Auteursarchief: Bart Verheggen

Wat is eigenlijk een broeikasgas?

Eerder en in iets andere vorm verschenen op NU.nl in de serie “Klimaatvragen”

Als de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer stijgt, gaat de temperatuur omhoog. Maar hoe komt dat eigenlijk? En waarom hebben sommige gassen wel deze werking, en andere niet?

Broeikasgassen zijn gassen die warmtestraling opnemen. Die warmte wordt vervolgens weer teruggestraald naar de omgeving. Oók terug naar de aarde, die daardoor een hogere temperatuur krijgt. Dit noemen we het broeikaseffect. Als de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer toeneemt, dan stijgt de temperatuur.

Maar wat maakt een gas dan een broeikasgas?

Verreweg het grootste deel van de lucht, stikstof en zuurstof, is niet alleen doorzichtig voor zichtbaar licht (blauw, geel en rood), maar ook voor warmtestraling (infrarood). Die straling gaat er dus net als zichtbaar licht dwars doorheen. Een aantal andere gassen laat warmtestraling niet zomaar door. Dat zijn broeikasgassen: gassen die een deel van de warmtestraling absorberen. Hoewel hun concentratie in de lucht relatief laag is, is hun effect op de temperatuur groot.

Maar waarom dan? Dat heeft te maken met de vorm van de moleculen waar het gas uit bestaat. En dat is nog best complex: een molecuul kan warmtestraling absorberen als het kan meetrillen met dezelfde golflengte als de warmtestraling. Dat kun je vergelijken met een stemvork die meetrilt met een bepaalde toonhoogte. Het trillende molecuul neemt de warmtestraling in zich op, waardoor de lucht er omheen ook opwarmt. De extra warmte wordt vervolgens in alle richtingen uitgestraald, dus ook terug naar de aarde.

Om warmtestraling te kunnen opnemen, moeten gasmoleculen een beetje kunnen trillen, waarbij de verdeling van elektrische lading binnen het molecuul een beetje verandert. Dat kan alleen als een gasmolecuul uit drie of meer atomen bestaat. Bron: DynamicScience.com.

Een voorwaarde om warmtestraling te kunnen absorberen is dat een molecuul asymmetrisch kan trillen. Simpele, rechte moleculen die uit slechts twee atomen bestaan, zoals zuurstof (O2) en stikstof (N2) kunnen dat niet, en zijn dus geen broeikasgassen. Broeikasgassen bestaan uit drie of meer atomen: bijvoorbeeld CO2 of methaan (CH4). Ook waterdamp (H2O) is een belangrijk broeikasgas.

Lees verder

Klimaatverandering, Kinderen en Bevolkingsgroei

Zondagavond 24 Maart was er een reportage bij Nieuwsuur over mensen die geen kinderen willen, omdat je de planeet ermee belast, of omdat de effecten van klimaatverandering steeds zichtbaarder worden en zij daar hun toekomstige kinderen niet mee willen belasten. Ik werd gevraagd hoe ik hierover denk.

Mijn eerste reactie was dat dit een hoogstpersoonlijke beslissing is, en ik niet oordeel over de keuze die mensen hierin voor zichzelf maken. Dat moeten ze helemaal zelf weten. Maar of ik dan als wetenschapper iets kon zeggen over waar het heen gaat met klimaatverandering, en wat de rol van (over-)bevolking nu eigenlijk is? En zo geschiedde. Dit is natuurlijk een ontzettend heikel onderwerp, en het was tegelijkertijd mijn vuurdoop voor de televisie. Hieronder enige context bij het interview en over de rol van (over-)bevolking in het bijzonder.

Is de angst voor klimaatverandering terecht?

Angst is een subjectieve ervaring, dus daar kan ik als klimaatwetenschapper niet zo veel over zeggen. Maar het is wel duidelijk dat als de uitstoot van broeikasgassen ongebreideld door blijft gaan er flink negatieve effecten zullen optreden die niet allemaal omkeerbaar zijn op menselijke tijdschaal. Denk bijvoorbeeld aan zeespiegelstijging. En tot nu toe ziet het er niet naar uit dat we de uitstoot heel snel naar nul zullen hebben teruggeschroefd, zoals we onszelf wel tot doel hebben gesteld in Parijs.

Is overbevolking de kern van het probleem?

Het is een factor, maar niet de enige, en volgens mij ook niet de belangrijkste.

Lees verder

Dilemma’s van de wetenschapper: Ik loop mee met de klimaatmars

Zondag 10 Maart is de klimaatmars in Amsterdam. Ik loop ook mee.

Ik houd me het liefste bij de wetenschap; demonstreren is niet zo mijn ding. Maar uit de wetenschap blijkt dat in een ‘business-as-usual’ scenario de opwarming heel fors zal oplopen, wat een heel scala aan risico’s met zich meebrengt. Zowat elk aspect van ons leven wordt direct of indirect door klimaatverandering beïnvloed: weerpatronen, gezondheid, voedselvoorziening, waterhuishouding, zeespiegelstijging, extreem weer, geopolitieke spanningen. Het is niet voor niets dat klimaatverandering wel een “threat multiplier” wordt genoemd: bestaande problemen worden er veelal door verergerd. Daar komt nog eens bij dat veel veranderingen in het klimaatsysteem (bijv zeespiegelstijging) onomkeerbaar zijn op menselijke tijdschalen.

Dat brengt mij in een dilemma. Stel ik me op als stoïcijnse wetenschapper die zich zogemaand niets aantrekt van wat dit allemaal betekent voor de maatschappij, voor mij, voor mijn kinderen, voor de toekomst? In hoeverre wil ik laten zien dat ik me dat wel degelijk aantrek? En als ik dat dan doe, zal dat dan tegen mij worden gebruikt, in een poging mijn wetenschappelijke geloofwaardigheid te ondergraven? Ongetwijfeld. Als je de boodschap niet inhoudelijk kunt pareren kun je nog altijd de boodschapper aanvallen, en dat gebeurt dan ook ook geregeld.

Zoals Jaap Tielbeke mij in De Groene citeerde hierover:

Maar aan de andere kant moet je waken voor onbewuste zelfcensuur. ‘Het gevaar is dat je je gaat inhouden of omfloerst gaat formuleren, uit angst om voor alarmist te worden uitgemaakt.’ Daarom wordt Verheggen ook zo kwaad wanneer mensen zijn blog activistisch noemen. ‘Het is bijna emotionele chantage en een ontzettend geniepig verwijt, want waarom zou ik activistisch zijn als ik de wetenschap uitleg?’

Zoals een collega mij schreef: Waarom zou je geloofwaardigheid afnemen als je publieke mening in overeenstemming is met je wetenschappelijke inzichten? Het lijkt soms of klimaatwetenschappers de enige wetenschappers zijn die zo aangevallen worden op hun uitspraken over wat we als maatschappij zouden moeten doen. Als medische wetenschappers oproepen tot vaccinatie worden ze niet voor activisten of alarmisten uitgemaakt. Einstein, toch één van de meest gerespecteerde wetenschappers aller tijden, was een uitgesproken pleitbezorger tegen bijvoorbeeld kernwapens.

Wel denk ik dat het belangrijk is om duidelijk onderscheid te maken tussen wetenschappelijke kennis en inzichten enerzijds, en wat we als maatschappij zouden moeten doen anderzijds (het klassieke is-ought onderscheid van David Hume). Bij het tweede, wat we zouden moeten doen, komt onherroepelijk een waarde-oordeel kijken. Hoe belangrijk vind je het, wat voor wereld sta je voor? Welnu, ik vind het belangrijk om het welzijn van toekomstige generaties niet negatief te beïnvloeden. Uit de wetenschappelijke kennis blijkt duidelijk dat ongelimiteerde klimaatverandering sterk negatief zal uitpakken, en dat die trend alleen met een forse tijdsvertraging kan worden omgebogen. Daarom vind ik het zaak om daar beter vroeger dan later mee te beginnen. Nou is het al best wel wat later geworden na een aantal decennia hierover bekvechten met elkaar, maar dan geldt nog steeds: meer uitstel lijdt tot een nog moeilijker opgave en/of tot nog meer risico’s.

Nou zou je kunnen zeggen, dat wil toch iedereen: “do no harm”? Ja, ik denk dat dat wel een breed gedeelde waarde is, om het toekomstige welzijn niet te willen schaden. Ook mensen die tegen mitigatie ageren hebben het beste voor met hun (klein-)kinderen, zou ik denken. Maar vanwege hun aversie tegen de voorgestelde beleidsmaatregelen hebben zij zichzelf ervan overtuigd dat het probleem schromelijk wordt overdreven of zelfs helemaal niet bestaat. Dat is de eenvoudigste oplossing voor de cognitieve dissonantie die ze anders zouden ervaren tussen enerzijds hun zorg voor de toekomst en anderzijds hun aversie tegen beleidsmaatregelen. Let maar op in de discussie: Er is nagenoeg niemand die fel tegen emissiereductie pleit, maar die tegelijk wel de wetenschappelijke inzichten over klimaatverandering accepteert.

Affijn, dit is een vrij lange intro om eigenlijk gewoon deze video van mezelf hier te willen delen, opgenomen ter ondersteuning van de klimaatmars:

 

Klimaatverandering blog besproken in de pers

Jaap Tielbeke schreef voor De Groene Amsterdammer een profiel over ons blog. Voor het interview waren Jos en Hans afgereisd naar Amsterdam University College (AUC), waar Bart werkt. Een leuke gelegenheid om elkaar weer eens te zien, naast de vele emails die we dagelijks uitwisselen.

Hieronder enkele citaten, aangevuld met hyperlinks naar meer informatie:

Hoe meng je je als klimaatkenner in een zinvol debat dat verstoord wordt door de hardnekkige drogredeneringen van pseudosceptici? Op klimaatverandering.wordpress.com worden de misleidende mythes ontkracht en de wetenschappelijke feiten herhaald.

Die term – ‘pseudosceptici’ – vinden de klimaatbloggers de beste noemer voor deze groep. Want met werkelijke scepsis heeft hun houding weinig van doen: het zorgvuldig wikken en wegen van argumenten, kritisch naar bevindingen van collega’s kijken en bereid zijn je theorie aan te passen, dat is wat iedere goede wetenschapper doet. Terwijl de pseudosceptici vaak juist ideologisch gedreven zijn, waardoor ze nogal selectief twijfelen.

Hoe overbrug je de kloof tussen het wetenschappelijke debat en het publieke debat? ‘Als je in kranten en op tv zoveel onzin leest en hoort, dan blijft die kloof bestaan’, zegt Verheggen. ‘Dat is ook schadelijk voor de politieke besluitvorming.’ Vandaar dat hij zijn blog begon: ‘Ik wilde een wetenschappelijk gefundeerde stem toevoegen aan het debat.’

In de pagina “over ons” kun je meer lezen over onze drijfveren en achtergronden.

Lees verder

De aarde warmt op door de mens. Dat is overvloedig aangetoond, en derhalve is er binnen de klimaatwetenschap brede consensus over.

Uit meerdere, onafhankelijke studies blijkt dat verreweg de meeste klimaatwetenschappers het eens zijn dat de aarde opwarmt door toedoen van de mens. Dat is ook vrij logisch, als je de wetenschappelijke achtergrond begrijpt. Sommige van deze studies zijn op basis van enquêtes onder klimaatwetenschappers, en andere concluderen dat op basis van de wetenschappelijke literatuur. De bekendste studie van de laatste categorie is die van John Cook et al, één van de vijf studies die een consensus van 97% of hoger vond. Deze wordt vaak aangehaald, en vaak bekritiseerd, tot in de Nederlandse Tweede Kamer aan toe. De argumenten die tegen Cook’s onderzoek naar voren worden gebracht snijden echter geen hout.

En niet onbelangrijk, uit de verscheidenheid aan studies komt ook naar voren dat de mate van overeenstemming sterker is onder groepen met meer relevante expertise. Zo is de consensus hoger onder publicerende klimaatwetenschappers dan onder aardwetenschappers in het algemeen. Dat is ook vrij logisch: die eerste groep weet er waarschijnlijk meer van. De mensen die het hardste roepen dat de wetenschappelijke conclusies er compleet naast zitten hebben zelf vrijwel nooit relevant onderzoek verricht.

Dat de grote lijnen goed bekend zijn wil overigens niet zeggen dat we alles weten; over allerlei details en ‘cutting edge’ onderzoek (bijv over hoe snel de West-Antarctische ijskap instabiel kan worden) blijven wetenschappers natuurlijk flink bakkeleien. Met de wapens van de wetenschap: solide argumentatie op basis van goed begrepen theorieën en goed uitgevoerde metingen, waarbij ze elkaar continue scherp houden door inhoudelijke feedback en kritiek.

Lees verder

Kernenergie

Het lijkt wel een variatie op Godwin’s Law: bij elke discussie over klimaat valt vroeg of laat het woord kernenergie. En zo mogelijk polariseren de meningen dan nog meer dan als het “alleen” over klimaat gaat.

Wij (Jos, Hans, Bob, Bart) zijn relatief agnostisch ten opzichte van de verschillende technologieën om CO2-emissies te beperken. Als er een CO2 prijs zou zijn die hoog genoeg is om investeringsbeslissingen te beïnvloeden, dan zou de markt vrij efficiënt tot een optimale energiemix komen. Dat is natuurlijk een simplistische weergave van een complexe werkelijkheid en wij worden niet gehinderd door al te veel kennis over energiebeleid. De gedachte an sich wordt echter vaker geopperd, ook door mensen met veel expertise op dit gebied (zoals bijv dit prikkelende essay van Jan Paul van Soest).

Een belangrijk punt is het volgende: Hoe meer opties worden uitgesloten van het palet aan oplossingen, hoe moeilijker en duurder het zal zijn om onder een bepaald emissieplafond te blijven. Als we geen kernenergie willen, en ook geen CO2-opslag (ook al zo’n heikel punt), en oh, windmolens eigenlijk ook liever niet, dan wordt het wel erg moeilijk (en duur) om het energiesysteem CO2-neutraal te maken. Hoe belangrijker we het vinden  om klimaatverandering te beperken, hoe minder restricties we moeten opleggen aan de opties om emissies te reduceren. 

Een voormalige collega van mij, Jip Lenstra, vatte de verschillende benaderingen van het klimaatprobleem als volgt in een karikatuur samen:

Kernenergie is één van de energiebronnen met een zeer lage CO2 uitstoot per kWh (zie bijv figuur TS.19 uit het vijfde assessment rapport van het IPCC WG3 hieronder). Als zodanig is het logisch dat kernenergie wordt meegenomen in emissiescenario’s waarbij de opwarming zoveel mogelijk beperkt blijft. In het recente IPCC SR15 rapport over het beperken van de opwarming tot 1,5 °C neemt in alle vier illustratieve scenario’s het gebruik van kernenergie toe de komende decennia (fig. SMP3.b). Lees verder

Oproep van klimaatwetenschappers tbv hoorzitting VC-EZK “kosten en baten van de voorgenomen klimaatwet”: baseer beleidsdiscussie op wetenschappelijke inzichten

Vandaag vindt een hoorzitting plaats van de Vaste Commissie (VC) Economische Zaken en Klimaat over “kosten en baten van de voorgenomen klimaatwet“, welke plaats vindt op initiatief van Thierry Baudet. Een aantal klimaatwetenschappers, waaronder ik, stuurde gisteren een brief aan de VC leden om onze zorgen te uiten over de mate waarin allang ontkrachte argumenten, die niet overeen komen met de huidige stand van de wetenschap, gehoor vinden bij de commissie. Deze brief is hieronder integraal weergegeven:

 

Aan de leden en plv-leden van de VC Economische Zaken en Klimaat, 30 oktober 2018

Geachte dames en heren,

Op 31 oktober houdt u een hoorzitting over de kosten en baten van de voorgenomen klimaatwet. De voor- en nadelen van klimaatbeleid tegen elkaar afwegen is een politieke vraag waar de klimaatwetenschap geen oordeel over velt. Het is wel van groot belang dat die discussie over het beleid wordt gevoerd op basis van inzichten vanuit de wetenschap. De beste leidraad voor die wetenschappelijke inzichten zijn de internationale rapporten van bijv het IPCC [1] en de nationale rapporten vanuit KNMI en PBL [2]. Deze rapporten zijn stevig gestoeld op de peer-reviewed wetenschappelijke literatuur en geven daarmee goed de huidige kennisbasis weer.

Dat laat onverlet dat er mensen zijn, veelal geen klimaatwetenschappers, die deze kennisbasis geheel of ten dele in twijfel trekken. Voor zover zij die inzichten niet in de  wetenschappelijke fora hebben laten toetsen (door middel van peer-review) zijn deze echter weinig relevant voor de beleidsdiscussie. Enkele genodigde bij de hoorzitting vallen in deze categorie: de heren de Lange, Udo en Crok hebben een afwijzende houding tegenover de conclusie van de klimaatwetenschap. De argumenten die zij daarvoor aandragen zijn niet gebaseerd op wetenschappelijke studies (of op een enkel grijs rapport) en kunnen derhalve de toets der wetenschappelijke kritiek niet doorstaan, zie enkele voorbeelden hieronder.

Op basis van decennialang internationaal onderzoek is het nu evident dat de menselijke uitstoot van broeikasgassen het klimaat veranderen [3]. Deze conclusie is binnen de klimaatwetenschappelijke gemeenschap onomstreden [4] en gebaseerd op meerdere, onafhankelijke ‘lines of evidence’: basale natuurkunde zoals bekend sinds de 19de eeuw; de studie van klimaatveranderingen in het verre verleden waarbij CO2 vaak een sleutelrol vervulde; specifieke vingerafdrukken die ondubbelzinnig wijzen op de dominante rol van broeikasgassen in de huidige opwarming; en klimaatmodellen, die de waargenomen opwarming alleen goed kunnen simuleren als de door mensen veroorzaakte emissies worden meegenomen.

Wetenschappelijke studies aangaande kosten en baten van klimaatbeleid kennen inmiddels ook een lange traditie en laten een wisselend beeld zien, afhankelijk van de aannames die men hanteert. Dit was ook de conclusie van een recente overzichtsstudie in het wetenschappelijk tijdschrift ‘Global Environmental Change’ van afgelopen augustus door medewerkers van het PBL: ‘Analysing the costs and benefits of climate policy: Value judgements and scientific uncertainties’ [5].

Als er een toelichting op de wetenschappelijke kennis nodig is kunt U die te allen tijde van ons krijgen of de KNAW hiertoe verzoeken.

Met vriendelijke groet,

Prof. Dr. A. Sluijs (Hoogleraar Paleo-oceanografie, UU),

Dr. Ir. B. Verheggen (Universitair docent aard- en klimaatwetenschappen, Amsterdam University College),

Prof. Dr. A.A.M. Holtslag, (Hoogleraar Meteorologie, Wageningen University),

Dr. J. van Huissteden (Universitair Hoofddocent afd. Aardwetenschappen, Faculteit der Bètawetenschappen VU). Lees verder

Ook critici van Marijn Poels hebben het recht om zich uit te spreken

In een interview met documentairemaker Marijn Poels in de Telegraaf van 15 September wentelt hij zich in de slachtofferrol: “ik mag niet denken wat ik denk”, aldus Poels. Natuurlijk mag hij dat, en hij mag ook een documentaire vol onwaarheden maken. En anderen mogen aangeven wat er dan zoal niet klopt aan de inhoud van de film. Dat heeft niets met woede, de mond snoeren, of hysterie te maken.

Wij behoren wellicht tot de scherpste criticasters van Poels’ vorige documentaire, “The Uncertainty has Settled”, en wij hebben onze kritiek altijd inhoudelijk onderbouwd. In een radiodebat tussen Marijn Poels en mij (Dit is de Dag, NPO1) kwam naar voren hoe anders wij tegen waarheidsvinding en wetenschap aankijken. Aan het einde van het debat probeerde ik daar de vinger op te leggen: “Wetenschappers zijn op zoek naar de waarheid, naar een beter begrip van de wereld om ons heen. Wat ik Marijn Poels hoor zeggen is “het maakt mij niet uit wat waar is”; dat stuit mij als wetenschapper tegen de borst.”

Zo wordt in “The Uncertainty has Settled” beweerd dat de toenemende CO2 concentratie in de atmosfeer afkomstig is uit de oceanen. Echter, in de oceanen neemt de CO2 concentratie ook toe, dus de bewering klopt niet; de CO2 moet ergens anders vandaan komen. En inderdaad, specifieke kenmerken duiden op de fossiele oorsprong van de extra CO2.

Dit is basale natuurwetenschap, en de zekerheid hierover is net zo groot als bijvoorbeeld over de gezondheidsrisico’s van roken. Een documentaire waarin wordt beweerd dat roken helemaal niet ongezond is zouden de meeste mensen erg raar vinden. We weten intussen toch wel dat dat onzin is, waarom dan het tegendeel blijven beweren? Zo ook bij de documentaire van Marijn Poels.

Ik heb er helemaal geen probleem mee dat hij zich kritisch uitlaat over energiebeleid. Of als anderen het rookverbod bekritiseren. Maar kom dan niet aanzetten met onzinverhalen alsof roken niet ongezond zou zijn, of alsof CO2 niet door het verbranden van fossiele brandstoffen zou komen. Het publieke debat is niet gebaat bij wetenschappelijk aantoonbare onwaarheden.

PS: een iets kortere versie van deze blogpost heb ik eerder bij de Telegraaf ingediend voor de opiniepagina, die het echter niet geplaatst heeft. Of dat betekent dat mij de mond gesnoerd wordt of dat de Telegraaf gewoon een andere keuze heeft gemaakt mag iedereen voor zichzelf uitmaken. Aanleiding voor het Telegraaf interview met Poels is zijn nieuwe documentaire “Paradogma” (over ‘framen’ gesproken).

Wetenschapscommunicatie: iedereen vindt het belangrijk, maar niemand wil er voor betalen

Maarten Keulemans had een prikkelende column in de Volkskrant vorige week, waarin hij de wetenschap opriep om de bloggende academicus eens serieus te nemen. Ons blog was één van de voorbeelden die hij aanhaalde, naar aanleiding van een sessie op het congres ‘Bessensap’ over wetenschapsblogs waarbij ik in het panel zat.

Vrijwel alle wetenschappers die over hun vakgebied bloggen doen dat omdat ze de wetenschappelijke inzichten willen delen met een breed publiek. Wij zijn daar op geen uitzondering. En vrijwel alle bloggende wetenschappers doen het onbetaald, naast hun reguliere werk. En dat terwijl NWO het ‘belangrijk vindt dat onderzoek wordt gedeeld met een heel breed publiek’, zo had Keulemans opgetekend uit de mond van Stan Gielen, hoofd van NWO.

Op twitter kwam vervolgens een levendige discussie op gang, waarin naast volmondige support ook een aantal beren op de weg werden gesignaleerd:

Jona Lendering, een actieve en breed gewaardeerde blogger over de oudheid, schreef een kritische reflectie. Beurzen voor wetenschapsbloggers zouden volgens hem leiden tot een eenheidsworst onder blogs, die dan allemaal de geldschieter naar de mond gaan praten. Lees verder

Shell’s concrete doelstellingen gaan lang zo ver niet als hun eigen Sky Scenario

Afgelopen dinsdag was de aandeelhoudersvergadering van Shell, waar over de resolutie van  FollowThis (een groep van groene aandeelhouders) werd gestemd. In die resolutie wordt Shell opgeroepen om concrete doelstellingen te definiëren die in lijn zijn met het klimaatakkoord van Parijs. Op de NOS site is een goed artikel te lezen waarin de context wordt weergegeven, met input van o.a. Detlef van Vuuren van het PBL. Niet geheel verbazingwekkend is de resolutie niet aangenomen (al stemden een paar grote Nederlandse investeerders zoals Aegon voor).

In de discussie hierover wordt vaak geen duidelijk onderscheid gemaakt tussen concrete doelstellingen enerzijds en een niet-bindende, lange-termijn ambitie anderzijds, terwijl daar juist de schoen wringt. Zo steekt Shell’s Sky scenario niet per sé negatief af bij andere 2 graden scenario’s. De kritiek dat het zwaar leunt op (deels speculatieve) negatieve emissies valt namelijk op het gros van de 2 graden scenario’s te leveren (zie bijv de figuur hieronder van Glen Peters). Dat is vooral een teken dat we de boot om 2 graden te halen puur met het terugdringen van emissies zo langzamerhand dreigen te missen. Tenzij we met z’n allen fors zouden ingrijpen in onze levensstijl, maar dat is zo mogelijk nog lastiger te realiseren.

Met negatieve emissies wordt CO2 als het ware uit de lucht gehaald. De meest gebruikte technologie om dat in “integrated assessment models” voor elkaar te krijgen is d.m.v. het stoken van biomassa ten behoeve van energie en de vrijkomende CO2 dan ondergronds opslaan. Dit wordt BECCS genoemd: biomass energy with carbon capture and storage. Hier kleven allerlei problemen aan, waarvan niet de minste het grote ruimtebeslag om de benodigde biomassa te groeien. In dit kritische artikel wordt BECCS nog een “highly speculative technology” genoemd – in ieder geval op de schaal waarop het nodig zou zijn.

Shell’s concrete doelstellingen steken echter wat mager af vergeleken bij hun eigen Sky scenario en zeker indien afgezet tegen wat nodig is om de doelstellingen van Parijs te halen. Shell wil in 2050 de koolstofuitstoot van hun energieproducten halveren t.o.v. het huidige niveau, maar tegelijkertijd ook doorgaan met investeren in het zoeken naar olie en gas. Het wijzigen van hun portfolio zodat deze minder koolstofintensief wordt, doen ze alleen “when this makes commercial sense”. Slechts een paar procent van hun investeringen gaan naar duurzame energie en low-carbon technologies. Dat is in absolute termen natuurlijk nog steeds een heleboel geld, maar het getuigt niet van een echte transitie-spirit, waar ze wel prat op proberen te gaan.

Shell stelt zich daarmee eerder op als volger in plaats van als aanjager van de energietransitie. Nou is dat misschien niet zo vreemd voor een fossiele energiebedrijf, maar ze proberen het in hun PR vaak mooier voor te doen dan het is. Bijvoorbeeld door met het Sky scenario te zwaaien waar de vraag vooral is wat de concrete doelstellingen zijn.

De notie dat we een groot deel van de fossiele brandstoffen beter in de grond kunnen laten om de opwarming te temperen lijkt bij Shell niet echt een rol te spelen. Het devies lijkt eerder te zijn: “u vraagt, wij draaien”. Sterker nog, Shell probeert de vraag naar fossiele brandstoffen aan te wakkeren. Jelmer Mommers schrijft over Shell’s houding tegenover fossiele en duurzame energie, respectievelijk:

Op de bres voor de ene energiebron, afwachtend bij de ander.

Glen Peters eindigt zijn analyse van Shell’s Sky scenario met de retorische vraag:

On balance, the Shell Sky scenario seems rather consistent with other 2°C scenarios. (…) Will Shell push hard on the policy side to ensure the world follows a Shell Sky like world, or will Shell just sit with the heard and see where the world takes them?

Meer info/links:

interview met Mark van Baal van groene beleggersbeweging Follow This.

Interview met Shell CEO Ben van Beurden en de reactie van klimaat- en energiejournalist Jelmer Mommers daar op. Hierin komt o.a. de rechtszaak (of eigenlijk “aansprakelijkheidsstelling”) van Milieudefensie tegenover Shell aan de orde.