen.

Somalië, Ethiopië en Kenia, de getroffen landen, zijn niet in alle opzichten identiek en dus is de problematiek niet overal hetzelfde. Maar er zijn wel overeenkomsten. Alle drie de landen hebben een lange geschiedenis van droogtes, afgewisseld met periodes van extreme regen en overstromingen. Enerzijds hebben regeringen, bedrijven, de bevolking en de hulporganisaties die er actief zijn geleerd om zich op dergelijke extremen in te stellen. Maar anderzijds blijven ze bijzonder kwetsbaar, als gevolg van onder meer armoede, gewapende conflicten, grote aantallen vluchtelingen, ontbossing en milieuverontreiniging, tekorten aan relevante expertise, een gebrekkige informatie-infrastructuur, slecht bestuur of botsende belangen tussen kleinschalige boeren en nomadische groepen enerzijds en andere economische partijen anderzijds.

Lees verder

Een fonds voor klimaatschade: veel woorden, weinig daden

Door Arthur Oldeman en Stanzen Jelsma

De COP27 – de 27e VN Klimaattop in Sharm El-Sheikh – werd eind november afgesloten met een akkoord over een klimaatschadefonds. Het schadefonds zal ervoor moeten zorgen dat er voor landen die nu schade of verlies ondervinden door de gevolgen van klimaatverandering geld beschikbaar is voor herstel en wederopbouw. Al meer dan dertig jaar geleden pleitte Vanuatu, een van de meest kwetsbare landen voor die gevolgen, voor een zogenoemd “loss and damage fund”. Zij eisten toen al dat rijke en vervuilende landen, zoals de Verenigde Staten, maar ook Nederland en Duitsland, hun verantwoordelijkheid dienden te nemen voor de door hen veroorzaakte uitstoot. In plaats van hier zorg voor te dragen en de uitstoot daadwerkelijk omlaag te brengen, is bijvoorbeeld de CO2-uitstoot van Nederland sinds 1990 echter met 12 procent toegenomen, volgens het CBS.

Het is illustratief voor decennia klimaatonderhandelingen. Ondanks vele beloftes en toezeggingen blijft urgente actie vaak uit. Dit jaar tijdens de COP27 had het Egyptisch presidentschap een Sharm El-Sheikh “implementatie plan” beloofd, waarin toezeggingen van afgelopen jaren om klimaatopwarming tot 1,5C te beperken concreter zouden worden uitgewerkt. Daar kwam echter weinig van terecht. Bepaalde toezeggingen om emissies te reduceren werden zelfs verzwakt, en het 1,5C doel zelf lag zelfs op tafel. VN-secretaris generaal Antonio Guterres waarschuwt in zijn woorden dat onze planeet “zich nog steeds op de eerste hulp bevindt”. De reactie van voormalig klimaatgezant van Ierland Mary Robinson is ook niet mals en stelt dat de wereld “nog steeds aan de vooravond staat van een klimaatcatastrofe”.

Activisten vragen aandacht voor het “loss and damage” fonds tijdens COP27 (foto credit Kiara Worth/UNFCCC)

Op het gebied van klimaatverandering tegengaan kan de COP dus niet als groot succes worden gezien. Maar na decennia overleg over financiering voor klimaatschade en adaptatie, kan het akkoord over het schadefonds wel als lichtpuntje worden beschouwd. Leiders van eilandstaten in de Stille Oceaan en klimaatrechtvaardigheidsactivisten vieren het akkoord dan ook als een historische overwinning. Over het schadefonds en de inhoud van het akkoord is in de Nederlandse media (zoals RTLnieuws en NU.nl+) al het een en ander gezegd. Zoals journalist Rolf Schuttenhelm van NU.nl treffend stelt: het akkoord over het fonds roept eigenlijk vooral veel vragen op.

Lees verder

Natuurrampen en het belang van adaptatie

Laat ik beginnen met een disclaimer. De constatering dat adaptatie belangrijk is, doet niets af aan de noodzaak van mitigatie: het zoveel mogelijk beperken van de toekomstige opwarming. Adaptatie is geen keuze, maar een gegeven. We zitten al op zo’n 1,2 °C opwarming en in het aller- allerbeste geval komen daar nog enkele tienden van een graad bij. Daar zullen mens en natuur zich hoe dan ook, zo goed en kwaad als het gaat, aan moeten aanpassen. Het aantal weergerelateerde rampen neemt toe, zoals uit onderstaande afbeelding blijkt. Nu is het nog niet zo eenvoudig om met grote zekerheid vast te stellen hoe groot de rol van klimaatverandering hier is, maar dat er een invloed is, is wel duidelijk. Dat is onder meer gebleken uit attributiestudies van onder meer World Weather Attribution in de afgelopen jaren.

Gerapporteerde natuurrampen sinds 1970. Bron: Our World in Data.

Dat mensen zich aan kunnen passen aan moeilijke en extreme omstandigheden staat niet ter discussie. Er zijn maar weinig gebieden in de wereld waar zich in de loop van de tijd geen mensen hebben gevestigd en waar ze weten te overleven. We worden er zelfs steeds beter in. Zelfs op Antarctica kunnen mensen tegenwoordig maandenlang verblijven zonder om te komen van kou, honger of dorst. Maar er zit een grens aan dat aanpassingsvermogen. Er zijn nog steeds plekken op aarde die te heet, te koud, of om andere redenen te onleefbaar zijn voor mensen om zich er permanent te vestigen. Onze fysiologie stelt dergelijke grenzen, maar ze kunnen ook van een andere aard zijn. Economisch, politiek, of technisch, bijvoorbeeld.

Lees verder

Tropische cyclonen in een klimaat dat twee graden Celsius warmer is dan eind negentiende eeuw

Door: Halbe Hibma, met medewerking van Nadia Bloemendaal

Klimaatverandering is een ongemakkelijk feit, dat leert de klimaatwetenschap ons. Veel wetenschappers hebben dit ongemakkelijk feit al jarenlang uitgesproken, maar overheden kiezen liever voor economische impact, want dat is de korte-termijn visie waar voornamelijk visieloze politici zich aan schuldig maken. Wetenschappers zijn daarentegen mensen die juist hun zicht gericht hebben op de toekomst. In het kader van het ongemakkelijke feit dat wij afstevenen op een wereld die 2 graden Celsius (of wellicht meer) warmer is dan eind 19e eeuw zie hoofdstuk 4 uit het technische rapport van AR6 van het IPCC, vinden wetenschappers het belangrijk om een idee te krijgen in hoeverre het aantal en de intensiteit van tropische cyclonen (TC, de formele aanduiding voor wat lokaal ook wel een orkaan of tyfoon wordt genoemd) zal toenemen. Het antwoord is echter heel erg ontnuchterend: de wetenschap heeft nog geen volledig beeld. De wetenschap is erover eens dat de intensiteit van TC’s zullen toenemen in een warmer klimaat, maar of er daadwerkelijk meer of minder TC’s in een warmer klimaat zullen ontstaan is de wetenschap nog niet volledig uit. Impact van een TC is echter van groot maatschappelijk belang, omdat het gepaard gaat met grootschalige neerslag en stormvloed met veel schade en slachtoffers. Voor meer informatie verwijs ik mijn lezer graag naar een ander stuk op klimaatveranda. Waarom niet? Dát ga ik dus hieronder uitleggen.

In dit onderzoeksartikel (Sobel et al 2021) is heel mooi visueel in beeld gebracht hoe het aantal tropische cyclonen (ca. 70 tot 90 TC’s op jaarbasis) op een bijna ritmische wijze door de seizoenen heen bewegen over onze prachtige planeet.

Figuur 1 – aantal TC’s (number of tropical cyclones, NTC) per oceaan, gedurende het jaar (januari t/m december).

Lees verder

De negatieve impact van klimaatverandering op infectieziektes

door: Arthur Oldeman

Een paar maanden geleden verscheen hier een blog over een verhoogd risico op virusellende door klimaatverandering. Hier ging het vooral over een studie in Nature die virusoverdracht tussen wilde diersoorten en van die diersoorten naar de mens voor diverse klimaatscenario’s onderzocht. De auteurs van de studie suggereerden dat de al ingezette klimaatverandering een dominante rol kan spelen in de virusoverdracht met alle gevolgen van dien voor de menselijke gezondheid. Nu is er recent (8 augustus) een nieuwe publicatie in Nature Climate Change verschenen waar een zeer vergelijkbare vraag wordt onderzocht, breder dan alleen virussen en met focus op de mens: Hoe beïnvloedt klimaatverandering ziektekiemen van infectieziektes?

De titel van de studie geleid door Camilo Mora geeft antwoord op deze vraag: “Over half of known human pathogenic diseases can be aggravated by climate change”. Toen ik dat eerst las, klonk dat schrikbarend én niet verrassend tegelijk. Ik kan me namelijk best voorstellen dat bepaalde risico’s versterkt door klimaatverandering, zoals overstromingen, de verspreiding van ziektes kunnen beïnvloeden. Maar meer dan de helft van de “known human pathogenic diseases”..? Hoe zit dat precies?

Lees verder

De stand van zaken rond attributie van extreem weer

Waargenomen temperaturen op 29 april 2022 tijdens hittegolf in India en Pakistan. Bron: ESA.

Attributie van extreme weersomstandigheden is een relatief nieuwe discipline in de klimaatwetenschap. De eerste attributiestudie dateert uit 2004, en pas vanaf ongeveer 2010 is dit type onderzoek echt op gang gekomen. Een overzichtsartikel dat vorige maand uitkwam laat zien dat er sindsdien aardig wat vorderingen zijn gemaakt, maar dat er ook de nodige problemen overblijven die niet eenvoudig op te lossen zijn.

Een aanzienlijk deel van die problemen is eenvoudig samen te vatten als: afwezigheid van bewijs is geen bewijs van afwezigheid. Om iets te kunnen zeggen over factoren die invloed hebben gehad op specifieke weersomstandigheden op een bepaald moment en een bepaalde plaats, is er veel informatie nodig. Meteorologische metingen natuurlijk, maar ook gegevens over de gevolgen van weersextremen. In welvarende of politiek stabiele landen – overbodig te zeggen dat daar een flinke overlap in zit – is er meestal aardig wat voorhanden. In andere landen is dat vaak niet zo. Terwijl daar natuurlijk ook extreme omstandigheden voorkomen, en het is al zeker niet zo dat de gevolgen er minder ernstig zijn.

Het grote verschil tussen diverse delen van de wereld wordt in het artikel duidelijk gemaakt aan de hand over gegevens over hittegolven in de internationale rampen-database EM-DAT. Die vermeldt in totaal 147 voorvallen van hitte voor de periode van 2000 tot 2020, waarvan maar 58 uit Azië, Afrika, Zuid- en Midden-Amerika en de Caraïben bij elkaar. En van de in totaal 157.000 geregistreerde hittedoden zijn er maar 10.000 uit die gebieden. Terwijl er 85% van de wereldbevolking woont en de warmste en meest vochtige regio’s ter wereld daar liggen. Het werkelijke aantal hittegolven en slachtoffers daarvan zal dus veel hoger zijn.

Lees verder

Klimaatverandering maakte extreme hittegolf in India & Pakistan 30 keer waarschijnlijker

Gastblog van Carolina Pereira Marghidan

Sinds begin maart hebben meer dan een miljard mensen in India en Pakistan te maken gehad met een extreme hittegolf. In India was dit de warmste maart ooit gemeten; in Pakistan de warmste maart in 61 jaar en daar werden meerdere all-time records gemeten. Temperaturen in maart en april kwamen op veel dagen boven de 45 °C uit en liepen zelfs op tot de 51 °C. Ook was het ontzettend droog, in maart er viel in India 71% en in Pakistan 62% minder regen dan normaal. Hoewel India en Pakistan regelmatig hoge temperaturen ervaren voorafgaand aan het moessonseizoen, kwam deze hittegolf ongewoon vroeg, strekte zich uit over een enorm oppervlak (bijna 70% van India en 30% van Pakistan), en duurde extreem lang (nog steeds bezig in sommige delen) – wat zorgde voor verreikende en ingewikkelde maatschappelijke effecten.

Door klimaatverandering nam de kans op deze hittegolf toe met een factor 30, volgens een nieuwe attributiestudie van het World Weather Attribution (WWA) initiatief, waar het KNMI onderdeel van is. Daarnaast zou een dergelijke hittegolf ongeveer 1 °C koeler geweest zijn in een pre-industrieel klimaat. De klimaatwetenschappers hebben beschikbare data vergeleken met 20 klimaatmodellen met temperatuurgegevens van de afgelopen decennia. Resultaten laten zien dat bij een wereldgemiddelde opwarming van +2 °C, hittegolven zoals deze 2 tot 20 keer waarschijnlijker, en 0.5 tot 1.5 °C heter zullen zijn vergeleken met 2022. Dat betekent dat bij een opwarming van +2 °C, de kans van deze hittegolf (nu geschat op eens in de honderd jaar) stijgt naar een kans van eens in de 5 tot 50 jaar. Deze resultaten zijn waarschijnlijk conservatief omdat temperatuurdata maar beschikbaar zijn voor een relatief korte periode. De meeste data komen van KNMI Climate Explorer.

Complexe gevolgen en samengestelde risico’s
De extreme hittegolf die over India en Pakistan strekte raakte vele verschillende sectoren van de maatschappij. De visualisatie in Figuur 1 laat al deze relaties zien en geeft ook weer dat de effecten van een hittegolf ingewikkeld en onderling verbonden met elkaar kunnen zijn, waardoor de volledige omvang moeilijk te bevatten is.

Figuur 1. Conceptueel diagram van de complexe interacties en gevolgen van de hittegolf in India & Pakistan, 2022 (Bron: Figuur 9 van WWA, 2022, door Carolina Pereira Marghidan)

Lees verder

Hittegolven in de media: Impuls voor meer aandacht voor klimaatverandering en -wetenschap?

Gastblog van Dr. Anke Wonneberger

Byline:
In een recent gepubliceerd onderzoek hebben we gekeken of en hoe journalisten hittegolven aan klimaatverandering linken.

Jaarlijkse maximumtemperatuur in Europa in 2019 vergeleken met data van 1950-2018 (E-OBS data; Haylock et al., 2008, version 20.0) [Bron: Figuur 1 Vautard et al. 2020].

Over de laatste decennia komen hittegolven steeds vaker voor en worden ze steeds extremer. Dit heeft grote gevolgen voor gezondheid, landbouw en de natuur. 2019 was een bijzonder extreme zomer voor Europa met een hele serie aan lokale en nationale hittegolven. In meerdere landen werden temperatuurrrecords gebroken en overleed een groot aantal mensen als direct gevolg van de hitte (ca. 2500). In Nederland werden regionaal temperaturen van over de 40° gemeten. Het RIVM activeerde het nationale hitteplan maar alsnog kwamen er veel mensen door de hitte te overlijden (ca. 400 alleen in juli).

Klimaatwetenschappers hebben de afgelopen twintig jaar steeds meer en duidelijker kunnen aantonen dat dit soort hittegolven en ook andere weerextremen toenemen ten gevolge van de mondiale opwarming. Echter is het publieke beeld nogal verdeeld of en in hoeverre deze trend te maken heeft met klimaatverandering. Zo heeft eerder onderzoek over mediaberichtgeving over hittegolven of andere extreme weersomstandigheden laten zien dat de journalistieke berichtgeving deze link vaak niet benoemt en wetenschappelijke inzichten door journalisten vaak niet accuraat worden weergegeven. Terwijl er in verhouding minder aandacht werd geven aan de hevigheid en negatieve gevolgen van hittegolven, werden juist positieve aspecten benadrukt, bijvoorbeeld door vrolijke zomerse afbeeldingen. Opvallend aan de berichtgeving in Nederland is daarnaast dat journalisten van de stijgende temperaturen een wedstrijd lijken te maken over welke gemeente het volgende hitterecord gaat breken.
Lees verder

Wat doet klimaatverandering met tornado’s?

Afgelopen vrijdag werd de VS getroffen door enkele tientallen tornado’s. Vooral het stadje Mayfield in het zuidwesten van Kentucky werd zwaar geraakt. Er vielen waarschijnlijk meer dan honderd doden en van veel gebouwen in het stadje bleef weinig tot niets over. Bij dergelijk extreem weer komt natuurlijk de vraag op of er een invloed van klimaatverandering is. Als het over tornado’s gaat is de vraag niet eenvoudig te beantwoorden.

De meest dodelijke tornado uit de geschiedenis vond bijna een eeuw geleden plaats. Die tornado wordt de Tri-State tornado genoemd, naar de drie staten waar hij op 18 maart 1925 tijdens zijn 352 kilometer lange pad over trok: Missouri, Illinois en Indiana. Het dodental bedroeg 695. De kans op zo’n groot aantal slachtoffers is tegenwoordig aanzienlijk kleiner, hoewel ook de meeste moderne gebouwen niet opgewassen zijn tegen de kracht van een tornado uit de zwaarste categorie. De windsnelheid ligt in zo’n tornado boven de 419 km/uur en kan soms zelfs oplopen tot meer dan 500 km/uur. De belangrijkste vooruitgang wordt gevormd door de sterk verbeterde waarschuwingssystemen, dankzij ontwikkelingen in de telecommunicatie, maar ook in radarsystemen, weermodellen en satellieten. De bevolking kan tegenwoordig ruim van tevoren worden gewaarschuwd om alert te zijn op mogelijke tornado’s. En zodra een tornado wordt waargenomen wordt er alarm geslagen in het gebied dat op een mogelijk pad van de tornado ligt. Wel is de eerste waarneming van een tornado vaak nog visueel. Nachtelijke tornado’s, zoals die in Mayfield, zijn daarom gevaarlijker.

Lees verder

KNMI Klimaatsignaal‘21

De huidige klimaatverandering door de alsmaar toenemende broeikasgasconcentraties is een wereldwijd fenomeen, waarneembaar van de Noordpool tot Antarctica. Ergens tussen die twee polen in ligt ons kleine Nederland en natuurlijk worden ook wij blootgesteld aan de gevolgen van klimaatverandering. Ons nationale kennisinstituut op het gebied van weer, klimaat en seismologie, het KNMI, houdt uiteraard de Nederlandse klimaatsituatie in de peiling. Op 25 oktober heeft het KNMI het Klimaatsignaal’21 gepubliceerd, een samenvatting van de actuele informatie over klimaatverandering in Nederland. Het rapport is gebaseerd op huidige klimaatkennis zoals die te vinden is in het recente IPCC AR6-rapport, aangevuld met KNMI-waarnemingen en -onderzoek.

Ik ben geabonneerd op de KNMI klimaatbrief en daarin staat een keurige en heel korte samenvatting van het Klimaatsignaal’21 rapport. Omdat ik het zeker niet beter kan samenvatten, heb ik dat gewoon integraal overgenomen:

  • Zeespiegelstijging
    Als we de uitstoot van broeikasgassen niet verminderen kan de zeespiegel voor de Nederlandse kust rond 2100 tot 1,2 meter stijgen ten opzichte van begin deze eeuw. Als delen van de Antarctische IJskap instabiel worden kan de zeespiegel zelfs tot 2 meter stijgen.

  • Arctische invloed op ons weer
    De opwarming in het Arctische gebied is sterker dan in de tropen. Dit kan leiden tot een zwakkere straalstroom. Daardoor is de kans op aanhoudende weersituaties zoals langdurige droge, natte, warme of koude periodes, mogelijk groter.

  • Extreme neerslag
    Doordat de lucht in een warmer klimaat meer vocht kan bevatten, ontstaan er extremere buien. Bij de zwaarste buien kunnen ook meer valwinden ontstaan, die gevaarlijk kunnen zijn en veel schade kunnen aanrichten.

  • Hitte en neerslag in steden
    Steden zijn meestal warmer dan de landelijke omgeving door het hitte-eilandeffect. Door de opwarming van de aarde wordt het ook in steden nog warmer. Daarnaast vormen extreme neerslag én droogte een steeds grotere uitdaging voor de stad.

  • Droogte
    Door de hogere temperaturen en door meer zonnestraling stijgt de verdamping. De kans op droogte in het voorjaar en in de zomer wordt daardoor groter.

  • Orkanen/BES
    Omdat in een warmer klimaat de zeewatertemperaturen stijgen kunnen de orkanen in de buurt van Bonaire, St. Eustatius en Saba zwaarder worden.

Enkele natte onderwerpen die ik het meest interessant vond in het rapport heb ik hieronder wat verder uitgediept. Voor de liefhebber die alles wil lezen (een aanrader) of andere onderwerpen interessanter vindt, het rapport is hier te vinden: Rapport Klimaatsignaal ’21.
Lees verder