Tagarchief: menselijke invloed

De oorzaak van de opwarming

De huidige klimaatverandering komt door de mens, zo horen we vaak. Zo stond er in het meest recente IPCC rapport: “It is unequivocal that human influence has warmed the atmosphere, ocean and land.” Hoe weten we dat zo zeker? Een duik in de achterliggende wetenschap.

Lang was het dominante idee dat de nietige mens geen invloed kon hebben op zoiets groots als het aardse klimaatsysteem. Toen Svante Arrhenius eind 19e eeuw becijferde dat de uitstoot van kooldioxide tot opwarming zou leiden, werd hij dan ook niet meteen geloofd. Integendeel, veel collega-wetenschappers waren sceptisch. Zo ging men ervan uit dat alle extra CO2 door de oceanen zou worden opgenomen. Het duurde tot halverwege de 20ste eeuw voordat er systematisch metingen werden gedaan en toen bleek al snel dat de CO2-concentratie in de lucht sterk opliep. Sinds de jaren ’70 van de vorige eeuw is de voorspelde opwarming ook duidelijk zichtbaar geworden in temperatuurmetingen over de hele wereld.

“Science cartoon” van Katherine Leitzell, Communications Manager voor het IPCC

De wetenschap gaat niet over één nacht ijs. Maar intussen zijn er vele nachten verstreken en kunnen we de balans opmaken: wat weten we over de oorzaken van de huidige opwarming? Er zijn veel factoren die het klimaat beïnvloeden en ook in het verre verleden is het klimaat aan flinke veranderingen onderhevig geweest. Toen waren er nog geen mensen, geen auto’s, geen industrie en geen landbouw. De studie van die klimaatveranderingen in het verre verleden heeft veel kennis opgeleverd. Daaruit blijkt onder andere dat CO2 een heel belangrijke regulerende werking heeft op het aardse klimaatsysteem. De Amerikaanse geoloog Richard Alley noemt CO2 zelfs de ‘controleknop van het klimaatsysteem’.

Lees verder

De ingenieursblik van Dick Thoenes berust niet op feiten

Zo af en toe wordt een pseudosceptisch verhaal door allerlei mensen opgepikt en gaat het rondzingen in de social media. Dat gebeurde vorige week met een stuk van Dick Thoenes op Climategate.nl. Het stuk heeft, zoals zo vaak met dit soort verhalen, de opzet van een “Gish gallop”; er is geen beginnen aan om alle onjuistheden, suggesties en drogredenen uitgebreid en onderbouwd te beantwoorden. Medeblogger Jos heeft er hier (pdf) een groot aantal kort aangestipt.

Waarom dat verhaal zo rondgaat, is voor mij onbegrijpelijk. Het ligt in elk geval niet aan de kwaliteit van de argumenten. Al moet ik wel toegeven dat mijn eerste reactie op Twitter bij nader inzien iets te kort door de bocht was.

Bij nader inzien zit een behoorlijk deel van het pseudosceptische standaardrepertoire wel op een terloopse manier in het stuk van Thoenes verweven, maar geeft hij er vaak een eigen (maar daarmee niet noodzakelijk betere) draai aan. Met de nodige goede wil zou je er de ingenieursblik van de emeritus hoogleraar procestechniek – ik heb ooit nog bij hem in de collegebanken gezeten – kunnen herkennen. Ingenieurs willen dingen ontwerpen die het doen als ze zijn gebouwd. Ze zullen daarom anders met onzekerheden omgaan dan veel andere wetenschappelijke disciplines. Als een brug 95% kans heeft om niet in te storten deugt het ontwerp ervan niet. Terwijl 95% waarschijnlijkheid in de meeste wetenschappelijke disciplines als behoorlijk overtuigend bewijs wordt gezien voor een hypothese. Ingenieurs zijn ook pragmatisch: als een empirisch vastgestelde formule – in de procestechniek wemelt het er van – goed genoeg is voor een ontwerp, vinden ze het niet nodig om verder te graven naar de precieze natuurwetenschappelijke achtergrond van zulke formules. Als je eenmaal weet hoe je een leiding moet dimensioneren zodat je geen last krijgt van turbulentie is dat genoeg. Diep graven naar de achterliggende fysica kost een hoop tijd en energie, terwijl je ontwerp er hoogstwaarschijnlijk niet beter van wordt.

Dat gezegd hebbende, is het ook wel duidelijk dat Thoenes nooit de moeite heeft genomen om zich serieus in de klimaatwetenschap te verdiepen. Daarvoor mist hij teveel kernpunten van die wetenschap en staan er teveel flagrante onjuistheden in zijn verhaal. Hij heeft ook niet erg zijn best gedaan om er een samenhangend betoog van de maken: het is eerder een verzameling losse kreten die elkaar zo nu en dan behoorlijk tegenspreken. En van onderbouwing is al helemaal geen sprake; de lezer moet Thoenes maar op zijn woord geloven want nergens in zijn stuk is een verwijzing naar al dan niet wetenschappelijke bronnen te vinden die zijn claims ondersteunen.

Zoals gezegd is het onbegonnen werk om alles inhoudelijk en onderbouwd te weerleggen. Daarom pik ik er enkele opvallende punten uit. Lees verder

Onder wetenschappers veel meer overeenstemming over menselijke bijdrage aan opwarming dan onder brede publiek

Vandaag staat er een ingezonden brief in de Metro van Bart Strengers en Bart Verheggen, waarin de uitkomsten van een enquete onder de bevolking worden vergeleken met de uitkomsten van onze enquete onder klimaatwetenschappers:

In de Metro van 19 September werd genoemd dat “maar liefst 69 procent van de Nederlanders ervan overtuigd is dat de mens invloed heeft op de klimaatverandering”.

Dat is weliswaar een ruime meerderheid, maar nog steeds een stuk minder dan onder klimaatwetenschappers het geval is.

Op basis van de overtuigende bewijsvoering is zo’n 90% van de klimaatwetenschappers het erover eens dat de mens een dominante invloed heeft op de huidige opwarming. Dit percentage is nog hoger als je inzoomt op wetenschappers met de meest relevante expertise.

Dit is bevestigd door een enquete die wij hebben uitgevoerd en waarvan de resultaten recent gepubliceerd zijn.

Het bericht in de Metro is gebaseerd op een onderzoek van WeerOnline onder 23.500 respondenten. Daar staat ook dat

Ruim de helft van deze groep (de 69%) denkt dat de menselijke bijdrage groot is.

In onze enquete onder klimaatwetenschappers vroegen we naar de precieze bijdrage van broeikasgassen, waarbij het antwoord alleen werd aangemerkt als “consensus positie” als broeikasgassen volgens de respondent meer dan de helft van de opwarming hebben veroorzaakt. Onze uitkomsten kunnen dus het best vergeleken worden met “ruim de helft van 69%” onder de bevolking. Dat onderstreept nogmaals de grote kloof tussen hoe er in de wetenschap over dit onderwerp wordt gedacht (~90% denkt dat bijdrage van broeikasgassen dominant is) en hoe dat in de maatschappij als geheel is (~35% denkt dat menselijke bijdrage groot is). Ook onder zelf-verklaarde skeptische wetenschappers is de meerderheid het er overigens mee eens dat de mens in ieder geval enige invloed heeft op de huidige opwarming; zij denken alleen dat die bijdrage relatief klein is.

Oftewel, onder de bevolking is de twijfel over de menselijke invloed op klimaatverandering veel groter dan in de wetenschappelijke wereld het geval is. Dat is eigenlijk veel opzienbarender dan het feit dat twee derde van de bevolking denkt dat de mens uberhaupt enige invloed heeft. Het is overigens wel vaker het geval geweest dat het even duurde voordat een wetenschappelijke consensus ook in de maatschappij als geheel breed werd geaccepteerd. Het probleem is natuurlijk dat de CO2 zich intussen wel in de atmosfeer blijft ophopen.