Leven we nog in het Holoceen of al in het Antropoceen?

Schematisch overzicht van stratigrafische verschijnselen die gebruikt kunnen worden om het begin van het Antropoceen te markeren. Bron: Waters et al. 2014

In 2000 interrumpeerde Paul Crutzen een spreker tijdens een wetenschappelijke conferentie, omdat die het meermaals over het Holoceen had als aanduiding van de huidige tijd. De omstandigheden op aarde zijn zodanig veranderd dat er een nieuw geologisch tijdperk is begonnen, vond hij. En hij bedacht spontaan een naam voor dat tijdperk: het Antropoceen. Die naam is sindsdien ingeburgerd geraakt, zowel binnen als buiten de wetenschap. En de afgelopen jaren zijn er, meer of minder serieuze, alternatieven voorgesteld: het Capitaloceen, het Occidentaloceen, het Chthuluceen of het Misantropoceen. Natuurlijk hebben we allemaal het recht om zelf onze woorden te kiezen. Maar de beslissing over officiële namen van officiële geologische tijdperken wordt in de geologenwereld genomen. En dat gebeurt niet van de ene dag op de andere. De Internationale Unie voor Geologische Wetenschappen (IUGS) hanteert uitgebreide regels en procedures voor het aanbrengen van wijzigingen in de geologische tijdschaal.

Van oudsher worden geologische periodes geïdentificeerd en gedefinieerd op basis van stratigrafie, ofwel: sedimentlagen die wijzen op veranderende omstandigheden op aarde. Vaak zijn die lagen visueel van elkaar te onderscheiden en er kunnen ook geofysische of geochemische verschillen zijn, of verschillen in fossielen die worden aangetroffen. Dat het aanzien van de aarde ingrijpend is veranderd door menselijke activiteiten is een feit. Aanwijzingen voor die veranderingen zullen, wat er verder ook gebeurt, nog duizenden jaren detecteerbaar blijven in sedimenten op land en de zeebodem, of in ijskernen (aannemende dat we het klimaat niet zoveel op laten warmen dat alle ijskappen op aarde helemaal wegsmelten). We hebben materialen over grote afstanden verplaatst, of uit diepere aardlagen gehaald voor de bouw van gebouwen, steden, industrie en infrastructuur. We hebben natuur vervangen door landbouwgrond en de biosfeer ingrijpend veranderd. We hebben, bedoeld en onbedoeld, materialen geproduceerd die eerder niet voorkwamen op aarde en die zich hebben verspreid over de aarde: plastics, bestrijdingsmiddelen en vliegas, bijvoorbeeld. Bij bovengrondse kernproeven in de jaren ’50 zijn radioactieve stoffen vrijgekomen die nog duizenden jaren detecteerbaar zullen zijn. En het is warmer geworden, gemiddeld over de hele wereld en nog aanzienlijk meer in het noordpoolgebied. Laat ik hier, om misverstanden te voorkomen, aan toevoegen dat ik mijn luxeleventje als eenentwintigste-eeuwse stadsbewoner in een welvarend land helemaal te danken heb aan dergelijke ingrijpende veranderingen. De feitelijke constatering dat ze hebben plaatsgevonden is dan ook niet bedoeld als waardeoordeel.

In 2019 heeft de IUGS een werkgroep (de Anthropocene Working Group of AWG) ingesteld die onderzoekt of het Antropoceen geformaliseerd kan worden als geologisch tijdvak. In een uitgebreide rapportage liet die in 2019 weten dat daar alle reden toe is. Volgens de werkgroep ligt het voor de hand om het begin van het Antropoceen te situeren in de vroege jaren ’50, bij de start van de zogenaamde Great Acceleration. Natuurlijk zijn er ook al menselijke sporen te vinden van voor die tijd, maar met de enorme versnelling in de groei van onder meer productie, consumptie, wetenschap, technologie en alle bijbehorende (gunstige en ongunstige) gevolgen sinds het midden van de twintigste eeuw is de mens echt een geologische kracht geworden.

Met een artikel in Science zetten Colin Waters en Simon Turner, voorzitter en secretaris van de AWG, vorige maand een flinke stap op weg naar een officieel voorstel om het Antropoceen te formaliseren. Ze behandelen twaalf kandidaten voor het zogenaamde global boundary stratotype section and point (GSSP) voor het nieuwe tijdperk. Voor elke geologische periode moet zo’n GSSP aangewezen worden. Het is een specifieke locatie, waar de overgang naar die periode duidelijk waarneembaar is in de stratigrafie, bijvoorbeeld via geofysiche of geochemische kenmerken. Het GSSP wordt dan gezien als de markering van het begin van een nieuwe periode. Zo’n punt moet aan de nodige criteria voldoen. Het moet goed te dateren zijn, en bestaande en toekomstige sedimentlagen mogen er niet worden verstoord door natuurlijke processen en menselijk ingrijpen, bijvoorbeeld.

Onderzochte locaties die mogelijk kunnen fungeren als markering van het begin van het Antropoceen. Bron: Waters & Turner 2022

Waters en Turner menen dat drie van de twaalf onderzochte locaties niet aan alle criteria voldoen. Er blijven er dus negen over. Meer dan genoeg, want er is maar één GSSP nodig. De AWG zal dit jaar nog besluiten welk punt wordt aangewezen. Maar daarmee is het Antropoceen nog geen geologische realiteit. Er volgen nog drie stemmingen, waar steeds minimaal 60% van de stemmen nodig is om een voorstel te aanvaarden. Eerst stemt de Stratigrafische Subcommissie voor het Kwartair (SQS), vervolgens de Internationale Commissie voor Stratigrafie (ICS), waarna uiteindelijk de IUGS het besluit moet ratificeren. Als het voorstel de eindstreep niet haalt, mag het pas over tien jaar opnieuw in stemming worden gebracht. Dat lijkt misschien lang, maar op de geologische tijdschaal is het niet meer dan een vingerknip.

Het is nog geen gelopen koers. De AWG verwacht dat sommige stemgerechtigde leden van de SQS, de ICS en de IUGS bezorgd zijn dat het formaliseren van het Antropoceen kan worden opgevat als een politiek gemotiveerd besluit, ook al wordt het op zuiver wetenschappelijke gronden genomen. Ze hebben wel een goed tegenargument. Het niet formaliseren zou juist politiek gemotiveerd zijn, als dat gebeurt onder druk van de publieke of politieke opinie.

Tenslotte het antwoord op de vraag uit de titel van dit stuk. Op dit moment leven we volgens de officiële geologische tijdschaal nog in het Holoceen. Maar de argumenten van de AWG zijn zo sterk, dat er ongetwijfeld een moment zal komen waarop de IUGS besluit dat het midden van de twintigste eeuw het begin is van het Antropoceen. De vraag is niet of dat besluit ooit genomen wordt, maar alleen nog wanneer. Ergens in de toekomst zal men dus zeggen dat we wel degelijk in het Antropoceen leven. En ondertussen houden we de vrijheid om zelf onze woorden te kiezen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s