Leiden alle wegen naar Parijs?

Gastblog van Mathieu Blondeel (VU Amsterdam)

Foto: US Department of Agriculture / Flickr (cc)

Sinds enkele jaren buitelen overheden, bedrijven, investeerders en anderen over elkaar om ‘net-zero’ (of netto-nuluitstoot) beloftes te maken. Ook heel wat fossiele energiereuzen, zoals Shell en BP, willen ten laatste tegen 2050 netto-nuluitstoot bereiken. Maar wat houdt zo’n net-zero strategie eigenlijk in? En, bovenal, voor grote olie- en gasconcerns rijst de vraag hoe deze beloftes te rijmen vallen met een bedrijfsstrategie die de verkoop van olie en gas prioriteit blijft geven? Dat is de basis van ons artikel ‘Do all roads lead to Paris?’, dat recent verscheen in het wetenschappelijke tijdschrift Climatic Change.

CO2 compensaties – een noodzakelijk kwaad?

Om deze vragen te beantwoorden, onderzocht ik samen met collega’s van de Kyoto en Tohoku universiteiten in Japan de net-zero strategie van vier olie- en gasbedrijven: Shell, BP, Chevron en ExxonMobil. Het resultaat is een unieke dataset die inzicht geeft in de haalbaarheid van claims van bedrijven als Shell om tegen 2050 CO2 neutraal te zijn.

Hun ‘net-zero’ claims houden in dat ze de CO2 emissies van hun productieactiviteiten, én die van de producten die ze verkopen, zo dicht mogelijk bij nul moeten brengen en alle resterende emissies moeten compenseren (‘offsetting’ in het Engels).[i] Voor die moeilijk uit te faseren, resterende emissies kan dan een ‘(carbon) credit’ gekocht worden voor elke ton CO2 die vermeden of uit de lucht gehaald wordt. Die credits zijn gelinkt aan een compensatieproject, zoals, bijvoorbeeld, bosbeheer in Brazilië of een windmolenproject in Turkije.

‘Get out of jail free’

Offsetting is ook een controversiële praktijk. Dr. Thales West, mijn collega bij het Instituut voor Milieuvraagstukken (IVM) van de VU, heeft dit  in eerder onderzoek al aangetoond. Tijdens de recente bosbranden in Canada, bijvoorbeeld, gingen er nog stukken bos die gebruikt werden in zo’n compensatieproject, in vlammen op.

De overgrote meerderheid (73%) van de 116 onderzochte compensatieprojecten is gebaseerd op het vermijden van emissies (‘avoidance’), zoals behoud van bossen. Maar om een échte impact te hebben zou er eerder sprake moeten zijn van projecten die daadwerkelijk CO2 uit de lucht halen (‘removal’), zoals het aanplanten van nieuwe bossen. Van alle credits die Shell kocht in de periode 2020-22, was 85% gelinkt aan vermijden, terwijl dit voor BP en Chevron zelfs 100% was.

Een tweede cruciale bevinding is dat de meeste compensatieprojecten al geruime tijd geleden gestart werden. De Carbon Offsetting and Reduction Scheme for International Aviation (CORSIA) van de Verenigde Naties hanteert een standaard dat er enkel credits van projecten gekocht mogen worden die na 2016 gestart werden. Oudere projecten linken aan emissies van vandaag is op z’n minst problematisch en bovendien is het te moeilijk om de kwaliteit ervan te controleren en garanderen. 92% van de projecten van BP, 89% van Chevron en 72% van Shell’s projecten startten vóór 2016 en zouden dus eigenlijk niet gebruikt mogen worden.

Hoe geraken we in Parijs?

Ondanks hun claims dat ze ‘kwaliteitsvolle’ credits aankopen, toont onze analyse aan dat de compensatiepraktijken van Big Oil op z’n minst een dubieuze klimaatimpact hebben.

In de eerste plaats moet elke transitiestrategie een gecontroleerde, maar versnelde uitfasering van olie- en gasproductie inhouden. Dit moet uiteraard ook gepaard gaan met een consumptiereductie. Anders komen we in een prijscrisis terecht zoals we die het afgelopen anderhalf jaar gekend hebben.

Enkel voor de héél moeilijk uit te faseren residuele emissies, kan er gekeken worden naar ‘offsetting’. Maar ook dan is er nood aan veel betere regulering en strengere kwaliteitscontrole op de daadwerkelijke acties die worden genomen om de CO2-uitstoot te compenseren.

—–

Het onderzoek ‘Do all roads lead to Paris?’ werd in juni gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Climatic Change.


[i] Andere bedrijven en overheden gaan nog een stap verder en willen net-zero voor uitstoot voor een heleboel andere broeikasgassen (zoals methaan) bereiken. Dit wordt ook omschreven als ‘klimaatneutraliteit’. Het verschil tussen een klimaatneutraliteit en koolstofneutraliteit is dus de hoeveelheid broeikasgassen waarvoor je naar netto-nuluitstoot streeft.

Plaats een reactie