Nieuws over de Thwaitesgletsjer


Foto: Aleksandra Mazur

Ergens tussen alle Coronapersconferenties in was er ook eentje van een stel wetenschappers over hun bevindingen van verschillende onderzoeken op, onder en in de Thwaitesgletsjer. Waarschijnlijk is deze laatste persconferentie niet zo goed bekeken als die van Rutte, De Jonge en Van Dissel, maar zij is wel degelijk interessant en ook de ijswetenschappers hadden helaas niet zo’n goed nieuws. De Thwaitesgletsjer is een grote gletsjer gelegen op West-Antarctica. De gletsjer is aan de zeezijde circa 120 km breed met een totale oppervlakte vergelijkbaar met die van Groot-Brittannië en bevat een hoeveelheid ijs die, indien alles zou smelten, overeenkomt met 65 cm zeespiegelstijging. Als gevolg van de opwarming van de aarde ondergaat deze gletsjer grote veranderingen, het is een van de snelst stromende gletsjers met een groot massaverlies. Deze gletsjer staat daarom volop in de belangstelling van de wetenschap, zie ook ons stuk daarover van april 2020: West-Antarctica en de Thwaitesgletsjer.

De persconferentie van de Thwaites-onderzoekers was op maandag 13 december op de jaarlijkse grote bijeenkomst van de American Geophysical Union. Enkele zaken daaruit die ik interessant vond beschrijf ik in het kort in dit blogstuk. Een stuk met reacties van Nederlandse onderzoekers is op NU.nl te vinden. Onderaan het blogstuk is de volledige persconferentie te bekijken.

De schematische weergave hieronder illustreert de belangrijkste aanjagers van grote veranderingen en zelfs een mogelijke ondergang van het oostelijk deel van de ijsplaat van de Thwaitesgletsjer. Deze ijsplaat drijft weliswaar op het water, maar geeft ook steun aan de achterliggende gletsjer, waarvan een substantieel deel boven de zeespiegel ligt.



In het westelijk deel van de Thwaitesgletsjer is de ijsplaat verdwenen en bevindt zich voor de gletsjer een grote hoeveelheid ijsmelange (brokken ijs en bevroren zeewater). Aan het oostelijk deel van de gletsjer zit nog een grote ijsplaat vast die vooralsnog stabiel is. Deze ijsplaat rust 40 kilometer van de kust op een onderzeese berg (“pinning point”). Een stabiele, op het water drijvende ijsplaat werkt als een soort dam waardoor het ijs van de gletsjer minder snel richting zee kan stromen. Warm water vreet nu langzaam maar zeker ijs weg aan de onderzijde van de ijsplaat. Er ontstaan scheuren in de ijsplaat en de hechting op de onderzeese berg wordt kleiner. De uitvergroting hieronder laat het verschil in contactoppervlak van de ijsplaat op die onderzeese berg zien tussen 2011 en 2020 (zie ook Wild et al. 2021). Geschat wordt dat de hechting op de onderzeese berg rond circa 2030 verdwenen zal zijn.

De onderzoekers verwachten echter dat de ijsplaat al voor die tijd zal desintegreren en uiteenvallen in ijsbergen. Dat wordt veroorzaakt doordat er steeds meer breuklijnen in de ijsplaat verschijnen die relatief snel groter worden. Een van de onderzoekers, Erin Pettit, vergelijkt het uiteenvallen van de ijsplaat met scheurtjes die in een autoruit zijn ontstaan waarna de ruit plotseling kan versplinteren. De volgende figuur uit een andere AGU-presentatie laat die breuklijnen duidelijk zien.

De onderzoekers hebben enkele trajecten bij de grondlijn van het oostelijk deel van de Thwaitesgletsjer diepgaand onderzocht. Het water nabij de grondlijn heeft daar een temperatuur die circa 1,5 °C boven het smeltpunt van het ijs ligt. De stroming van het water is er echter vrij gering en dat werkt weer vertragend op het smelten van het ijs. Bij de grondlijn is de smeltsnelheid daarom niet erg hoog evenals op vlakke plekken aan de onderkant van de ijsplaat. In spleten is die smeltsnelheid echter circa tien keer hoger. Onderstaande figuur is een weergave van de ijslaag (boven) en de waterlaag (onder) bij de twee trajecten vlakbij de grondlijn (aan de rechterzijde van de plots). De gekleurde punten op het grensvlak van water en ijs geven de smeltsnelheid weer, rood voor hoge snelheden en blauw voor lage snelheden.

Verder richting de zee zijn er grotere stukken ijs aan de onderkant van de ijsplaat verdwenen, in de volgende figuur zijn die zichtbaar in het gedeelte van het rode vak (“Basal Feature”). De oranje lijn betreft het gebied van de metingen die in de vorige figuur zijn weergegeven. Men denkt dat dit grote smeltgebied aan de onderkant van de ijsplaat ergens het afgelopen decennium is ontstaan, in relatief korte tijd dus.

Het verlies van de oostelijke ijsplaat van de Thwaitesgletsjer heeft van zichzelf geen invloed op het zeeniveau. Het stromingsproces van ijs van de gletsjer richting zee zal echter versnellen en daarmee zal de bijdrage van de Thwaitesgletsjer aan de zeespiegelstijging toenemen. Het zal al met al wel enkele eeuwen duren voordat de gehele gletsjer ten gronde gaat.
Het is toch bizar hoe wij mensen in relatief korte tijd zo’n grote veranderingen in het aanzien van de aarde aan het bewerkstelligen zijn.

Persconferentie:

Plaats een reactie