Struisvogelgedrag over een scenario

Foto: Bibake Uppal / Unsplash

Het viel te verwachten: in reacties op de KNMI-klimaatscenario’s kwam er weer een hele hoop kritiek op het gebruik van het hoge emissie-scenario SSP5-8.5 (vergelijkbaar met het oudere RCP8.5). De argumenten van critici waren meestal nogal eenzijdig en soms zelfs ronduit misleidend.

Het eenzijdige zit ‘m erin dat de kritiek alleen is gericht op het pessimistische scenario. Het is zeker waar dat dit scenario het afgelopen decennium minder waarschijnlijk is geworden. Aan de andere kant zijn we ook nog wel een eind verwijderd van scenario SSP1-2.6, dat de KNMI-scenario’s aan de optimistische kant begrenst. Wetenschappelijk bewijs voor welke van die twee scenario’s het minst realistisch is bestaat er niet. Sinds het Akkoord van Parijs is er zeker veel in beweging gezet, maar dat betekent ook weer niet dat er alleen maar goed nieuws is. Als we iets niet kunnen voorspellen, dan is het wel de wereldpolitiek. Elke inschatting hierover is dus niks meer dan een subjectieve mening.

Het KNMI schetst dus een vrij ruime bandbreedte aan mogelijke toekomstige ontwikkelingen, en dat is natuurlijk heel redelijk. Het is een indicatie van wat er zou kunnen gebeuren, afhankelijk van welke kant de wereld de komende eeuw op gaat. Het simpele feit dat er meerdere scenario’s zijn uitgewerkt maakt voor de goede verstaander al duidelijk dat er niet één specifieke (pessimistische of optimistische) toekomst wordt voorspeld.

Critici lijken te vinden dat meevallers, zoals plannen om de toekomstige uitstoot te reduceren, onmiddellijk als zekerheid ingeboekt moeten worden in de scenario’s. En dat mogelijke tegenvallers, zoals beleid dat minder succesvol is dan werd verwacht, of dat onder invloed van een sterke lobby wordt teruggedraaid, direct uitgesloten moeten worden. Het komt uiteindelijk toch neer op je kop in het zand steken voor niet zo waarschijnlijke, maar potentieel wel extreme gevolgen. Dergelijk gedrag is weliswaar heel menselijk, zoals alle risicodeskundigen weten, maar niet zo verstandig. Natuurlijk kunnen we ervoor kiezen om het risico te nemen en ons niet voor te bereiden op het ergst denkbare scenario. Dat is een politiek besluit, dat best redelijk lijkt. Maar om dat besluit op een doordachte manier te kunnen nemen, moet wel bekend zijn wat dan precies het risico is dat we ermee nemen. Je moet het beest in de bek kijken om te besluiten of zo gevaarlijk is dat iets moet doen om je ertegen te beschermen.

Verwijzingen naar de discussie die enkele jaren geleden onder klimaatwetenschappers werd gevoerd over scenario RCP8.5 zijn vaak misleidend. Er wordt regelmatig gesuggereerd dat de initiatiefnemers voor die discussie, Zeke Hausfather en Glen Peters, in hun commentaar in Nature zouden beweren dat dat scenario helemaal niet meer gebruikt zou moeten worden. Dat is simpelweg onjuist. Je hoeft niet verder te lezen dan de allereerste regel om te snappen waar het ze wel om ging: ‘Stop using the worst-case scenario for climate warming as the most likely outcome — more-realistic baselines make for better policy.’ Ze constateerden dat het scenario niet meer het meest waarschijnlijke was, ofwel ‘business as usual’. Eerder had Hausfather daar al een uitgebreider stuk over geschreven voor Carbon Brief, waarin hij onder meer Detlef van Vuuren citeert, die had meegewerkt aan het opstellen van de RCP-scenario’s: ‘RCP8.5 was never meant to be a business-as-usual scenario, but as a high-end scenario, consistent with the highest emissions scenarios in the literature.

RCP8.5 was, net als zijn huidige opvolger SSP5-8.5, een worstcasescenario en zo was het altijd al bedoeld. Dat zo’n worstcasescenario bestaansrecht heeft werd en wordt helemaal niet betwist door Hausfather en Peters. Het is weliswaar niet waarschijnlijk, maar ook niet helemaal onrealistisch, zelfs als de uitstoot wat lager uitvalt. Van Vuuren lichtte dat toe: ‘It is important to have a high-end baseline scenario to explore what ‘could’ happen. And really, forcing levels of around 8.5 W/m2 are not implausible. In additional to the socioeconomic factors accounted for in RCP8.5, strong GHG feedbacks (methane emissions from tundra, for instance) could also lead to high forcing levels. And climate outcomes consistent with RCP8.5 could emerge from a relatively sensitive climate system. So exploring the high-end is useful – but clearly, for transparency, it should be indicated that RCP8.5 is a high-end scenario.

Onprettige verrassingen in de koolstofcyclus of elders in het klimaatsysteem zouden er alsnog voor kunnen zorgen dat we in de buurt van dat worstcasescenario uitkomen. Natuurlijk kunnen we besluiten om dat risico te accepteren. Daar is best wat voor te zeggen. Als we alles op alles zetten om de ergst denkbare maar wel onwaarschijnlijke gevolgen te voorkomen, heeft dat ook ingrijpende consequenties. Maar het is niet de taak van scenariobouwers of klimaatwetenschappers om dat besluit impliciet namens de hele wereldbevolking te nemen, door de mogelijkheid bij voorbaat te negeren. Zoals het ook niet de taak van het KNMI is om te beslissen op welke mogelijke toekomstscenario’s Nederland zich wel of niet zou moeten voorbereiden. Het KNMI moet de politiek helpen om daar een goede afweging over te maken, door die zo goed en volledig mogelijk te informeren.

Alle retoriek over dat hoge scenario is uiteindelijk bedoeld om te suggereren dat de klimaatwetenschap, of in elk geval het KNMI, geen betrouwbare bron van informatie is. De indruk wordt gewekt dat wetenschappers de risico’s van klimaatverandering overdrijven. Daar is geen sprake van. Wel is de klimaatwetenschap in de loop van de tijd meer gewend geraakt aan het idee dat worstcasescenario’s relevant kunnen zijn voor beleidsmakers. En dat die dus niet genegeerd kunnen worden in rapporten. ‘Erring on the side of least drama’ is geen goede benadering als het over risico’s gaat.

Overigens worden de klimaatscenario’s in een verre uithoek van het pseudosceptische universum onzinnig verklaard omdat ‘we ons wel aan de veranderingen aan kunnen passen’. Dat die scenario’s nu net worden gemaakt met het oog op adaptatie lijkt daar aan de aandacht te zijn ontsnapt. Maar ja, we hebben al eens gezien wat men daar onder adaptatie verstaat: alle aanwijzingen dat het weer (zoals neerslag of hitte) extremer wordt zo lang mogelijk negeren of ontkennen, en als het dan onvermijdelijk misgaat een zondebok aanwijzen.

39 Reacties op “Struisvogelgedrag over een scenario

  1. Als ik het goed heb begrepen dan heeft het KNMI-rapport betrekking op ENKEL klimaatscenario’s met bijbehorende risico’s. En dat is ook logisch aangezien het KNMI als meteorologisch instituut niet gaat over alle andere milieurisico’s. Maar die zijn er uiteraard wel, voor Nederland specifieke risico’s, zoals de stikstofcrisis en de aanstaande watercrisis vanwege giftige stoffen en de gifuitstoot van Tata, Chemours, Dupont, M3, etc. Ik bedoel, ook als het op het gebied van klimaatverandering lager uitvalt dan SSP5-8.5, dan nog bevind Nederland (en de hele wereld uiteraard) zich in een precaire gevarenzone die groter is dan klimaatopwarming met veranderende weerpatronen.

    Like

  2. Hans Custers

    Jaap,

    De scenario’s zijn inderdaad geen complete risico-analyse voor de toekomst. In feite gaan ze over de fysieke gevolgen van klimaatverandering voor Nederland. Ofwel: waar moeten we rekening mee houden als we ons aan willen passen aan het veranderende klimaat.

    Like

  3. En bij de destabiliserende factoren van klimaatverandering kunnen we (dus) de ecologische achteruitgang optellen. Ze vormen omgevingsstressoren die een ‘coproductie’ vormen van destructieve krachten die op elkaar inwerken. Structurele veranderingen kunnen niet pijnloos verlopen.

    De hoofdredactie van de Telegraaf had het 11 oktober over alarmisme van het KNMI. Ik snap niet, heeft zo’n enorme kwaliteitskrant geen klimaat- en ecologische wetenschapsjournalisten in dienst waar eerst even mee overlegt wordt voordat zo’n stukkie gepubliceerd wordt? Een columnist mag roeptoeteren wat ie wil, maar een hoofdredactie heeft toch ook een journalistieke en maatschappelijke verantwoordelijkheid?

    Like

  4. Lennart van der Linde

    Jaap, waarom noem je de Telegraaf een kwaliteitskrant?

    Like

  5. You have ignored a large peer-reviewed literature on scenario plausibility, focused on high-end scenarios. Hausfather/Peters is a commentary and is neither the first nor the last word on this topic. Plausibility is not merely a matter of “subjective opinion,” as you assert, but is the subject of rigorous and quantitative evaluation. Why did you ignore this literature and work?

    Like

  6. Hans Custers

    This is a blog post, not a complete scientific assessment of all the peer reviewed literature. I did not say Hausfather/Peters is the first of last word. I mentioned them because of false suggestions some people did on social media about their paper: they did not argue against using RCP8.5 as a worst case scenario. And I did not say plausability is ‘merely a matter of subject opinion’. But I suppsose we agree we cannot look into the future, so there’s some uncertainty. And opinions on how to deal with that are subjective, to a certain extent.

    Could it be that Google translate (or whoever translated this for you) mistranslated most of the nuances in my blog post?

    Like

  7. Perhaps Google translate left out some of the nuance.
    There is in fact peer-reviewed literature recommending that RCP8.5 not be used as a worst-case scenario, or for any real-world purpose. Though it may have applications in exploratory climate research. You did not mention any of this literature, and have made assertions contrary to this literature.

    For instance (Google translate tells me that) you wrote:
    “RCP8.5, like its current successor SSP5-8.5, was a worst-case scenario and was always intended to be that way.”

    This is a false claim. Indeed, the paper that introduced RCP8.5 to the world identified it explicitly as “business as usual” and RCP8.5 is characterized as “business as usual” or a reference scenario throughout IPCC AR6. We have documented 10s of 1000s of peer-reviewed papers doing the same. Indeed, KNMI identifies SSP5-8.5 as a reference scenario for use in quantifying the benefits of mitigation.

    Stress testing and worst case scenarios are indeed important. RCP8.5/SSP5-8.5 fulfill neither role, as they are implausible and thus will mislead if used for policy purposes.

    I am happy to get into the details of implausibility if you’d like to make the case for plausibility. So far, you have not made this case.

    Like

  8. Hans Custers

    There is in fact peer-reviewed literature recommending that RCP8.5 not be used as a worst-case scenario, or for any real-world purpose.

    And there’s literature stating the opposite. So I guess I was right there’s at least some subjectivity involved.

    This is a false claim. Indeed, the paper that introduced RCP8.5 to the world identified it explicitly as “business as usual” and RCP8.5 is characterized as “business as usual” or a reference scenario throughout IPCC AR6.

    RCP8.5 was: ‘A scenario of comparatively high greenhouse gas emissions‘. Or, as the paper states: ‘Compared to the scenario literature RCP8.5 depicts thus a relatively conservative business as usual case with low income, high population and high energy demand due to only modest improvements in energy intensity‘ In hindsight it was unlucky to usa the phrasing ‘a high-emission business as usual scenario‘, as the authors admit, because it led to some misunderstanding. Still, they did not present of intend it as just ‘business as usual’.

    I am happy to get into the details of implausibility if you’d like to make the case for plausibility.

    OK. Maybe we could start here: how implausable does a scenario have to be to exclude it from a risk assessment? (FYI, our coastal defense is based on once per 100.000 year scenarios.) I don’t pretend to have absolute wisdom on this, so maybe you could help me out.

    Like

  9. OK, I’m curious:
    “there’s literature stating the opposite”
    What specifically?

    A scenario that is out-of-date already is implausible.
    If my scenario for the US 2024 election is that the winner will be Richard Nixon, well, that is implausible

    We have evaluated scenarios against reality and found RCP8.5 to already be implausible: https://iopscience.iop.org/article/10.1088/1748-9326/ac4ebf

    And returning to plausibility would require an even more extreme new scenario: https://iopscience.iop.org/article/10.1088/1748-9326/abcdd2

    We have known this for a while now
    “SSP5-RCP8.5 should not be a priority for future scientific research or a benchmark for policy studies”
    https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0360544217314597

    Ignoring or dismissing this work is of course science denial

    Like

  10. Hans Custers

    OK, I’m curious:
    “there’s literature stating the opposite”
    What specifically?

    There was Hausfahter & Peters, for example. And this: https://www.nature.com/articles/d41586-020-01147-5

    And it’s a well known fact that you wrote some papers arguing against using this worst case scenario. But three papers by five authors in total is hardly a scientific consensus.

    And I’ll rephrase my question, because of course it should have been: how implausable does a worst case scenario have to be to exclude it from a risk assessment?

    I guess you know the definition of risk: probability x impact. Worst can contribute to risk bescause of their high impact, even if they are unlikely.

    Like

  11. You have cited an opinion piece and a letter, but no papers.

    OK, let’s dismiss the 3 papers by 5 authors, those are small numbers and they are probably shadowy individuals 😉

    How about 1 paper by 42 authors?
    https://gmd.copernicus.org/preprints/gmd-2023-176/

    Or 1 CMIP7 Workshop report by 77 authors?
    https://zenodo.org/records/8186116

    Or the 20+ other peer-reviewed papers by dozens of authors that identify RCP8.5 as implausible?

    Like

  12. There may be a terminology issue here

    Plausibility is binary
    Something is either plausible or it is not

    Probability is a continuum

    For risk assessment we can debate how improbable an outcome we would like to consider

    But we never should consider an implausible outcome as that would be a waste of time

    Like

  13. Lennart, ik zei niet dat het een kwaliteitskrant is, ik zei dat het een enorme kwaliteitskrant is …. Snappie? De Telegraaf schijnt door een substantieel deel van Nederland zowel veelgelezen als ook veelgeprezen te worden. Ik neus ‘m vaak even door bij de Jumbo onder het genot van een bakkie koffie vanwege het gezellige ‘Telegraafsentiment’ in de columns en de ingezonden brieven, met name wanneer het gaat om ‘klimaat’ en ‘oei, ze pakken ons alles af’. Dus meer een soort sociologische nieuwsgierigheid mijnerzijds, passend binnen het thema van het artikel van Hans. De zondebok is al bekend, zowel voor ‘Ronald Sterke Plasser’ als ook voor de enorm journalistieke publicist ‘Simon zit neergedaald op Roozen’ van de Elsevier. Die (niet die twee enorme kwaliteitsfiguren, maar wel die zondebokken), dat zijn de klimaatwappies van 30 jaar geleden die de kerncentrales tegenhielden. Een niet onbelangrijk deel van het sentiment van Nederland is net zo re-actionair als dat kerncentrales zijn.

    Like

  14. Hans Custers

    OK, let’s dismiss the 3 papers by 5 authors, those are small numbers and they are probably shadowy individuals

    That’s a straw man. I did not dismiss them. But neither am I convinced that they reflect the opinion of the entire scientific community.

    And who are you tying to fool by mentioning those two papers? The Meinhausen et al. paper says:

    As an example, the inclusion of very high emission scenarios that are well above current policy projections in the core set of scenarios for CMIP6 has led to a continued focus on such a scenario in the literature and climate discourse that has come under criticism for mistaking a worst-case for a business as usual (Hausfather and Peters, 2020; Huard et al., 2022; Box 3.3 in IPCC AR6 WG3, Riahi et al., 2022). For risk assessments and stress tests, those ‘high end emission’ pathways might continue to have some relevance as a proxy for ‘current policy emission, high end climate response’ pathways – in the absence of a systematic exploration of high-end climate sensitivity and carbon cycle feedback of ‘current policy’ scenarios

    CMIP workshop says:

    It is crucial to have a current policy scenario and a worst-case scenario with higher emissions.

    Plausibility is binary

    My English dictionary disagrees. Something can be more or less plausible. The binary words are ‘possible’ and ‘impossible’.

    So I suppose this is your way of saying you don’t have an answer to the question how implausible a worst case scenario has to be to exclude it from a risk assessment.

    Geliked door 1 persoon

  15. Hans Custers

    Ter info, het is wel mooi geweest met de verdaaiingen, ontwijkingen en halve waarheden van Pielke. Hij staat in de moderatie.

    Like

  16. Hans en Roger,

    De onderzoeken van Roger Pielke en collega’s, ik heb daar nog wel vragen over. Hetzij dat Roger die zelf kan beantwoorden, hetzij dat Hans (en/ of beiden, en/of anderen) daar nadere informatie over kunnen geven.

    In de onderzoeken van Roger wordt steeds gerept van CO2 uitstoot, en de mogelijke toekomst-scenario’s daarvan.

    – Wordt dan CO2-uitstoot bedoeld of wordt dan CO2-equivalent bedoeld? Immers, o.a. methaan doet voor een belangrijk deel mee.
    – Wordt dan enkel de CO2-uitstoot (dan wel CO2-equivalent) bedoeld vanwege menselijke uitstoot, of wordt daarin ook meegenomen (het toenemende risico van) de uitstoot vanuit de natuur.
    – Wordt de verwachtte reductie van CO2- (dan wel CO2-equivalent) enkel lineair doorgerekend op de forcering of wordt er ook rekening gehouden met het risico van niet-lineaire effecten (kantelpunten, wederom de kantelpunten vanwege uitstoot uit de natuur, waaronder vanuit ontdooiende permafrostgebieden en tropische moerasgebieden)?

    Like

  17. Hans Custers

    Jaap,

    Ik stel voor dat je ‘m die vragen stelt op zijn eigen blog: https://rogerpielkejr.substack.com/p/thou-shalt-use-rcp85.

    En mocht je daar serieus antwoord krijgen, in plaats van alleen maar verdraaiingen en ontwijkingen, laat het ons dan weten.

    Like

  18. Lennart van der Linde

    Jaap, ik had idd over dat ironische/sarcastische “enorme” heen gelezen.

    Like

  19. Hans, zal ik doen.
    Daarnaast zal ik ‘m mogelijk nog wat voorleggen, namelijk dat Pielke’s beweringen volgens mij niet (geheel) consistent zijn met het verslag van de op 20-22 juni 2023 gehouden eerste bijeenkomst van het ScenarioMIP-project in het kader van de nieuwe fase van het Coupled Model Intercomparison Project, CMIP7.

    Wat mij in dat verslag opvalt (in relatie tot Pielke) zijn een aantal zaken:

    “een aanbeveling was om (de meeste) simulaties in emissiegedreven modus uit te voeren – in tegenstelling tot het gebruik van een concentratiegedreven aanpak in CMIP6 (het is een open vraag of dit alle broeikasgassen omvat of alleen CO2).”
    Is dezelfde vraag die ook al geformuleerd had.

    “• Er was belangstelling voor een scenario met hoge emissies op basis van mogelijke ontwikkelingen in een ongunstige richting, waaronder bijvoorbeeld een hoge demografische groei en een trage technologische ontwikkeling. Dit scenario met hoge emissies ligt waarschijnlijk onder SSP5-8,5 (mogelijk in de buurt van 7 W/m2).” Dit roept de vraag op: hoe verhoudt deze bewering zich tot die open vraag van het eerste tekstdeel?

    “Daarnaast zullen we vier taskforces oprichten om de wetenschappelijke vragen met betrekking tot het definiëren van te behandelen: […] Wat is een handig high-end scenario; Wat zijn de aannames die tot zo’n hoge forcering leiden.” Dat dit nog dus nog in vraag ligt is niet consistent met de beweringen van Pielke.

    “Laagste en hoogste relevante scenario’s: Het bepalen van de laagste en hoogste scenario’s moet gebaseerd zijn op kennis van geïntegreerde beoordelingsmodellen (IAMs).” Roept bij mij de vraag op: is Pielkes kennis al dan niet gebaseerd op die kennis omtrent de IAM’s?

    “Aan de bovenkant kan een lager scenario zoals SSP 7.0 nuttig zijn, omdat RCP8.5 onwaarschijnlijk wordt. “ Wederom: : hoe verhoudt deze laatste bewering zich tot die open vraag van het eerste tekstdeel?

    “High-End: Het is cruciaal om een huidig beleidsscenario te hebben en een worst-case scenario met hogere emissies.” Hetgeen dus nog een onderzoeksvraag is voor een taskforcegroep.

    “Er is een gestructureerde aanpak nodig om verzwarende ontwikkelingen te verkennen die zouden bijdragen aan hoge emissies, zoals het terugdraaien van beleid, hoge bevolkingsgroei, ontbossing, trage ontwikkeling van energietechnologie, etc. SSP3 is een goed uitgangspunt.” En om de risico’s van toenemnde natuurlijke emissies te verkennen die mogelijk (= waarschijnlijk?) gaan volgen t.g.v. hoge menselijke emissies, zou ik eraan willen toevoegen.

    “Weergave van effecten in IAM’s: De opname van effecten zoals brand en droogte in scenario’s werd besproken. Dit is een doorlopende onderzoeksgrens, en het opnemen van dergelijke effecten zou het scenariorealisme kunnen vergroten, maar ook extra onzekerheid kunnen introduceren.” Hier wordt duidelijk gezegd dat het een kwestie van doorlopend onderzoek is. Wederom: daarmee zijn Pielke’s conclusies niet consistent.

    “• Klimaatgevolgen van huidig beleid en de gevolgen van falend beleid. • Risico’s op het gebied van klimaatimpact op verschillende niveaus van klimaatverandering. Onvermijdelijke en vermijdbare effecten.” Dit ligt dus nog in het open onderzoeksgebied. Ook hier: daarmee zijn Pielke’s conclusies niet consistent.

    “High-end scenario. Het high-end scenario moet het huidige beleidsscenario overtreffen en de staart van de emissieverdeling vertegenwoordigen. Het zou nuttig zijn om duidelijke verhalen te geven over wat de scenario’s vertegenwoordigen in termen van beleidskeuzes en hun waarschijnlijkheid.” Daaruit lees ik: wederom ligt dit nog in open onderzoeksgebied en dus zijn de conclusies van Pielke voorbarig.

    “Langere scenario’s (voorbij 2100 JL) zijn vooral belangrijk voor de gevolgen van zeespiegelstijging, vegetatie-effecten en vragen met betrekking tot omkeerbaarheid.” Aha, zeespiegelstijging, Nederland, (on)omkeerbaarheid, … .

    “• Emissie gedreven. Emissiegestuurde scenario’s zijn waardevol voor een betere bemonsteringsonzekerheid. Sommige modelleringsgroepen vereisen echter concentratiegestuurde scenario’s. Het is raadzaam om een reeks concentratiescenario’s voor een bepaald emissiescenario aan te bieden om rekening te houden met onzekerheid. Verhalen moeten uitleggen waarom een groep hoge, gemiddelde of lage concentraties kan kiezen voor een bepaald emissiegeval.” Uiteindelijk zal de CO2-equivalent concentratie bepalend zijn. Emissiegestuurde scenario’s: hoe kunnen modellen de onvoorspelbare natuurlijke uitstoot modelleren? (lineariteit versus niet-lineariteit, dus dat geeft een risico op onderschatting, lijkt mij).

    Like

  20. Hans Custers

    Afgaande op reacties die ik zo hier en daar voorbij zie komen, blijkt het onderscheid tussen scenario’s en voorspellingen voor veel mensen een lastige kwestie. Scenario’s zijn verhaallijnen die, als het goed is, samen de bandbreedte aan mogelijke toekomstige ontwikkelingen afdekken. Maar dat betekent natuurlijk niet dat de toekomst zich exact via een van die scenario’s zal ontwikkelen. Het betekent ook niet dat je alleen op de hoogste concentraties uit kan komen als de wereld exact het meest pessimistische scenario volgt. Ook in dat pessimistische scenario is niet aangenomen dat alles tegenvalt dat er maar tegen kan vallen. En dus zouden sommige dingen tegen en andere mee kunnen vallen, waarmee je nog steeds ongeveer op dat scenario uitkomt. Dat er meevallers zijn hoeft dus niet noodzakelijk reden zijn om het scenario helemaal te verwerpen.

    Wat ook wel relevant is, is dat er de afgelopen 10, 15 jaar twee tegengestelde ontwikkelingen zijn geweest op dit gebied. Enerzijds is ‘business as ususal’ er zonder meer gunstiger uit gaan zien. Maar anderzijds is binnen de klimaatwetenschap het besef gegroeid dat worstcasescenario’s van belang bij, omdat ze significant bij kunnen dragen aan het risico. In het verleden onderzocht met alleen ‘business as usual’ en gunstiger, bij mijn weten was RCP8.5 de eerste keer dat daar (nog vrij voorzichtig, met de stand van zaken in die tijd) van werd afgeweken.

    Welke bandbreedte je in beschouwing neemt en welke scenario’s die bandbreedte illustreren blijft natuurlijk een afweging waar niet één ‘goed’ antwoord voor is. Hoe hard sommigen ook die indruk blijven wekken. Bovendien wil je niet al te veel verschillende scenario’s hebben, vanwege de hoge computerkosten om die allemaal door te rekenen, bijvoorbeeld. En je zou je ook af kunnen vragen of een groter aantal scenario’s nu echt meer duidelijkheid zou geven.

    Natuurlijk kun je je ook afvragen of een hoog emissiescenario wel de beste manier is om een indicatie te krijgen van wat er in het slechtste geval zou kunnen gebeuren. Dat is precies de discussie die er nu wordt gevoerd over nieuwe scenario’s. Op een constructieve manier. En daar zit het grote verschil met degenen die alleen maar heel hard blijven roepen dat het hoge scenario weg moet. Daar is niks constructiefs aan.

    Like

  21. Hans,
    Wat betreft Roger Pielke, er zit, zo vermoed ik, een niet-onlogische ambitie achter, namelijk om beleidsacties te bevorderen en om inertie te voorkomen.

    Ik overweeg ook om de volgende vraag aan RP te stellen:
    Wat is uw mening over de keuze van het KNMI om toch een hoge marge aan de bovenkant te hanteren? (enige context: Het KNMI zegt: “Er wordt geen uitspraak gedaan over de waarschijnlijkheden van de vier scenario’s. Ieder scenario is een mogelijkheid.” En: “Het hoge uitstootscenario is waarschijnlijk een overschatting van de CO2-uitstoot, omdat veel broeikasgasbeperkende maatregelen al in gang zijn gezet. Toch bestaat nog steeds de mogelijkheid dat de temperatuurveranderingen, die voor het hoge uitstootscenario zijn berekend, uitkomen. Bijvoorbeeld als de klimaatgevoeligheid hoog blijkt te zijn of als natuurlijke terugkoppelingen (permafrost, biosfeer, oceaan) voor extra CO2-uitstoot zorgen. Daarnaast nemen extremen wellicht sterker toe dan de modellen voorspellen. Dat kan gecompenseerd worden door een hoog uitstootscenario te gebruiken.”)

    Enige verwarring ligt wel op de loer. Ik lees het zo: Die hoge menselijke uitstoot is weliswaar niet of minder waarschijnlijk, maar wel de gevolgen van een zodanig scenario omdat ook andere risico’s (processen, gebeurtenissen) dan menselijke uitstoot meespelen. Het KNMI zegt het zo: “Deze processen en gebeurtenissen kunnen wel benoemd worden, maar niet of nauwelijks getalsmatig worden uitgedrukt.”

    Like

  22. Hans,
    Ik kan niet op zijn artikel reageren (Only paid subscribers can comment on the post). Dat zegt natuurlijk ook wel wat. Trouwens mijn mening over die niet-onlogische ambitie, daar kom ik op terug, na zijn artikel te hebben gelezen.

    Daarom plaats ik mijn vraag toch maar hier. Misschien leest hij deze.

    Geachte heer Roger Pielke,
    Het KNMI zelf geeft een toelichting op het hoge scenario. Zij zeggen: “Er wordt geen uitspraak gedaan over de waarschijnlijkheden van de vier scenario’s. Ieder scenario is een mogelijkheid.” En: “Het hoge uitstootscenario is waarschijnlijk een overschatting van de CO2-uitstoot, omdat veel broeikasgasbeperkende maatregelen al in gang zijn gezet. Toch bestaat nog steeds de mogelijkheid dat de temperatuurveranderingen, die voor het hoge uitstootscenario zijn berekend, uitkomen. Bijvoorbeeld als de klimaatgevoeligheid hoog blijkt te zijn of als natuurlijke terugkoppelingen (permafrost, biosfeer, oceaan) voor extra CO2-uitstoot zorgen. Daarnaast nemen extremen wellicht sterker toe dan de modellen voorspellen. Dat kan gecompenseerd worden door een hoog uitstootscenario te gebruiken.”)
    Wat betreft de gevolgen van het zodanig hoog scenario, zegt het KNMI dat ook andere risico’s dan menselijke uitstoot meespelen. Het KNMI zegt het zo: “Deze processen en gebeurtenissen kunnen wel benoemd worden, maar niet of nauwelijks getalsmatig worden uitgedrukt.”

    Zie veelgestelde vragen over de KNMI’23-klimaatscenario’s
    https://www.knmi.nl/kennis-en-datacentrum/achtergrond/knmi-23-klimaatscenario-s

    Heer Pielke, U verwijst in uw artikel niet naar die toelichting, vandaar mijn vraag: wat is uw mening over die toelichting?

    Like

  23. G.J. Smeets

    Hans,
    “En je zou je ook af kunnen vragen of een groter aantal scenario’s nu echt meer duidelijkheid zou geven.”
    Dat vraag ik me al lang af en mijn antwoord is ‘nee’ op grond van twee argumenten die ik mezelf voorhoud en waar ik niet omheen kom:
    1) alleen al het best case (GHG-uitstoot)scenario is voldoende reden/info voor beleidmakers om ingrijpende maatregelen te nemen: energietransitie en infra-structurele adaptatie. Het begint erop te lijken dat beleidmakers inderdaad dit best case scenario met heel veel moeite ter harte beginnen te nemen.
    2) Het palet van scenario’s die in de rekenmodellen slechter scoren dan ‘best’ is beleidsmatig irrelevante precisie, al is het onderzoektechnisch en publicitair voor de academeische werkgemeenschap interessant.

    “Natuurlijk kun je je ook afvragen of een hoog emissiescenario wel de beste manier is om een indicatie te krijgen van wat er in het slechtste geval zou kunnen gebeuren.”
    Ook dat vraag ik me al lang af en ook hier is mijn antwoordd ‘nee’ op grond van een enkel argument dat ik mezelf voorhoud: het slechtste geval dat zou kunnen gebeuren is mislukking van beleid dat bedoeld is om het beste scenario het hoofd te bieden. Er daar alleen al liggen nogal wat adders in het gras die met de globale opwarming slechts zijdelings of helemaal niet te maken hebben.

    Ik heb de argumenten voor mijn antwoord op je twee retorische(?) vragen in je blogstuk gegeven. Zolang ik geen overtuigend weerwoord krijg (van wie dan ook) blijf ik erbij.

    Geliked door 1 persoon

  24. G.J. Smeets

    Jaap,
    heb je ze nog bij elkaar? Je gedoe met het gedoe van Pielke is hier niet relevant en daar is je door de moderator expliciet op gewezen. En toch ga je er alhier ermee door. Ga je schamen, Jaap.

    Geliked door 1 persoon

  25. Hans Custers

    Goff,

    Dat er ingrijpende maatregelen nodig zijn staat helemaal niet ter discussie. Dus dat is ook niet het doel van die scenario’s. Het gaat om de vraag welke maatregelen en in welk tempo. En dan maakt het wel degelijk uit hoeveel en hoe snel het klimaat verandert.

    Er zit zo’n halve meter verschil tussen de geprojecteerde zeespiegelstijging in 2100 tussen het hoge en het lage scenario. En dat wordt nog meer als je verder in de toekomst kijkt. Het heeft wel degelijk zin om na te denken over adaptatie daaraan. Waar hou je rekening mee, en wanneer zou je moeten besluiten om een deel van het land op te geven, bijvoorbeeld. Of kun je het zo organiseren dat je snel en flexibel in kunt spelen op mee- en tegenvallers.

    Het is, kortom, geen welles-nietes kwestie. Het gaat over hoe, wat en wanneer.

    Like

  26. Zeg Goffie, ik ben blij dat jij net zo ironisch en sarcastisch kan zijn als ik. Roger mag zich komen verantwoorden als hij geconfronteerd wordt met wat het KNMI er zelf zorgvuldig en genuanceerd over zegtover zegt. Zal ik ‘m anders even vragen of hij bij jou op het matje komt? Hij wil vast wel even kennismaken met Goffie.

    Like

  27. “2) Het palet van scenario’s die in de rekenmodellen slechter scoren dan ‘best’ is beleidsmatig irrelevante precisie, al is het onderzoektechnisch en publicitair voor de academeische werkgemeenschap interessant.”

    Wat een onzin Goff. Dat is hetzelfde als zeggen: het IPCC is hoofdzakelijk bezig met irrelevante precisie. De academische werkgemeenschap beseft de lacunes van eerder opgestelde scenario’s, en daarom zijn ze druk bezig met de volgende generatie framingpaden die wordt ontwikkeld onder de CMIP-paraplu voor gebruik in het IPCC AR7. Men wil juist de beleidsrelevantie versterken, door de volgende generatie klimaatscenario’s voor aardsysteemmodellen te evolueren naar ‘representatieve emissieroutes’ (REPs) (Goff, let nou goed op: routes is meervoud)!. Deze ‘framing pathways’ moeten de komende 5-10 jaar tegemoetkomen aan de meest kritische mitigatiebeleids- en aanpassingsbehoeften. En (let weer op Goff): voor wie anders dan voor beleidsmakers? Het zijn toch geen speeltjes zijn voor de wetenschappers zelf?

    Like

  28. Trouwens, Goff, in eerste instantie dacht ik dat Roger Pielke een positieve bijdrage wilde leveren aan de discussie omtrent die nieuwe generatie framingpaden, vanuit mijn positieve grondhouding van goed vertrouwen. Ik kende hem niet en kwam achteraf tot een ander besef, maar gelukkig wist jij vooraf al wel beter!

    Like

  29. G.J. Smeets

    Hans, Jaap

    Ik snap jullie reactie. Ik snap ook dat ik wat duidelijker had kunnen/moeten zijn wat betreft het verschil tussen de werkgemeenschap van klimatologen en die van beleidmakers. Klimatologen (en ecologen) slepen al decennia lang info aan die door beleidmakers al decennia lang aan de laars is gelapt. Zelfs met een ‘dingetje’ als het NL stikstofdossier anno 2023 schiet het niet op. Méér klimatologische (en ecologische) info is overkill c.q. parels voor zwijnenbeleid. En dat is niet mijn ironie maar maatschappelijk feit.

    Hans, je wijst op een halve meter verschil anno 2100 tussen het hoge en lage scenario. Anno 2100 is drie generaties na nu en die drie generaties gaan de implikaties meemaken van +2°C die onvermijdelijk in de fysische pijplijn zit terwijl de huidige generatie al bij +1,2°C met de beleidmatige handen in het haar zit. Zoals ik zei: het beleidmatige worst case scenario is dat aan het klimatologische best case scenario niet het hoofd wordt geboden. En daar ziet het niet naar uit voor zover ik het overzie en snap.

    Jaap, inderdaad het IPCC is hoofdzakelijk bezig met *beleidmatig* irrelevante precisie. Iedereen weet al lang wat er qua GHG-uitstoot beleidmatig op korte termijn (best scenario) te doen staat en zoals je weet schiet het sinds Parijs 2015 niet op. Nogmaals: met +1,2°C zit de huidige generatie beleidmakers met de handen in het haar, laat staan met +2°C die de komende drie generaties bij ‘best scenario’ voor de kiezen krijgen. Alles wat na anno 2100 komt is letterlijk scientific fiction. Daar is niks mis maar scientific fiction is het en ik bedoel uitdrukkelik niet science fiction. Het is de reden dat ik volhoud dat al maar verfijnder rekenmodellen beleidmatig irrelevant zijn maar wel voor de rekenaars interessant.

    Overigens wijs ik er op dat er een echt giftige adder in het gras ligt waar klimatologen geen sjoege van hebben en de rapporteurs van IPCC evenmin: de afbraak van sociale coherentie vanwege de oprukkende AI technologie. Ik ben het met collega-filosoof Daniel Dennet op veel punten niet eens maar hier https://now.tufts.edu/2023/10/02/daniel-dennetts-been-thinking-about-thinking-and-ai heeft hij een heel dik punt: AI technologie vreet civilisatie intern op wat de opwarming extern doet. Het pseudo-sceptische gedoe van types als Pielke jr. is er peanuts bij. De eerlijkheid gebied te zeggen dat peanuts de dienst uit maken. Darwin zei het al.

    Geliked door 1 persoon

  30. Hans Custers

    Goff,

    Je ziet iets over het hoofd. Dat het aanpakken van de bron van het probleem (ofwel mitigatie) zo moeizaam gaat maakt het denken in scenario’s nu juist zo belangrijk. We zullen ons aan moeten passen, maar weten niet precies waaraan. En dus is het belangrijk om zicht te hebben op de bandbreedte aan mogelijkheden. Uiteindelijk zullen we ons aan moeten passen aan wat er gebeurd, dat is een feit en geen beleidskeuze.

    En er is wel degelijke maatschappelijke en beleidsmatige aandacht voor adaptatie. Op landelijk niveau hebben we bijvoorbeeld de Deltacommissie die daarmee bezig is. Als sinds 2007. Mijn stad, Rotterdam, begon er ook rond die tijd mee. En er zijn niet alleen plannen gemaakt, er is ook het nodige uitgevoerd. Er wordt dus wel degelijk serieus werk gemaakt van adaptatie in Nederland. (Al betekent dat natuurlijk ook weer niet dat er nergens onverstandige besluiten worden genomen, zoals door gemeentes die nieuwe wijken bouwen in de uiterwaarden. Of vertegenwoordigers van de landbouw in waterschappen die zichzelf in de voet schieten door alleen naar de korte termijn te kijken. Maar dat is niet representatief voor wat er in het hele land gebeurt.)

    Like

  31. Goff, ik deel je onderliggende gevoel dat we tegen mitigatiegrenzen aanlopen, een gevoel dat gebaseerd is op het ontoereikende beleid van inmiddels reeds 4 decennia. Ja, falende beleidsmakers, je kan ook zeggen: falende mensheid.

    Maar het is natuurlijk bulshitt om dat onderliggende gevoel rechtlijnig zonder meer door te trekken naar adaptatie. Juist ook een worst-case scenario is van groot belang voor beleidsmakers. (dat er dan weer grote semantische verwarring ontstaat is wel jammer, ook Maarten Keulemans is wat dat betreft van het padje, kennelijk heeft hij de toelichting van het KNMI niet of wel in een vlaag van verstandsverduistering tot zich genomen, zie zijn stuk in de Volkskrant van gisteren). Uit de wetenschapsgemeenschap, over de nieuwe benadering van scenario’s: “Output van ESM’s op basis van de framing-routes moet een uitgebreid scala aan plausibele opwarmingstoekomsten verkennen. Plausibele zeer high-end / worst case uitkomsten zijn een belangrijke basis voor risicobeheer en aanpassingsbeslissingen, evenals voor verlies en schade. Ook kunnen die high-end uitkomsten indicatief zijn voor de high-end staart van de distributies, inclusief high-end klimaatgevoeligheid, die nuttig zijn bij het onderzoeken van grenzen aan aanpassing en verwachte niveaus van verlies en schade die mogelijk moeten worden aangepakt.”

    En ik deel ook wel je onderliggende gevoel dat we op de lange termijn tegen adaptatiegrenzen gaan aanlopen. Echter jij hebt een onbedwingbare behoefte aan zwart-wit, maar ja, die is in de echte wereld niet te koop Goff.

    Like

  32. G.J. Smeets

    Hans,
    ik zie van alles over het hoofd, dat weet ik ook wel. Maar niet dat we “ …we ons aan moeten passen aan wat er gebeurt, dat is een feit en geen beleidskeuze” (jouw woorden). En dat is precies waar ik op doel: met de adaptatie aan de huidige +1,2°C schiet het niet op ook al is er, zoals je zegt, aandacht voor. Nog kort geleden zat Rotjeknor waar jij woont als transitiehaven in de problemen vanwege te lage waterstand van rivieren die daar uit het achterland samen komen. En binnenkort zal de waterstand toenemen doordat de gletchers van de Alpen anno 2023 razendsnel afsmelten. Ik heb het al eens eerder hier ergens opgemerkt: niet de zeespiegel anno 2100 aan de voorkant is het probleem voor de delta die NL is. Het probleem anno 2023 ligt aan achterkant in de stroomgebieden Nota Bene: er ligt momenteel veel ijs heel snel te smelten en dat water komt naar Rotterdam. En dat bij slechtst +1,2°C terwijl +2°C in de fysische pijplijn zit. Ik wil maar zeggen en herhaal: bij best case scenario zitten de handen in het beleidmatige haar. Worst case is dat het met best case beleid niet lukt.

    Jaap,
    beleidmakers trekken zich helemaal niets aan van academische scenario’s. Dat is het zwart-wit wat je me voor de voeten werpt maar waar ik al lang overheen gestapt ben. Beleid is reparatie van ongeluk/pech/domheid. De rest is ideologie, fantasie, illusie van maakbaarheid, etc. Dus ja, je hebt het goed gezien: ik ben in het publiek domein (zoals hier) zwart-wit fotograaf en thuis colorist.

    Geliked door 1 persoon

  33. Goff, misschien zou je nog onderscheid kunnen maken tussen 2 soorten beleidsterreinen met elk toch net iets andere kenmerken. Het beleidsterrein aan de voorkant (aan de mitigatiekant) is veel politiek gevoeliger en daardoor (op dit moment) ook weerbarstiger. Het is het beleidsterrein dat (althans nu nog, dat kan veranderen) het meest in de publieke belangstelling staat. Het beleidsterrein aan de achterkant (de adaptatiekant, b.v. wat betreft de zeespiegelstijging), daarmee heeft Nederland op dit moment in zekere zin ‘geluk’ ten opzichte van vele andere overstromingsgevoelige landen zoals bv. Bangla Desh, namelijk qua financieringsmogelijkheden, qua bestuursvermogen en qua uitvoeringsvermogen. Het kan iets meer in de luwte opereren. ‘Op dit moment’ betekent, dat dat niet zo hoeft te blijven, die relatief gunstige voorwaardelijkheid. Misschien weet jij nog wel meer verschillen te bedenken?

    In ieder geval: wat betreft scenario’s voorbij de lage scenario’s is het van groot belang dat de wetenschappelijke kennis omtrent smeltprocessen voortsnelt. Dat is ook wat ik elders bedoel met: misschien kan het KNMI ons (de beleidsmakers) minstens ieder jaar van een update voorzien. Dat gaat niet om een volledig nieuw rapport, maar wel om de mogelijke onder- en bovengrenzen van de zeespiegelstijging te updaten ten behoeve van de adaptatiebeleidsmakers. Wat resterende mitigatiemogelijkheden betreft mag ik er ook geregeld een update komen, hoewel niet zozeer van het KNMI. Ik kan me het volgende voorstellen: het zou zo maar kunnen zijn dat escalatie van wereldconflicten negatieve invloed heeft op internationaal te maken afspraken. De volgende COP-top is binnenkort. Wel aardig om die top (de vorderingen, de resultaten) ook vanuit dat perspectief te bekijken. Internationale samenwerking (vertrouwen) komt te voet, gaat te paard.

    Like

  34. Hans Custers

    Overigens vind ik dat de wetenschap ons hoe dan ook zo goed en volledig zou moeten informeren over belangrijke kwesties. Ongeacht of de politiek zich daar wat van aantrekt. Ik hoop dan ook dat de wetenschappelijke wereld nooit zo cynisch wordt dat ze daarmee ophouden.

    Like

  35. G.J. Smeets

    Hans,
    helemaal mee eens. Er zit m.i wel een limiet aan wat betreft kosten/baten. Er werd en wordt in academia veel peperdure onzin bekokstoofd. Roemruchte voorbeelden:
    – het decennia lange vruchteloze kankeronderzoek [zie hierover oncoloog prof. Azra Raza’s studie The First Cell met als ondertitel The Human Cost of Persuing Cancer to the Last].
    – het decennia lange gedoe in de fundamentele fysica waar berekeningen (de snaartheorie is er zo-een) onmogelijk zijn af te zetten tegen observatie omdat relevante observatie niet uitvoerbaar is. Het is scientific fiction.
    – het decennia lange gedoe van economen die de centrale banken met economische info voeden is een zootje ongeregeld. Ga ik verder niet op in.
    – de schrikwekkende hoeveelheid klinisch, psychologisch en sociologisch onderzoek dat niet-reproduceerbaar is c.q. bij reproductie tot andere conclusies leidt.

    Net als jij ben ik fan van doorgaand metereologich en klimatologisch onderzoek. Het mag m.i. wel een tandje minder wat betreft scenario-constructie en een tandje meer observatie.

    Jaap,
    “Misschien misschien zou je nog onderscheid kunnen maken tussen 2 soorten beleidsterreinen met elk toch net iets andere kenmerken.”
    Tja, Bangla Desh zit ‘klem’ tussen het hooggebergte in de rug en de opwarmende zee voor de neus. Het hooggebergte stuurt de zeewaterdamp terug als neerslag: heeeel veel levensbedreigende regen en die komt van de acterkant, niet van de vootkant. De NL delta is een spiegelbeeldige situatie: levensnoodzakelijke watervoorziening vanuit het achterland en levensbedreigend zeewater aan de voorkant. In beide situaties zit er beleidsmatig niks anders op dan voorrang te verlenen aan adaptatie aan de metereologische en klimatologische feiten. Dus ja, ben het met je eens dat het KNMI de frequentie van zijn updates mag opschroeven.

    Overigens dagdroomde ik een scenario voor de NL delta: het samenvallen in de tijd (zeg vier etmalen) van een springvloed-met-storm aan de voorkant met excessieve wateraanvoer aan de achterkant. Niet waarschijnlijk en niet onmogelijk.

    Like

  36. Goff, alle landen en regio’s die overstromingsgevoelig zijn, ongeacht of die bedreiging nou van voren of van achteren, van boven of van onderen, van links of van rechts komt, hebben te maken met hun meer of minder beperkte veerkracht en adaptatievermogen qua financieringsmogelijkheden, bestuursvermogen, uitvoeringsvermogen, politieke verhoudingen, etcetera. Dat is het punt. Wel logisch dat daarom ‘arm-zuid’ (historisch gezien niet de veroorzakers), geld wil zien van ‘rijk-noord’ (historisch gezien de veroorzakers). Die financieringsafspraken worden bij lange na niet nagekomen, zoals we weten. De komende COP28 zal daar voor een groot deel weer over gaan, verwacht ik.

    Die dagdroom van jou, die lijkt mij nog niet zo’n onwaarschijnlijk qua verbeelding en ik vermoed dat Hugo dezelfde dagdroom heeft gehad. Hugo wil bovenop zijn huidige ambitie ook na 2030 nog eens een miljoen extra woningen erbij. En wat zegt hij daarover? Die moeten gebouwd worden in de oostkant van Nederland. Hij weet dat de verkiezingen voor de deur staan en hij is op en top optimistisch en diplomatiek politikus zoals we hem kennen. Geen paniekzaaiende klimaatalarmist, dus zijn motivatie vinnik uiterst creatief: het gaat om het rechttrekken van de kloof tussen Randstad en platteland. Aha! van welke partij probeert hij hier een speerpunt af te snoepen? Slimme man.

    Like

  37. Friso Heidinga

    Interessant filmpje over hoe de verzekeringswereld met scenario’s omgaat…

    Like

  38. Friso,
    Hoewel ik het Engels niet zo goed machtig ben, begrijp ik eruit dat de verzekeringswereld – nu nog veelal buiten het besef van het grote publiek -, bezig is om zichzelf te vrijwaren van toekomstige risico’s: heel logisch – en tegelijk een kanarie in de kolenmijn. Een wake-up call voor kopers van een woning in bepaalde gebieden. Makelaars zullen dit nog niet aan de grote klok hangen, stel ik me zo voor.

    Ik heb een aantal reacties (vertaald) gelezen en vond daarvan een aantal zeer toepasselijk, ook voor de Nederlandse situatie.

    “Er zijn al VEEL verzekeringsmaatschappijen in de VS in bepaalde staten zoals Californië en Florida die NIET meer bereid zijn om huizen te verzekeren. Dat is een enorm probleem, niet alleen vanwege het risico, maar ook omdat veel hypotheekcontracten bepalen dat een verzekering verplicht is.”

    “Het is ingewikkeld, ik werk aan de verkoop van onroerend goed aan de kust en ik word geconfronteerd met zeer gecompliceerde kwesties. Waarschuw ik mijn klant?”

    “Alles komt tot stilstand als verzekeringsmaatschappijen niet willen verzekeren.”

    “Klassiek geval van prisoner’s dilemma.”

    Like

  39. Dirk Roorda

    Goff,

    “Overigens dagdroomde ik een scenario voor de NL delta: het samenvallen in de tijd (zeg vier etmalen) van een springvloed-met-storm aan de voorkant met excessieve wateraanvoer aan de achterkant. Niet waarschijnlijk en niet onmogelijk.”

    De twee december-2023 hoogwaters kwamen hier griezelig dichtbij. Het hoogwater van de rivieren was niet eens extreem hoog, maar de overlast was groter dan normaal door harde noordwestenwind, dus opgestuwd water aan de waddenzeekant van het IJsselmeer, waardoor er niet gespuid kon worden, en de IJssel lang hoog bleef. En op het hoogtepunt was het inderdaad springtij.
    Er kwam nog bij dat het land al eerder verzadigd was geraakt van water, waardoor de zijbeken een significante bijdrage hadden, vooral in de IJssel.
    Ik woon op een paar honderd meter van water dat met de IJssel meebeweegt, dat zorgt wel voor interesse in deze materie.

    Je had een heldere droom.

    Like

Plaats een reactie