Wie schuld draagt, betaalt

De grootste fossiele bedrijven zijn honderden miljarden dollars aan herstelbetalingen verschuldigd voor de economische schade die klimaatverandering in de aankomende decennia aan zal richten. Dat stelt een recente studie in OneEarth. Het klinkt als veel geld, maar voor de fossiele bedrijven geldt dat de genoemde bedragen minder zijn dan hun recordhoge winsten gemaakt in 2022, het jaar van de energiecrisis. Wanneer zet ‘Big Oil’ de knop om?

Herstelbetalingen?

Rijke mensen in het mondiale Noorden zijn onevenredig veel meer verantwoordelijk voor de opwarmende aarde. En de gevolgen van de klimaatcrisis treffen vooral armere mensen en gemarginaliseerde groepen in het mondiale Zuiden. Klimaatverandering is een groot onrecht. Aan dit onrecht hangt een prijskaartje, en tijdens de jaarlijkse VN klimaattoppen wordt er de laatste jaren steeds vaker over geld voor klimaatschade gesproken. In november vorig jaar leidde dat tot de historische afspraak voor het opzetten van een klimaatschadefonds, ook wel het ‘Loss and Damage’ fonds genoemd. Fatsoenlijke schattingen voor geleden schade zijn echter schaars, en overheden zijn het veelal niet eens over wie voor de kosten zou moeten opdraaien. Nationaal eigenbelang weegt vaak toch zwaarder dan internationale solidariteit, zo blijkt maar weer.

Toch proberen wetenschappers om schattingen van kosten te koppelen aan de vraag wie dat zou moeten betalen. In de recente studie in OneEarth worden schattingen gemaakt van de hoogte van deze herstelbetalingen (in het Engels: ‘reparations’). De auteurs leggen de verantwoordelijkheid bij de grootste uitstotende fossiele bedrijven, en berekenen hoeveel smartengeld zij de samenleving in de toekomst verschuldigd zijn. De methodes en resultaten zijn interessant, en zullen we hier behandelen.

Olietekorten bij BP in het VK. Foto door Red Dot via Unsplash

De vervuiler betaalt

Fossiele bedrijven zoals Shell en Exxon zijn direct, of indirect, verantwoordelijk voor de uitstoot van broeikasgassen. Ze dragen echter een extra verantwoordelijkheid doordat veel van deze bedrijven al decennialang wisten van de gevaarlijke gevolgen van hun producten, en desondanks hun vervuilende bedrijfsvoering hebben verdedigd en uitgebouwd. Van Shell en van Exxon staat vast dat zij al sinds de jaren ’70 en ’80 wisten van klimaatverandering en actief klimaatbeleid tegen hebben gewerkt door desinformatiecampagnes. Ook in Nederland is deze misinformatie over klimaatverandering het publieke debat in gesijpeld. 

Het weglopen van hun verantwoordelijkheid voor decarbonisatie en het lobbyen voor het voortbestaan van hun fossiele bedrijfsvoering zijn ze overigens nog niet verleerd. Zo is er ook nu nog sprake van innige banden van de fossiele industrie met de politiek (zo hielp Rutte Shell via allerlei geitenpaadjes aan miljoenen euro’s subsidies); de nieuwe CEO van Shell spreekt openlijk uit dat ze hun olie- en gasproductie niet willen afbouwen; en Big Oil’s mooie plannen voor net-zero blijken veelal gestoeld op dubieuze compensatieprojecten.

Fossiele bedrijven worden steeds vaker aansprakelijk gesteld voor hun schade, bijvoorbeeld via rechtszaken, maar nu is er ook een uitgebreide berekening gemaakt van de kosten die ze verschuldigd zijn aan de gemeenschappen die het meest geraakt worden door decennia uitstoot en leugens. De studie in OneEarth stelt dat de 21 grootste vervuilers, waaronder bedrijven als BP, Shell en ExxonMobil, verantwoordelijk zijn voor zeker 5,4 biljoen (!) dollar aan schade door extreme droogtes, bosbranden, zeespiegelstijging en veel meer dat aan klimaatverandering kan worden toegekend, over de periode 2025 tot 2050. 

Wie betaalt wat en waarom?

De data die de studie gebruikt zijn gegevens over de uitstoot van fossiele bedrijven, en een raming van de kosten van klimaatverandering. De historische uitstoot van fossiele bedrijven komt uit de Carbon Majors database. Dat levert uitstoot per bedrijf op. De auteurs houden vervolgens 1988 aan als startjaar van de emissies die ze meenemen in de berekening van verantwoordelijkheid. 1988 is het jaar dat het IPCC werd opgericht (en van de getuigenis van klimaatwetenschapper James Hansen voor de senaat van de VS). Vanaf dat moment worden claims van de industrie dat ze geen verantwoordelijkheid hadden voor klimaatverandering, of dat het allemaal niet zo erg was, onhoudbaar geacht.

Het aandeel CO2 emissies en de hoeveelheid te betalen herstelbetalingen voor de top 21 uitstotende fossiele bedrijven. Data van de studie, figuur via The Guardian

De te betalen bedragen zijn berekend op basis van een consensusverklaring van economen over de kosten van klimaatverandering. Zij schatten de te verwachten mondiale economische kosten op zo’n 99 biljoen dollar tussen 2025 en 2050. De uitstoot van fossiele brandstoffen is verantwoordelijk voor zo’n 69,6 biljoen. De studie kiest ervoor om een derde van deze toekomstige kosten aan de fossiele industrie toe te kennen. Ze kennen de andere twee derdes toe aan overheden en consumenten. Het is een redelijk arbitraire keuze, en misschien zelfs wel een beetje conservatief. Uiteindelijk houdt het in dat de mondiale fossiele industrie verantwoordelijk wordt gehouden voor ten minste 23,2 biljoen dollar aan klimaatgerelateerde economische verliezen over 25 jaar. Of, bijna 900 miljard per jaar. 

De auteurs kiezen ervoor om een dimensie aan rechtvaardigheid mee te nemen in de toekenning van de kosten aan de top 21 vervuilers. Vervuilers gevestigd in lage inkomenslanden, zoals Coal India, worden vrijgesteld van herstelbetalingen. Bedrijven uit midden inkomens, zoals PetroChina, worden de halve kosten toegekend, en de top vervuilers uit rijke landen, waaronder Exxon en Shell, mogen het volledige bedrag uitkeren. Deze top 21 vervuilers worden gezamenlijk dus voor 5,4 biljoen dollar (van die 23,2 biljoen dollar in totaal) aansprakelijk gesteld, waarbij die vrijstellingen zijn verrekend. 

Gezien de rijkste 1% van de wereld voor meer dan 2 keer zo veel uitstoot verantwoordelijk is dan de armste 50%, is het meenemen van rechtvaardigheid in de berekeningen een goed voornemen, mijn inziens. Toch vind ik het wel een beetje arbitrair waar je dan de grens precies trekt. Je zou ook een soort glijdende schaal kunnen definiëren, waarbij de hoogte van de herstelbetalingen afhankelijk is van het BNP van een land. Of niet het land van vestiging, maar de landen van de aandeelhouders of bedrijfstop aanhouden. Daarnaast zou het ook rechtvaardiger zijn om al die uitstoot van voor 1988 wel mee te nemen, maarja, dan kun je weer stellen dat de Shells en BPs niet ‘wisten’ dat hun producten voor gevaarlijke klimaatverandering zouden zorgen… Uiteindelijk zijn dit ook allemaal ietwat arbitraire keuzes. Voor de auteurs was het vooral van belang om in hun methodes de bedrijven uit landen in ontwikkeling enigszins vrij te stellen.

Percentage van de mondiale emissies tussen 1988 – 2022 versus het BNP van het land waar het bedrijf gevestigd is. Data van de studie, figuur via The Guardian

We zien dat Saudi Aramco met kop en schouders bovenaan staat in termen van emissies. Aramco alleen is voor bijna 5% van de mondiale CO2 emissies vanaf 1988 tot nu verantwoordelijk. Op basis daarvan zou het meer dan 1 biljoen dollar aan herstelbetalingen verschuldigd zijn, over de periode 2025 – 2030. ExxonMobil en Shell staan op plek 5 en 6 van meeste uitstoot, maar op plek 3 en 4 in termen van de meeste herstelbetalingen, omdat de grote uitstoters Coal India en National Iranian Oil volgens de methodes van de studie worden vrijgesteld. 

Het geld is er 

Het klinkt als grote bedragen waar de studie mee aan komt zetten. Maar als we kijken wat een aantal van deze grote bedrijven in het afgelopen jaar aan winst hebben geboekt, dan is het absoluut niet onbetaalbaar. De oliereuzen BP en Shell hebben in 2022 respectievelijk zo’n 28 miljard en 40 miljard dollar winst gemaakt, voor beide een record. Samen zouden ze ongeveer 31 miljard dollar per jaar aan herstelbetalingen moeten uitkeren. ExxonMobil gaat daar flink overheen en heeft een recordwinst van 56 miljard dollar geboekt in 2022. Ze worden voor 18 miljard dollar per jaar aan klimaatsmartengeld verantwoordelijk gehouden. Saudi Aramco, het staatsbedrijf dat qua emissies én qua herstelbetalingen absoluut bovenaan staat met een geschatte 43 miljard dollar per jaar, heeft in 2022 een zodanig kolossale winst gemaakt dat het vier jaren aan herstelbetalingen in één jaar zou kunnen uitkeren. Hun recordwinst van zo’n 161 miljard dollar is bijna de helft van de begroting van Nederland in 2022

De recordhoge winsten van ExxonMobil, Shell, Chevron en BP samen zijn nog minder dan de torenhoge winst van Saudi Aramco in 2022. Via CarbonBrief.

Nu was 2022 een uitzonderlijk jaar voor ‘Big Oil’. Door de Russische invasie in Oekraïne schoten de energieprijzen de lucht in. Dat heeft in Nederland en vele landen om ons heen voor een ‘cost of living’ crisis gezorgd. Wij konden de gasrekening niet meer betalen, er werden fondsen opgetuigd om mensen met hun torenhoge energierekeningen te helpen, en ons werd aangeraden om wat korter te douchen en de verwarming lager te zetten. Ondertussen boekte Big Oil ongekende recordwinsten en werden er gretig bonussen uitgedeeld aan de top van de fossiele energieconcerns. Ik vind dat een grove schande.

Van plicht naar praktijk

Vanuit een moreel standpunt kun je begrijpen dat de grote vervuilers een reparatieverantwoordelijkheid hebben voor schade die is en zal worden aangedaan door emissies waar zij voor verantwoordelijk zijn. Dit onderzoek laat zien dat de top uitstoters een behoorlijke kluif aan herstelbetalingen zouden moeten betalen, maar dat dat met hun recente recordwinsten geen probleem hoeft te zijn. Ja, er is wat af te dingen op de methodes die de onderzoekers gebruiken, maar ook met andere keuzes in de methodologie is het duidelijk dat onbeperkt olie oppompen niet zonder gevolgen mag zijn. Het is echter de vraag of we nu en in de toekomst een redelijk niveau van rechtvaardigheid of moreel besef kunnen verwachten van Big Oil. In het afgelopen jaar hebben onder meer BP, ExxonMobil en Shell hun toezeggingen om olie- en gasproductie af te schalen, zelfs teruggedraaid… Met het soort onderzoek dat we in deze blog hebben behandeld, kan de fossiele industrie wel meer en meer op een onderbouwde manier ter verantwoording worden geroepen. Want maak mij maar wakker wanneer ze vanuit zichzelf een reparatiebesef gaan voelen. 

5 Reacties op “Wie schuld draagt, betaalt

  1. Jaap Lont

    Hoe valt dit juridisch dicht te timmeren?

    Geliked door 1 persoon

  2. Interessant stuk. Als de herstelbetalingen slechts een fractie van de winst zijn, is het dan meer gerechtvaardigd om deze te innen? Wordt de hoogte van een schadevergoeding bepaalt aan de hand van de draagkracht van de dader, of op basis van de geleden schade van het slachtoffer?

    De vraag omtrent herstelbetalingen is eigenlijk een rechtvaardigheidsvraagstuk van verdelingen. De WRR heeft hier een interessant rapport over geschreven waarin ze verschillende benaderingen van rechtvaardigheid uiteenzetten over hoe je de klimaatkosten kunt verdelen. Daarin komt ook terug dat ‘de vervuiler betaalt’ een aantrekkelijk antwoord is op dit vraagstuk, maar niet altijd even makkelijk in te kaderen is. Ik ben erg benieuwd hoe dit artikel kan worden geïnterpreteerd aan de hand van de verdelingsbeginselen van de WRR.

    Geliked door 1 persoon

  3. Dirk Roortda

    De kosten van asbestsanering zijn allemaal naar de gebruikers van het asbest gegaan. De fabrikanten zijn er goed mee weggekomen. Ik hoop dat we het met de fossiele fabrikanten beter en harder kunnen spelen. Ik ben geen jurist, dus ik weet de wettelijke kaders niet zo goed.
    Tegelijk zijn die wettelijke kaders natuurlijk ook het voornaamste product van het onversneden kapitalisme waar de fossiele industrie op gedijt.
    Afdwingbare herstelbetalingen zullen zorgen dat de assets van de fossiele industrie niet langer wettelijk beschermd zijn. Dat zaagt een een of twee stoelpoten onder hen vandaan.
    En mogelijk zorgt het ook voor assertievere wetgeving, waar de kapitalistische belangen niet meer veilig te stellen zijn ten koste van de maatschappij.

    Geliked door 1 persoon

  4. Arthur Oldeman

    Dag @Jaap en @Dirk, dank voor jullie interesse in de blog,

    Ook ik ben geen jurist, maar kan denk ik wel iets zeggen over de context van herstelbetalingen. ‘Reparations’ zijn historisch gezien en in een juridisch framework gedefinieerd als herstelbetalingen als er grove mensenrechtenschendingen hebben plaatsgevonden. Bekende voorbeelden zijn reparaties voor slavernij, maar ook voor oorlogsmisdaden, waaronder de holocaust (ik maak hier overigens absoluut niet de vergelijking tussen die gebeurtenissen en de impacts van de klimaatcrisis). Juridisch gezien is de plicht tot herstel(betalingen) terug te vinden in meerdere internationale verdragen, waaronder de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.

    Hoe kan dit op geleden schade door emissies van toepassing zijn ..? Ik zie in Nederland al twee juridische precedenten, namelijk Urgenda v de Nederlandse staat, en Milieudefensie v Shell. In beide gevallen zijn de rechtszaken gewonnen, en werd er juridisch gebouwd op het beschermen van mensenrechten (specifiek het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens). Het feit dat die rechtszaken gewonnen zijn, specifiek gebruik makend van een mensenrechtenargument, én het feit dat herstelbetalingen gestoeld zijn op vergelijkbare juridische artikelen aangaande mensenrechten, kán een succesvol wettelijk kader voor klimaat-herstelbetalingen bieden.

    Like

  5. Arthur Oldeman

    @Bram,

    Als de herstelbetalingen slechts een fractie van de winst zijn, is het dan meer gerechtvaardigd om deze te innen? Wordt de hoogte van een schadevergoeding bepaalt aan de hand van de draagkracht van de dader, of op basis van de geleden schade van het slachtoffer?
    – Idealiter zou het niet moeten uitmaken of een ExxonMobil genoeg winst maakt om die herstelbetalingen te betalen. Maar ik zie het meer als een moreel argument: We kunnen moreel én juridisch best onderbouwen dat big oil herstelbetalingen verschuldigd is, én ze hebben het geld. Waar wachten we nog op?
    – Een stukje van die vraag over draagkracht wordt in de methodes van de paper wel meegenomen. Ten minste, ik denk dan aan die vrijstelling van sommige bedrijven op basis van het BNP van het land van vestiging.

    Dat laatste gaat eigenlijk meer over het ‘profijtbeginsel’, waar het WRR rapport ook over rept
    (ik denk dat je deze bedoelt? https://www.wrr.nl/adviesprojecten/klimaatbeleid/documenten/rapporten/2023/02/16/rechtvaardigheid-in-klimaatbeleid )
    Zij stellen ‘de vervuiler betaalt’ tegenover het ‘profijtbeginsel’. Vanuit de vervuiler betaalt kun je denk ik best redelijk een case voor herstelbetalingen beargumenteren. In het geval van het profijtbeginsel (wie profiteert er van de geleverde producten..?) is dat wel iets anders. Binnen landsgrenzen zou een BP kunnen beargumenteren dat ook al lijden er mensen aan extreem weer door klimaatverandering (terug te leiden op hun uitstoot), de Britten hebben ook voordeel gehaald uit het gebruik van hun olie. Ik vind dat een shaky argument, maar vooruit. Maar dat argument houdt internationaal gezien geen steek, denk ik. Eilandstaten die hun land zien verdwijnen door de stijgende zeespiegel ervaren denk ik op geen enkele manier profijt van de producten van BP. Maar ze ervaren wel de kwalijke gevolgen.

    Like

Plaats een reactie