Categorie archief: PVV

Stap 1: Politiseren Stap 2: Onschadelijk maken

Dit lijkt verdacht veel op het recept dat Leegte heeft gevolgd in zijn uitlatingen over het KNMI:

Stap één in die strategie is de politisering van een maatschappelijk instituut, dat bekendstaat om zijn ‘onafhankelijkheid’ en ‘neutraliteit’. (…)

Na deze politisering volgt meestal stap twee: het onschadelijk maken van het instituut.

Dit gaat echter niet over Leegte, maar over Wilders. Vlammend neergepend door Rob Wijnberg in maart van dit jaar:

In de afgelopen zes jaar heeft Wilders op die manier bijna ieder denkbaar onderdeel van het publieke domein politiek verdacht gemaakt.

Rechters zijn D66’ers in toga; wetenschappers zijn milieuactivisten in schaapskleren; journalisten zijn PvdA’ers met een blocnootje; het Koningshuis is een spreekbuis voor de multiculticlan; het onderwijs is de indoctrinatiemachine van cultuurrelativisten; de kunstsector is een hobby van elitaire bobo’s. Met andere woorden, ieder instituut is stiekem ook onderdeel van de ‘linkse kerk’ en haar agenda.

Hij legt uit dat deze strategie uiterst effectief is. Zoals in feite elke complottheorie valt het namelijk niet te ontkrachten. Elke redenering dat de theorie niet klopt wordt gezien als onderdeel van het complot, en is dus verdacht. Wijnberg:

Tegen politisering valt, kortom, niks in te brengen. Het maakt niet uit hoeveel onderzoek je aandraagt om te ‘bewijzen’ dat de publieke omroep, de rechtbank of de wetenschap helemaal niet zo ‘links’ is als wordt beweerd: de bewering dat het betreffende onderzoek zelf ook een product is van die ‘kerk’ (‘de UvA is een PvdA-bolwerk’; ‘de Volkskrant is een links parochieblaadje’) is voldoende om haar te diskwalificeren. Oftewel: er zijn geen feiten, er is slechts politiek.

Daaruit volgt de tweede reden waarom Wilders’ strategie zo genadeloos effectief is: het raakt de huidige linkse, progressieve (constitutionele) partijen in hun meest fundamentele filosofische aanname, namelijk dat de wereld zich ‘rationeel’ laat begrijpen aan de hand van ‘feiten’. Dat wil niet zeggen dat alleen links zich ‘bij de feiten houdt’, terwijl rechts de ‘waarheid verdraait’: nee, links gaat ervan uit dat feiten voor zich spreken en dus niet ingebed hoeven te worden in een retorische omgeving die ze de gewenste lading geeft.
Kijk maar naar het meest recente campagnefilmpje van de PvdA: die toont een opsomming van bedragen (‘Kinderopvang 84 euro duurder’; ‘Hogere huren 180 euro’; ‘Bonussen voor bankiers: 447 miljoen’) en eindigt dan met de conclusie ‘Het moet eerlijker’. De aanname hierachter is dat ieder rationeel wezen dezelfde definitie van rechtvaardigheid koestert en de cijfers dus ‘uitwijzen’ dat dit kabinet asociaal is. Dat is niet zo: werkelijkheid en moraal worden niet alleen ingegeven door ‘feiten’, maar evenzeer door taal en emoties; je kunt kinderopvang ook als elitaire hobby zien, of bonussen als een meritocratisch ideaal. Wilders zegt dan ook nooit hoeveel immigranten er naar Nederland komen, hij zegt alleen dat ‘de kraan wagenwijd openstaat’. Dat is de kunst van de retoriek: de werkelijkheid een kleur geven die in jouw voordeel is.

Deze dynamiek zie je duidelijk terug in de politisering van het klimaatdebat: Wetenschappers (bij uitstek een rationele bezigheid waarbij men probeert de cijfers voor zich te laten spreken) communiceren slechts de feiten en denken dat mensen dan automatisch de conclusie zullen trekken dat er ingegrepen moet worden. Helaas pindakaas, zo simpel werkt het niet.

Al met al laat de episode “Leegte” zien dat de verwildersing van de Nederlandse politiek steeds verder gaat.

Een gebrek aan scherp inzicht valt Rob Wijnberg niet te verwijten. Ik refereerde al eerder aan een stukje van hem over het verschil tussen achterdocht en scepsis.