Categorie archief: Marcel Crok

To Pause Or Not To Pause

Het zal de meeste volgers van het klimaatnieuws niet zijn ontgaan: NOAA – NCEI (voorheen NCDC) heeft zijn oppervlaktetemperatuur dataset geüpdatet en UAH is druk doende om zijn temperatuurdataset van de lagere troposfeer op basis van satellietdata te updaten. Updaten van datasets is gewoon een onderdeel dat hoort bij de wetenschappelijke vooruitgang.
De nieuwe NOAA data laten zien dat er geen vertraging waar te nemen is in het lange termijn opwarmingssignaal. In versie v6.0-bèta van de UAH data kan men, net als bij de RSS data, weer lijntjes trekken die vanaf het bekende jaar 1998 ongeveer vlak lopen. Daarbij moet men wel de ogen sluiten voor de grotere onzekerheid in de trendbepaling bij de satelliettemperaturen ten opzichte van de oppervlaktetemperaturen en ook de invloed van de enorme piek in de satelliet-temperatuurdata rond 1998 op de trendbepaling negeren. NOAA wordt op sommige websites natuurlijk beschuldigd van manipulatie, terwijl de nieuwe UAH bèta-dataset al vrolijk wordt ingezet om te melden dat ‘global warming has stopped’. Geen verrassingen dus op dat terrein.

De wetenschappelijke beschrijving van NOAA’s update zijn te vinden in een artikel van Karl e.a. in Science (pdf). De grootste wijzigingen zitten in hun oceaan dataset en bestaan bijvoorbeeld uit correcties voor het overstappen van het meten van de temperatuur van zeewater met boeien i.p.v. met schepen. De nieuwe oceaan-dataset heet ERSST version 4.0.0. Men is tevens bezig met het verbeteren van de land-dataset (o.a. meer meetstations) en het artikel van Karl 2015 heeft daar al gebruik van gemaakt. De data die NOAA-NCEI rapporteert t/m mei 2015 zijn vooralsnog gebaseerd op de land-dataset GHCN version 3.0.0 en niet op de nieuwe land-dataset. Zie hier voor een uitleg en links. Interessant is de vergelijking in Karl 2015 tussen de ruwe data en de data met daarin alle correcties, zie figuur 1.

Figuur 1. De temperatuur anomalie zonder correcties (lichtgroen) en met de correcties van NOAA-NCEI (grijs). Bron: figuur 2B uit Karl 2015.

Lees verder

Toekomstige CO2-concentraties

Gastblog van Guido van der Werf

.Met simpel doortrekken van de ontwikkelingen van de laatste 15 jaar komen we dicht in de buurt van het hoogste IPCC scenario wat CO2 uitstoot betreft, het zogenaamde RCP8.5 scenario.
.Onzekerheden in hoeverre het land en oceanen CO2 blijven opnemen zijn belangrijk en vormen een van de grote onzekerheden wat toekomstige klimaatverandering betreft.
.­­•Ongeveer een kwart van de forcering van het RCP8.5 scenario zit in niet-CO2 factoren waarin met name methaan een belangrijke rol speelt.
.­­•Zelfs als je deze niet-CO2 factoren buiten beschouwing laat kom je met lage waardes van klimaatgevoeligheid rond of boven de 2 graden opwarming in 2100 uit. Het meenemen van deze factoren of hogere klimaatgevoeligheden leveren uiteraard meer opwarming op, en vice versa.

Om toekomstige klimaatverandering te berekenen zijn grofweg 4 factoren van belang: klimaatgevoeligheid, de netto klimaatforcering, de benodigde tijd om een nieuw evenwicht te bereiken, en natuurlijke factoren. De klimaatgevoeligheid heeft de laatste weken veel aandacht gekregen, met name vanwege een rapport van Nic Lewis en Marcel Crok waar een lagere klimaatgevoeligheid uit kwam dan de 1.5-4.5 graden opwarming per CO2 verdubbeling van het laatste IPCC rapport.

Dit blogbericht gaat over de klimaatforcering en dan met name over de toekomstige uitstoot en atmosferische concentratie van CO2. Met behulp van 8 grafieken laat ik zien wat voor factoren belangrijk zijn en wat de toekomstige CO2 concentratie zou kunnen zijn bij ‘business as usual’, oftewel bij geen mitigatie. Naast CO2 zijn er uiteraard ook andere factoren van belang inclusief emissies van methaan (CH4) en lachgas (N2O) maar die laat ik hier grotendeels buiten beschouwing.
Lees verder

Verrassing: klimaatsceptici maken alarmerend rapport

Gastblog van Jan Paul van Soest

De afgelopen week ontstond een rimpeling in de klimaatvijver. Een rapport van de Global Warming Policy Foundation GWPF zou aantonen dat de zogeheten klimaatgevoeligheid veel lager is dan het klimaatpanel IPCC inschat. Die conclusie is gebaseerd op selectief winkelen in de wetenschappelijke literatuur, zeggen verschillende wetenschappers. Ze hebben gelijk.

Maar als we er nu, for the sake of argument, van uitgaan dat de auteurs, ex-bankier Nic Lewis en ‘sceptisch’ journalist Marcel Crok, de klimaatgevoeligheid beter schatten dan het IPCC. Stel. Dan is de verrassende conclusie dat ook dan bij ongewijzigde CO2-uitstoot het klimaat eind deze eeuw zo’n 2 à ruim 4 oC kan zijn opgewarmd, terwijl op de langere termijn volgens de GWPF-getallen zelfs 7 graden in het verschiet kan liggen.

Kennelijk produceren ‘sceptici’ nu rapporten die ze als ze van het IPCC zouden komen ronduit ‘alarmistisch’ zouden noemen.

Studies die claimen dat de klimaatwetenschap niet deugt of ‘goed nieuws verbergt’ moeten liefst wat sceptisch worden bekeken. Gaat het hier om een bijdrage aan de wetenschap, of om een bijdrage aan het maatschappelijk-politieke debat? Dat laatste is duidelijk het geval. Het stuk is niet in de wetenschappelijke vakliteratuur gepubliceerd, maar is gesponsord door en uitgebracht als rapport van de zich ‘denktank’ noemende lobby-organisatie GWPF van Nigel Lawson. Die stichting houdt zijn financiële bronnen verborgen, maar lijkt onder meer banden te hebben met de gigantische Belchatow kolencentrale in Polen. In Nederland wordt het rapport gepromoot door de Groene Rekenkamer, een Madurodam-versie van de denktanks à la GWPF. Beide organisaties hebben evident een politieke, geen wetenschappelijke agenda, met als boodschap: het klimaatrisico is veel kleiner dan het IPCC beweert, we hoeven niet in actie te komen. Het rapport van Lewis en Crok heeft als doel die boodschap te onderbouwen. Misschien, vermoedelijk zelfs, vinden Lewis en Crok dat ze wél aan de wetenschap bijdragen, als dat zo is moet de conclusie zijn dat ze zich naïef voor een politiek karretje hebben laten spannen.

Opmerkelijk is het dat óók bij de relatief lage klimaatgevoeligheid die uit de rekensommen van Lewis en Crok rolt, de aarde fors blijft opwarmen als er niets aan de CO2-uitstoot wordt gedaan. En misschien nog opmerkelijker is dat ‘sceptici’ die de studie van de GWPF roemen, zelf niet door lijken te hebben dat dit een rechtstreeks gevolg is van de getallen die Lewis en Crok produceren. Lees verder

Lewis en Crok over klimaatgevoeligheid – meer gevoel voor p.r. dan voor wetenschap

Vandaag presenteren de Britse Global Warming Policy Foundation (GWPF, een “denktank” die al jaren actief is in de campagne tegen de klimaatwetenschap) en de Nederlandse Groene Rekenkamer in Nieuwspoort een rapport van Nic Lewis en Marcel Crok. Met dit rapport ontdoet Lewis zich overtuigend van de wetenschappelijke geloofwaardigheid die hij zo’n jaar geleden verkreeg.

Toen verscheen in Journal of Climate een artikel van zijn hand: “An Objective Bayesian Improved Approach for Applying Optimal Fingerprint Techniques to Estimate Climate Sensitivity.” Het werd met interesse en ook wel enige scepsis ontvangen in de wereld van de klimaatwetenschap. Scepsis, omdat een nieuweling die zich meldt met een nieuwe benadering die een klimaatgevoeligheid opleverde die wat afweek van wat de gangbare wetenschap zegt, nu eenmaal wat te bewijzen heeft. In de loop van het jaar kwamen er diverse vragen op: over verschillende invoerparameters die Lewis gebruikte, waarom zijn berekeningen stoppen in 2001, hoe het kan dat een uitbreiding van zijn analyse met 6 jaar aan data tot significant andere resultaten leidt. En natuurlijk: waarom acht Lewis zijn methode zo veel beter dan andere methoden om de klimaatgevoeligheid te bepalen? Je zou kunnen denken dat het woord “Objective” hier de sleutel is, omdat andere methoden dan blijkbaar subjectief zijn. Dat is niet het geval: “Objective Bayesian Analyses” is in dit geval gewoon de naam van de methode. Dit blog (inclusief de discussie) op And Then There’s Physics is een goede ingang om meer te weten te komen over de vragen die er waren. En nog steeds zijn.

In Nederland verklaarde Marcel Crok zich onvoorwaardelijk fan van de methode-Lewis. En van enkele min of meer vergelijkbare onderzoeken die eveneens op een klimaatgevoeligheid uitkwamen die aan de lage kant zat. Op ons blog legde Jos Hagelaars al uit dat die benadering zeer eenzijdig is. Lees verder

Klimaatgevoeligheid

Lewis_Crok_IPCC_ECS_1S

Rajendra Pachauri, Marcel Crok en Wilco Hazeleger in Nieuwsuur

Nieuwsuur had op donderdag 9 januari aandacht voor het klimaat. De aanleiding daarvoor was het bezoek van Rajendra Pachauri, de voorzitter van het IPCC, aan Nederland. Nieuwsuur zond een interview uit met Pachauri en vooraf kon men op de website lezen: “Het klimaatprobleem mag dan inmiddels bekend zijn; Pachauri roept op tot meer urgentie.”.

Rajendra Pachauri, bron: IPCC

Pachauri wijst er in het interview enkele malen op dat klimaatveranderingen en temperatuurstijgingen sinds het midden van de vorige eeuw hoogstwaarschijnlijk het gevolg zijn van menselijk handelen en dat dit duidelijk volgt uit de wetenschappelijke inzichten. Het vijfde “Assessment Report” van het IPCC (AR5) hanteert de term ‘extremely likely’ (Summary for Policy Makers – SPM, blz. 15):
“It is extremely likely that human influence has been the dominant cause of the observed warming since the mid-20th century.”
Lees verder

Een brief in het Financieele Dagblad

Vandaag verschenen in het Financieele Dagblad, deze brief:

Het getuigt van lef als financieel-economen, die de economische crisis niet zagen aankomen, de op natuurkunde gebaseerde modellen uit de klimaatwetenschap bekritiseren. Theo Vermaelen, hoogleraar Financiën aan Insead durft het aan onder de kop: Politieke manipulatie ondermijnt klimaatrapport (FD 4 oktober). Helaas zakt Vermaelen volledig door het wereldwijd smeltende ijs. De gebruikelijke drogredeneringen verschijnen op zijn borreltafel. Zoals het stroman-argument dat de klimaatwetenschap zich slechts zou baseren op een correlatie tussen opwarming en CO2, en andere factoren zou verwaarlozen. Meer broeikasgassen in de atmosfeer betekent eenvoudigweg dat de planeet meer energie vasthoudt, oftewel opwarmt. Dat werd al berekend voordat de gemiddelde wereldtemperatuur daadwerkelijk begon te stijgen. Dat klimaatwetenschappers andere factoren dan CO2 ook meenemen kan iedereen met een zoekmachine op internet achterhalen.

Een tweede borreltafelargument: er is al 15 jaar geen opwarming. Fout. De opwarming gaat gewoon door, conform de wetten van de 19e eeuwse natuurkunde, en deze opwarming wordt gewoon gemeten en waargenomen. De energie-inhoud van de oceanen stijgt door, en wereldwijd smelten ijsmassa’s, wat zonder opwarming niet natuurkundig te verklaren is. Vermaelen is in verwarring omdat de temperatuur van de atmosfeer de afgelopen 15 jaar relatief weinig is gestegen. Maar de atmosfeer is niet ‘de aarde’, die warmt wel degelijk op.

Er is een trend — gemiddelde opwarming over meerdere jaren — en er zijn natuurlijke schommelingen. Deze zijn groter naarmate de beschouwde periode korter is. Wie zich blindstaart op een schommeling verwart weer met klimaat. En wie welbewust een warm jaar als startpunt neemt voor een korte tijdsspanne, gebruikt een andere bekende borreltafelstrategie: selectief winkelen.

In een van Vermaelens andere uitspraken komt de aap uit de mouw: het is een complot! Overheden die een ‘centrale planning’ voorstaan, waaronder in Vermaelens verwrongen wereldbeeld ook de Europese Unie, zouden de samenstellers van het laatste klimaatrapport onder druk hebben gezet onwelgevallige feiten onder het tapijt te vegen. Anders zouden overheden moeten toegeven dat windturbines en CO2-belastingen gemotiveerd worden door een foute theorie. Je verzint het niet: 19e-eeuwse natuurkunde is in de ogen van een financieel-econoom een verzinsel om onwenselijke maatregelen te treffen die de concurrentiekracht ondermijnen.

Daar komt Vermaelens betoog in wezen op neer. Zullen we maar vriendelijk concluderen dat dit soort stellingen de geloofwaardigheid van financiële denkers geen goed doet?

Ir. Hans Custers (chemisch technoloog en klimaatblogger)
Ben Lankamp (meteoroloog bij Weerplaza)
Ir. Jan Paul van Soest (milieukundige, partner De Gemeynt)

Voor wie het FD niet leest, of voor wie wat verdere toelichting wil, ga ik hieronder in op enkele citaten uit het stuk van Vermaelen. Lees verder

Eenzijdigheid en valse vrijbrief bij de ‘klimaatgevoeligheid-is-laag’ hype

Door Jos Hagelaars

Samenvatting

De vele verhalen met de strekking de ‘klimaatgevoeligheid-is-laag’ zijn alle gebaseerd op één enkele bewijscategorie en de daaruit resulterende getallen zijn niet hetzelfde als de Equilibrium Climate Sensitivity, de klimaatgevoeligheid op (zeer) lange termijn, maar eerder een ondergrens van deze ECS. Het IPCC daarentegen baseert zich op meerdere bewijscategorieën en geeft in het nieuwe 2013 AR5 rapport een range voor de ECS van 1.5 tot 4.5. Zelfs als de klimaatgevoeligheid erg laag zou zijn, is het zeer verstandig om onze CO2 emissies in te dammen, want het huidige ‘business-as-usual’ scenario qua CO2 uitstoot levert hoogstwaarschijnlijk ook dan een temperatuurstijging op van op den duur meer dan 2 °C.

De Hype

De klimaatgevoeligheid is laag en veel lager dan het IPCC in hun rapporten schrijft. Dit soort berichten kom je dit jaar vaak tegen op verschillende blogs en in krantenberichten in binnen- en buitenland (zie bijv. hier, hier, hier of hier). Een heuse hype, op WUWT alleen al zijn er dit jaar tientallen posts aan gewijd. De teneur die ik bespeur is de volgende: een lage klimaatgevoeligheid is goed nieuws en betekent dat we geen actie hoeven te ondernemen om de opwarming van de aarde tegen te gaan. En een heel belangrijk punt is natuurlijk: dan hoeven we ook weinig of geen kosten te maken. Geen gezeik over CO2, iedereen blijft rijk.

Lees verder

Het Nederlandse advies over het IPCC; wat staat er wel en wat staat er niet in?

Gastblog van Hans Custers

Enkele maanden geleden nodigde het IPCC de regeringen van alle deelnemende landen uit om zich kritisch te buigen over de huidige gang van zaken en op basis daarvan met adviezen voor de toekomst te komen. Een prima plan, want in een complexe organisatie die zich bezighoudt men een – op alle fronten – zo complex onderwerp gaat nooit alles perfect. Dat zal in de toekomst niet anders zijn, maar dat maakt het streven naar verbetering niet minder belangrijk. Maar, omdat het om het IPCC gaat, heeft dit ook een keerzijde: hoe de adviezen van de regeringen ook uitvallen, het is altijd koren op de molen van de anti-IPCC en anti-klimaatwetenschapscampagne. Dat stond bij voorbaat vast. Kritiek op het IPCC zal opgeblazen worden tot enorme proporties, als “bewijs” dat er tot op heden helemaal niets deugde van het IPCC en in het verlengde daarvan nagenoeg de volledige klimaatwetenschap. En mochten de adviezen, om dit soort reacties te voorkomen, terughoudend blijven, dan bewijst dat in de ogen van de klimaatsceptici natuurlijk weer dat iedereen kritiekloos achter het klimaatpanel van de VN – het grote klimaatcomplot – aan loopt.

Het Nederlandse advies is inmiddels af, en openbaar (pdf). Gelukkig en terecht lijken de Nederlandse betrokkenen ervoor gekozen te hebben om gewoon een rechttoe-rechtaan advies uit te brengen, zonder vooraf rekening te houden met de onvermijdelijke klimaatsceptische “spin”. Die onvermijdelijkheid bleek afgelopen vrijdag al, vrijwel onmiddellijk nadat het advies was gepubliceerd op de site van het KNMI. De passage die sindsdien te pas en (vooral) te onpas opduikt in elke internet-discussie over het klimaat is deze:

The IPCC needs to adjust its principles. We believe that limiting the scope of the IPCC to human-induced climate change is undesirable, especially because natural climate change is a crucial part of the total understanding of the climate system, including human-induced climate change. The Netherlands is also of the opinion that the word ‘comprehensive’ may have to be deleted, because producing comprehensive assessments becomes virtually impossible with the ever expanding body of knowledge and IPCC may be more relevant by producing more special reports on topics that are new and controversial.

Sommigen menen dat hier wordt gezegd dat het IPCC, of zelfs de klimaatwetenschap, in het verleden onvoldoende aandacht heeft besteed aan natuurlijke factoren die het klimaat beïnvloeden en aan omstreden (klimaatsceptische) opvattingen, en dat de betrokken Nederlandse partijen vinden dat dat moet veranderen. Wie dat denkt ziet enkele feiten over het hoofd. Lees verder

Klotzbach Revisited

Gastblog van Jos Hagelaars

De gemiddelde oppervlaktetemperaturen van de aarde, gemeten via ‘thermometers’, worden door een aantal instituten verzameld, de bekendste van deze datasets zijn GISTEMP, HadCRUT en NCDC. Sinds 1979 worden er eveneens temperatuurdata voor de lagere troposfeer vrijgegeven door de University of Alabama in Huntsville (UAH) en Remote Sensing Systems (RSS), die gemeten zijn via satellieten.
De temperaturen van deze twee meetmethodieken vertonen verschillen, zoals bijvoorbeeld: de NCDC data geven een trend boven het landoppervlak van 0.27 °C/decennium voor de periode 1979 t/m 2012, terwijl over dezelfde periode de trend over de satellietdata van UAH een stuk lager is met 0.18 °C/decennium. Dit terwijl de trends over mondiale temperaturen kleinere verschillen vertonen, voor NCDC en UAH resp. 0.15 °C/decennium en 0.14 °C/decennium over dezelfde periode.

Big deal? Bijna alles wat betrekking heeft op het klimaat is een ‘big deal’, dus voor deze trendverschillen is dat niet anders. In een wereld die warmer wordt, zou, ongeacht de oorzaak van de opwarming, de hogere troposfeer namelijk gemiddeld meer op moeten warmen dan het oppervlak en de data op basis van UAH (en RSS) laten dat niet zien.
Waarom zou het hoger in de troposfeer meer op moeten warmen en wat is de oorzaak van deze trendverschillen tussen de oppervlaktetemperaturen en de satelliettemperaturen?

Lees verder