Categorie archief: Bart Strengers

CO2-balans bij gebruik van biomassa als energiebron

Gastblog van Prof. Guido van der Werf

Biomassa is onze oudste bron van energie maar is geleidelijk vervangen door fossiele brandstoffen. De laatste decennia is er weer een opleving van het gebruik van biomassa, met als doel fossiele brandstoffen te vervangen door bronnen met een lagere netto CO2-uitstoot. Biomassa is een containerbegrip met veel verschillende toepassingen, maar in de maatschappelijke discussies gaat het vaak over meestook van pellets (samengeperste stukjes hout) in kolencentrales, en over biomassacentrales op pellets of houtchips voor de productie van warmte. Onlangs is vanuit het PBL een lijvig rapport verschenen onder leiding van Bart Strengers en Hans Elzenga over beschikbaarheid en toepassingsmogelijkheden van alle vormen van biomassa. Het rapport staat uitgebreid stil bij de verschillende perspectieven die een rol spelen bij de beeldvorming. Zo maken sommige mensen zich zorgen over aantasting van natuur en biodiversiteit, of over de invloed van het verbranden van biomassa op luchtkwaliteit. Anderen betwijfelen of het wel bij kan dragen aan het behalen van klimaatdoelen. Dit blog gaat over dat laatste waarbij de nadruk op meestook ligt.

Introductie
Om een mening over meestook en over de gevolgen voor CO2-concentratie en biodiversiteit te vormen is het goed eerst een stap terug te nemen en na te denken over landgebruik en natuurlijke cycli. Laten we beginnen met natuurbranden.

Figuur 1. Oppervlakte dat jaarlijks verbrandt door bos- en graslandbranden, gemiddeld over 2001-2018. De rode kleuren geven de (bijna) jaarlijkse branden in savannegebieden aan, gele en blauwe kleuren zijn vaak in bosgebieden waar brand zorgt voor verjonging en regeneratie van het bos. Let op de logaritmische schaal. Bron: Van der Werf et al. (2017).

Ieder jaar verbrandt op mondiale schaal een oppervlakte gelijk aan de EU (ongeveer 450 miljoen hectare). Voor een groot deel is dit een natuurlijk proces. Hierbij gaat de in biomassa opgeslagen koolstof de lucht in als CO2 en zolang de vegetatie weer aangroeit na de brand wordt die koolstof ook weer opgenomen. Het is deel van een cyclus en beïnvloedt de CO2-concentratie dus niet structureel. De uitzondering daarop zijn de branden die gebruikt worden in het ontbossingproces, en de mogelijke toename van branden door o.a. klimaatverandering. Hierbij wordt de uitstoot maar voor een deel gecompenseerd door aangroei en hierdoor stijgt de CO2-concentratie in de atmosfeer.
Lees verder

De aarde warmt op door de mens. Dat is overvloedig aangetoond, en derhalve is er binnen de klimaatwetenschap brede consensus over.

Uit meerdere, onafhankelijke studies blijkt dat verreweg de meeste klimaatwetenschappers het eens zijn dat de aarde opwarmt door toedoen van de mens. Dat is ook vrij logisch, als je de wetenschappelijke achtergrond begrijpt. Sommige van deze studies zijn op basis van enquêtes onder klimaatwetenschappers, en andere concluderen dat op basis van de wetenschappelijke literatuur. De bekendste studie van de laatste categorie is die van John Cook et al, één van de vijf studies die een consensus van 97% of hoger vond. Deze wordt vaak aangehaald, en vaak bekritiseerd, tot in de Nederlandse Tweede Kamer aan toe. De argumenten die tegen Cook’s onderzoek naar voren worden gebracht snijden echter geen hout.

En niet onbelangrijk, uit de verscheidenheid aan studies komt ook naar voren dat de mate van overeenstemming sterker is onder groepen met meer relevante expertise. Zo is de consensus hoger onder publicerende klimaatwetenschappers dan onder aardwetenschappers in het algemeen. Dat is ook vrij logisch: die eerste groep weet er waarschijnlijk meer van. De mensen die het hardste roepen dat de wetenschappelijke conclusies er compleet naast zitten hebben zelf vrijwel nooit relevant onderzoek verricht.

Dat de grote lijnen goed bekend zijn wil overigens niet zeggen dat we alles weten; over allerlei details en ‘cutting edge’ onderzoek (bijv over hoe snel de West-Antarctische ijskap instabiel kan worden) blijven wetenschappers natuurlijk flink bakkeleien. Met de wapens van de wetenschap: solide argumentatie op basis van goed begrepen theorieën en goed uitgevoerde metingen, waarbij ze elkaar continue scherp houden door inhoudelijke feedback en kritiek.

Lees verder

Reactie op Marcel Crok’s stuk in Elsevier: klimaatbeleid is haalbaar, betaalbaar en zinvol

Door Bart Strengers, Planbureau van de Leefomgeving.

Elsevier heeft het klimaat volledig omarmd als onderwerp om zich op te profileren. En met Marcel Crok heeft de redactie een ‘waardig’ opvolger gevonden van Simon Roozendaal, die onlangs met pensioen is gegaan. Nu het klimaatbeleid in binnen- en buitenland steeds meer vorm begint aan te nemen zien we dat ‘klimaatsceptici’ en de politieke partijen die klimaatverandering als onzin afdoen, steeds meer de aanval openen op het klimaatbeleid en de vermeende torenhoge kosten die daarmee gemoeid zouden zijn. Of zoals deze week op de knalgele cover van Elsevier Weekblad in dikke zwarte en rode letters werd verkondigd:

Het artikel kwam uiteraard uit de koker van Marcel Crok, die dit soort uitspraken ook al deed in een recente hoorzitting in de tweede kamer over de kosten en baten van een eventuele klimaatwet. De hoorzitting was aangevraagd door Thierry Baudet van het Forum voor Democratie, die al jaren gretig gebruik maakt van zijn ‘klimaatkennis’. Je kunt rustig stellen dat Crok inmiddels zijn voornaamste adviseur is op dit dossier.

Overigens vind ik het een duidelijke vooruitgang dat ‘klimaatsceptici’ zich meer lijken te gaan richten op klimaatbeleid en de kosten daarvan. Een discussie daarover hoort veel meer thuis in het politieke debat dan een discussie over de klimaatwetenschap. Als het gaat over kosten is het immers belangrijk dat we die zo laag mogelijk proberen te houden en dat de rekening op een eerlijke wijze wordt verdeeld over de verschillende groepen in de samenleving. En die verdeling is (deels) een politieke keuze.

Maar terug naar het artikel: legt Crok inderdaad uit waarom het klimaatdoel (te weten 49% emissiereductie in 2030 ten opzichte van 1990) onhaalbaar en onbetaalbaar zou zijn? Het korte antwoord is: nee, zijn betoog is een aaneenschakeling van ‘cherry picking’, ‘jumping to conclusions’ en suggestieve vaagheden die vooral tot doel lijken te hebben de polarisatie in het kostendebat aan te wakkeren en het voeden van een politieke agenda.
Lees verder

Klimaatdebat bij RTL Z: wetenschappelijk gefundeerd realisme en gecherrypickte meningen

Roderick Veelo van RTL Z heeft onlangs twee mensen geïnterviewd over het klimaat, klimaatwetenschapper Bart Strengers (Planbureau voor de Leefomgeving) en wetenschapsjournalist Marcel Crok. Twee mensen met een nogal verschillende kijk op de oorzaken en gevolgen van de huidige klimaatverandering. Zucht, altijd maar weer die 1 op 1 opstelling. Dat dit geen recht doet aan de verhouding binnen de klimaatwetenschap zal eenieder inmiddels wel duidelijk zijn. De eerste twee interviews bestonden uit gesprekken met Bart Strengers en Marcel Crok afzonderlijk, deze hebben we hier eerder besproken in: Klimaatgesprekken bij RTL Z.
Het derde interview was een tweegesprek tussen de twee heren:

Moet een wetenschapper een discussie als deze nu wel of niet aangaan? De meningen zijn daarover verdeeld. Sommigen beginnen er niet aan, onder meer vanwege het risico op een “false balance”. De indruk kan ontstaan dat er twee gelijkwaardige wetenschappelijke opvattingen tegenover elkaar staan en dat de waarheid wel ergens in het midden zal liggen. De realiteit is dat Bart Strengers het volledige beeld van de wetenschap meeneemt in zijn argumentatie, terwijl Marcel Crok heel selectief elementjes uit de wetenschap plukt en daar soms nog een onwetenschappelijke draai aan geeft om bij het gewenste antwoord uit te komen. Aan de andere kant kunnen wetenschappers zo’n onzorgvuldige of zelfs onjuiste weergave van hun vakgebied natuurlijk niet onweersproken laten. En dat is een goede reden om het debat juist wel aan te gaan. We hebben Bart Strengers gevraagd naar zijn reden om deze keer mee te doen aan de discussie. Dit was zijn antwoord:
Lees verder

Klimaatgesprekken bij RTL Z

Na zijn twee columns waar wel wat op aan te merken viel heeft RTL Z journalist Roderick Veelo de afgelopen tijd twee mensen geïnterviewd over het klimaat: Marcel Crok en Bart Strengers. Laten we zeggen dat hij daarmee hoor en wederhoor heeft gepleegd, al was het natuurlijk evenwichtiger geweest als Veelo tegenover het activisme[*] van Crok het verhaal van een milieu- of klimaatactivist had geplaatst. De wetenschapper Bart Strengers had dan in een derde interview beide visies kunnen becommentariëren.

Het interview met Bart Sprengers spreekt voor zich. Het is van begin tot eind doordrongen van wetenschappelijke nuance.

Op het interview met Marcel Crok is, het zal onze vaste lezers niet verbazen, wel het een en ander aan te merken. Zoveel zelfs dat dit een behoorlijk lang stuk is geworden.

ONZEKERHEID

Onzekerheid is geen onwetendheid en wetenschappelijke onzekerheid heeft twee kanten

Als er een grote lijn in het interview met Marcel Crok zit, dan is het de moeizame relatie die hij heeft met verschillende vormen van onzekerheid: onzekerheid over toekomstige ontwikkelingen en wetenschappelijke onzekerheid. Terwijl onzekerheid over de toekomst onlosmakelijk is verbonden met het leven en wetenschappelijke onzekerheid integraal onderdeel is van wetenschappelijke onderzoeken, inzichten en resultaten. Hoeveel kennis er ook is over een onderwerp, die kennis heeft altijd zijn grenzen. En in de wetenschap is het belangrijk om die grenzen te markeren. Dat doet de wetenschap dan ook.

Crok gaat uiterst flexibel om met wetenschappelijke onzekerheid. Naar gelang het hem het beste uitkomt wordt die uitvergroot tot totale onwetendheid of juist volledig genegeerd. Of hij concentreert zich op het stukje onzekerheidsinterval dat hem het meeste bevalt. En voor de toekomst lijkt hij alles in te willen zetten op één scenario: dat het allemaal wel meevalt. Over het algemeen wordt het verstandiger gevonden om in het beleid zo veel mogelijk rekening te houden met alle denkbare scenario’s. Rationeel afwegen van risico’s is echt iets anders dan maar gokken op een goede afloop. Lees verder

Klimaatdebat wordt niet geholpen door het herhalen van misvattingen

In het AD van 10 juni stond een interview van Wierd Duk met Marijn Poels en Marcel Crok, waarin nogal wat misvattingen over klimaatverandering de revue passeerden. Onderstaande reactie van mij, Appy Sluijs (UU) en Bart Strengers (PBL) werd op 16 juni in het AD geplaatst.

Reactie AD 2017 - Wierd Duk - Marijn Poels - Marcel Crok

Hieronder volgt een iets uitgebreidere versie van dezelfde brief met links naar meer informatie:

In het artikel “Wierd peilt de stemming” van 10 juni komt filmmaker Marijn Poels aan het woord, die klimaatverandering een “heuse religie” noemt en het heeft over “klimaathysterie” en “klimaatalarmisten”. Het interview geeft een inkijkje in hoe Poels denkt: het traditionele boerenleven is onder druk komen te staan door o.a. gesubsidieerde windmolens. Die onvrede over klimaatbeleid blijkt de motivatie voor een zoektocht waarin Poels zich sterk eenzijdig laten beïnvloeden door een handjevol wetenschappers die de conclusies van de klimaatwetenschap niet accepteren .

Maar na decennialang internationaal onderzoek door duizenden wetenschappers weten we met grote zekerheid dat het klimaat verandert door de uitstoot van broeikasgassen door menselijk handelen. Dit blijkt eveneens uit meerdere enquêtes onder (klimaat)wetenschappers en literatuuronderzoeken waarvan de overgrote meerderheid (90-100%) deze conclusie onderschrijft. De consensus is dus groot.

studies_consensus

Het wordt helemaal dubieus als astrofysicus Piers Corbyn wordt aangehaald, “die doodleuk een nieuwe ijstijd aankondigt”. Misschien was dit sarcastisch bedoeld, maar voor de duidelijkheid: er is geen enkel wetenschappelijk bewijs dat de aarde spoedig in een ijstijd zal belanden. Een volgende ijstijd zal ooit komen, maar zelfs zonder menselijke uitstoot van broeikasgassen zou deze pas over duizenden jaren heel langzaam zijn intrede doen. De huidige wetenschappelijke discussie gaat er om of de extra dikke deken van CO2 er toe zal leiden dat de aarde nog een tijdlang te warm blijft om zo’n ijstijd in te gaan. Dat is tegen die tijd wellicht een positief effect, maar laat tegelijk zien hoe verreikend onze invloed op het klimaat is.

In tegenstelling tot wat in het stuk beweerd wordt komen modellen en metingen goed met elkaar overeen, tenzij je appels met peren vergelijkt. Zo moeten de observaties en de modellen natuurlijk wel representatief zijn voor dezelfde grootheid. De observaties zijn echter een combinatie van zeewatertemperatuur en luchttemperatuur, terwijl de modeldata alleen gebaseerd zijn op de luchttemperatuur. Dit, evenals de beperkte dekkingsgraad van de metingen over de snel opwarmende poolgebieden, zorgt ervoor dat de metingen de mondiale opwarming aan het aardoppervlak onderschatten. Daarnaast moet je rekening houden met de daadwerkelijke ontwikkeling van El Niño en klimaatforcering over de afgelopen jaren. Neem je al die factoren in beschouwing, zoals in de wetenschap natuurlijk hoort te gebeuren, dan blijken de modellen en metingen zeer goed met elkaar overeen te komen, zoals uit onderstaande figuur blijkt.

Medhaug fig 5

Vergelijking tussen gemodelleerde (blauw) en gemeten (oranje) temperatuurafwijking. De donkerblauwe en donkeroranje lijnen geven de ‘apples-to-apples’ vergelijking aan. Figuur 5 uit Medhaug et al (2017).

Volgens Marcel Crok, een journalist die eveneens in het artikel wordt geciteerd, zijn de effecten van het klimaatakkoord van Parijs minimaal, maar de schatting die hij geeft is gebaseerd op de onrealistische aanname dat we na 2030 weer teruggaan naar het tijdperk dat we met Parijs juist achter ons willen laten: het opstoken van zoveel mogelijk fossiele brandstoffen. Dat is een beetje alsof we na de uitvinding van de stoomtrein weer terug zouden gaan naar paard en wagen. De meeste analyses komen uit op ongeveer een graden minder opwarming ten opzichte van ‘business as usual’, als de beloftes gedaan in Parijs worden nageleefd.

In één ding heeft Crok gelijk: het klimaatdebat is bij veel maatschappelijke partijen ideologisch gedreven. Dit geldt niet voor wetenschappelijk inzicht. Het staat eenieder vrij om zijn of haar mening te laten horen. Maar de kwaliteit van de discussie is ermee gediend als aantoonbaar onjuiste ‘feiten’  hierin niet worden meegenomen. Alleen dan kunnen we effectief met elkaar discussiëren over de grootte van de  uitdaging die voor ons ligt en hoe hier mee om te gaan. Ideologisch gedreven misvattingen kunnen we daarbij missen als kiespijn.

De wondere warme wereld van Richard Tol

Maandag 21 december stond er een wonderbaarlijk interview met Richard Tol in het AD. Tol is hoogleraar economie van klimaatverandering aan de Universiteit van Sussex. Over het algemeen verwacht je redelijk genuanceerde en doordachte antwoorden bij een interview van een hoogleraar, in het AD laat Tol echter zien dat het tegendeel soms het geval is. Een reactie op dit interview, geschreven door Bart Strengers (PBL), Rik Leemans (Wageningen University) en Ben Lankamp (Weerplaza), is 22 december verstuurd naar het AD. De reactie is door het AD helaas niet geplaatst en de tekst van de reactie is nu integraal opgenomen onderaan dit blogstuk. De koptekst van de reactie luidde: “De wondere warme wereld van Richard Tol”.

De figuur hieronder uit het IPCC AR5 rapport (werkgroep 2) visualiseert een samenvatting van de risico’s die wij als mensheid lopen bij voortgaande klimaatverandering. Die risico’s nemen toe naarmate de opwarming van de aarde toeneemt.


Lees verder

Klimaatonderzoeker Bart Strengers wint weddenschap van scepticus Hans Labohm

Door Bart Strengers, Planbureau van de Leefomgeving.

Eind 2009, in de aanloop naar de internationale klimaatconferentie in Kopenhagen, voerde PBL klimaatonderzoeker Bart Strengers een discussie met klimaatscepticus Hans Labohm op de website van de NOS. Deze discussie, die vervolgens ook gepubliceerd werd als PBL-rapport, eindigde met een weddenschap. Strengers wedde dat de gemiddelde mondiale temperatuur over de periode 2010-2014 hoger zou zijn dan het gemiddelde over de periode 2000-2009. Hans Labohm wedde dat het niet zou opwarmen of zelfs zou gaan afkoelen, bijvoorbeeld door de verminderde activiteit van de zon.

Op verzoek van Labohm werd destijds uitgegaan van de zogenaamde UAH-temperatuurreeksen voor de lage troposfeer (dat is ongeveer de onderste 5 km van de atmosfeer). Deze worden samengesteld door de University of Alabama in Huntsville (UAH). Hierbij wordt gebruik gemaakt van satellieten die straling meten in de atmosfeer en waaruit vervolgens via een complex algoritme de temperatuur van verschillende lagen in de atmosfeer wordt afgeleid.

Nu, vijf jaar later, blijkt volgens UAH dat de temperatuur de afgelopen 5 jaar gemiddeld 0,1 graad warmer was dan het gemiddelde over de 10 jaar daarvoor en daarmee heeft Strengers de weddenschap gewonnen. De inzet? Een ‘mooie fles wijn’, die binnenkort bij een etentje overhandigd zal worden.

De UAH-temperatuurreeks vanaf 1979 (daarvoor waren er geen satellieten beschikbaar). De groene gestippelde lijnen geven het gemiddelde van opeenvolgende periodes van 10 jaar. De laatste lijn is het gemiddelde over de periode 2010-2014.
UAH satellietreeks laat meeste opwarming zien

Overigens laat uitgerekend deze UAH-reeks met afstand de meeste opwarming zien. De andere 4 belangrijkste mondiale temperatuurreeksen laten in de afgelopen 5 jaar ook opwarming zien, maar deze is beduidend kleiner (tussen 0,03 en 0,05 graden).

Waar komen de verschillen tussen de reeksen vandaan?

De onderstaande tabel laat de opwarming van de afgelopen 5 jaar zien ten opzichte van de 10 jaar daarvoor in °C voor de 5 belangrijkste mondiale temperatuurreeksen: de eerder genoemde satellietreeks van de University of Alabama in Huntsville (UAH), de satellietreeks van Remote Sensing Systems (RSS), en de oppervlaktereeksen van NASA, het Climate Research Unit (CRU) en het National Climatic Data Centre (NCDC). CRU is gebaseerd op oppervlaktemetingen tot en met november 2014 omdat de getallen voor december nog niet bekend zijn.

Lees verder

Onder wetenschappers veel meer overeenstemming over menselijke bijdrage aan opwarming dan onder brede publiek

Vandaag staat er een ingezonden brief in de Metro van Bart Strengers en Bart Verheggen, waarin de uitkomsten van een enquete onder de bevolking worden vergeleken met de uitkomsten van onze enquete onder klimaatwetenschappers:

In de Metro van 19 September werd genoemd dat “maar liefst 69 procent van de Nederlanders ervan overtuigd is dat de mens invloed heeft op de klimaatverandering”.

Dat is weliswaar een ruime meerderheid, maar nog steeds een stuk minder dan onder klimaatwetenschappers het geval is.

Op basis van de overtuigende bewijsvoering is zo’n 90% van de klimaatwetenschappers het erover eens dat de mens een dominante invloed heeft op de huidige opwarming. Dit percentage is nog hoger als je inzoomt op wetenschappers met de meest relevante expertise.

Dit is bevestigd door een enquete die wij hebben uitgevoerd en waarvan de resultaten recent gepubliceerd zijn.

Het bericht in de Metro is gebaseerd op een onderzoek van WeerOnline onder 23.500 respondenten. Daar staat ook dat

Ruim de helft van deze groep (de 69%) denkt dat de menselijke bijdrage groot is.

In onze enquete onder klimaatwetenschappers vroegen we naar de precieze bijdrage van broeikasgassen, waarbij het antwoord alleen werd aangemerkt als “consensus positie” als broeikasgassen volgens de respondent meer dan de helft van de opwarming hebben veroorzaakt. Onze uitkomsten kunnen dus het best vergeleken worden met “ruim de helft van 69%” onder de bevolking. Dat onderstreept nogmaals de grote kloof tussen hoe er in de wetenschap over dit onderwerp wordt gedacht (~90% denkt dat bijdrage van broeikasgassen dominant is) en hoe dat in de maatschappij als geheel is (~35% denkt dat menselijke bijdrage groot is). Ook onder zelf-verklaarde skeptische wetenschappers is de meerderheid het er overigens mee eens dat de mens in ieder geval enige invloed heeft op de huidige opwarming; zij denken alleen dat die bijdrage relatief klein is.

Oftewel, onder de bevolking is de twijfel over de menselijke invloed op klimaatverandering veel groter dan in de wetenschappelijke wereld het geval is. Dat is eigenlijk veel opzienbarender dan het feit dat twee derde van de bevolking denkt dat de mens uberhaupt enige invloed heeft. Het is overigens wel vaker het geval geweest dat het even duurde voordat een wetenschappelijke consensus ook in de maatschappij als geheel breed werd geaccepteerd. Het probleem is natuurlijk dat de CO2 zich intussen wel in de atmosfeer blijft ophopen.

Nieuw wetenschappelijk discussieplatform ClimateDialogue.org

Een uniek discussieplatform over klimaatverandering is net van start gegaan: ClimateDialogue. Het unieke zit ‘m enerzijds in de organisatie achter het blog: Het is opgezet door een samenwerkingsverband van KNMI (Rob van Dorland), PBL (Bart Strengers) en Marcel Crok (wetenschapsjournalist), oftewel een samenwerking tussen tussen mainstreamers  en sceptici. Daarnaast is ook de opzet van het blog uniek: Het doel is om in alle openheid een inhoudelijke discussie te faciliteren tussen experts met verschillende wetenschappelijke inzichten. Nu vindt er natuurlijk continue discussie plaats tussen wetenschappers (bijv op conferenties, workshops en in de wetenschappelijke literatuur), maar die is vaak niet direct toegankelijk voor het grote publiek. Daarnaast proberen we op dit blog in te zoomen op de hete hangijzers uit het publieke debat, die weliswaar in de reguliere wetenschappelijke  discussie ook een rol spelen, maar die daarin te midden van de vele andere issues niet altijd even prominent zichtbaar zijn. Bovendien wordt op ClimateDialogue, naast ‘mainstream’ wetenschappers ook  aan ‘sceptische’ wetenschappers gevraagd deel te nemen aan de discussie, van wie de perceptie bestaat dat zij er in de reguliere wetenschappelijke fora bekaaid van af komen (in de perceptie van sommigen door uitsluiting, in de perceptie van anderen doordat ze zichzelf afzonderen).

Het wetenschappelijke debat wordt gekenmerkt door een spectrum aan inzichten. Bij ClimateDialogue worden wetenschappers uitgenodigd  die het sterk met elkaar oneens zijn, dus we gaan op zoek naar de extremen en de grote verschillen. Het heeft dus expliciet niet de pretentie om daarmee een representatief beeld te schetsen van (het volle spectrum van) de wetenschappelijke discussie. Het idee is veeleer dat een dergelijke discussie tegenwicht kan bieden aan de toenemende polarisatie tussen ‘sceptici’ en ‘mainstreamers’. Idealiter leiden deze discussies tot meer helderheid over waar men het eigenlijk met elkaar over oneens is, waarover misschien juist wel, en wat de achtergronden en oorzaken zijn van de (on)enigheid.

Op diverse Internationale blogs zal deze week een gastblog over ClimateDialogue verschijnen. Deze is ook te vinden op mijn Engelstalige klimaatblog. Naast de drie bovengenoemde trekkers van het initiatief kijken er een zevental mensen over hun schouders mee als leden van een adviesraad. Disclaimer: Tot augustus dit jaar was ik betrokken bij de voorbereiding van het initiatief; nu heb ik zitting in de adviesraad.

Dit blog vloeit voort uit de motie Nepperus, waarin werd aangedrongen “dat ook klimaatsceptici bij vervolgstudies worden betrokken”. Ik vind het een mooi initiatief: De inhoudelijke geschilpunten blootleggen in een publiekelijk toegankelijk forum is heel nuttig. Het kan tot de nodige duidelijkheid en –misschien nog belangrijker- depolarisatie leiden, en dat kan het (publieke en wetenschappelijke) debat alleen maar ten goede komen. Er zitten echter ook risico’s aan een dergelijk project: De perceptie kan ermee gevoed worden dat de wetenschappelijke discussie door twee (gelijkwaardige) ‘kampen’ gedomineerd word (wat tot een ‘false balance’ leidt), of dat de mainstream wetenschap een monolithische eenheidsworst zou zijn (terwijl er in werkelijkheid ook binnen de mainstream continue discussie is en er een grote variatie aan inzichten is, maar dan vooral over details). Oftewel, het risico zit ‘m in de framing en de perceptie  van het project, en voor welke ideologische karretjes het gespannen zou kunnen worden. De discussies op de site zelf lijken me voornamelijk leuk, leerzaam en nuttig. Daarbij is de inbreng van goede wetenschappers natuurlijk wel een voorwaarde om het platform tot een succes te maken. Aarzel dus niet om contact op te nemen (met info [at] climatedialogue [dot] org of met mijzelf) als je je aangesproken voelt en niet bang bent voor een gemodereerd publiek debat!