Tagarchief: korte termijn

De ene anderhalve graad is de andere niet

Waarnemingen en projecties van de gemiddelde wereldtemperatuur uit het laatste IPCC-rapport

Een erg ongelukkig persbericht van WMO kreeg de afgelopen dagen nogal wat aandacht in de media. De boodschap van dat persbericht is dat er vijftig procent kans is dat de jaargemiddelde temperatuur de komende vijf jaar een keer de drempel van anderhalve graad boven pre-industrieel zal overschrijden. Op zich klopt dat, volgens het onderliggende rapport. Maar er ligt wel een groot misverstand op de loer. Een misverstand waar Michael Mann vorig jaar al voor waarschuwde.

Het punt is dat de doelstelling van “well below 2, preferably to 1.5 degrees Celsius” van het Akkoord van Parijs geen betrekking heeft op jaargemiddelde temperaturen, maar op het gemiddelde op lange termijn. Als het zou lukken om dat langetermijngemiddelde onder de anderhalve graad te houden, dan zullen er nog steeds jaren zijn die boven dat gemiddelde uitkomen. Jaren met een El Niño, bijvoorbeeld. Om te beoordelen of een doelstelling wel of niet wordt gehaald, moet je het ene gemiddelde niet met het andere verwarren.

Het zal inderdaad niet heel lang meer duren tot de jaargemiddelde temperatuur een keer boven de anderhalve graad uitkomt. En het lijkt me wel zo goed als zeker dat we voor het eind van dit decennium meerdere maandgemiddelden hebben gehad die zo hoog uitvallen. Maar met zulke uitschieters is de doelstelling op lange termijn niet noodzakelijk direct buiten bereik. Volgens de Global Warming Index zitten we nu 1,25°C opwarming en de temperatuur stijgt met een tempo van ongeveer 0,2°C tot 0,25°C per decennium. Met dat tempo zou de anderhalve graad dus over tien tot vijftien jaar worden bereikt. Geruststellend is dat bepaald niet. Want dat het ontzettend lastig zal zijn om onder die anderhalve graad te blijven staat wel vast.

De vreselijke opwarming

Heet, heel heet is het nu in mijn woonplaats. Al weken temperaturen boven de 25 graden en regelmatig tropische waarden boven de 30 graden. De toetsen van mijn toetsenbord voelen boterzacht en plakkerig aan en buiten in mijn tuin is bruin de overheersende kleurtint. Hoezo CO2 is goed voor de plantjes? Nee, dan was het zo’n tien jaar geleden véél beter. Volgens sommige mensen was de opwarming van de aarde toen gestopt, want het was al tien jaar niet meer warmer geworden. Die “niets aan de hand” verhaaltjes kwamen prettig over. De klimaatsceptici waren er destijds vrij duidelijk over, aan de theorie achter het broeikaseffect zat een afkoelend luchtje. Zo schreef Hans Labohm op een NOS weblog in 2009 (zie ook de vlijmscherpe respons van Gerrit Hiemstra hier):

“De gemiddelde wereldtemperatuur is de laatste tien jaar namelijk gedaald, terwijl de CO2–concentratie in de atmosfeer nog steeds stijgt. Dit is in strijd met de uitkomsten van alle klimaatmodellen.”

En in het boek van Marcel Crok (zie ook hier), gepubliceerd in 2010, kon je onder meer het volgende lezen:

“De stagnatie van de mondiale temperatuur in de afgelopen tien jaar speelt de broeikastheorie ook niet bepaald in de kaart.”

Al die wetenschappers die al decennialang zo ongeveer hetzelfde verhaal vertelden, zaten er blijkbaar naast. Op basis van tien jaar aan data moesten de theorieën en vooral de modellen herzien worden volgens deze “klimaatcritici”; in ieder geval mocht de overheid geen centje meer aan mitigatie uitgeven.

Inmiddels zijn we zo’n tien jaar verder, een goede reden voor een update van enkele analyses gebruik makend van de methoden van de korte-termijn-klimatologie. De grafiek hieronder van de NASA GISTEMP dataset vanaf 2008 laat een mondiale opwarming van 0,40 °C per decennium zien. Dat is dus maar liefst 4 graden per eeuw. Hans Labohm vraagt zich zo af en toe af wanneer die vreselijke opwarming nu eindelijk komt, nou blijkbaar is het inmiddels zover!


Lees verder

To Pause Or Not To Pause

Het zal de meeste volgers van het klimaatnieuws niet zijn ontgaan: NOAA – NCEI (voorheen NCDC) heeft zijn oppervlaktetemperatuur dataset geüpdatet en UAH is druk doende om zijn temperatuurdataset van de lagere troposfeer op basis van satellietdata te updaten. Updaten van datasets is gewoon een onderdeel dat hoort bij de wetenschappelijke vooruitgang.
De nieuwe NOAA data laten zien dat er geen vertraging waar te nemen is in het lange termijn opwarmingssignaal. In versie v6.0-bèta van de UAH data kan men, net als bij de RSS data, weer lijntjes trekken die vanaf het bekende jaar 1998 ongeveer vlak lopen. Daarbij moet men wel de ogen sluiten voor de grotere onzekerheid in de trendbepaling bij de satelliettemperaturen ten opzichte van de oppervlaktetemperaturen en ook de invloed van de enorme piek in de satelliet-temperatuurdata rond 1998 op de trendbepaling negeren. NOAA wordt op sommige websites natuurlijk beschuldigd van manipulatie, terwijl de nieuwe UAH bèta-dataset al vrolijk wordt ingezet om te melden dat ‘global warming has stopped’. Geen verrassingen dus op dat terrein.

De wetenschappelijke beschrijving van NOAA’s update zijn te vinden in een artikel van Karl e.a. in Science (pdf). De grootste wijzigingen zitten in hun oceaan dataset en bestaan bijvoorbeeld uit correcties voor het overstappen van het meten van de temperatuur van zeewater met boeien i.p.v. met schepen. De nieuwe oceaan-dataset heet ERSST version 4.0.0. Men is tevens bezig met het verbeteren van de land-dataset (o.a. meer meetstations) en het artikel van Karl 2015 heeft daar al gebruik van gemaakt. De data die NOAA-NCEI rapporteert t/m mei 2015 zijn vooralsnog gebaseerd op de land-dataset GHCN version 3.0.0 en niet op de nieuwe land-dataset. Zie hier voor een uitleg en links. Interessant is de vergelijking in Karl 2015 tussen de ruwe data en de data met daarin alle correcties, zie figuur 1.

Figuur 1. De temperatuur anomalie zonder correcties (lichtgroen) en met de correcties van NOAA-NCEI (grijs). Bron: figuur 2B uit Karl 2015.

Lees verder

Het weer is warmer dan het klimaat (in het vroege Antropoceen)

Enkele dagen geleden zag ik een serie van vier tweets voorbijkomen van Kees van der Leun.

Het leek me wel aardig om uit te zoeken wanneer de jaargemiddelde temperatuur voor het laatst lager was dan het gemiddelde over de voorafgaande 30 jaar. En dus toog ik spoorslags naar het onvolprezen Woord for Trees, dat naast die geweldige tool om met enkele muisklikken grafieken te maken, ook de mogelijkheid biedt om gegevens in hapklare brokken te downloaden. Dat moest ik wel even doen, want de grafiek die ik nodig had hoort niet bij de standaard opties van Wood for Trees.

Na het downloaden was het klusje zo geklaard: ik had een grafiek met het antwoord. Waarna ik me begon af te vragen wat ik ermee aan kon vangen. Liep ik niet het risico met hoon te worden overladen als ik mijn grafiekje openbaar zou maken? Immers, volgens de regels der kunst in de statistiek hoort een voortschrijdend gemiddelde uitgelijnd te worden op het midden van een periode en niet op het eind, zoals ik voor mijn 30 jaars gemiddelde had gedaan. Dat was immers nodig om het antwoord op de vraag te krijgen. Medeblogger Jos stelde me gerust. Ik zou niet de enige zijn die zich niet aan de statistische mores houdt: in de wereld van de aandelenhandel blijkt het heel gebruikelijk te zijn om op deze manier een voortschrijdend gemiddelde weer te geven als hulpmiddel bij het beleggen. Als de actuele waarde hoger ligt dan het voortschrijdend gemiddelde, ziet men daar zelfs een aanwijzing in voor verdere groei. Zover wil ik niet gaan. Voor de verwachting dat de temperatuur verder zal stijgen, bestaan bewijzen die veel overtuigender zijn.

Bovendien: het klimaat is gedefinieerd als het gemiddelde weer over een periode van (minstens) 30 jaar. Omdat we het weer van de komende 15 jaar niet kennen, denk ik dat het ook wel redelijk is om het klimaat te definiëren als het gemiddelde weer van de afgelopen 30 jaar. Mijn grafiek vergelijkt dus het actuele wereldweer (in blauw) met het actuele wereldklimaat (in rood), volgens NASA’s GISTEMP.

gisstemp30j

Het wereldweer (gemiddelde over 12 maanden, in blauw) en wereldklimaat (gemiddelde over 30 jaar, in rood) volgens NASA’s GISTEMP data

De laatste keer dat de jaargemiddelde temperatuur lager was dan het 30 jaars gemiddelde was: maart 1977. Dat is meer dan 30 jaar geleden. We kunnen dus concluderen dat weer dat warmer is dan het klimaat een kenmerk van het huidige wereldklimaat is.

Tot slot nog iets heel anders: zoals via Twitter het idee voor een grafiekje aanwaaide, verscheen via Youtube een interview met Jan Paul van Soest op mijn scherm. Het is de moeite van het bekijken meer dan waard.

Korte termijn trend heeft geen voorspellende waarde voor lange termijn trend

Op Ejo Schrama’s “twitterblog” heeft Jos de Laat van KNMI een reactie op ons stuk gegeven.

Hij viel over de volgende passage uit ons stuk:

De opwarming is, in tegenstelling tot wat Baudet beweert, geenszins gestagneerd in de afgelopen 10 jaar. Er zijn natuurlijke variaties, vooral door oceaanbewegingen, maar de onderliggende trend van opwarming, ongeveer 0,18 graden per 10 jaar, is onmiskenbaar.

Dit is volgens hem onjuist. Hij schrijft:

Kortom, het lijkt toch wel algemeen geaccepteerd dat het de laatste 8-15 jaar – afhankelijk van wie je leest – niet warmer is geworden en misschien zelfs wel wat is afgekoeld.

Volgens mij hebben we allebei gelijk. Omdat we het allebei over iets anders hebben.

Wij hebben het over de onderliggende (lange termijn) trend vd opwarming. Jos hebt het (als ik het goed heb begrepen) over de (korte termijn)temperatuurmetingen sec. Dat maakt een groot verschil:

De onderliggende opwarmende trend kan gewoon doorgaan, terwijl door natuurlijke variaties en andere factoren (zoals Jos die terecht noemt) die trend tijdelijk gemaskeerd kan worden. Wij wilden de nadruk leggen op het feit dat er geen aanwijzingen zijn dat de onderliggende trend ook daadwerkelijk is verminderd; integendeel (zie bijv Foster en Rahmstorf; Hansen et al; MetOffice), terwijl Jos de nadruk legt op het feit dat de temperatuurmetingen sec een afvlakking laten zien. Voor de realiteit en betekenis van anthropogene opwarming vind ik het echter een stuk relevanter om de onderliggende, lange termijn trend te beschouwen dan de kortstondige variaties die daarop gesuperponeerd zijn.

Over korte termijn variatie vs lange termijn trend schreef ik eerder (op basis van Foster en Rahmstorf):

Van maand tot maand, en zelfs van jaar tot jaar, vertoont de globaal gemiddelde temperatuur veel variatie. Dat zorgt ervoor dat over tijdsschalen korter dan ruwweg 10-15 jaar de onderliggende trend niet goed zichtbaar is.

Voor klimaatverandering (lange termijn verandering in de gemiddelde weerssituatie) is het van belang om onderscheid te maken tussen de korte termijn variatie en de lange termijn trend.

Wellicht stond in de opmerking waar Jos over viel niet duidelijk genoeg vermeld dat we hier op doelden. Ook heeft hij natuurlijk gelijk dat de werkelijkheid gecompliceerder en genuanceerder is dan wij in zo’n krantenartikel kwijt konden, bijvoorbeeld dat er meerdere factoren een rol kunnen spelen bij de huidige hiatus (al komen bijv Foster en Rahmstorf en naar ik meen ook Hansen tot de concludie dat op deze tijdsschaal ENSO dominant is; deze studies vond ik overtuigender dan bijv die van Kaufmann, maar daarover lopen de meningen wellicht uiteen).

Jos citeert o.a. Gerald Meehl:

There have been decades, such as 2000–2009, when the observed globally averaged surface-temperature time series shows little increase or even a slightly negative trend1 (a hiatus period).

Meehl is tevens mede-ondertekenaar van een brief in de Wall Street Journal (in reactie op een tendentieus stukje aldaar).  Een relevante passage eruit:

Climate experts know that the long-term warming trend has not abated in the past decade. In fact, it was the warmest decade on record. Observations show unequivocally that our planet is getting hotter. And computer models have recently shown that during periods when there is a smaller increase of surface temperatures, warming is occurring elsewhere in the climate system, typically in the deep ocean. Such periods are a relatively common climate phenomenon, are consistent with our physical understanding of how the climate system works, and certainly do not invalidate our understanding of human-induced warming or the models used to simulate that warming.

Hetzelfde onderscheid is hier dus merkbaar: In dit stuk hebben ze het over de lange termijn onderliggende trend, terwijl in het citaat daaroven  Meehl het heeft over de korte termijn temperatuurmetingen, inclusief variatie en al. Two different beasts.