Tagarchief: kooldioxide

Wat is eigenlijk een broeikasgas?

Eerder en in iets andere vorm verschenen op NU.nl in de serie “Klimaatvragen”

Als de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer stijgt, gaat de temperatuur omhoog. Maar hoe komt dat eigenlijk? En waarom hebben sommige gassen wel deze werking, en andere niet?

Broeikasgassen zijn gassen die warmtestraling opnemen. Die warmte wordt vervolgens weer teruggestraald naar de omgeving. Oók terug naar de aarde, die daardoor een hogere temperatuur krijgt. Dit noemen we het broeikaseffect. Als de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer toeneemt, dan stijgt de temperatuur.

Maar wat maakt een gas dan een broeikasgas?

Verreweg het grootste deel van de lucht, stikstof en zuurstof, is niet alleen doorzichtig voor zichtbaar licht (blauw, geel en rood), maar ook voor warmtestraling (infrarood). Die straling gaat er dus net als zichtbaar licht dwars doorheen. Een aantal andere gassen laat warmtestraling niet zomaar door. Dat zijn broeikasgassen: gassen die een deel van de warmtestraling absorberen. Hoewel hun concentratie in de lucht relatief laag is, is hun effect op de temperatuur groot.

Maar waarom dan? Dat heeft te maken met de vorm van de moleculen waar het gas uit bestaat. En dat is nog best complex: een molecuul kan warmtestraling absorberen als het kan meetrillen met dezelfde golflengte als de warmtestraling. Dat kun je vergelijken met een stemvork die meetrilt met een bepaalde toonhoogte. Het trillende molecuul neemt de warmtestraling in zich op, waardoor de lucht er omheen ook opwarmt. De extra warmte wordt vervolgens in alle richtingen uitgestraald, dus ook terug naar de aarde.

Om warmtestraling te kunnen opnemen, moeten gasmoleculen een beetje kunnen trillen, waarbij de verdeling van elektrische lading binnen het molecuul een beetje verandert. Dat kan alleen als een gasmolecuul uit drie of meer atomen bestaat. Bron: DynamicScience.com.

Een voorwaarde om warmtestraling te kunnen absorberen is dat een molecuul asymmetrisch kan trillen. Simpele, rechte moleculen die uit slechts twee atomen bestaan, zoals zuurstof (O2) en stikstof (N2) kunnen dat niet, en zijn dus geen broeikasgassen. Broeikasgassen bestaan uit drie of meer atomen: bijvoorbeeld CO2 of methaan (CH4). Ook waterdamp (H2O) is een belangrijk broeikasgas.

Lees verder

Een warme en zure toekomst?

Gast-blog van frequent reageerder Jos Hagelaars:

De fysische aspecten van het molecuul CO2 geven aanleiding tot zeer verhitte discussies en zelfs tot bedrog, infiltratie of klokkenluiden. Hollywood kan er zijn voordeel mee doen in de toekomst. Naast de fysische gevolgen van de menselijke output van enorme hoeveelheden van die drie atomen, kleven er wat minder bekende chemische consequenties aan die 800 teramol CO2 (36 gigaton[2]) die nu per jaar de lucht in vliegen. Als gevolg van de opname van CO2 uit de atmosfeer door de oceanen daalt de pH (een maat voor de zuurtegraad) van het zeewater, een fenomeen dat bekend staat onder de naam Ocean Acidification.

De vraag is nu wat die verzuring van de oceanen gaat betekenen voor het leven in de oceanen. In Science[1] is onlangs een review artikel gepubliceerd van Hönisch en 21 andere wetenschappers, waaronder Dr. Appy Sluijs van de Universiteit van Utrecht, waarin gekeken is naar soortgelijke gebeurtenissen in het geologische verleden.

Lees verder