Tagarchief: polarisatie

Reflectie op de klimaatdiscussie, deel II: Polarisatie en media

In de laatste twee vragen gaat het over de verschillende rollen in het publieke debat.

Q: Wat vindt u van de vorm van de discussie? Welke middelen zijn geoorloofd om de waarheid boven tafel te krijgen?

BV: De vorm van de discussie op internet wordt in sterke mate bepaald door de toenemende polarisatie. De wetenschappelijke discussie gaat intussen gewoon door: Langzaam maar zeker wordt er meer kennis vergaard, in een poging de waarheid beter te leren kennen. Maar ook onder niet bloggende wetenschappers lijkt de frustratie over de tendentieuze berichtgeving in de media en het afbrokkelende vertrouwen in de wetenschap toe te nemen. Er wordt ingezien dat de communicatie van wetenschap een heikel maar belangrijk aandachtspunt is.

Echter, in de media-oorlog hebben de wetenschappers een groot nadeel: Een complex onderwerp inzichtelijk maken is een stuk lastiger dan de complexiteit ervan groot uit te meten (wat soms uitmondt in eeuwige twijfel), of juist de zaken te versimpelen door maar een deel van het plaatje te beschouwen.

Ik vind het volstrekt begrijpelijk om dergelijke “skeptici”, die niet in een constructieve bijdrage aan de wetenschap zijn geïnteresseerd, niet serieus te nemen. Maar datzelfde kun je ook anders stellen: Het staat een ieder vrij om zich te mengen in het wetenschappelijke of publieke debat. In het wetenschappelijke debat gelden spelregels: Houdt je aan de wetenschappelijke methode. Dat is een voorwaarde waaraan niet getornd moet worden, maar op die voorwaarde is de deur in feite gewoon open. Dat veel “skeptici” zich niet aan de spelregels houden en in plaats daarvan wetenschappers zwart gaan lopen maken en langs de zijlijn gaan lopen schreeuwen is hun keuze. Ze kiezen er daarmee zelf voor die deur niet naar binnen te gaan. En natuurlijk verkleinen ze daarmee de kans dat ze met open armen worden ontvangen en serieus worden genomen, als ze zeggen wel degelijk naar binnen te willen.

In het publieke debat pleit ik ervoor dat de microfoons en schrijfruimte enigszins evenredig worden verdeeld met hoe de wetenschappelijke opinies erover zijn verdeeld. We lezen ten slotte toch ook niet iedere dag in de krant dat roken helemaal niet schadelijk is voor de gezondheid? Ik vind het grotesk dat het handjevol “skeptici” om de haverklap in de landelijke dagbladen en op de televisie te zien is, terwijl het merendeel van de wetenschappers tandenknarsend zit toe te kijken hoe hun vakgebied wordt verdraaid en zwart wordt gemaakt.

Q: Wat vindt u over het algemeen van de houding van de partijen met een andere mening in deze discussie (antagonisten vs. protagonisten)?

BV: Beide ‘kampen’ lijken heel sterk overtuigd van hun eigen gelijk, of in ieder geval van het ongelijk van de ander. Inderdaad kan ik maar heel weinig respect opbrengen voor iemand die in mijn optiek de wetenschap verdraait om hun bevoorrechte politieke conclusie (‘geen overheidsingrijpen!’) te kunnen staven. Noch over de wetenschap, noch over beleidsopties valt zinnig te discussiëren als de wetenschappelijke kennis (waar dat beleid mede op gebaseerd zou moeten zijn) wordt verdraaid of ontkend. Dat is frustrerend.

Ook als je de epidemiologische kennis voor waar aanneemt, kun je nog altijd voor of tegen het rookverbod te zijn. Zo is het ook mogelijk om met acceptatie van de huidige wetenschappelijke inzichten een verschillende mening over specifiek klimaatbeleid te hebben. Laten we het daar dan over hebben, en aantoonbare onwaarheden achterwege laten. Die werken namelijk alleen maar storend voor de discussie. Maar ja, dat is wellicht precies wat veel “skeptici” willen: Een stoorzender zijn om welk klimaatbeleid dan ook op de lange baan te schuiven. Hopelijk stopt de media op een gegeven moment met hen daarmee van dienst te zijn.

Het gevaar bestaat natuurlijk wel dat oprechte skeptici en onschuldige nieuwkomers in de discussie op één hoop worden gegooid met de pseudo-“skeptici”. Wetenschappers en hun bloggende supporters zijn defensiever geworden in het aannemen of pareren van kritiek en in het beantwoorden van vragen. Dat is geen goede ontwikkeling. Iemand die zich volledig nieuw in dit debat mengt en een naïeve vraag stelt loopt grote kans uitgekafferd te worden, zeker op blogs die de wetenschappelijke consensus steunen. De “regulars” daar zijn zich goed bewust van de vele nepargumenten die de ronde doen, en de naïeve vraag komt daar wellicht uit voort, ook al is de vraagsteller zich daar niet van bewust. Dus denken ze “daar heb je weer zo’n pseudo-skepticus” en slaan ze er virtueel op los. Terwijl op een “skeptische” blog dezelfde naïeve vragensteller waarschijnlijk met open armen wordt onthaald: Weer een zieltje te winnen.

Stap 1: Politiseren Stap 2: Onschadelijk maken

Dit lijkt verdacht veel op het recept dat Leegte heeft gevolgd in zijn uitlatingen over het KNMI:

Stap één in die strategie is de politisering van een maatschappelijk instituut, dat bekendstaat om zijn ‘onafhankelijkheid’ en ‘neutraliteit’. (…)

Na deze politisering volgt meestal stap twee: het onschadelijk maken van het instituut.

Dit gaat echter niet over Leegte, maar over Wilders. Vlammend neergepend door Rob Wijnberg in maart van dit jaar:

In de afgelopen zes jaar heeft Wilders op die manier bijna ieder denkbaar onderdeel van het publieke domein politiek verdacht gemaakt.

Rechters zijn D66’ers in toga; wetenschappers zijn milieuactivisten in schaapskleren; journalisten zijn PvdA’ers met een blocnootje; het Koningshuis is een spreekbuis voor de multiculticlan; het onderwijs is de indoctrinatiemachine van cultuurrelativisten; de kunstsector is een hobby van elitaire bobo’s. Met andere woorden, ieder instituut is stiekem ook onderdeel van de ‘linkse kerk’ en haar agenda.

Hij legt uit dat deze strategie uiterst effectief is. Zoals in feite elke complottheorie valt het namelijk niet te ontkrachten. Elke redenering dat de theorie niet klopt wordt gezien als onderdeel van het complot, en is dus verdacht. Wijnberg:

Tegen politisering valt, kortom, niks in te brengen. Het maakt niet uit hoeveel onderzoek je aandraagt om te ‘bewijzen’ dat de publieke omroep, de rechtbank of de wetenschap helemaal niet zo ‘links’ is als wordt beweerd: de bewering dat het betreffende onderzoek zelf ook een product is van die ‘kerk’ (‘de UvA is een PvdA-bolwerk’; ‘de Volkskrant is een links parochieblaadje’) is voldoende om haar te diskwalificeren. Oftewel: er zijn geen feiten, er is slechts politiek.

Daaruit volgt de tweede reden waarom Wilders’ strategie zo genadeloos effectief is: het raakt de huidige linkse, progressieve (constitutionele) partijen in hun meest fundamentele filosofische aanname, namelijk dat de wereld zich ‘rationeel’ laat begrijpen aan de hand van ‘feiten’. Dat wil niet zeggen dat alleen links zich ‘bij de feiten houdt’, terwijl rechts de ‘waarheid verdraait’: nee, links gaat ervan uit dat feiten voor zich spreken en dus niet ingebed hoeven te worden in een retorische omgeving die ze de gewenste lading geeft.
Kijk maar naar het meest recente campagnefilmpje van de PvdA: die toont een opsomming van bedragen (‘Kinderopvang 84 euro duurder’; ‘Hogere huren 180 euro’; ‘Bonussen voor bankiers: 447 miljoen’) en eindigt dan met de conclusie ‘Het moet eerlijker’. De aanname hierachter is dat ieder rationeel wezen dezelfde definitie van rechtvaardigheid koestert en de cijfers dus ‘uitwijzen’ dat dit kabinet asociaal is. Dat is niet zo: werkelijkheid en moraal worden niet alleen ingegeven door ‘feiten’, maar evenzeer door taal en emoties; je kunt kinderopvang ook als elitaire hobby zien, of bonussen als een meritocratisch ideaal. Wilders zegt dan ook nooit hoeveel immigranten er naar Nederland komen, hij zegt alleen dat ‘de kraan wagenwijd openstaat’. Dat is de kunst van de retoriek: de werkelijkheid een kleur geven die in jouw voordeel is.

Deze dynamiek zie je duidelijk terug in de politisering van het klimaatdebat: Wetenschappers (bij uitstek een rationele bezigheid waarbij men probeert de cijfers voor zich te laten spreken) communiceren slechts de feiten en denken dat mensen dan automatisch de conclusie zullen trekken dat er ingegrepen moet worden. Helaas pindakaas, zo simpel werkt het niet.

Al met al laat de episode “Leegte” zien dat de verwildersing van de Nederlandse politiek steeds verder gaat.

Een gebrek aan scherp inzicht valt Rob Wijnberg niet te verwijten. Ik refereerde al eerder aan een stukje van hem over het verschil tussen achterdocht en scepsis.