Krijgen we echt een groenere wereld met meer CO₂? 

Het is – nog steeds! – een veelgehoorde opmerking als je het hebt over klimaatverandering: “Van al die extra CO2 gaan de planten lekker groeien! We krijgen juist meer bossen, en betere landbouwopbrengsten!”. En zo vreemd is die gedachtegang niet. Tuinders voegen CO2 toe aan de lucht in hun kassen om de plantengroei en oogst te stimuleren, en in Earth System Models zorgt dit “CO2-bemestings effect” voor een negatieve terugkoppeling op atmosferische CO2 concentraties: meer plantengroei betekent immers ook meer opname van CO2 door de vegetatie. Deze extra groei zou wereldwijd de hoeveelheid stikstof die in de bodem beschikbaar is voor plantengroei doen dalen, zoveel zelfs dat de auteurs van een recent artikel – bizar genoeg – suggereerden dat we misschien onze natuurlijke ecosystemen moeten gaan bemesten. 

Natuurlijk eikenbos in het noorden van Engeland. Foto: Franciska de Vries.

Dat de wereld groener wordt is een feit. Maar in 2016 schreef Hans Custers al op deze blog dat we nog niet zoveel van de onderliggende mechanismen en de persistentie van dit effect begrepen, en dat hoewel het wel altijd als iets positiefs wordt gebracht, dit CO2-bemestings effect niet persé positief is. In 2018 schreef Hans dat deze wereldwijde vergroening niet alléén door meer CO2 in de atmosfeer wordt veroorzaakt, maar ook door hogere temperaturen, uitbreiding van het landbouwareaal, stikstofdepositie, en verandering in neerslag. 

Bovendien hoeft die extra plantengroei niet noodzakelijkerwijs te resulteren in meer langdurige CO2-opslag in planten en bodem. Een voorbeeld van beide zaken – meer groei is niet persé positief, én kan door andere factoren veroorzaakt worden – is “Arctic greening”, Arctische vergroening. De Arctische toendra is een van de snelst opwarmende gebieden op aarde, en deze toenemende temperaturen zorgen voor meer groei en een toename in struikvormige vegetatie. Maar deze hogere temperaturen zorgen ook voor dooi van de permafrost, waardoor de bodem juist CO2 en methaan (CH4) verliest. 

Het CO2-bemestings effect ligt dus duidelijk gecompliceerder dan simpelweg meer groei door meer CO2, en ook het effect van die extra groei op de CO2-opname van het ecosysteem is nog onduidelijk. De CO2-terugkoppeling in Earth System Models is gebaseerd op korte termijn experimenten, maar er is toenemend bewijs dat het CO2-bemestings effect minder permanent is dan gedacht, en bovendien afhankelijk van veel andere factoren, die helder op een rij worden gezet in een artikel door Maschler et al. dat net uit is gekomen. Dat is ook wel logisch, want voor plantengroei spelen veel meer factoren een rol dan CO2

Planten schroeven na verloop van tijd de extra fotosynthese die optreedt onder hogere CO2-concentraties naar beneden als gevolg van fysiologische veranderingen. Als planten geconfronteerd worden met een hogere concentratie CO2 in de lucht, gaat de carboxylatie-stap (of carbon fixation, zie Figuur 1), die wordt getriggerd door het enzym Rubisco, sneller. Er zijn echter aanwijzingen dat op den duur niet CO2 meer limiterend is, maar de capaciteit om ribulose-1,5-bifosfaat (RuBP) te regenereren, en dat dus de extra fotosynthese onder verhoogd CO2 afvlakt. Tegelijkertijd kunnen planten, door minder te investeren in Rubisco, meer energie investeren in het optimaliseren van andere stappen in de fotosynthese of groei. 

Figuur 1. De Calvin-cyclus. Van https://www.khanacademy.org/science/ap-biology/cellular-energetics/photosynthesis/a/calvin-cycle

Anderzijds kunnen andere factoren dan CO2 limiterend worden voor de groei, bijvoorbeeld stikstof of fosfor. Er zijn volop aanwijzingen dat verhoogde groei onder hoge CO2 concentraties niet voortduurt als er weinig stikstof of fosfor beschikbaar is in de bodem, maar de samenwerking tussen planten en bodemschimmels kan daar een oplossing voor zijn. De meeste planten werken samen met mycorrhiza-schimmels die de wortels helpen om voedingsstoffen uit de bodem op te nemen. Er zijn twee hoofdtypen mycorrhiza schimmels: arbusculaire mycorrhiza-schimmels (AM) die de plant helpen fosfor op te nemen, en ectomycorrhiza-schimmels (ECM) die juist stikstof opnemen. In onderstaande figuur is heel duidelijk te zien dat planten die samenwerken met AM-schimmels geen toename in groei hebben met verhoogde CO2 als de C:N verhouding in de bodem toeneemt oftewel de stikstofbeschikbaarheid laag is. Als de verhouding C:N in de bodem 10:1 is, dan is er 10 keer zoveel koolstof ten opzichte van stikstof in de bodem. In het figuur is te zien dat het effect van CO2 op de groei vrij groot is: bijna 25% extra. Is er nu 15x zoveel koolstof ten opzichte van stikstof in de bodem, dan wordt het effect van CO2 een stuk kleiner: ca. 12% extra groei. Hoe minder de hoeveelheid stikstof wordt in de bodem ten opzichte van dezelfde hoeveelheid koolstof, hoe kleiner het effect wordt van CO2. Planten die samenwerken met ECM-schimmels laten juist geen extra groei zien onder lage fosfor (P) beschikbaarheid (rechtsonder). Omdat er een verschuiving optreedt van P naar N-limitatie van de tropen naar de polen, is het te verwachten dat planten met AM-schimmels een voordeel hebben in de tropen, en planten met ECM-schimmels in koudere regio’s. 

Figuur 2. De relatie tussen de groeirespons op verhoogd CO2 van planten met AM-schimmels en de C:N verhouding in de bodem (links) en van planten met ECM-schimmels en beschikbaar fosfor in de bodem (rechts). Uit Terrer et al. 2019

De extra behoefte van planten aan vooral stikstof onder hogere CO2-concentraties kan nog meer veranderingen teweegbrengen. Samenwerkingen met ECM-schimmels geven niet alleen moeilijk beschikbaar stikstof door aan de plant, ECM-schimmels en andere micro-organismen kunnen voor meer stikstofbeschikbaarheid zorgen door de afbraak van bodemorganisch materiaal. Deze extra afbraak van bodemorganisch materiaal zorgt ervoor dat plantengroei bovengronds ten koste gaat van de opslag van CO2onder de grond. (Lees meer over de vorming van stabiele organische stof in de bodem, en over CO2 opslag in landbouwgrond).

Figuur 3. Er is een trade-off tussen CO2 opslag in planten en bodems onder verhoogd atmosferisch CO2. Uit Terrer et al. 2021

Naast deze samenwerkingen die de plant van meer voedingsstoffen uit de bodem voorzien, neemt ook een andere plant-micro-organisme samenwerking toe onder verhoogd CO2: die tussen planten en stikstof fixerende Rhizobia-bacteriën, die in wortelknolletjes zitten van planten zoals klavers (vlinderbloemigen). Niet alleen gaan de bacteriën in de plantenwortels meer stikstof opnemen onder hogere CO2-concentraties, planten die deze bacteriën in hun wortels hebben nemen ook toe in aantal. 

Bovenstaande slimme aanpassingen van planten kunnen dus progressieve stikstoflimitatie omzeilen. Maar een recent artikel stelt, voornamelijk op basis van een wereldwijde trend van afnemende stikstofgehaltes in bladeren, dat ecosystemen een tekort krijgen aan stikstof onder hogere CO2-concentraties, en de auteurs stellen zelfs voor om daarom ecosystemen te gaan bemesten. Dat was natuurlijk koren op de molen van de ontkenners van het stikstofprobleem, die prompt riepen dat stikstofdepositie goed is voor plantengroei in een wereld met hogere CO2-concentraties, en het feit negeerden dat chronische stikstofdepositie juist de groei en gezondheid van planten, bodem, en ecosystemen aantast. In een respons op dit artikel geven wij alternatieve verklaringen voor de dalende stikstofgehaltes in bladeren, en pleiten voor beter bewijs en begrip van de onderliggende mechanismen voordat aanbevelingen worden gedaan als het bemesten van natuurlijke ecosystemen.

Toevallig kwam er vlak daarna een interessante studie uit die laat zien dat een alternatieve verklaring is voor een wereldwijd afnemend stikstofgehalte in bladeren. Omdat, zoals hierboven beschreven, fotosynthese niet meer gelimiteerd wordt door de carboxylatie-stap, investeert de plant minder in het handhaven van Rubisco, en dus minder in de stikstof die nodig is voor Rubisco. De auteurs van dit artikel modelleren deze aanpassing en laten zien dat de afname van stikstof nodig voor Rubisco zeer goed overeenkomt met de wereldwijde afname van de stikstof in bladeren (0.27% per jaar versus 0.2-0.25% per jaar). 

Stikstof is niet de enige factor die een rol speelt in de groei-respons op hogere CO2-concentraties in de atmosfeer. Een zeer recent artikel vindt dat de groei van bomen in de Amazone sterk wordt beperkt door de lage fosforgehaltes in de bodems daar, en dat in die bossen dus geen extra groei, en CO2 opname, door hogere CO2-concentraties te verwachten is. 

Hoewel planten beter tegen droogte kunnen onder hogere CO2-concentraties omdat ze hun huidmondjes minder lang hoeven te openen, is het waarschijnlijk dat extra groei teniet wordt gedaan door meer frequente droogteperiodes. Hoewel eerdere studies CO2 aanwezen als belangrijkste factor voor wereldwijde vergroening (“global greening”), suggereert recenter werk dat in veel regio’s “greening” en “browning” veroorzaakt worden door hogere temperaturen en toenemende droogte. Daarbij zijn er aanwijzingen dat de vergroeningstrend aan het afvlakken is. Deze trend wordt ook genoemd in het IPCC rapport “Impacts, Adaptation and Vulnerability”.

Bovendien betekent extra plantengroei als gevolg van hogere CO2-concentraties niet noodzakelijkerwijs dat ecosystemen meer CO2 opnemen en vasthouden. Als deze groei ten koste gaat van CO2 die is opgeslagen in bodemorganische stof zijn we zelfs verder van huis, omdat de residentietijd van koolstof in de bodem veel hoger is dan die in planten. De CO2 in plantenbiomassa is vastgelegd zolang de plant leeft, terwijl de CO2 in de bodem langdurig opgeslagen kan worden – wel tot 1000 jaar. Er zijn ook aanwijzingen dat planten minder oud worden onder hogere CO2-concentraties, en dat dus de opgenomen CO2 weer sneller terug in de atmosfeer komt. Daartegenover staat dan weer dat bomen meer lijken te profiteren van verhoogd CO2 dan gras- en struikachtigen (zie Figuur 4), wat – door de langere levensduur van bomen – weer leidt tot langere vastlegging van die CO2

Figuur 4. Het effect van plant-type (boom, groen, of geen boom, geel) op de groeirespons als gevolg van hogere CO2 concentraties. Uit Maschler et al. 2022

Het mag duidelijk zijn: je kunt niet zomaar zeggen dat meer CO2 beter is voor de plantjes, en als er meer groei is, is het nog maar de vraag of die groei leidt tot langdurig meer opslag van CO2. Er is nog veel onduidelijk over hoe groot het CO2-bemestingseffect op de lange termijn gaat zijn, en hoe bovenstaande mechanismen met elkaar interacteren. Bovendien krijgen we niet alleen meer CO2, we krijgen ook hogere gemiddelde temperaturen, en meer extremen zoals hittegolven en droogte. Al deze factoren werken op elkaar in, en beïnvloeden niet alleen de groei en CO2-opslag van ecosystemen, maar ook hun voorkomen en soortensamenstelling. Wereldwijd verschuift het voorkomen van soorten richting de polen, verandert de timing van hun levenscyclus, en worden soorten bedreigd met uitsterven door klimaatverandering. Deze veranderingen leiden op hun beurt tot verschuivingen van ecosystemen en zelfs biomen, en uiteindelijk het verlies van biodiversiteit en ecosystemen.

Gebruikte peer-reviewed wetenschappelijke artikelen en rapporten

Cunha, H.F.V. et al. (2022) Direct evidence for phosphorus limitation on Amazon forest productivity. Nature 608, 558-562. https://doi.org/10.1038/s41586-022-05085-2

Dong, N. et al. (2022) Rising CO2 and warming reduce global canopy demand for nitrogen. New Phytol. 235, 1692-1700. https://doi.org/10.1111/nph.18076

Maschler, J. et al. (2022) Links across ecological scales: Plant biomass responses to elevated CO2. Glob. Change Biol. n/a. https://doi.org/10.1111/gcb.16351

Mason, R.E. et al. (2022) Evidence, causes, and consequences of declining nitrogen availability in terrestrial ecosystems. Science 376, eabh3767. https://doi.org/10.1126/science.abh3767

Myers-Smith, I.H. et al. (2020) Complexity revealed in the greening of the Arctic. Nat. Clim. Change 10, 106-117. https://doi.org/10.1038/s41558-019-0688-1

Olff, H. et al. (2022) Explanations for nitrogen decline. Science 376, 1169-1170. https://doi.org/10.1126/science.abq7575

Terrer, C. et al. (2019) Nitrogen and phosphorus constrain the CO2 fertilization of global plant biomass. Nat. Clim. Change 9, 684-689. https://doi.org/10.1038/s41558-019-0545-2

Terrer, C. et al. (2021) A trade-off between plant and soil carbon storage under elevated CO2. Nature 591, 599-603. https://doi.org/10.1038/s41586-021-03306-8

Winkler, A.J. et al. (2021) Slowdown of the greening trend in natural vegetation with further rise in atmospheric CO2. Biogeosciences 18, 4985-5010. https://doi.org/10.5194/bg-18-4985-2021

IPCC (2022) Climate Change 2022: Impacts, Adaptation, and Vulnerability. Contribution of Working Group II to the Sixth Assessment Report of the Intergovernmental Panel on Climate Change. https://www.ipcc.ch/report/ar6/wg2/

11 Reacties op “Krijgen we echt een groenere wereld met meer CO₂? 

  1. Chris Oldenhof

    CO2 is HET beginpunt van de voedselketen. Het enige! Alle C atomen in levende wezens komen voort uit CO2.
    Zonder CO2 is er geen leven op aarde mogelijk.
    De ondergrens waaronder het vreselijk mis gaat is 150 ppm. Daar zitten we boven maar lang geleden zaten we eer veel verder boven.
    Waarom komt dit niet aan de orde in dit verhaaltje?

    Like

  2. Beste Chris,

    Prof. Franciska de Vries kent de koolstofcyclus beter dan wie ook. Het is haar vak. Daarom hoeft zij in haar bovenstaande artikel geen tijd te besteden aan banale misvattingen. Ik, daarentegen, leg je graag uit waarom je opmerkingen niet relevant zijn:

    1. Er is van nature al ZAT aan CO₂ in de dampkring. Van nature is dit 280 ppm tijdens ons Holoceen en daar is GEEN menselijke uitstoot voor nodig. De 280 ppm zat namelijk al in de lucht.

    2. Tijdens de allerkoudste ijstijden (waarvan er acht geweest zijn over de laatste één miljoen jaar), daalde het CO₂-gehalte naar soms 180 ppm. Alle bossen en vegetatie op Aarde, en ook gigantische diersoorten zoals de mammoeten en bisons etc. hebben deze 180 ppm prima overleeft. Geen enkel probleem!

    3. De koolstofcyclus en het leven op Aarde heeft onze extra CO₂-emissies dus helemaal niet nodig!

    4. Wat wél een probleem is… is in heel korte tijd het CO₂-gehalte opkrikken van de natuurlijke 280 ppm –> 420 ppm, en dan over 100 jaar bijvoorbeeld naar 670 ppm of nog meer. Het probleem is het extra CO₂.

    Waarom is dit een probleem? O.a. doordat alle huidige soorten op aarde, planten en dieren, geëvolueerd en aangepast zijn aan deze 280 ppm (en tijdens de ijstijden zelfs 180 ppm). Dit zijn namelijk de normale CO₂-gehaltes gedurende de afgelopen 2,5 miljoen jaar. Lees nu het artikel door prof. de Vries nog maar ’s opnieuw. 🙂

    Like

  3. Chris Oldenhof

    Beste Bob,

    Dank dat je de moeite genomen hebt om uitgebreid te reageren. Ter info voor de duidelijkheid en het perspectief:
    Ik ben een Dr. in de organische fotochemie dus geen leek.

    Dat het niet “persé” alleen CO2 toename is die zorgt voor vergroening is wat mij betreft nogal een open deur. De realiteit is altijd complexer.
    Dat geldt in heel sterke mate bijvoorbeeld ook voor het klimaat en de rol van CO2 in klimaatvariatie. De “regelknop” gedachte is wetenschappelijk gezien erg vreemd en m.i. zelfs eenvoudigweg dom, daar wij immers heel goed weten dat zeer vele parameters het klimaat beïnvloeden.
    Ik neig er wel toe in te schatten dat de rol van CO2 in vergroening zeer aanzienlijk is. Maar dit alles precies inschatten kan niemand, ik niet, jij niet en ook Franciska niet.

    Ik heb nergens beweerd dat de extra koolstofemissie “nodig” is. Het gaat er meer om of die schadelijk of nuttig is. Ik neig sterk naar het laatste.
    Dat organismen “gewend” zijn aan een niveau van 280 ppm en dus schade ondervinden van een toename lijkt me vergezocht en ook een niet erg wetenschappelijke veronderstelling. Als een wat hoger niveau gunstig is voor organismen dan is de natuur flexibel genoeg om dat voordeel uit te buiten. In het verre geologische verleden zijn niveaus tot wel 7.000 ppm voorgekomen en juist die perioden zorgden voor een ware explosie van (nieuw) leven. Dat is toch een heel duidelijke vingerwijzing.
    Ik denk dat het woord “ZAT” dat je gebruikt een erg vage term is die een wetenschappelijke basis mist.

    Al met al geeft Franciska´s artikel mij sterk het gevoel dat zij tamelijk éénzijdig (maar wel op een wetenschappelijke wijze) aan het zoeken is naar argumenten waarom een CO2 toename misschien niet gunstig is. Ik denk dat zij ook in staat is om een artikel te schrijven dat beredeneert waarom het wél gunstig zou zijn.

    Like

  4. Beste Chris,

    Je opinies hierboven zijn niet gestoeld op de wetenschappelijke realiteit. Hierbij enkele voorbeelden:

    -> “de “regelknop” gedachte is wetenschappelijk gezien erg vreemd en m.i. zelfs eenvoudigweg dom, daar wij immers heel goed weten dat zeer vele parameters het klimaat beïnvloeden.

    Nee, het is allerminst dom. Het is de conclusie van onder meer de NASA onderzoekers, al sinds 2010:

    Wat je weglaat is het woordje ‘principal‘. Het gehalte aan broeikasgassen in de dampkring (CO₂ en CH₄, versterkt door de condenserende waterdamp) is de voornaamste ‘control knob’ van het Aardse klimaat. Het broeikaseffect is namelijk de enige oorzaak waardoor het op Aarde gemiddeld ca. 15 °C is… in plaats van de planetaire stralingstemperatuur van -18°C die het anders zou zijn.

    Het feit dat er óók nog andere factoren bestaan, verandert niets aan de ‘PRINCIPAL control knob’ zoals NASA het aanduidt. Het is immers de VOORNAAMSTE regelknop.

    -> “Ik heb nergens beweerd dat de extra koolstofemissie “nodig” is.

    Dat is ‘disingenous’ in deze discussie. Eerst doe jij je vóór alsof je niet eens zou weten… dat er van nature al RUIM meer dan die 150 ppm in de dampkring zit. In je eerste reactie doe je net alsof: “Zonder CO2 is er geen leven op aarde mogelijk“, een valide argument zou zijn om onze emissies niet te reduceren. Je van den domme houden, dus.

    Indien extra CO₂ niet nodig is (dat is het niet), dan wegen de schadelijke effecten die in talloze blogstukken hier besproken zijn, al gauw zwaarder dan de (beperkte) voordelen. Prof. de Vries beschrijft hierboven dat we niet al te veel hoeven te verwachten qua ‘voordelen’, ook vanwege de andere beperkende factoren voor de plantengroei zoals stikstof, fosfor, voldoende water en juist de afwezigheid van extreme droogte en andere weersextremen etc.

    -> “Ik neig er wel toe in te schatten dat

    Een neiging tot een inschatting… is geen argument.

    Er is een hele reeks aan wetenschappelijke onderzoeken die Franciska de Vries aanhaalt. Ook andere studies die in eerdere blogstukken besproken zijn, laten zien dat we niet al te veel hoeven te verwachten van deze ‘CO₂ fertilisation’ in de open lucht:

    CO2 is goed voor de plantjes. Maar meer is niet per se beter.

    De vergroening van de aarde – over de bomen, het bos en andere zaken

    Like

  5. Chris Oldenhof

    Sorry Bob, maar op deze wijze komen we in een welles/nietes spelletje terecht. Het gaat om de inhoud en daar fiets jij omheen met wat dooddoeners.
    Heb jij wel een wetenschappelijke achtergrond?

    Hoe dan ook is deze materie veel te complex voor een Blogdiscussie. Voor jou is de realiteit zwart/wit met draaiknoppen en ja/nee visies.
    Vergroening vind je dan zó complex dat CO2 dit nooit (bijna alleen) kan veroorzaken maar klimaat daarentegen daar is CO2 wel de draaiknop voor.
    Een beetje tegenstrijdig, vind je niet?

    Nu ja, ik houd het hierbij. We kunnen nog jaren zo door jojo-en.

    Like

  6. Beste Chris,

    Ik heb je inhoudelijk geantwoord, inclusief de verwijzing naar Lacis 2010 (NASA). Eén van je bezwaren was immers, ik citeer: “De “regelknop” gedachte is wetenschappelijk gezien erg vreemd.” Het is niet vreemd en wordt algemeen geaccepteerd, zoals de publicatie van Lacis laat zien:

    https://www.science.org/doi/10.1126/science.1190653

    De retorische misleiding van jouw kant zit ‘m erin dat je het ‘principal’ daar hebt weggelaten. CO₂ is immers de voornaamste regelknop, wat impliceert dat er ook andere factoren bestaan.

    Het is geen dooddoener en de “zwart/wit” framing… komt daarmee juist van JOUW kant. Jij doet namelijk net alsof de ‘voornaamste regelknop’ metafoor uit zou sluiten dat er ook nog andere factoren bestaan.

    Het is duidelijk dat je geen onderbouwing levert van waar je “toe neigt”, in jouw woorden. Daarmee loop je nu weg uit de discussie.

    Prettige jaarwisseling! 🙂

    Geliked door 1 persoon

  7. Chris Oldenhof

    Het is goed met je.
    Gelukkig Nieuwjaar.

    Like

  8. Bob,

    ben het wel met je eens dat CO2 (en CH4 voor 30%?) de voornaamste regelknop is bij klimaatverandering.
    Leuk artikel van Franciska de Vries trouwens hier, had het nog niet gezien.

    Geliked door 2 people

  9. Beste Chris Oldenhof,

    Een reactie met alleen een linkje naar desinformatie is tegen onze spelregels (‘linkdump’): https://klimaatveranda.nl/spelregels/

    En daarom verwijderd.

    Like

  10. Chris Oldenhof

    Jammer, Bob Brand.
    Het was de link naar een gigantische hoeveelheid belangrijke wetenschappelijk informatie.
    Maar wie liever in zijn angstige bubbel van klimaatvariatievrees blijft heeft daartoe het volste recht.

    Like

  11. Hans Custers

    Voor wie een uitgebreide ontmanteling wil van de ‘plantenvoer’ retoriek, is er deze video van Peter Hadfielt (ofwel potholer54):

    Geliked door 2 people

Plaats een reactie