Tagarchief: West-Antarctica

De ongewisse toekomst van de Thwaitesgletsjer

Front van de Thwaitesgletsjer in 2020. Foto: David Vaughan/thwaitesglacier.org.

Eind vorig jaar trok de Thwaitesgletsjer op West-Antarctica de aandacht toen een groep onderzoekers een online persconferentie hield. Daar maakten ze bekend dat de ijsplaat die de snelstromende gletsjer in bedwang houdt, dreigt op te breken. De verwachting is dat dat binnen vijf tot tien jaar al gebeurt. Thwaites en de naburige Pine Islandgletsjer zijn de delen van de Antarctische ijskap die het meest kwetsbaar zijn voor klimaatverandering. En dus wordt er veel wetenschappelijk onderzoek gedaan in dit gebied. Dat levert regelmatig interessant nieuws op, dat helaas zelden geruststellend is over de toekomst van die gletsjers en de stijging van de zeespiegel in de komende eeuwen.

Ligging van de Thwaitesgletsjer. Bron: thwaitesglacier.org.
Lees verder

Nieuws over de Thwaitesgletsjer


Foto: Aleksandra Mazur

Ergens tussen alle Coronapersconferenties in was er ook eentje van een stel wetenschappers over hun bevindingen van verschillende onderzoeken op, onder en in de Thwaitesgletsjer. Waarschijnlijk is deze laatste persconferentie niet zo goed bekeken als die van Rutte, De Jonge en Van Dissel, maar zij is wel degelijk interessant en ook de ijswetenschappers hadden helaas niet zo’n goed nieuws. De Thwaitesgletsjer is een grote gletsjer gelegen op West-Antarctica. De gletsjer is aan de zeezijde circa 120 km breed met een totale oppervlakte vergelijkbaar met die van Groot-Brittannië en bevat een hoeveelheid ijs die, indien alles zou smelten, overeenkomt met 65 cm zeespiegelstijging. Als gevolg van de opwarming van de aarde ondergaat deze gletsjer grote veranderingen, het is een van de snelst stromende gletsjers met een groot massaverlies. Deze gletsjer staat daarom volop in de belangstelling van de wetenschap, zie ook ons stuk daarover van april 2020: West-Antarctica en de Thwaitesgletsjer.

De persconferentie van de Thwaites-onderzoekers was op maandag 13 december op de jaarlijkse grote bijeenkomst van de American Geophysical Union. Enkele zaken daaruit die ik interessant vond beschrijf ik in het kort in dit blogstuk. Een stuk met reacties van Nederlandse onderzoekers is op NU.nl te vinden. Onderaan het blogstuk is de volledige persconferentie te bekijken.

De schematische weergave hieronder illustreert de belangrijkste aanjagers van grote veranderingen en zelfs een mogelijke ondergang van het oostelijk deel van de ijsplaat van de Thwaitesgletsjer. Deze ijsplaat drijft weliswaar op het water, maar geeft ook steun aan de achterliggende gletsjer, waarvan een substantieel deel boven de zeespiegel ligt.


Lees verder

West-Antarctica en de Thwaitesgletsjer

Het lijkt welhaast eeuwen geleden, maar tot in februari zijn wij drukdoende geweest met het schrijven van een boek en wat daarbij (en daarna) zoal komt kijken. Het lezen van allerlei nieuwe artikelen over het klimaat die mij interesseren was er nogal bij ingeschoten. Het fijne daarvan is dan weer dat ik nu een dikke digitale stapel over van alles en nog wat heb liggen om eens te bekijken. In die stapel zat een artikel over West-Antarctica en de Thwaitesgletsjer en vol goede moed was ik daar eind februari ingedoken, tot het Corona-virus toch vrij plotseling mijn wereldje en aandacht begon te domineren. Inmiddels is dat een beetje gezakt en heb ik de West-Antarctica-draad opnieuw opgepakt. Bij mij wil het bekijken van zo’n artikel wel eens ietwat uit de hand lopen, het gevolg daarvan staat onder dit overzichtsplaatje van West-Antarctica.

Figuur 1. Overzicht van West-Antarctica. Bron: CarbonBrief.

West-Antarctica staat al erg lang in de belangstelling van de wetenschap. Al in 1968 was er een glacioloog, John Mercer, die het volgende schreef:

“If the apparent warming trend is real and continues until hypsithermal [met hypsithermal bedoelt men de warme periode in het begin van het Holoceen – JH] conditions are reached and exceeded, whether because of industrial pollution of the atmosphere or for any other reason, the West Antarctic Ice Sheet will become a threat to coastal areas of the world within 6 m of sea level.”

Tien jaar later werkte Mercer dit verder uit in een Nature artikel dat ging over de mogelijke gevolgen van het versterkte broeikaseffect op de ijskap van West-Antarctica. Mercer schreef daarin het volgende:

“If the CO2 greenhouse effect is magnified in high latitudes, as now seems likely, deglaciation of West Antarctica would probably be the first disastrous result of continued fossil fuel consumption. A disquieting thought is that if the present highly simplified climatic models are even approximately correct, this deglaciation may be part of the price that must be paid in order to buy enough time for industrial civilisation to make the changeover from fossil fuels to other sources of energy”.

Mercer trok zijn conclusies uit de toenmalige kennis over de ijskap tijdens het geologische verleden en de nog ruwe kennis over het gegeven dat de ondergrond van de ijskap onder de zeespiegel lag. Het vervuilen van de atmosfeer met een berg broeikasgassen is ons in ieder geval gelukt en het afsmelten van de ijskappen op West-Antarctica is gaande en aan het versnellen. Het IPCC rapporteerde in hun SROCC-rapport van 2019 een massaverlies van 53 gigaton aan ijs over 1992-1996 en 159 gigaton over 2012-2016 voor alleen al dat gebied.
Lees verder

Opverende zeebodem bij West-Antarctica zorgt mogelijk voor een stabielere ijskap

De Amundsenzee. Bron: Polargeo/Wikipedia

Het houdt maar niet op met interessante nieuwe artikelen over Antarctica. Of, om specifiek te zijn: over West-Antarctica. Nog maar enkele weken geleden schreven we hier over drie artikelen in Nature, en dat stuk stond amper een paar dagen op het blog toen er alweer een nieuw onderzoek verscheen in Science. Het zou deze keer wel eens goed nieuws kunnen zijn. Volgens dit onderzoek veert de bodem van de Amundsenzee, voor de kust van West-Antarctica snel op als de druk er op afneemt door zich terugtrekkende mariene gletsjers. Het effect hiervan is dat de gletsjer minder snel gaat stromen. Door de lagere stroomsnelheid wordt de kans dat de zich terugtrekkende gletsjers van West-Antarctica instabiel worden kleiner. Heel misschien gaan ze na verloop van niet al te veel tijd zelfs weer groeien, als we de verdere opwarming van het klimaat tenminste weten te beperken. Er zit wel een andere kant aan het verhaal: West-Antarctica zou 10% meer ijs verloren kunnen hebben dan tot dusver werd aangenomen.

Het fenomeen waar het hier allemaal om draait heet postglaciale opheffing. Het artikel van Kingslake et al. uit Nature van vorige maand ging ook over dit fenomeen. Maar waar Kingslake et al. dit fenomeen beschouwden in het verleden en op een tijdschaal van millennia, gaat het in het Science-artikel van Barletta et al. over het heden en om decennia. Op welke tijdschaal de bodem terugveert na het verdwijnen van een zware belasting hangt af van de viscositeit van verschillende lagen van de aardmantel. Waar op veel plekken op de wereld de bodem nog stijgt of juist daalt als na-ijleffect van de laatste ijstijd, 11.700 jaar geleden, reageert de bodem bij de Amundsenzee veel sneller. Als gevolg van de verminderde belasting door het smelten van ijs in de afgelopen decennia stijgt de bodem daar met een snelheid tot wel 41 millimeter per jaar.

Dat dit juist in dit gebied gebeurt is belangrijk omdat zich hier de twee snelst slinkende gletsjers van Antarctica bevinden: Pine Island en Thwaites. Ongeveer een kwart van het smeltwater dat de oceaan in stroomt als gevolg van het smelten van gletsjers en ijskappen op aarde is afkomstig uit dit gebied. Jaarlijks smelt hier meer dan 100 gigaton ijs; met die hoeveelheid zou je heel Nederland kunnen bedekken met een laag ijs van bijna 3 meter dik. De bijdrage aan de totale mondiale zeespiegelstijging ligt in de orde van grootte van 10%. Als al het ijs in dit gebied zou smelten zou de zeespiegel 1,2 meter stijgen. Lees verder