Categorie archief: Energie

Rijke westerse landen zijn aanjagers van nieuwe olie- en gasprojecten, maar inwoners willen klimaatactie

Een nieuwe analyse laat zien dat de werelds rijkste landen wereldwijd de exploitatie van nieuw olie- en gasvelden leiden. Het zijn niet de ‘klassieke’ petrostaten zoals Rusland en Saudi-Arabië, maar het VK, de VS, Canada, Noorwegen en Australië die samen meer dan twee derde van alle olie- en gaslicenties vanaf 2020 hebben uitgedeeld. Het zijn dus juist de landen die historisch gezien het meeste hebben uitgestoten en nu goed geplaatst zijn om de energietransitie snel uit te voeren, die nóg meer broeikasgasuitstoot ontketenen. Draagvlak voor actie blijkt er wel te zijn. Wereldwijd, maar ook specifiek in deze ‘nieuwe petrostaten’, steunt een meerderheid van de inwoners meer en snellere klimaatactie, volgens een recente peiling. Maar waar het draagvlak voor actie groot is, blijken internationale beloftes vooral grootspraak, en houden ‘s werelds rijkste landen ons in een fossiele houdgreep.

Recordaantal olie- en gaslicenties

Terwijl landen op het wereldtoneel ambitieuze afspraken maken over de transitie naar een duurzame wereld, wordt de productie van fossiele energie maar niet afgeschaald. Integendeel: nieuwe data die exclusief met The Guardian zijn gedeeld, laten zien dat er een recordaantal licenties voor nieuwe olie- en gasprojecten zijn uitgedeeld in 2023. In 2024 wordt er daarom een piek in de uitstoot van olie- en gasprojecten verwacht, nadat die uitstoot in het afgelopen decennium eigenlijk vooral is afgenomen.

Eerder schreef ik al dat de vraag naar fossiele energie eigenlijk vooral stagneert en er verwacht wordt dat deze in de aankomende jaren flink afneemt, vooral doordat duurzame energie steeds goedkoper wordt. Dat is een goed teken voor de energietransitie en voor het beperken van klimaatverandering. Maar overheden voeren de concessies die ze verlenen voor productie dus juist op. De nieuwe data laten zien dat het niet de ‘klassieke’ petrostaten (zoals Rusland en Saudi-Arabië) zijn die de fossiele productie opvoeren, maar dat vooral rijke westerse landen zoals het VK en de VS verantwoordelijk zijn voor de toename in fossiele licenties.

Totale hoeveelheid licenties voor olie- en gasprojecten die sinds 2000 zijn uitgedeeld. In grijs het wereldwijde totaal, in blauw de vijf landen: het VK, de VS, Canada, Noorwegen en Australië. Figuur van The Guardian
Lees verder

De scenario’s van het IPCC zijn niet eerlijk (en hoe nu verder?)

Een nieuwe studie stelt dat de huidige scenario’s van klimaatmitigatie die in het IPCC worden gebruikt te weinig rekening houden met rechtvaardigheid. Het rechtvaardigheidsbeginsel is één van de principes van het Parijsakkoord, maar als de toekomst zich precies volgens die scenario’s zou ontwikkelen, zouden bestaande ongelijkheden groter worden. Bovendien dragen ontwikkelingslanden een te zware mitigatielast in vergelijking met ontwikkelde landen. Hoe nu verder? Kunnen we rechtvaardigheid überhaupt wel goed in de (economische) modellen meenemen? In een andere studie doen de auteurs alvast een opzet. De Parijsdoelen halen op een rechtvaardige manier kan wel, maar het vereist wel een veel grotere inspanning van landen in het mondiale Noorden.

Rechtvaardigheid als grondbeginsel van het Parijsakkoord

De conclusies in het IPCC AR6 over hoe de wereld klimaatverandering tot 1,5°C of 2°C opwarming kan beperken, leunen erg sterk op scenario’s (ook wel: ‘global modelled mitigation pathways’) die gebruik maken van Integrated Assessment Models (IAMs). Dat zijn eigenlijk modellen die de benodigde sociaal-economische verandering simuleren als we ons committeren aan de doelen uit het Parijsakkoord.

De historische en huidige bijdragen aan klimaatverandering zijn behoorlijk oneerlijk verdeeld. Sommige landen en regio’s stoten al decennia grote hoeveelheid broeikasgassen uit, terwijl andere landen eigenlijk maar een klein aandeel hebben in de huidige klimaatcrisis. Naast die ongelijkheid in verantwoordelijkheid, zijn er tussen regio’s ook grote ongelijkheden in termen van, bijvoorbeeld, inkomen en energieverbruik. Dat is weer relevant als we kijken naar socio-economische mitigatieroutes. Die ongelijkheden worden ook onderschreven in het Parijsakkoord, en zelfs in de grondbeginselen van het UNFCCC: de principes van ‘equity’ en ‘common but differentiated responsibilities and respective capabilities’. Ook wordt er expliciet benoemd dat ontwikkelingslanden niet een disproportionele last moeten dragen. Maar in hoeverre komen deze principes van rechtvaardigheid eigenlijk terug in de scenario’s?

De eerste twee grondbeginselen van het UNFCCC, bij de oprichting in 1992. Bron
Lees verder

Nuttige warmtepomp of onzinnige dwangpomp?

Gastblog van Professor Guido van der Werf

In De Telegraaf-rubriek “De Kwestie” kwamen onlangs twee deskundigen aan het woord over de warmtepomp, en dan met name over de CO2-besparing hiervan. Voor de argeloze lezer leken deze twee lijnrecht tegenover elkaar te staan, met een voorstander en een tegenstander van warmtepompen. Tegengestelde visies kunnen tot denken aanzetten, maar leiden vaak tot onnodige polarisatie en verwarring. Dat laatste was hier ook het geval, en eigenlijk vreemd aangezien de twee deskundigen het in grote lijnen eens leken te zijn. Hier kijken we waar het verschil zat.

De deskundigen waren Olof van der Gaag en David Smeulders. Van der Gaag is voorzitter van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) en Smeulders is hoogleraar energietechnologie aan de TU in Eindhoven. In het stuk was Van der Gaag enthousiast over de warmtepomp, terwijl Smeulders het installeren van warmtepompen vergeleek met het “schieten met een kanon op een mug”.

Even terug naar de basis: een warmtepomp vervangt de cv-ketel en zorgt voor warm water, met name voor verwarming. Het mooie van een warmtepomp is dat hij deels gebruik maakt van omgevingswarmte en daardoor hyperefficiënt is (zie ook dit blog van Jasper Vis). Leuk weetje dat daaruit voorkomt; je huis verwarmen met een warmtepomp die zijn stroom krijgt van een gasgestookte energiecentrale die met 60% rendement draait, gebruikt toch veel minder gas dan hetzelfde huis verwarmen met een gasgestookte cv-ketel die zijn werk met bijna 100% rendement doet.

Lees verder

Olie op het vuur: fossielvraag kán snel pieken, maar productie wordt opgevoerd

Het Internationaal Energie Agentschap (IEA) beschouwt een aantal toekomstscenario’s van het wereldwijde energieverbruik in haar World Energy Outlook. Volgens een scenario dat gebaseerd is op huidig beleid en dat een projectie maakt van de energievraag, zouden CO2-emissies in 2023 kunnen pieken. Maar, ondertussen hebben veel landen nog steeds plannen om de productie van fossiele energie op te schroeven, aldus een andere bron: het Production Gap Report. Dat verschil tussen vraag en aanbod zou de emissiepiek kunnen opschuiven naar 2030! Beide projecties zijn overigens niet in lijn met de doelen uit het Parijsakkoord. Daarvoor zou de productie van fossiele energie in 2030 moeten worden gehalveerd.

Fossiel verbruik piekt, maar niet snel genoeg voor Parijsdoelen

Carbon Brief presenteert een uitstekende samenvatting van de World Energy Outlook (WEO) van 2023, die al jarenlang elke herfst door het IEA wordt gepubliceerd. Het rapport baseert zich vooral op wereldwijde ontwikkelingen op het gebied van het verbruik van en de vraag naar energie, en presenteert een aantal scenario’s voor de toekomst van het energiesysteem, op basis van beleid en beloftes. In het kort concludeert het rapport dat het totale verbruik van fossiele brandstoffen rond 2025 zal pieken (en mogelijk dus in 2023 al), én dat het verbruik van zowel kolen, olie en gas naar verwachting vóór 2030 zal pieken onder huidig beleid.

Het pieken van fossiel wordt grotendeels veroorzaakt door een enorme groei in duurzame energie, en dan vooral het feit dat duurzame energie economisch gezien steeds goedkoper is en dus meer en meer wegconcurreert. De IEA noemt die groei in duurzame energie “unstoppable”. Dat is veelbelovend, maar het moet benoemd worden dat eigenlijk geen enkel waarschijnlijk scenario momenteel genoeg is om de opwarming van de aarde tot 1,5 °C te beperken. De reden wordt ook in het State of Climate Action 2023 rapport (óók net verschenen) herhaald: de mondiale opschaling van koolstofvrije energiebronnen vordert snel, maar de uitfasering van fossiele brandstoffen (nog) niet.

Mondiaal verbruik van fossiele brandstoffen in exajoules per jaar. Historisch verbruik in zwart, pre-Parijs akkoord beleid in grijs, scenario op basis van beleid in blauw, scenario op basis van beloftes in rood, en een 1,5 °C compatibel pad in geel.
Lees verder

Tories en Sunak hebben vooral zelf baat bij meer olie en gas uit de Noordzee

Het Verenigd Koninkrijk (VK) gaat de productie van olie en gas uit de Noordzee opschroeven, zo werd recentelijk aangekondigd. Maar premier Rishi Sunak’s redenering voor meer energieonafhankelijkheid van de VK lijkt geen steek te houden. De voordelen stapelen zich vooral op voor de fossiele industrie, waar Sunak’s Conservative Party, en het bedrijf van zijn schoonfamilie, grote financiële belangen hebben.

Geen goede reden voor opschalen fossiele productie

Het VK heeft – net als Nederland – de ambitie om in 2050 fossielvrij energie op te wekken. Of we wel of niet de opwarming tot 1,5°C (of 1,6 of 1,7°C…) beperken, hangt niet zozeer af van wat er in 2050 gebeurt, als wel van de hoeveelheid uitstoot in de aankomende jaren en decennia. Met andere woorden, het traject is belangrijker dan alleen de uiteindelijke emissies in 2050. Binnen dat traject is er eigenlijk geen plaats voor nieuwe fossiele projecten, en daarover is er een behoorlijke consensus. Dat geldt ook gewoon voor het VK, zo zet professor Ed Hawkins hier duidelijk uiteen. Waarom dan toch gaan boren?

Schattingen van emissies van olie en gas door bestaande velden (grijs) en mogelijke nieuwe velden (oranje). In blauw een IPCC-route die 1,5°C compatibel is. Bron
Lees verder

CO2-balans bij gebruik van biomassa als energiebron

Gastblog van Prof. Guido van der Werf

Biomassa is onze oudste bron van energie maar is geleidelijk vervangen door fossiele brandstoffen. De laatste decennia is er weer een opleving van het gebruik van biomassa, met als doel fossiele brandstoffen te vervangen door bronnen met een lagere netto CO2-uitstoot. Biomassa is een containerbegrip met veel verschillende toepassingen, maar in de maatschappelijke discussies gaat het vaak over meestook van pellets (samengeperste stukjes hout) in kolencentrales, en over biomassacentrales op pellets of houtchips voor de productie van warmte. Onlangs is vanuit het PBL een lijvig rapport verschenen onder leiding van Bart Strengers en Hans Elzenga over beschikbaarheid en toepassingsmogelijkheden van alle vormen van biomassa. Het rapport staat uitgebreid stil bij de verschillende perspectieven die een rol spelen bij de beeldvorming. Zo maken sommige mensen zich zorgen over aantasting van natuur en biodiversiteit, of over de invloed van het verbranden van biomassa op luchtkwaliteit. Anderen betwijfelen of het wel bij kan dragen aan het behalen van klimaatdoelen. Dit blog gaat over dat laatste waarbij de nadruk op meestook ligt.

Introductie
Om een mening over meestook en over de gevolgen voor CO2-concentratie en biodiversiteit te vormen is het goed eerst een stap terug te nemen en na te denken over landgebruik en natuurlijke cycli. Laten we beginnen met natuurbranden.

Figuur 1. Oppervlakte dat jaarlijks verbrandt door bos- en graslandbranden, gemiddeld over 2001-2018. De rode kleuren geven de (bijna) jaarlijkse branden in savannegebieden aan, gele en blauwe kleuren zijn vaak in bosgebieden waar brand zorgt voor verjonging en regeneratie van het bos. Let op de logaritmische schaal. Bron: Van der Werf et al. (2017).

Ieder jaar verbrandt op mondiale schaal een oppervlakte gelijk aan de EU (ongeveer 450 miljoen hectare). Voor een groot deel is dit een natuurlijk proces. Hierbij gaat de in biomassa opgeslagen koolstof de lucht in als CO2 en zolang de vegetatie weer aangroeit na de brand wordt die koolstof ook weer opgenomen. Het is deel van een cyclus en beïnvloedt de CO2-concentratie dus niet structureel. De uitzondering daarop zijn de branden die gebruikt worden in het ontbossingproces, en de mogelijke toename van branden door o.a. klimaatverandering. Hierbij wordt de uitstoot maar voor een deel gecompenseerd door aangroei en hierdoor stijgt de CO2-concentratie in de atmosfeer.
Lees verder

Energiedisruptie en het klimaat

Gastblog van Jip Lenstra

Onder het oppervlak is er iets groots gaande in de energievoorziening. Het wordt nog nauwelijks door iemand opgemerkt maar als je goed kijkt naar de feiten dan zou er hier en daar een belletje moeten rinkelen.

Wat is er aan de hand? Er zijn drie technologisch belangrijke trends die zich wereldwijd de afgelopen 10 jaar exponentieel hebben ontwikkeld. De productie van Lithium Ion Batterijen is met 65% per jaar gegroeid dankzij de snelle ontwikkeling van de elektrische auto. De productie van zon-PV is de afgelopen 10 jaar met 42% per jaar gegroeid. Windenergie op land en op zee is met 17% per jaar gegroeid. De investeringen in zon en wind in de elektriciteitssector waren in 2018 ongeveer drie maal groter dan die in fossiele centrales. Dat stemt tot nadenken en dat heb ik gedaan. Het heeft geleid tot een presentatie die ik op 12 mei heb gehouden voor de Bezinningsgroep Energie. De presentatie is hier te vinden.

Deze presentatie is gemaakt vóór de coronacrisis en houdt dus geen rekening met de vertragende effecten die deze crisis op de ontwikkelingen kan hebben.

Mondiale ontwikkeling van de elektriciteitsproductie, tot 2019 op basis van observaties en daarna op basis van extrapolatie. Groei PV 42%/jr, groei Wind 17%/jr, groei EV 65%/jr, groei van de elektrificatie in de industrie en nieuwe energiemarkten volgen het aanbod van schone elektriciteit. 120.000 TWh/jr elektriciteit is genoeg om in het totale energiegebruik te voorzien.

In de presentatie wordt een scenario getoond (zie afbeelding) dat is gebaseerd op de zuivere extrapolatie van de drie trends naar de toekomst en de gevolgen daarvan op het gebruik van fossiele brandstof. Het gaat om exponentiële groeicurves en sinds de coronapandemie heeft iedereen wel een beetje meegekregen hoe dramatisch zo’n groeipad zich kan ontwikkelen. Er is een treffende overeenkomst tussen dit scenario en de historische ontwikkeling van de markt voor digitale camera’s, mobiele telefoons en microcomputers. Die ontwikkelingen werden disruptief genoemd, vandaar dat die term ook voor dit energiescenario van toepassing is.

In dit eenvoudige scenario worden dus de drie genoemde trends van de afgelopen 10 jaar doorgetrokken. Het gaat hierbij om de groei van het aanbod van schone energie. Aangenomen wordt dat gelijktijdig het aanbod van fossiele energie omlaag gaat. Dat is bij de verdringing van fossiele elektriciteitscentrales logisch. Bij de vervanging van fossiele energie in het verkeer, de warmtemarkt en voor industriële toepassingen is dat ingewikkelder. Hier wordt aangenomen dat de overschakeling op elektriciteit en met elektriciteit geproduceerde waterstof, gelijke tred houdt met de snelle groei van het schone aanbod. Lees verder

Misinformatie in Planet of the Humans

De nieuwe documentaire van Jeff Gibbs, Planet of the Humans, doet veel stof opwaaien. Raar genoeg spreekt de documentaire zowel pseudosceptici als antikapitalisten en neomalthusianen aan, maar zoals te verwachten om heel andere redenen.

Pseudosceptici smullen van de films aanklacht tegen hernieuwbare energie en tegen de milieubeweging, zeker omdat een links icoon als Michael Moore er als uitvoerend producent aan heeft meegewerkt.

Sommige fervente milieuactivisten vinden daarentegen de onderliggende boodschap van de film – dat overbevolking en kapitalisme de bron van alle kwaad zijn – heel waardevol, en knijpen dan blijkbaar een oogje toe wat betreft de vele onjuistheden die voorbij komen.

Want daar zit de film vol mee. Energiedeskundige Thijs ten Brinck benoemt er tientallen op zijn zeer lezenswaardige blog. Om een voorbeeld te geven: er wordt beweerd dat het meer energie kost om zonnepanelen te produceren dan ze gedurende hun levensloop produceren. Dat is onjuist. De energetische terugverdientijd is een paar jaar. En in tegenstelling tot wat in de film wordt betoogd zorgt ook windenergie wel degelijk voor CO2-reductie. Veel van de clips en getallen die genoemd worden (zoals de efficiëntie van zonnepanelen) zijn al 10 jaar oud. De ongefundeerde aanklacht tegen duurzame energie komt waarschijnlijk deels uit de koker van Ozzie Zehner, auteur van het boek “Green Illusions” en producent van de film. Hij wordt meerdere keren als expert opgevoerd door Gibbs, terwijl hij aantoonbare onwaarheden spuit.

Lees verder

Kernenergie

Het lijkt wel een variatie op Godwin’s Law: bij elke discussie over klimaat valt vroeg of laat het woord kernenergie. En zo mogelijk polariseren de meningen dan nog meer dan als het “alleen” over klimaat gaat.

Wij (Jos, Hans, Bob, Bart) zijn relatief agnostisch ten opzichte van de verschillende technologieën om CO2-emissies te beperken. Als er een CO2 prijs zou zijn die hoog genoeg is om investeringsbeslissingen te beïnvloeden, dan zou de markt vrij efficiënt tot een optimale energiemix komen. Dat is natuurlijk een simplistische weergave van een complexe werkelijkheid en wij worden niet gehinderd door al te veel kennis over energiebeleid. De gedachte an sich wordt echter vaker geopperd, ook door mensen met veel expertise op dit gebied (zoals bijv dit prikkelende essay van Jan Paul van Soest).

Een belangrijk punt is het volgende: Hoe meer opties worden uitgesloten van het palet aan oplossingen, hoe moeilijker en duurder het zal zijn om onder een bepaald emissieplafond te blijven. Als we geen kernenergie willen, en ook geen CO2-opslag (ook al zo’n heikel punt), en oh, windmolens eigenlijk ook liever niet, dan wordt het wel erg moeilijk (en duur) om het energiesysteem CO2-neutraal te maken. Hoe belangrijker we het vinden  om klimaatverandering te beperken, hoe minder restricties we moeten opleggen aan de opties om emissies te reduceren. 

Een voormalige collega van mij, Jip Lenstra, vatte de verschillende benaderingen van het klimaatprobleem als volgt in een karikatuur samen:

Kernenergie is één van de energiebronnen met een zeer lage CO2 uitstoot per kWh (zie bijv figuur TS.19 uit het vijfde assessment rapport van het IPCC WG3 hieronder). Als zodanig is het logisch dat kernenergie wordt meegenomen in emissiescenario’s waarbij de opwarming zoveel mogelijk beperkt blijft. In het recente IPCC SR15 rapport over het beperken van de opwarming tot 1,5 °C neemt in alle vier illustratieve scenario’s het gebruik van kernenergie toe de komende decennia (fig. SMP3.b). Lees verder

Shell’s concrete doelstellingen gaan lang zo ver niet als hun eigen Sky Scenario

Afgelopen dinsdag was de aandeelhoudersvergadering van Shell, waar over de resolutie van  FollowThis (een groep van groene aandeelhouders) werd gestemd. In die resolutie wordt Shell opgeroepen om concrete doelstellingen te definiëren die in lijn zijn met het klimaatakkoord van Parijs. Op de NOS site is een goed artikel te lezen waarin de context wordt weergegeven, met input van o.a. Detlef van Vuuren van het PBL. Niet geheel verbazingwekkend is de resolutie niet aangenomen (al stemden een paar grote Nederlandse investeerders zoals Aegon voor).

In de discussie hierover wordt vaak geen duidelijk onderscheid gemaakt tussen concrete doelstellingen enerzijds en een niet-bindende, lange-termijn ambitie anderzijds, terwijl daar juist de schoen wringt. Zo steekt Shell’s Sky scenario niet per sé negatief af bij andere 2 graden scenario’s. De kritiek dat het zwaar leunt op (deels speculatieve) negatieve emissies valt namelijk op het gros van de 2 graden scenario’s te leveren (zie bijv de figuur hieronder van Glen Peters). Dat is vooral een teken dat we de boot om 2 graden te halen puur met het terugdringen van emissies zo langzamerhand dreigen te missen. Tenzij we met z’n allen fors zouden ingrijpen in onze levensstijl, maar dat is zo mogelijk nog lastiger te realiseren.

Met negatieve emissies wordt CO2 als het ware uit de lucht gehaald. De meest gebruikte technologie om dat in “integrated assessment models” voor elkaar te krijgen is d.m.v. het stoken van biomassa ten behoeve van energie en de vrijkomende CO2 dan ondergronds opslaan. Dit wordt BECCS genoemd: biomass energy with carbon capture and storage. Hier kleven allerlei problemen aan, waarvan niet de minste het grote ruimtebeslag om de benodigde biomassa te groeien. In dit kritische artikel wordt BECCS nog een “highly speculative technology” genoemd – in ieder geval op de schaal waarop het nodig zou zijn.

Shell’s concrete doelstellingen steken echter wat mager af vergeleken bij hun eigen Sky scenario en zeker indien afgezet tegen wat nodig is om de doelstellingen van Parijs te halen. Shell wil in 2050 de koolstofuitstoot van hun energieproducten halveren t.o.v. het huidige niveau, maar tegelijkertijd ook doorgaan met investeren in het zoeken naar olie en gas. Het wijzigen van hun portfolio zodat deze minder koolstofintensief wordt, doen ze alleen “when this makes commercial sense”. Slechts een paar procent van hun investeringen gaan naar duurzame energie en low-carbon technologies. Dat is in absolute termen natuurlijk nog steeds een heleboel geld, maar het getuigt niet van een echte transitie-spirit, waar ze wel prat op proberen te gaan.

Shell stelt zich daarmee eerder op als volger in plaats van als aanjager van de energietransitie. Nou is dat misschien niet zo vreemd voor een fossiele energiebedrijf, maar ze proberen het in hun PR vaak mooier voor te doen dan het is. Bijvoorbeeld door met het Sky scenario te zwaaien waar de vraag vooral is wat de concrete doelstellingen zijn.

De notie dat we een groot deel van de fossiele brandstoffen beter in de grond kunnen laten om de opwarming te temperen lijkt bij Shell niet echt een rol te spelen. Het devies lijkt eerder te zijn: “u vraagt, wij draaien”. Sterker nog, Shell probeert de vraag naar fossiele brandstoffen aan te wakkeren. Jelmer Mommers schrijft over Shell’s houding tegenover fossiele en duurzame energie, respectievelijk:

Op de bres voor de ene energiebron, afwachtend bij de ander.

Glen Peters eindigt zijn analyse van Shell’s Sky scenario met de retorische vraag:

On balance, the Shell Sky scenario seems rather consistent with other 2°C scenarios. (…) Will Shell push hard on the policy side to ensure the world follows a Shell Sky like world, or will Shell just sit with the heard and see where the world takes them?

Meer info/links:

interview met Mark van Baal van groene beleggersbeweging Follow This.

Interview met Shell CEO Ben van Beurden en de reactie van klimaat- en energiejournalist Jelmer Mommers daar op. Hierin komt o.a. de rechtszaak (of eigenlijk “aansprakelijkheidsstelling”) van Milieudefensie tegenover Shell aan de orde.