Het tijdperk van klimaataansprakelijkheid is aangebroken

Door: Arthur Oldeman, met toevoegingen van Hans Custers

Een golf aan klimaatrechtszaken in de afgelopen jaren heeft ervoor gezorgd dat de aansprakelijkheid van de fossiele industrie voor de klimaatcrisis meer en meer in kaart wordt gebracht. Zo werd Big Oil vorig jaar door de staat Californië aangeklaagd voor decennialang misleiding en bedrog over klimaatverandering. Bewijsstukken voor die casus zijn er al genoeg, maar er worden nog steeds nieuwe bevindingen uit de archieven gehaald.

Bevindingen van toen met de kennis van nu

Soms worden die nieuwe bevindingen wel heel erg ingekleurd door de kennis van nu, van de klimaatwetenschap én van de kwalijke praktijken van fossiele bedrijven om het publiek daar onjuist over te informeren. Die ‘hindsight bias’ is bijvoorbeeld te zien in een verhaal van DeSmog, over documenten uit 1954 die zouden bewijzen dat oliemaatschappijen toen al op de hoogte waren van een mogelijk klimaatprobleem in de verre toekomst. Om bij het begin te beginnen: ze waren daar ongetwijfeld van op de hoogte. Maar het is niet nodig om obscure documenten op te duikelen om dat te bewijzen. Time Magazine en de New York Times hadden er in 1953 namelijk al over bericht en natuurlijk was dat niet aan de aandacht van de fossiele bazen ontsnapt.

Die aandacht was gebaseerd op een presentatie van Gilbert Plass bij de American Geophysical Union. Uit die presentatie bleek dat klimaatverandering door CO2 een probleem zou kunnen worden, maar ook dat het geen urgente, actuele kwestie was. En precies datzelfde beeld is te zien in de nu ontdekte documenten: een interessante theorie, vooral voor wetenschappers, maar er waren andere problemen die veel meer prioriteit hadden. Smog in grote steden zoals Los Angeles, bijvoorbeeld.

Er stonden in 1954 nog twee fundamentele vragen open over de opwarming van het klimaat door de uitstoot van CO2: in hoeverre er sprake was van volledige verzadiging van het broeikaseffect, en hoeveel van onze uitstoot langere tijd in de atmosfeer zou blijven. Eind jaren ’50 was daar al heel wat meer duidelijkheid over. Toch vonden klimaatwetenschappers in de twee decennia daarna nog steeds dat er te veel onzeker was om stellige uitspraken te doen. Het CO2-probleem was hún probleem. De omslag begon aan het eind van de jaren ’70.

Een knipsel uit het verslag van een symposium over zeespiegel in Nederland uit 1954 (een jaar na de ramp van 1953). Het verslag stond in het tijdschrift ‘Geologie en Mijnbouw’. De opmerking van Rutten is de enige keer tijdens het symposium dat er een link wordt gelegd met menselijke CO2-uitstoot, gepaard met de nodige mitsen en maren.

2023 was het jaar van klimaataansprakelijkheid

Desondanks is er meer dan genoeg duidelijk bewijs dat de fossiele industrie een grote aansprakelijkheid in de klimaatcrisis toe te bedelen is. Vorig jaar kwamen er onder meer bevindingen naar boven over de schaal van misleiding door onder andere Shell en ExxonMobil in de vorige eeuw. Dat veel van deze informatie nu uit archieven wordt gevist, is niet verrassend. 2023 was namelijk hét jaar waarin meer en meer vervuilers aansprakelijk werden gesteld, onder andere via rechtszaken. Het grootste voorbeeld daarvan is de rechtszaak waarin de Amerikaanse staat Californië de fossiele industrie voor de rechter sleept voor haar decennialange klimaatbedrog.

Onder meer in de Verenigde Staten zijn er veel voorbeelden van gemeenschappen en organisaties die vervuilers in het afgelopen jaar voor de rechter hebben gesleept. In de meeste gevallen schiet Big Oil in de verdediging, maar de rechtbanken trappen niet meer in de misleiding. Zo heeft het Amerikaanse Hooggerechtshof tweemaal de verzoeken van fossiele bedrijven afgekeurd om uitspraken te herzien, en hebben rechters door het hele land geoordeeld dat meerdere klimaatrechtszaken gewoon konden doorgaan, nadat de vervuilers protesten hadden ingediend.

In de zomer van 2023 werd er door een rechter ook besloten dat de bijzondere aanklacht van een groep jonge inwoners tegen hun staat Montana kon doorgaan. De aanklagers beschuldigen de staat ervan dat hun grondwettelijke rechten te schenden door fossiele brandstoffen te promoten. De casus is dus enigszins vergelijkbaar met de Nederlandse Urgenda-zaak, maar wel wezenlijk verschillend van de zaak in Californië. Daarin is de staat namelijk de aanklager, en niet de aangeklaagde.

Foto van een protestbordje ‘Climate justice now!’. Door Markus Spiske via Unsplash.

Niet alle rechtszaken zijn hetzelfde

De Urgenda-zaak was uniek, omdat het de eerste keer was dat een stichting en grote groep inwoners een overheid (succesvol!) beschuldigde haar burgers niet afdoende te beschermen, en daarmee ambitieuzer klimaatbeleid probeerde af te dwingen. De rechtszaak was bijzonder, omdat een overheid op haar zorgplicht werd gewezen. Het was de eerste rechtszaak wereldwijd waarbij een beroep werd gedaan op mensenrechten ter bescherming van burgers voor de gevaarlijke gevolgen van klimaatverandering. 

Anders is de klimaatzaak van Milieudefensie tegen Shell, waarin het punt werd gemaakt dat Shell’s bedrijfsvoering in lijn zou moeten zijn met de doelen in het Parijsakkoord. Ook die zaak werd gewonnen – en was daarmee historisch te noemen. In het hoger beroep van die zaak trachtte Shell nog onder haar verantwoordelijkheden uit te komen, en probeerden ‘bezorgde’ partijen Shell nog een hart onder de riem te steken en een loopje te nemen met klimaatfeiten. Tot zover ‘eerlijk feitenonderzoek’ dat tot ‘verstandig handelen’ moet zorgen.

Wat zal de toekomst brengen?

De uitspraken in de Urgenda-klimaatzaak en Milieudefensie v Shell hebben allebei een precedent gezet voor klimaatzaken wereldwijd. In 2024 kunnen we een aantal vergelijkbare zaken in het nieuws verwachten. Zo zal er een uitspraak komen in de zaak tegen de staat Montana, en zal er een vergelijkbare klimaatzaak van jongeren tegen de staat Hawaii starten. Milieudefensie heeft recent ook een ‘toolbox’ gelanceerd waar de bouwstenen van hun (succesvolle) juridische strategie uiteen worden gezet. Die inspiratie zal men graag ter harte nemen.

De ‘Climate Case Tool‘ van Milieudefensie, recent gelanceerd. Het behandelt de zaak Milieudefensie v Shell. Alle elementen van de zaak, van ‘The Climate Science’ tot ‘The relationship between Courts and Politics’ worden uitgelegd. De zaak loopt overigens nog steeds; de tool wordt dus ook nog geüpdate.

Overigens zijn deze rechtszaken, waarbij vaak de zorgplicht van een (lokale) overheid centraal staat, mogelijk nog kansrijker sinds afgelopen jaar. De VN heeft namelijk een resolutie aangenomen waarin het recht op een schoon, gezond en duurzame leefomgeving wordt erkend als een mensenrecht. Dat kan er ook voor zorgen dat rechtszaken tegen vervuilers als Chemours een grotere kans van slagen zouden kunnen hebben.

Maar de ‘nieuwe’ variant van klimaatrechtszaken, waar de klimaatkennis van de fossiele industrie centraal staat, zijn de processen waarin het klimaatbedrog van Big Oil wordt aangekaart, zoals de zaak in Californië. Nu al lopen er ten minste 26 rechtszaken tegen deze klimaatmisleiding, volgens het Centre for Climate Integrity.

Minder verantwoordelijkheid met meer zekerheid

Het is duidelijk dat de fossiele industrie een groot aandeel heeft in de vervuiling die tot de klimaatcrisis in haar huidige ernst en urgentie heeft geleid. Maar de decennia aan misinformatie en misleiding heeft er misschien (of: waarschijnlijk) óók voor gezorgd dat de hoeveelheid fossiele broeikasgassen in de atmosfeer nu hoger is dan het had kunnen zijn. We weten dat de reuzen in olie, gas en kolen al 70 jaar geleden op de hoogte waren van de schadelijke gevolgen van hun bedrijfsvoering! Door de wetenschappelijke onzekerheid van toen werd dat misschien nog niet als bedreiging gezien. Maar terwijl juist die wetenschappelijke zekerheid over klimaatverandering alleen maar sterker werd in de tientallen jaren daarna, heeft de fossiele industrie van alles geprobeerd om onder haar klimaatverantwoordelijkheid uit te komen.

Desondanks is het de samenleving zo’n 10 jaar geleden gelukt om afspraken te maken over ‘verstandig en eerlijk handelen’ (het Parijsakkoord) gebaseerd op ‘ijverig en eerlijk feitenonderzoek’ (het IPCC). Dat was een behoorlijke prestatie. Maar had de fossiele industrie aan de juiste kant van de geschiedenis gestaan, was ons dat misschien wel jaren eerder gelukt. Dat is waar de klimaataansprakelijkheid om draait.

Het is daarbij wel zaak om de verantwoordelijkheid van de fossiele industrie in een historisch perspectief te blijven bekijken. Nu is het misschien onmiskenbaar, maar in de jaren vijftig was het allerminst een wetenschappelijk uitgemaakte zaak dat de uitstoot van fossiele broeikasgassen tot gevaarlijke klimaatverandering zou leiden. Het is dus lastig om bedrijven in die jaren al aansprakelijk te stellen.

12 Reacties op “Het tijdperk van klimaataansprakelijkheid is aangebroken

  1. Lennart van der Linde

    Arthur, Hans,
    Dank voor het goede overzicht. Misschien nog ter aanvulling: dit jaar wordt ook de behandeling van een aantal zaken bij het Europees Gerechtshof verwacht, onder meer van Portugese jongeren en Zwitserse ouderen: https://caneurope.org/legal-climate-case-six-young-people-against-32-governments/

    De UN General Assembly heeft op initiatief van Vanuatu een advies gevraagd aan het Internationaal Gerechtshof in Den Haag over de klimaatverplichtingen van staten: https://www.vanuatuicj.com/

    Belangrijke uitspraak was ook die van het Duitse Constitutioneel Hof in 2021 over het beperkte Duitse CO2-budget: https://www.bundesverfassungsgericht.de/SharedDocs/Pressemitteilungen/EN/2021/bvg21-031.html

    Naar aanleiding van die uitspraak scherpte de Duitse regering vervolgens haar klimaatbeleid aan tot 65% CO2-reductie in 2030 en klimaatneutraal in 2045.

    In Frankrijk loopt dacht ik nog een zaak tegen Total, en in Nederland start Milieudefensie binnenkort een zaak tegen ING. Er is vast nog (veel) meer, maar deze zijn mij afgelopen tijd het meest opgevallen.

    Like

  2. Arthur Oldeman

    Dank voor de aanvullingen Lennart! Ja, er zijn er eigenlijk te veel om in de blog te benoemen. Veel vallen overigens wel enigszins in categorieën die ik al had benoemd, zoals die zaak tegen Total best vergelijkbaar is met de zaak tegen Shell.

    Die aanvraag van Vanuatu aan het Internationaal Gerechtshof is dan nog wel interessant. Daarbij is het namelijk een overheid of land dat andere overheden op het matje probeert te roepen. Dat is dus wel wat anders dan ik in de blog heb genoemd. Ik ben erg benieuwd wat daar de uitspraak wordt! Ook die zaak is namelijk historisch te noemen.

    Like

  3. Peter Moerland

    Ik las het Interessante artikel over klimaat aansprakelijk heid. Een klein vraagje over onderstaande alinea uit de tekst:

    ” […] gelukt om afspraken te maken over ‘verstandig en eerlijk handelen’ (het Parijsakkoord) gebaseerd op ‘ijverig en eerlijk feitenonderzoek’ (het IPCC)”

    Het Europese en Nederlandse Klimaatbeleid zijn via de Parijs akkoorden op dit scenario gebaseerd. Het KNMI gaat voor haar nieuwe klimaat scenario’s nog steeds uit van het onwaarschijnlijke RCP8 scenario. Het IPCC geeft In het IPCC_AR6_WGIII_FullReport (2029 pagina’s) inmiddels zelf aan dat:

    “No-climate-policy reference scenarios as countries move forward with climate policies of varying stringency, no-climate-policy baselines are becoming increasingly hypothetical. Studies clearly show current policies are having an effect […], and, consequently, realised trajectories begin to differ from earlier no-climate-policy scenarios. High-end emission scenarios, such as RCP8.5 andSSP5-8.5, are becoming less likely with climate policy and technology change. In Box 3.3. kunnen we lezen:
    The rapid development of renewable energy technologies and emerging climate policy have made it considerably less likely that emissions could end up as high as RCP8.5.
    In dezelfde box 3.3 “It is important to realise that RCP8.5 and SSP5-8.5 do not represent a typical ‘business-asusual’ projection but are only useful as highend,high-risk scenarios”.
    In 3.2.1.1 stelt dat High-end emission scenarios, such as RCP8.5 and SSP5-8.5, are becoming less likely with climate policy and technology change.
    Box FAQ3.3 ” High-end scenarios (like RCP8.5) can be very useful to explore high-end risks of climate change but are not typical ‘business-as-usual’ projections and should therefore not be presented as such.

    De CO2-uitstoot in Nederland was in 1990 bijna 223 megaton CO2-equivalent. In 2022 is de uitstoot door klimaatbeleid gedaald naar ruim 150 megaton met 3 miljoen inwoners meer dan in 1990.

    Hoe ziet u de betekenis van het ‘verstandig en eerlijk handelen’ gebaseerd op ‘ijverig en eerlijk feitenonderzoek’ waarover u schrijft in relatie met het blijven toepassen van de RCP8.5 and SSP5-8.5 scenarios in relatie met klimaat beleid in Nederland?

    Like

  4. Hans Custers

    Peter,

    Het klopt niet wat je zegt. Het KNMI gaat absoluut niet uit van welk emisisiescenario dan ook. De klimaatscenario’s van het KNMI geven een bandbreedte van wat er zou kunnen gebeuren, met SSP5-8.5 als bovengrens. Het is, met andere woorden, niet het uitgangspunt van de analyse, maar het worstcasescenario.

    De keuze is ook niet op eigen houtje gemaakt door het KNMI, maar in overleg met externe experts en gebruikers van de scenario’s. Blijkbaar hebben die gebruikers behoefte aan informatie over wat er in het ergste geval op lange termijn zou kunnen gebeuren.

    Verder zijn die scenario’s ontwikkeld met het oog op adaptatie aan klimaatverandering, die in de toekomst hoe dan ook nodig is. Ze gaan dus niet over het Nederlandse aandeel in de wereldwijde uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen.

    Like

  5. Peter Moerland

    Beste Hans,

    Dank voor je je inhoudelijke antwoord en je stelt vast dat het niet klopt wat ik schrijf en dat het KNMI absoluut niet uitgaat van welk emissie scenario dan ook.
    Dat kan, alleen lees ik op de website van het KNMI:

    “Zowel het hoge als het lage uitstootscenario zijn gebaseerd op scenario’s van het IPCC, het klimaatpanel van de Verenigde Naties. Het hoge uitstoot scenario gaat uit van een fors stijgende uitstoot door het verbranden van fossiele brandstoffen (het zogenaamde SSP5-8.5 scenario). Aangezien veel CO2-beperkende maatregelen al in gang zijn gezet is dit uitstootscenario in de loop der tijd steeds minder waarschijnlijk geworden”.

    “Sommige extremen worden tot nu toe door modellen eerder onderschat dan overschat, zodat voor het goed voorbereiden op extremen een worst case scenario verstandig is. De opwarming die voor dit hoogste scenario wordt berekend behoort echter nog steeds tot de mogelijkheden”

    Er staat er in gewoon Nederlands, door de genomen CO2 reductiemaatregelen zien we de uitstoot verminderen (CBS cijfers 1990 223,7 megaton naar 152,2 megaton in 2022) waardoor het het hoogste scenario onwaarschijnlijk is, maar we houden toch rekening met het hoogste scenario. Het KNMI schrijft verder dat “ in de praktijk moeten we met alle mogelijke toekomsten binnen die uitersten rekening houden”.

    Een hoogste scenario waar het IPCC in het AR6 schrijft dat “It is important to realise that RCP8.5 and SSP5-8.5 do not represent a typical ‘business-asusual’ projection but are only useful as highend,high-risk scenarios and should therefore not be presented as such“.

    Met respect voor je standpunt dat het KNMI absoluut niet uitgaat van welk emissie scenario dan ook, het lijkt wellicht iets minder ferm dan wat het KNMI er zelf over schrijft en gaat het instituut wel degelijk uit van het hoogste scenario.

    Groet
    Peter

    Like

  6. Hans Custers

    Het KNMI gaat net zomin uit van het hoge als van het lage scenario. Ze gaan uit van een bandbreedte die door die twee scenario’s worden begrensd. De discussie daarover is gevoerd en is in deze draad off topic.

    Like

  7. Beste Peter Moerland,

    Zie svp onder de eerdere discussie, waar het wel on-topic is:

    https://klimaatveranda.nl/2023/10/09/nieuwe-knmi-klimaatscenarios-heter-en-extremer/#comment-80301

    Geliked door 1 persoon

  8. Peter Moerland

    Beste Bob Brand,

    Attent van je om me even met een linkje te attenderen op een het relevante artikel, zo kan het dus ook.

    Groet Peter

    Like

  9. Wellicht in dit kader interessant: de risico’s voor de financiële sector, ook vanwege mogelijke rechtszaken, en de rol die de hierin ECB oppakt. Zie https://www.rtlnieuws.nl/economie/artikel/5434696/ecbs-frank-elderson-houdt-rekening-met-klimaatzaken-tegen-de-ecb-zelf

    “De Europese Centrale Bank wordt steeds strenger voor banken die te weinig doen om hun klimaatrisico’s af te dekken. De Nederlandse ECB-bestuurder Frank Elderson houdt er rekening mee dat ook de centrale bank zelf op een bepaald moment voor de rechter moet verschijnen. De ECB loopt als toezichthouder wereldwijd voorop als het gaat om toezicht op klimaatrisico’s. Dat is niet oncontroversieel. Critici vinden dat de ECB zich moet richten op de financiële stabiliteit en de inflatie in toom moet houden, daar hoort geen klimaatbeleid bij. Elderson bezweert dat de ECB ook geen klimaatbeleid maakt, maar dat de wettelijke doelstellingen van de ECB – zorgen voor stabiele prijzen en een stabiele financiële sector – de centrale bank wel dwingen om banken erop te wijzen dat ze hun klimaatrisico’s in kaart brengen én managen. Het is een dun lijntje waarop de ECB wandelt, en dat brengt ook risico’s met zich mee voor de toezichthouder zelf. “Ik denk dat we inmiddels in een samenleving leven waarin iedere actor, uiteindelijk ook centrale banken, rekening moeten houden om in rechte te worden betrokken””, antwoordt Elderson op de vraag of hij verwacht dat de ECB, net als de staat en de banken, op een zeker moment voor de rechter wordt gedaagd vanwege tekortschietend klimaatbeleid. “”Dus het is denkbaar dat mensen ons aanspreken omdat ze vinden dat we te ver gaan, of dat we te weinig doen.””

    Like

  10. Arthur Oldeman

    Dag Jaap,

    Dat is wel een boeiende toevoeging, ja! Ik had dat nog niet gelezen. Het lijkt me volkomen terecht dat banken en dus ook de ECB klimaatrisico’s meenemen. Dat is geen klimaatbeleid maken, maar dat – zoals ze ook zeggen – inspelen op financiele stabiliteit in de toekomst.

    Volgens mij hebben banken juist een onmiskenbare rol; ze vertrekken leningen en hypotheken die juist gaan over waarde in de toekomst. Daarin speelt inspelen op klimaatverandering en klimaatbeleid m.i. een grote rol. Klimaatverandering beinvloed veel toekomstige risico’s, ook financiele risico’s. Dat is realistisch naar de toekomst kijken maar zal ongetwijfeld weerstand opleveren.

    Like

  11. Arthur,
    Inderdaad, die weerstand is te lezen in de Telegraaf, met name de rubriek ingezonden brieven. De teneur is dat de banken alweer ergens een slaatje uit willen slaan en waar bemoeien ze zich mee en dat bepaal ik zelf wel.
    Ik las 25-2 een artikel in NRC, een interview met de drie hoofdeconomen van RABO, ING en ABNAMRO. “Economen hebben een onprettige boodschap over klimaatrisico’s voor huiseigenaren: ‘Wegkijken helpt niet’”. En zie ook: https://www.bnr.nl/nieuws/bouw-woningmarkt/10541048/banken-huiseigenaren-staan-te-weinig-stil-bij-klimaatrisico-s

    Geeft aan dat het besef nog lang niet breed is ingedaald. Lijkt me toch ook wel een taak voor de politiek om eens van de pot te komen met de eerlijke verhalen, ook op milieugebied. Maar ja, de kiezers ….

    Like

  12. Arthur Oldeman

    Jaap,
    Ja, weerstand kan worden verwacht, en dan is dat is ‘de T’ al helemaal geen verrassing. De boodschap van de banken over klimaatrisico’s had ik ook voorbij zien komen. Terecht, maar (in my opinion) in het geval van ING ook hypocriet, gezien zij nog steeds grootschalig ontbossing en nieuwe fossiele projecten financieren. Maargoed; hun boodschap gaat over adaptatie…

    De politiek die met eerlijke verhalen moet komen lijkt mij inderdaad een no-brainer! En die kiezers, die willen wel, zo blijkt ook uit recent onderzoek. Steun voor klimaatactie is wijdverspreid. Maar in rijke landen is dat dan wel weer iets minder. Iets met privilege enzo, denk ik dan … https://www.carbonbrief.org/interview-why-global-support-for-climate-action-is-systematically-underestimated/

    Like

Plaats een reactie