Tagarchief: overstromingen

Overstromingen in Limburg, Duitsland en België door extreem zware buien

Bij de zware regenbuien van vorige week viel meer dan een gemiddelde maandsom aan regen in een paar dagen. Door al het regenwater aangezwollen traden op veel plaatsen de Maas, de Rijn en ettelijke zijrivieren buiten hun oevers, met veel schade en mensenleed tot gevolg. In België en Duitsland vielen daarbij veel doden, wat Nederland gespaard is gebleven. Zonder grootschalige waterveiligheidsprojecten zoals Ruimte voor de Rivier en de Maaswerken zouden veel meer mensen in Nederland natte voeten en woonkamers hebben gekregen, hebben diverse experts opgemerkt.

Aangezien warme lucht meer waterdamp kan bevatten (7% meer per graad Celsius) is een bijdrage van klimaatverandering aan de zware regenbuien zeer aannemelijk. Voor extreme buien kan dit zelfs oplopen tot het dubbele (14% per graad Celsius, de zogenaamde Super-Clausius–Clapeyron Scaling), omdat de convectie ook toeneemt bij hogere temperaturen. Het is juist deze opstijgende luchtstroom waardoor de lucht verzadigd raakt met waterdamp en wolkendruppels zich vormen. Hoe sterker de opwaartse luchtstroom, hoe meer vloeibaar water (in de vorm van wolkendruppels) zal ontstaan.

Het lagedrukgebied waar de regenwolken zich vormden, lag ingeklemd tussen hogedrukgebieden en kon daardoor niet van plaats veranderen. Dit had tot gevolg dat de regenbuien stationair bleven draaien boven een bepaalde regio en de schade daar zo kon oplopen. Het patroon van zwakkere westenwinden in de zomer als gevolg van klimaatverandering kan hieraan hebben bijgedragen. Dergelijke persistente weersystemen worden mede beïnvloed door de zwakker wordende straalstroom, al zijn de ins en outs daarvan nog onderwerp van een levendige wetenschappelijke discussie.

Langetermijnmetingen wijzen uit dat de intensiteit van zware regenbuien in Nederland is toegenomen. Hayley Fowler, Geert Lenderink en collega’s schreven recent een review artikel over extreme buien, met de duidelijke titel: Anthropogenic intensification of short-duration rainfall extremes.

In een ander recent artikel concluderen Abdullah Kahraman en collega’s dat het stationair draaien van extreme regenbuien inderdaad vaker zal voorkomen onder invloed van klimaatopwarming:

Using 2.2 km climate simulations, we show that a future increase in precipitation extremes across Europe occurs, not only because of higher moisture and updraft velocities, but also due to slower storm movement, increasing local duration.

De grond was hier nog niet droog en toen kwam het nieuws uit Zhengzhou in China, waar in een etmaal meer dan 600 mm regen viel. Ter vergelijking, in Nederland valt gemiddeld zo’n 850 mm per jaar.

Toename van de kosten van extreem weer mogelijk onderschat

Droogte in Wairarapa, Nieuw-Zeeland in 2013. Foto: Dave Allen / NIWA.

Attributie van extreem weer is een onderzoeksgebied in de klimaatwetenschap dat een sterke ontwikkeling heeft doorgemaakt. Nieuw-Zeelandse wetenschappers hebben een aanzet gegeven voor de toepassing van de resultaten van attributiestudies in economisch onderzoek. Het idee ligt best voor de hand. In attributiestudies wordt onderzocht wat de invloed van klimaatverandering is op de waarschijnlijkheid van optreden van een specifiek geval van extreem weer is, of op de omvang van de gevolgen. Aan de hand daarvan is het, in elk geval in theorie, mogelijk om een schatting te maken van de extra kosten als gevolg van klimaatverandering in dat specifieke geval. In de praktijk is dat nog niet zo eenvoudig, maar David Frame en zijn mede-onderzoekers hebben zich daar niet door laten weerhouden.

Ze hebben de afgelopen maanden twee artikelen gepubliceerd: over orkaan Harvey en over een aantal gevallen van extreme neerslag en droogte in Nieuw-Zeeland in de periode 2007 – 2017. In een gastblog op Carbon Brief lichten de auteurs hun onderzoek toe. De resultaten van hun berekeningen:

  • De economische schade van de twee onderzochte droogtes bedroeg in totaal NZ$ 4,8 miljard; daarvan schrijven ze NZ$ 0,8 miljard toe aan klimaatverandering, ofwel 17%.
  • De twaalf onderzochte gevallen van extreme neerslag leverden een geschatte schade op van NZ$ 470 miljoen, waarvan NZ$ 140 miljoen is toe te schrijven aan klimaatverandering, ofwel 30%.
  • De schade van overstromingen als gevolg van orkaan Harvey wordt geraamd op US$ 90 miljard, waarvan US$ 67 miljard is toe te schrijven aan klimaatverandering, dat is 74%.
  • De ondergrens van die schatting is US$ 30 miljard, ofwel 33% procent.

Lees verder

Hogere afvoeren Rijn en Theems, terwijl Rhône en Tiber langzaam opdrogen

Hoogwater in de IJssel, januari 2018. Door toename van winterneerslag nemen de piekafvoeren van rivieren in Europa toe. Een half jaar later werd de laagste rivierstand ooit bereikt. Credit beeld: Maria Kolossa.

Gastblog van Rolf Schuttenhelm

We krijgen in Nederland langzaamaan wat oog voor de lange termijn effecten van zeespiegelstijging. Maar als we naar het water kijken, is dat maar het halve verhaal. Hoog tijd om ook naar de binnendijkse uitwerking van klimaatverandering te kijken. Zoals de invloed van neerslagveranderingen op rivierstanden.

Klimaatverandering vergroot in Europa verschillen in rivierwaterstanden. De winterafvoer wordt gemiddeld hoger en de zomerafvoer juist lager. Maar niet elke rivier gedraagt zich hetzelfde, blijkt uit nieuw onderzoek. Vooral rivieren in Noordwest-Europa hebben door een toename van regenval in de herfst en winter hogere piekafvoeren. Een aantal van deze rivieren treedt dan ook vaker buiten hun oevers.

Drie grote trends: meer verdamping, meer regen, minder sneeuw

Rond de Middellandse Zee drogen rivieren juist langzaam op door toenemende verdamping. Ook in Oost-Europa komen rivieroverstromingen minder vaak voor. Hier is de oorzaak een afname van de sneeuwbedekking in de winter. De voorjaarsdooi valt weliswaar steeds vroeger in, maar brengt dan minder smeltwater in beweging.

We danken de inzichten aan een onderzoek waar 47 wetenschappers uit diverse Europese landen aan hebben meegewerkt, onder leiding van de Technische Universiteit Wenen. Zij vergeleken voor 3.700 meetpunten de ontwikkeling van de hoogste waterafvoeren van alle grote rivieren in Europa, over de vijftig jaar tussen 1960 en 2010. De resultaten zijn gepubliceerd in Nature.

Het verschilt sterk van rivier tot rivier, schrijven de onderzoekers: de afvoer van sommige rivieren neemt met 18 procent per decennium toe, terwijl andere rivieren in tien jaar tijd bijna een kwart van hun water hebben verloren.

Op basis van veranderingen van de piekafvoeren en de onderliggende klimaatdrijvers definiëren de auteurs drie regio’s in Europa: (1) Noordwesten, met toename piekafvoeren en overstromingen door toename winterneerslag, (2) Zuiden, met afname door dominate toename van verdamping in stroomgebieden en (3) Oosten, met afname overstromingen door afname sneeuwbedekking.

Lees verder