Categorie archief: Energie

CO2-balans bij gebruik van biomassa als energiebron

Gastblog van Prof. Guido van der Werf

Biomassa is onze oudste bron van energie maar is geleidelijk vervangen door fossiele brandstoffen. De laatste decennia is er weer een opleving van het gebruik van biomassa, met als doel fossiele brandstoffen te vervangen door bronnen met een lagere netto CO2-uitstoot. Biomassa is een containerbegrip met veel verschillende toepassingen, maar in de maatschappelijke discussies gaat het vaak over meestook van pellets (samengeperste stukjes hout) in kolencentrales, en over biomassacentrales op pellets of houtchips voor de productie van warmte. Onlangs is vanuit het PBL een lijvig rapport verschenen onder leiding van Bart Strengers en Hans Elzenga over beschikbaarheid en toepassingsmogelijkheden van alle vormen van biomassa. Het rapport staat uitgebreid stil bij de verschillende perspectieven die een rol spelen bij de beeldvorming. Zo maken sommige mensen zich zorgen over aantasting van natuur en biodiversiteit, of over de invloed van het verbranden van biomassa op luchtkwaliteit. Anderen betwijfelen of het wel bij kan dragen aan het behalen van klimaatdoelen. Dit blog gaat over dat laatste waarbij de nadruk op meestook ligt.

Introductie
Om een mening over meestook en over de gevolgen voor CO2-concentratie en biodiversiteit te vormen is het goed eerst een stap terug te nemen en na te denken over landgebruik en natuurlijke cycli. Laten we beginnen met natuurbranden.

Figuur 1. Oppervlakte dat jaarlijks verbrandt door bos- en graslandbranden, gemiddeld over 2001-2018. De rode kleuren geven de (bijna) jaarlijkse branden in savannegebieden aan, gele en blauwe kleuren zijn vaak in bosgebieden waar brand zorgt voor verjonging en regeneratie van het bos. Let op de logaritmische schaal. Bron: Van der Werf et al. (2017).

Ieder jaar verbrandt op mondiale schaal een oppervlakte gelijk aan de EU (ongeveer 450 miljoen hectare). Voor een groot deel is dit een natuurlijk proces. Hierbij gaat de in biomassa opgeslagen koolstof de lucht in als CO2 en zolang de vegetatie weer aangroeit na de brand wordt die koolstof ook weer opgenomen. Het is deel van een cyclus en beïnvloedt de CO2-concentratie dus niet structureel. De uitzondering daarop zijn de branden die gebruikt worden in het ontbossingproces, en de mogelijke toename van branden door o.a. klimaatverandering. Hierbij wordt de uitstoot maar voor een deel gecompenseerd door aangroei en hierdoor stijgt de CO2-concentratie in de atmosfeer.
Lees verder

Energiedisruptie en het klimaat

Gastblog van Jip Lenstra

Onder het oppervlak is er iets groots gaande in de energievoorziening. Het wordt nog nauwelijks door iemand opgemerkt maar als je goed kijkt naar de feiten dan zou er hier en daar een belletje moeten rinkelen.

Wat is er aan de hand? Er zijn drie technologisch belangrijke trends die zich wereldwijd de afgelopen 10 jaar exponentieel hebben ontwikkeld. De productie van Lithium Ion Batterijen is met 65% per jaar gegroeid dankzij de snelle ontwikkeling van de elektrische auto. De productie van zon-PV is de afgelopen 10 jaar met 42% per jaar gegroeid. Windenergie op land en op zee is met 17% per jaar gegroeid. De investeringen in zon en wind in de elektriciteitssector waren in 2018 ongeveer drie maal groter dan die in fossiele centrales. Dat stemt tot nadenken en dat heb ik gedaan. Het heeft geleid tot een presentatie die ik op 12 mei heb gehouden voor de Bezinningsgroep Energie. De presentatie is hier te vinden.

Deze presentatie is gemaakt vóór de coronacrisis en houdt dus geen rekening met de vertragende effecten die deze crisis op de ontwikkelingen kan hebben.

Mondiale ontwikkeling van de elektriciteitsproductie, tot 2019 op basis van observaties en daarna op basis van extrapolatie. Groei PV 42%/jr, groei Wind 17%/jr, groei EV 65%/jr, groei van de elektrificatie in de industrie en nieuwe energiemarkten volgen het aanbod van schone elektriciteit. 120.000 TWh/jr elektriciteit is genoeg om in het totale energiegebruik te voorzien.

In de presentatie wordt een scenario getoond (zie afbeelding) dat is gebaseerd op de zuivere extrapolatie van de drie trends naar de toekomst en de gevolgen daarvan op het gebruik van fossiele brandstof. Het gaat om exponentiële groeicurves en sinds de coronapandemie heeft iedereen wel een beetje meegekregen hoe dramatisch zo’n groeipad zich kan ontwikkelen. Er is een treffende overeenkomst tussen dit scenario en de historische ontwikkeling van de markt voor digitale camera’s, mobiele telefoons en microcomputers. Die ontwikkelingen werden disruptief genoemd, vandaar dat die term ook voor dit energiescenario van toepassing is.

In dit eenvoudige scenario worden dus de drie genoemde trends van de afgelopen 10 jaar doorgetrokken. Het gaat hierbij om de groei van het aanbod van schone energie. Aangenomen wordt dat gelijktijdig het aanbod van fossiele energie omlaag gaat. Dat is bij de verdringing van fossiele elektriciteitscentrales logisch. Bij de vervanging van fossiele energie in het verkeer, de warmtemarkt en voor industriële toepassingen is dat ingewikkelder. Hier wordt aangenomen dat de overschakeling op elektriciteit en met elektriciteit geproduceerde waterstof, gelijke tred houdt met de snelle groei van het schone aanbod. Lees verder

Misinformatie in Planet of the Humans

De nieuwe documentaire van Jeff Gibbs, Planet of the Humans, doet veel stof opwaaien. Raar genoeg spreekt de documentaire zowel pseudosceptici als antikapitalisten en neomalthusianen aan, maar zoals te verwachten om heel andere redenen.

Pseudosceptici smullen van de films aanklacht tegen hernieuwbare energie en tegen de milieubeweging, zeker omdat een links icoon als Michael Moore er als uitvoerend producent aan heeft meegewerkt.

Sommige fervente milieuactivisten vinden daarentegen de onderliggende boodschap van de film – dat overbevolking en kapitalisme de bron van alle kwaad zijn – heel waardevol, en knijpen dan blijkbaar een oogje toe wat betreft de vele onjuistheden die voorbij komen.

Want daar zit de film vol mee. Energiedeskundige Thijs ten Brinck benoemt er tientallen op zijn zeer lezenswaardige blog. Om een voorbeeld te geven: er wordt beweerd dat het meer energie kost om zonnepanelen te produceren dan ze gedurende hun levensloop produceren. Dat is onjuist. De energetische terugverdientijd is een paar jaar. En in tegenstelling tot wat in de film wordt betoogd zorgt ook windenergie wel degelijk voor CO2-reductie. Veel van de clips en getallen die genoemd worden (zoals de efficiëntie van zonnepanelen) zijn al 10 jaar oud. De ongefundeerde aanklacht tegen duurzame energie komt waarschijnlijk deels uit de koker van Ozzie Zehner, auteur van het boek “Green Illusions” en producent van de film. Hij wordt meerdere keren als expert opgevoerd door Gibbs, terwijl hij aantoonbare onwaarheden spuit.

Lees verder

Kernenergie

Het lijkt wel een variatie op Godwin’s Law: bij elke discussie over klimaat valt vroeg of laat het woord kernenergie. En zo mogelijk polariseren de meningen dan nog meer dan als het “alleen” over klimaat gaat.

Wij (Jos, Hans, Bob, Bart) zijn relatief agnostisch ten opzichte van de verschillende technologieën om CO2-emissies te beperken. Als er een CO2 prijs zou zijn die hoog genoeg is om investeringsbeslissingen te beïnvloeden, dan zou de markt vrij efficiënt tot een optimale energiemix komen. Dat is natuurlijk een simplistische weergave van een complexe werkelijkheid en wij worden niet gehinderd door al te veel kennis over energiebeleid. De gedachte an sich wordt echter vaker geopperd, ook door mensen met veel expertise op dit gebied (zoals bijv dit prikkelende essay van Jan Paul van Soest).

Een belangrijk punt is het volgende: Hoe meer opties worden uitgesloten van het palet aan oplossingen, hoe moeilijker en duurder het zal zijn om onder een bepaald emissieplafond te blijven. Als we geen kernenergie willen, en ook geen CO2-opslag (ook al zo’n heikel punt), en oh, windmolens eigenlijk ook liever niet, dan wordt het wel erg moeilijk (en duur) om het energiesysteem CO2-neutraal te maken. Hoe belangrijker we het vinden  om klimaatverandering te beperken, hoe minder restricties we moeten opleggen aan de opties om emissies te reduceren. 

Een voormalige collega van mij, Jip Lenstra, vatte de verschillende benaderingen van het klimaatprobleem als volgt in een karikatuur samen:

Kernenergie is één van de energiebronnen met een zeer lage CO2 uitstoot per kWh (zie bijv figuur TS.19 uit het vijfde assessment rapport van het IPCC WG3 hieronder). Als zodanig is het logisch dat kernenergie wordt meegenomen in emissiescenario’s waarbij de opwarming zoveel mogelijk beperkt blijft. In het recente IPCC SR15 rapport over het beperken van de opwarming tot 1,5 °C neemt in alle vier illustratieve scenario’s het gebruik van kernenergie toe de komende decennia (fig. SMP3.b). Lees verder

Shell’s concrete doelstellingen gaan lang zo ver niet als hun eigen Sky Scenario

Afgelopen dinsdag was de aandeelhoudersvergadering van Shell, waar over de resolutie van  FollowThis (een groep van groene aandeelhouders) werd gestemd. In die resolutie wordt Shell opgeroepen om concrete doelstellingen te definiëren die in lijn zijn met het klimaatakkoord van Parijs. Op de NOS site is een goed artikel te lezen waarin de context wordt weergegeven, met input van o.a. Detlef van Vuuren van het PBL. Niet geheel verbazingwekkend is de resolutie niet aangenomen (al stemden een paar grote Nederlandse investeerders zoals Aegon voor).

In de discussie hierover wordt vaak geen duidelijk onderscheid gemaakt tussen concrete doelstellingen enerzijds en een niet-bindende, lange-termijn ambitie anderzijds, terwijl daar juist de schoen wringt. Zo steekt Shell’s Sky scenario niet per sé negatief af bij andere 2 graden scenario’s. De kritiek dat het zwaar leunt op (deels speculatieve) negatieve emissies valt namelijk op het gros van de 2 graden scenario’s te leveren (zie bijv de figuur hieronder van Glen Peters). Dat is vooral een teken dat we de boot om 2 graden te halen puur met het terugdringen van emissies zo langzamerhand dreigen te missen. Tenzij we met z’n allen fors zouden ingrijpen in onze levensstijl, maar dat is zo mogelijk nog lastiger te realiseren.

Met negatieve emissies wordt CO2 als het ware uit de lucht gehaald. De meest gebruikte technologie om dat in “integrated assessment models” voor elkaar te krijgen is d.m.v. het stoken van biomassa ten behoeve van energie en de vrijkomende CO2 dan ondergronds opslaan. Dit wordt BECCS genoemd: biomass energy with carbon capture and storage. Hier kleven allerlei problemen aan, waarvan niet de minste het grote ruimtebeslag om de benodigde biomassa te groeien. In dit kritische artikel wordt BECCS nog een “highly speculative technology” genoemd – in ieder geval op de schaal waarop het nodig zou zijn.

Shell’s concrete doelstellingen steken echter wat mager af vergeleken bij hun eigen Sky scenario en zeker indien afgezet tegen wat nodig is om de doelstellingen van Parijs te halen. Shell wil in 2050 de koolstofuitstoot van hun energieproducten halveren t.o.v. het huidige niveau, maar tegelijkertijd ook doorgaan met investeren in het zoeken naar olie en gas. Het wijzigen van hun portfolio zodat deze minder koolstofintensief wordt, doen ze alleen “when this makes commercial sense”. Slechts een paar procent van hun investeringen gaan naar duurzame energie en low-carbon technologies. Dat is in absolute termen natuurlijk nog steeds een heleboel geld, maar het getuigt niet van een echte transitie-spirit, waar ze wel prat op proberen te gaan.

Shell stelt zich daarmee eerder op als volger in plaats van als aanjager van de energietransitie. Nou is dat misschien niet zo vreemd voor een fossiele energiebedrijf, maar ze proberen het in hun PR vaak mooier voor te doen dan het is. Bijvoorbeeld door met het Sky scenario te zwaaien waar de vraag vooral is wat de concrete doelstellingen zijn.

De notie dat we een groot deel van de fossiele brandstoffen beter in de grond kunnen laten om de opwarming te temperen lijkt bij Shell niet echt een rol te spelen. Het devies lijkt eerder te zijn: “u vraagt, wij draaien”. Sterker nog, Shell probeert de vraag naar fossiele brandstoffen aan te wakkeren. Jelmer Mommers schrijft over Shell’s houding tegenover fossiele en duurzame energie, respectievelijk:

Op de bres voor de ene energiebron, afwachtend bij de ander.

Glen Peters eindigt zijn analyse van Shell’s Sky scenario met de retorische vraag:

On balance, the Shell Sky scenario seems rather consistent with other 2°C scenarios. (…) Will Shell push hard on the policy side to ensure the world follows a Shell Sky like world, or will Shell just sit with the heard and see where the world takes them?

Meer info/links:

interview met Mark van Baal van groene beleggersbeweging Follow This.

Interview met Shell CEO Ben van Beurden en de reactie van klimaat- en energiejournalist Jelmer Mommers daar op. Hierin komt o.a. de rechtszaak (of eigenlijk “aansprakelijkheidsstelling”) van Milieudefensie tegenover Shell aan de orde.

Windenergie zorgt wel degelijk voor vermindering CO2 uitstoot

In de Metro van gisteren stond een misleidende column van Luuk Koelman, die wel vaker ageert tegen klimaatwetenschap en duurzame energie. Een echte twijfelbrigadier. In de trein had ik mooi even gelegenheid om een reactie in te sturen, die vandaag is geplaatst:

Windenergie

Luuk Koelman moet de feiten checken

Windenergie zorgt wel degelijk voor een vermindering van de CO2 uitstoot. Columnist Luuk Koelman beweert dat het fabriceren van een windmolen meer energie kost dan deze ooit zal opleveren. Dat is een hardnekkig misverstand, verspreid door mensen die om wat voor redenen dan ook fel tegen duurzame energie zijn. De zogenaamde terugverdientijd is echter 3 tot 6 maanden (zie bijvoorbeeld het factsheet windenergie van Energieonderzoek Centrum Nederland, ECN). Waarschijnlijk praat Koelman gewoon de anti-windenergie lobby na, zonder te checken of de informatie, die hem kennelijk zo goed bevalt, wel klopt.

Staatssecretaris Atsma ontvangt ‘Staat van het Klimaat 2010’

Turbulent jaar voor klimaat en wetenschap

Staatssecretaris Atsma van Milieu ontving vandaag het eerste exemplaar van de ‘Staat van het Klimaat 2010’. De publicatie geeft een overzicht van relevante ontwikkelingen op het gebied van klimaat en energie in het afgelopen jaar. Het is een uitgave van de onderzoeksinstellingen die samenwerken binnen het PCCC*.

Het jaar 2010 was turbulent voor de zowel de klimaatwetenschap als het klimaat zelf.

Koud hier, warm elders

We hadden te maken met een bijzondere paradox. Nederland beleefde het koudste jaar sinds 1996. De maand december was zelfs de koudste decembermaand sinds 40 jaar. Sommigen zien dit als een aanleiding om de opwarming van de aarde in twijfel te trekken. Wereldwijd was het echter één van de warmste jaren sinds 1850. Vanwege de luchtstroming (“Arctische Oscillatie”) ging de relatieve koude in Europa gepaard met relatieve warmte in het Arctische gebied en Noord Canada.

Extreem weer

Het jaar 2010 kende een aantal extreme weersgebeurtenissen en de gevolgen daarvan. Zo liep 20 procent van Pakistan onder water; ongeveer 20 miljoen mensen werden getroffen. Ook China kampte met overstromingen en dodelijke modderstromen. Terwijl Rusland de heetste zomer sinds het begin van de metingen beleefde, had Midden-Europa te maken met zware regenval.

Deze rampen en extremen zijn niet eenduidig terug te voeren op klimaatverandering. Afwijkingen in temperatuur en neerslag horen bij de grillen van de natuur. Wel zijn de gebeurtenissen meteorologisch gezien zeldzaam. Naar verwachting neemt de kans op hittegolven en extreme neerslaghoeveelheden toe als gevolg van het versterkte broeikaseffect.

Polarisatie van het klimaatdebat

Daarnaast was er ophef door de inhoud van openbaar gemaakte e-mails van de Climate Research Unit in Engeland. Ook werden enkele fouten in het laatste IPCC rapport aan het licht. Deze gebeurtenissen leidden tot twijfel over de juistheid van inhoud van IPCC rapportages, maar ook over de integriteit van klimaatonderzoekers zelf. Het werd duidelijk dat het klimaatdebat en de klimaatwetenschap in een nieuw tijdperk opereren, met een hoge mate van politisering en dynamische interactie tussen wetenschap en publiek debat. In de Staat van het Klimaat 2010 wordt een aantal veel gehoorde kritische argumenten in een wetenschappelijke context geplaatst. ECN (dat ben ik) heeft aan dit hoofdstuk (2) bijgedragen. De werking van en kritiek op het IPCC komt ook ter sprake (hoofdstuk 6).

Klimaatbeleid

Intussen gaan de pogingen om klimaatverandering te beteugelen via Internationale onderhandelingen ook door. De klimaattop in Cancún eind vorig jaar heeft niet geleid tot een bindend verdrag of beslissingen die klimaatverandering ingrijpend aanpakken. Wel zijn de emissiereducties, waar in Kopenhagen kennis van was genomen, in Cancun voor het eerst onder de VN-vlag verankerd. In combinatie met de transparante manier van onderhandelen heeft dit het vertrouwen in het multilaterale onderhandelingsproces versterkt. Er blijft een “gigaton kloof” bestaan tussen de collectieve beloftes en de benodigde emissiereductie om beneden de twee graden opwarming te blijven.

Dit en andere zaken op het gebied van energie- en mitigatiebeleid zijn een bijdrage van ECN (door mij geschreven) en komen ter sprake in hoofdstuk 4. Naast Cancún wordt het regeerakkoord van het nieuwe kabinet er besproken, een vooruitblik naar de geraamde emissies t/m 2020 en een aantal toekomstvisies voor een duurzame energievoorziening.

De Staat van het Klimaat is gratis te downloaden.

* Het Platform Communication on Climate Change (PCCC) is een samenwerkingsverband van de grote klimaatkennisinstellingen in Nederland  (PBL, KNMI, Wageningen UR, ECN, Vrije Universiteit, Universiteit Utrecht, Deltares, TNO en NWO)