Na een relatief warme herfst is de winter nu toch echt begonnen. Tot veler verbazing vriest het momenteel zelfs. Tijd dus voor een nieuwe open discussie, waar klimaat-gerelateerde zaken kunnen worden besproken die niet in een recent blogstuk aan de orde zijn geweest.
PS: zoekt u nog een leuk kerstcadeautje om iemand mee te verblijden? Medeblogger Hans Custers schreef een prachtig boek over de geschiedenis van de klimaatwetenschap, getiteld De theorie van warmte. Door zijn oog voor detail krijg je goed inzicht in hoe wetenschap werkt, met alle controverses, onhebbelijkheden, toevallige ontdekkingen etc die daarbij horen. “Met, onvermijdelijk, een open einde, want de klimaatwetenschap is nog niet af. Wetenschap is nooit helemaal af.” Warm aanbevolen!

Ik vind het jammer dat de parijs akkoord waar afgesproken is om de opwarming van de aarde tot 2 graden is veranderd in iets heel anders. Het zou allemaal via de wetenschap geregeld worden of de landen zich er wel aan houden. Waarna in onderling overleg bepaald kon worden welke acties er nodig zijn. Het is nu via een scherpe co2 reductie in de vs en europa een oorlog tegen fossiele brandstoffen geworden. Dit geeft niet veel vertrouwen aan andere landen om ook iets aan de opwarming van de aarde te doen.
LikeLike
Beste wisdomwij,
Er is niets veranderd aan het Akkoord van Parijs.
De afspraak om de opwarming te beperken tot “well below 2 °C” is ongewijzigd. De acties die er nodig zijn worden per land afgesproken, zoals ook in Parijs al is bepaald.
Deze afspraken zijn de Nationally Determined Contributions (NDC’s). Hier kan je het register, met de afspraken per land, bekijken: https://unfccc.int/NDCREG
Het uitfaseren van fossiele brandstoffen is onontkoombaar als we de “well below 2 °C” willen halen. Aangezien de VS en Europa als eersten begonnen waren met het verstoken van deze brandstoffen, zijn zij ook de eersten om het gebruik ervan te reduceren.
LikeLike
Hieronder de nieuwste verwachtingen qua jaartemperatuur voor 2022, door NASA GISTEMP.
We zijn inmiddels al enkele jaren in La Niña omstandigheden en nieuwe records dienen dan ook te wachten tot bijvoorbeeld 2024 of 2025.
LikeLike
Je zou bijna denken dat de grote afkoeling eindelijk is begonnen…
LikeLike
Haha, ja nou… 😉
Verontrustend is vooral dat de mondiaal gemiddelde temperatuur (NASA GISTEMP V4) over 2020 en 2021, al bijna dezelfde was als over ‘Super El Niño’ jaar 2016. Dit terwijl we in een langdurige La Niña zitten:
LikeLike
“ Wat zijn nu twee graadjes warmer of kouder?”
De podcast is geen gezellig kerstverhaal en dat kan ook niet want hij is gemaakt in de zomer. Helemaal zonder hoop is de podcast niet maar: “Houd u vast aan de takken van de bomen!”
Het begint met een beschrijving van het schilderij Jagers in sneeuw.
https://klimaatverandering.files.wordpress.com/2017/09/jagers-in-de-sneeuw.jpg?w=500&h=357
Hans Custers gebruikte een afbeelding van dat schilderij ook bij een wat ouder blogstuk.
https://podtail.nl/podcast/geschiedenis-voor-herbeginners-gesproken-dagblad-i/8-11-wat-zijn-nu-twee-graadjes-warmer-of-kouder/
LikeLike
Iedereen een voorspoedig en gezond 2023 gewenst! Laten we er een warm en positief jaar van gaan maken — ‘warm’ niet zozeer qua thermometerstanden (dat lukt vast wel), maar ook op het intermenselijke vlak. 😀
NASA plaatste op Twitter deze grafiek over de afgelopen 22000 jaar, gebaseerd op de bekende temperatuurreconstructies van Shakun en Marcott en voorzien van enkele maatschappelijke mijlpalen:
Even aanklikken voor een grotere weergave. Wat het zo interessant maakt, is dat je hier in één grafiek ziet:
– het laatste staartje van de meest recente ijstijd (Last Glacial Maximum van 26500 tot 19 á 20.000 jaar geleden);
– de geleidelijke overgang vanuit deze ijstijd naar ons Holoceen die zo’n 10 duizend jaar in beslag nam en waar, mondiaal gemiddeld, de temperatuur met 4 á 5 graden toenam;
– het Holoceen, ons interglaciaal dat zo’n 10.700 jaar geleden is begonnen;
– Holocene Climate Maximum ruwweg 8.000 tot 6.500 jaar geleden, toen het Holoceen op z’n warmst was;
– en de heel geleidelijke afkoeling sindsdien tot ca. 1900… waarna we de opvallend snelle, plotselinge trendbreuk zien van de opwarming van de afgelopen 120 jaar.
Waardoor was ons interglaciaal dan op z’n warmst, althans op basis van de natuurlijke factoren, zo’n 8.000 á 6.500 jaar geleden? Het is duidelijk dat dit komt doordat toen de baanparameters van de Aarde (Milankovitch cycli) voor een maximale zonne-instraling zorgden, tijdens de Arctische zomer. Daardoor stond toen, rond de Noordpool, de zon hoger aan de hemel en langer boven de horizon dan nu het geval is. Deze zonne-instraling rond 65° noorderbreedte functioneert in menig opzicht als de ‘trigger’ voor een reeks aan veranderingen in het klimaatsysteem, waaronder de hoeveelheid reflecterende ijs- en sneeuwbedekking op de noordelijke continenten:
Sinds ca. 8000 jaar geleden maken de veranderende baanparameters van de Aarde dat deze zonne-instraling geleidelijk afneemt, waardoor we het dalende verloop zien van de mondiale temperatuur op de lange-termijn (tot het begin van de vorige eeuw). Ook nu daalt deze zonne-instraling nog. Dit effect is inmiddels ruimschoots overtroffen door onze menselijke invloeden op het klimaat.
LikeLike
Jaap, in reactie op wat je schreef onder de bijdrage van Hans over de koude ijsplaten bij Antarctica, hier: https://klimaatveranda.nl/2023/01/28/koude-ijsplaten-bij-antarctica-zijn-mogelijk-kwetsbaarder-dan-gedacht/#comment-77294
In hoeverre kun je je vinden in de Gaia-hypothese van Lovelock en Margulis? Zie: https://en.wikipedia.org/wiki/Gaia_hypothesis
Je opmerkingen doen me daar sterk aan denken. Op zichzelf zijn dat zekere interessante overwegingen, hoewel ik de scepsis aan het eind van de Wikipedia-bijdrage wel deel, voor zover ik dat kan beoordelen. Er is denk ik geen reden om aan te nemen dat negatieve, stabiliserende terugkoppelingen het altijd zullen winnen van positieve, destabiliserende feedbacks en/of externe verstoringen. Dat geldt waarschijnlijk ook voor het omgekeerde, dus wat dat betreft is het m.i. onzekerheid troef.
Dat lijkt me wel verenigbaar met wat je zegt over Spinoza, dat de natuur het eerste en laatste woord heeft. Of je dat een eigen intelligentie van de natuur kunt noemen, betwijfel ik, tenzij je dat als metafoor bedoelt voor natuurwetten c.q. een eigen orde in de natuur.
LikeLike
Lennart,
Wat betreft die ‘intelligentie’: ja, ik bedoel dat in de zin van het zichzelf ordenende universum. Een kwestie van zelfregulering, zelforganisatie, zelfschepping, oneindige zelfgeneratie. Het fundamentele in het universum zou volgens deze procesfilosofie weleens de oneindige keten van actuele gebeurtenissen kunnen zijn, gebaseerd op materie-energie. We zien aan het weer en aan het klimaat dat het in zichzelf gekenmerkt wordt door een streven (Schopenhauer noemt het ‘Wil’) naar evenwicht. Deze lijn kan je doortrekken naar de gehele natuur oftewel het gehele universum, ruimer dan het ‘systeem aarde’, ruimer ook dan het biotische.
Wat wij in ons taalgebruik vergankelijkheid noemen is in wezen overgankelijkheid: een kwestie van voortdurende afbraak en opbouw, veroudering en vernieuwing, conti-nu. (Ook het idee van ‘entropie’ past hier denk ik wel in, als zijnde een ‘evenwichtsstreven’: uit het vervallende komt het nieuwe voort).
Het fysische (materie-energie) is daarbij fundamenteel aan het biotische. Het biotische en het ‘systeem aarde’ zijn beide betrekkelijk in het licht van de universele zelfscheppende, naar evenwicht strevende structuren.
Bij deze procesfilosofie verwijs ik naar Spinoza, Schopenhauer, Bergson, A.N. Whitehead, Herman Dooyeweerd en Michel Henry. Zij tonen volgens mij aan dat de filosofie omtrent de (zich)zelfregulerende universele natuur niet zweverig, niet speculatief, en ook niet teleologisch hoeft te zijn in de zin van een plan of doel. Er lijkt me wel verwantschap te zijn met het taoïsme.
De relatie tussen deze procesfilosofie en het artikel van Hans over “Antarctica strevend naar hernieuwd evenwicht” (mijn woorden) lijkt mij wel duidelijk.
LikeLike
Ik probeer dit soort dingen zo simpel mogelijk te zien. De realiteit is natuurlijk dat iets niet lang kan bestaan in de fysieke realiteit als het niet in evenwicht is met zijn omgeving. De planeten in ons zonnestelsel overleven omdat hun centrifugale kracht in evenwicht is met de aantrekkingskracht van de zon. (En met de andere planeten, als je het meer in detail bekijkt.) Materie waarvoor dat evenwicht niet bestaat zal ofwel in de zon vallen, ofwel uit het zonnestelsel verdwijnen.
Maar meer dan die nuchtere vaststelling valt er volgens mij niet van te maken. Als iets niet in evenwicht is met zijn omgeving, dan zou het er niet zijn. Wel is elk evenwicht tijdelijk. Al kan die tijdelijkheid wel variëren van enkele milliseconden tot miljarden jaren. Wij beschouwen evenwichten natuurlijk vooral op de menselijke (schaal), maar dat zegt alleen iets over ons en niets over de fysieke realiteit.
LikeGeliked door 1 persoon
Hans, wat bedoel je met dat ‘iets’, dat wel of niet zou bestaan? Is er dan materie-energie bijgekomen of weggeraakt? Ik zou zeggen – met de procesfilosofen – , elke toestand (vorm) is tijdelijk, slechts verandering is niet tijdelijk.
Dat momentele evenwicht, die balanceeract in ons zonnestelsel, zal zoals je zegt alles te maken hebben met de balanceeract tussen centrifugaalkracht en aantrekkingskracht. Die aantrekkingskracht roept bij mij de vraag op – om terug te komen op ‘Antarctica’ -, (toekomstige) smelt van landijsmassa op de zuidpool: is er iets te zeggen over de verdeling van die smelt naar noordelijk halfrond en zuidelijk halfrond?
Kan het kloppen dat de aantrekkingskracht van de zuidpool een factor acht groter is dan die van de noordpool, gezien de verhouding tussen die massa’s ?
Ofwel: stel nu (theoretisch) dat noordpool en zuidpool beide volledig smelten ( 7 meter + 60 meter), betekent dat dan dat het noordelijk halfrond een stijging van 60/67 x 67 (= 60 meter) en het zuidelijk halfrond een stijging van 7/67 x 67 (= 7 meter) te verstouwen krijgt?
LikeLike
Jaap,
Dat ‘iets’ kan alles zijn, van een kwantumdeeltje tot een ecosysteem tot een planeet of mogelijk zelfs een sterrenstelsel. Wat niet stabiel is (ofwel: in evenwicht met zichzelf en zijn omgeving) verdwijnt, of verandert tot het wel in een stabiele toestand komt. En dus hou je alleen dingen over die (tijdelijk) stabiel zijn.
In je beschouwing over zwaartekracht zie je over het hoofd dat ijs maar een relatief klein aandeel heeft in het geheel. Wat er eigenlijk zou gebeuren als al het ijs op aarde zou smelten, is dat het zwaartepunt van de planeet een klein beetje verschuift naar het noorden. Omdat er bij Antarctica meer massa vanaf de ijskap in de zee belandt dan bij Groenland. Maar op de totale massa van de aarde is dat maar een beetje. Het heeft wel invloed, maar veel minder dan in jouw berekeningen.
LikeLike
Jaap, het KNMI geeft als algemene vuistregel dat gebieden die meer dan 6700 km van een ijskap liggen met (tot 37%voor de verst gelegen gebieden?) meer dan de gemiddelde mondiale zeespiegelstijging door smelt van die ijskap te maken krijgen. Tussen 2200 en 6700 km van de ijskap is de stijging minder dan het mondiale gemiddelde. Onder de 2200 km is er zelfs sprake van een daling: https://www.knmi.nl/kennis-en-datacentrum/achtergrond/zeespiegelstijging
Voor Nederland betekent dit dat de stijging bij smelt van Groenland 20-30% van het wereldgemiddelde is en bij smelt van Antarctica 100-120%: https://magazines.rijksoverheid.nl/knmi/knmispecials/2019/03/de-rol-van-oceanen-sneeuw-en-ijs-in-het-klimaat
Dus stel bv dat Groenland rond 2250 circa 1 meter bijdraagt aan de gemiddelde mondiale stijging en Antarctica 4 meter, dan zou de stijging bij Nederland door de ijskappen circa 4,65 meter bedragen, bijna 10% minder dan het mondiale gemiddelde van 5 meter. Bij bv Indonesie zou het juist iets meer zijn dan dat gemiddelde, misschien circa 10% meer, dus circa 5,5 meter totale stijging. Wellicht smelt Antarctica echter geen 4, maar 6 meter: dan zou de totale stijging bij Nederland circa 6,85 meter zijn, dus ruim 2% minder dan de mondiale gemiddelde stijging van 7 meter.
Bij een iets andere verdeling van de relatieve smelt van de ijskappen en op andere tijdschalen zouden die percentages evenredig veranderen. Dus als op langere termijn, zeg over 1000 jr (afhankelijk van de CO2-uitstoot de komende decennia), Groenland bv 3 meter bijdraagt aan de mondiale stijging en Antarctica 15 meter, dan zou de stijging door de ijskappen bij Nederland circa 0,75 + 16,5 = circa 17,25 meter bedragen, ongeveer 4% minder dan de mondiaal gemiddelde stijging van 18 meter. De stijging bij Indonesia zou dan bij circa 10% extra stijging van beide ijskappen bijna 20 meter bedragen. Als Antarctica in die periode 20 meter zou bijdragen, zou bij de Nederland de totale stijging 22,75 meter bedragen, nog ruim 1% minder dan het mondiale gemiddelde.
Bij eventuele totale smelt van Groenland en Antarctica op hele lange termijn (millennia) zou de mondiale gemiddelde bijdrage 7 + 58 = 65 meter zijn. Bij Nederland zou het dan gaan om circa 1,75 + 63,5 = 65,25 meter. Bij Indonesie om circa 71,5 meter. Inclusief stijging door kleine gletsjers en uitzetting oceanen zou de maximale stijging dan rond 75 meter kunnen uitkomen. Bij Egypte zou de stijging dan circa 70 meter zijn, waardoor de piramide van Gizeh circa 10 meter in het water zou staan…
LikeLike
Hans, Lennart,
In het procesdenken is blijvend: de structuur van verandering. Die structuur is een fundamentele tijdsstructuur, een voorwaarde, primordiaal voor het gebeuren van ‘ietsen’ en ‘dingen’. Klimaatverandering valt aan dat primordiale te relateren en dus ook te relativeren.
Dank voor de info over de verdeling van de zeespiegelstijging.
LikeLike
Jaap, twee interessante artikelen over zelf-organiserende systemen, die misschien redelijk aansluiten bij het procesdenken waarnaar je verwees:
Lenton et al 2018: https://www.sciencedirect.com/science/article/abs/pii/S0169534718301186
“Recently postulated mechanisms and models can help explain the enduring ‘Gaia’ puzzle of environmental regulation mediated by life. Natural selection can produce nutrient recycling at local scales and regulation of heterogeneous environmental variables at ecosystem scales. However, global-scale environmental regulation involves a temporal and spatial decoupling of effects from actors that makes conventional evolutionary explanations problematic. Instead, global regulation can emerge by a process of ‘sequential selection’ in which systems that destabilize their environment are short-lived and result in extinctions and reorganizations until a stable attractor is found. Such persistence-enhancing properties can in turn increase the likelihood of acquiring further persistence-enhancing properties through ‘selection by survival alone’. Thus, Earth system feedbacks provide a filter for persistent combinations of macroevolutionary innovations.”
Lenton, Scheffer et al 2021: https://www.sciencedirect.com/science/article/abs/pii/S0169534720303499
“Since Darwin, individuals and more recently genes, have been the focus of evolutionary thinking. The idea that selection operates on nonreproducing, higher-level systems including ecosystems or societies, has met with scepticism. But research emphasising that natural selection can be based solely on differential persistence invites reconsideration of their evolution. Self-perpetuating feedback cycles involving biotic as well as abiotic components are critical to determining persistence. Evolution of autocatalytic networks of molecules is well studied, but the principles hold for any ‘self-perpetuating’ system. Ecosystem examples include coral reefs, rainforests, and savannahs. Societal examples include agricultural systems, dominant belief systems, and economies. Persistence-based selection of feedbacks can help us understand how ecological and societal systems survive or fail in a changing world.”
Ik heb ze zelf nog niet helemaal doorgenomen, maar zie wel perspectief in deze onderzoeksrichting voor een beter begrip van en handelingsperspectief in de huidige kritieke wereldsituatie.
LikeLike
Zie ook nog Lenton & Latour 2018: http://www.bruno-latour.fr/sites/default/files/158-SCIENCE_LENTON-pdf.pdf
“[H]umans are beginning to become aware of the global consequences of their actions. As a result, deliberate self-regulation—from personal action to global geoengineering schemes—is either happening or imminently possible. Making such conscious choices to operate within Gaia constitutes a fundamental new state of Gaia, which we call Gaia 2.0. By emphasizing the agency of life-forms and their ability to set goals, Gaia 2.0 may be an effective framework for fostering global sustainability.”
LikeGeliked door 1 persoon
Een interessant artikel in de NRC over:
– emissiescenario’s;
– en de daaruit resulterende Integrated Assessment Models (IAM’s).
Dit naar aanleiding van het verschijnen van het IPCC AR6 Synthesis Report, later vandaag. Het NRC artikel staat hier: https://t.co/bG57Fb14NP
Het artikel staat achter een betaalmuur. Na lezing heb ik wel wat kritiek op de nogal misleidende of verwarrende kop van het artikel. Het wekt de suggestie dat dit zou gaan over de fysische klimaatmodellen, de GCM’s. Dat is niet zo. Het artikel heeft betrekking op (al of niet geloofwaardige en haalbare) economische scenario’s van toekomstige emissies en opname van CO2 en andere broeikasgassen. Nu zijn dit nadrukkelijk alternatieve scenario’s en géén voorspellingen.
Zie svp mijn draadje op Twitter:
LikeLike
Inderdaad een kop die misverstanden kan wekken. En ook in de tekst van het artikel wordt enkele keren het begrip ‘klimaatmodellen’ gebruikt.
Overigens gaat de kritiek, als ik het goed begrijp, in feite over IAM’s, de modellen die worden gebruikt om scenario’s op te stellen, en dus niet over het gebruik van scenario’s op zich. Het ligt wel een beetje in het verlengde van de kritische discussies over (mainstream) economie die we hier de afgelopen tijd hebben gehad. In feite gaan IAM’s uit van een economie die beter voorspelbaar is dan in werkelijkheid het geval is. En er kunnen ook nog normatieve aannames of oordelen verstopt zitten in zo’n model. Mijn indruk is dat transparantie daarover een behoorlijk probleem is. Of een van de problemen.
LikeLike
Mijns inziens heeft de kritiek betrekking op de haalbaarheid, of wellicht het realiteitsgehalte, van de economische scenario’s ofwel
‘socio-economic pathways’. Een Integrated Assessment Model is eigenlijk een samenvatting van een hele cascade aan scenario’s en modellen:
emissiescenario’s –> GCM’s (de fysisch/chemische klimaatmodellen) –> IAM’s
Een voordeel van zo’n geïntegreerde benadering lijkt me, dat je daarmee ook ‘feedbacks’ van de klimaatverandering op de economische ontwikkeling (en daarmee op de emissies) mee kan nemen.
Een extreem voorbeeld zou een ‘socio-economic pathway’ zijn, waarbij er extreme groei plaatsvindt met enorme toename van de emissies, en daaropvolgend juist weer een economische ineenstorting als gevolg van de disruptieve klimaatverandering (met dan weer gevolgen voor de emissies).
Een dergelijk geïntegreerde kijk zegt echter weinig meer over de mate van waarschijnlijkheid, denk ik. Er liggen dan namelijk zoveel politieke en economische keuzes aan ten grondslag, dat je je af kan vragen of daar nog een kansverdeling aan te koppelen is…
LikeLike
Bob,
Zoals ik het zie, zou je er sowieso geen kansverdeling aan moeten koppelen. Het probleem is (onder meer) dan het detailniveau van AIM’s en de scenario’s die ermee worden gemaakt veel meer zekerheid suggereren dan ze werkelijk kunnen geven. Dat lijkt me de kern: AIM’s zijn interessante wetenschappelijke instrumenten om interacties in buitengewoon complexe systemen te onderzoeken, maar de voorspellende waarde is uiterst beperkt. Ze kunnen, met andere woorden, wel waardevolle inzichten opleveren, maar ze bieden geen realistische blik op de toekomst.
LikeLike
Een kansverdeling heeft nut voor de uitkomst van GCM’s (de Atmosphere Ocean – General Circulation Models), gegeven een bepaald emissie-scenario ofwel ‘socio-economic pathway’. Je kan dan de kans op een bepaalde temperatuurstijging schatten, op basis van de verdeling aan uitkomsten van vele runs van het GCM (en van meerdere GCM’s).
Zo zijn alle in rood aangegeven uitkomsten hier mogelijk bij, bijvoorbeeld, een RCP8.5 emissiepad:
Hoe vaker een bepaalde temperatuurstijging voorkomt in dit ensemble aan uitkomsten, hoe waarschijnlijker.
Maar voor de emissie-scenario’s zélf kan je uiteraard geen ‘kans’ bepalen. En als je de oorspronkelijke publicaties van bijvoorbeeld Riahi en Detlef van Vuuren leest… dan doen zij dat ook niet. Als je de kans op (realisatie van) een bepaald emissie-scenario niet kan bepalen, kan dat ook niet voor een IAM.
LikeLike
Bob,
Het klopt dat er geen waarschijnlijkheden worden gekoppeld aan scenario’s, maar in het verleden is wel eens voorgesteld om dat te doen. Dit verhaal ging (onder meer) daarover. De kritiek op AIM’s is in mijn ogen bevestiging van wat ik daar toen al van vond: niet doen!
LikeLike