Tagarchief: Ernst Schrama

Een rare oprisping: de aarde is sinds 1982 afgekoeld. O ja?

Gastblog van Dr Ernst Schrama (TUD) n.a.v. een recente publicatie van Rosema en co-auteurs, waarin in tegenstelling tot vrijwel alle beschikbare gegevens (zoals het smeltende Noordpoolijs) werd betoogd dat de aarde is afgekoeld de afgelopen ~30 jaar.

In een paar gemakszuchtige media, zoals het Reformatorisch Dagblad, dook onlangs een merkwaardig bericht op. De aarde zou helemaal niet zijn opgewarmd, maar juist zijn afgekoeld. En wel sinds 1982. Dat zou nog eens nieuws zijn! Terwijl wetenschappers zich zorgen maken over opwarming, haalt een klein Delfts bureautje EARS, want daarover ging het, met een paar satellietmetingen dat hele idee onderuit. Het onderzoek is in het ‘wetenschappelijke tijdschrift’ Energy & Environment gepubliceerd.

Minder gemakszuchtige redacteuren zouden dan al direct argwaan krijgen. Dat tijdschrift oogt als een wetenschappelijk tijdschrift, maar wordt door geen enkele wetenschapper serieus genomen. De gebruikelijke wetenschappelijke regels worden er immers steeds met voeten getreden: er vindt geen robuuste peer-review plaats zoals bij gangbare wetenschappelijke tijdschriften, dwz een beoordeling van het concept-artikel door een aantal (anonieme) experts die toetsen of de claims wel wetenschappelijk verantwoord worden onderbouwd. Energy & Environment doet dat niet. Lees bijv de commentaren van o.a. Roger Pielke Jr en Gavin Schmidt hier. Dat tijdschrift neemt graag allerlei wetenschappelijk ogende artikelen op – als ze maar claimen dat de aarde niet opwarmt en/of dat de opwarming niet door de mens wordt veroorzaakt.

Het artikel van Andries Rosema en zijn collega’s van bureau EARS voldoet gemakkelijk aan die eisen: het claimt dat de aarde afkoelt, en is net zo wetenschappelijk als de gebruiksaanwijzing van een magnetronoven. Het artikel is gebaseerd op gegevens van de meteosat-satellieten die verzameld zijn tussen 1982 en 2006. Uit satellietmetingen van infraroodabsorptie wordt een temperatuurtrend afgeleid. De auteurs, die hun twijfel uitspreken over de publieke angst dat CO2 uit fossiele bronnen opwarming zou veroorzaken,  vinden overwegend negatieve trends, en vinden maar enkele locaties waar de trend positief is. De gerapporteerde negatieve trends zijn in kaartjes weergegeven in het artikel, en er zijn enkele lokale opvallende tijdseries. De gemiddelde trend over de aangegeven periode lijkt een afkoeling van een volle graad (Celsius of Kelvin, K) per decennium te zijn. Dat suggereert een enorme global cooling in plaats van global warming (binnen 40 jaar zou de wereld ahw in een nieuwe ijstijd belanden volgens Rosema et al). Verder noemen de auteurs extreme veranderingen tussen -2.1 K/decennium op sommige plekken tot ook +2.7 K/decennium. In figuur 1 laat ik verschillende mondiale temperatuur-grafieken zien inclusief de trend gevonden door EARS.

Lees verder

Korte termijn trend heeft geen voorspellende waarde voor lange termijn trend

Op Ejo Schrama’s “twitterblog” heeft Jos de Laat van KNMI een reactie op ons stuk gegeven.

Hij viel over de volgende passage uit ons stuk:

De opwarming is, in tegenstelling tot wat Baudet beweert, geenszins gestagneerd in de afgelopen 10 jaar. Er zijn natuurlijke variaties, vooral door oceaanbewegingen, maar de onderliggende trend van opwarming, ongeveer 0,18 graden per 10 jaar, is onmiskenbaar.

Dit is volgens hem onjuist. Hij schrijft:

Kortom, het lijkt toch wel algemeen geaccepteerd dat het de laatste 8-15 jaar – afhankelijk van wie je leest – niet warmer is geworden en misschien zelfs wel wat is afgekoeld.

Volgens mij hebben we allebei gelijk. Omdat we het allebei over iets anders hebben.

Wij hebben het over de onderliggende (lange termijn) trend vd opwarming. Jos hebt het (als ik het goed heb begrepen) over de (korte termijn)temperatuurmetingen sec. Dat maakt een groot verschil:

De onderliggende opwarmende trend kan gewoon doorgaan, terwijl door natuurlijke variaties en andere factoren (zoals Jos die terecht noemt) die trend tijdelijk gemaskeerd kan worden. Wij wilden de nadruk leggen op het feit dat er geen aanwijzingen zijn dat de onderliggende trend ook daadwerkelijk is verminderd; integendeel (zie bijv Foster en Rahmstorf; Hansen et al; MetOffice), terwijl Jos de nadruk legt op het feit dat de temperatuurmetingen sec een afvlakking laten zien. Voor de realiteit en betekenis van anthropogene opwarming vind ik het echter een stuk relevanter om de onderliggende, lange termijn trend te beschouwen dan de kortstondige variaties die daarop gesuperponeerd zijn.

Over korte termijn variatie vs lange termijn trend schreef ik eerder (op basis van Foster en Rahmstorf):

Van maand tot maand, en zelfs van jaar tot jaar, vertoont de globaal gemiddelde temperatuur veel variatie. Dat zorgt ervoor dat over tijdsschalen korter dan ruwweg 10-15 jaar de onderliggende trend niet goed zichtbaar is.

Voor klimaatverandering (lange termijn verandering in de gemiddelde weerssituatie) is het van belang om onderscheid te maken tussen de korte termijn variatie en de lange termijn trend.

Wellicht stond in de opmerking waar Jos over viel niet duidelijk genoeg vermeld dat we hier op doelden. Ook heeft hij natuurlijk gelijk dat de werkelijkheid gecompliceerder en genuanceerder is dan wij in zo’n krantenartikel kwijt konden, bijvoorbeeld dat er meerdere factoren een rol kunnen spelen bij de huidige hiatus (al komen bijv Foster en Rahmstorf en naar ik meen ook Hansen tot de concludie dat op deze tijdsschaal ENSO dominant is; deze studies vond ik overtuigender dan bijv die van Kaufmann, maar daarover lopen de meningen wellicht uiteen).

Jos citeert o.a. Gerald Meehl:

There have been decades, such as 2000–2009, when the observed globally averaged surface-temperature time series shows little increase or even a slightly negative trend1 (a hiatus period).

Meehl is tevens mede-ondertekenaar van een brief in de Wall Street Journal (in reactie op een tendentieus stukje aldaar).  Een relevante passage eruit:

Climate experts know that the long-term warming trend has not abated in the past decade. In fact, it was the warmest decade on record. Observations show unequivocally that our planet is getting hotter. And computer models have recently shown that during periods when there is a smaller increase of surface temperatures, warming is occurring elsewhere in the climate system, typically in the deep ocean. Such periods are a relatively common climate phenomenon, are consistent with our physical understanding of how the climate system works, and certainly do not invalidate our understanding of human-induced warming or the models used to simulate that warming.

Hetzelfde onderscheid is hier dus merkbaar: In dit stuk hebben ze het over de lange termijn onderliggende trend, terwijl in het citaat daaroven  Meehl het heeft over de korte termijn temperatuurmetingen, inclusief variatie en al. Two different beasts.