Open discussie voorjaar/zomer 2023

Het mooie weer vraagt om aandacht, dat geldt ook voor veel nieuw klimaatonderzoek én voor een naderende El Niño.

De afgelopen jaren stonden in het teken van een ‘triple dip’ La Niña: een periode waarin de passaatwinden versterkt van oost naar west waaien over de Stille Oceaan. De wind drijft het, door de zon opgewarmde, oppervlaktewater voor zich uit waarna het (zouter en dichter geworden door verdamping) afzinkt voor de kust van Azië. Tijdens een La Niña gaat er relatief méér van de zonnewarmte naar het ‘compartiment’ oceaan en minder naar de atmosfeer. De mondiaal gemiddelde oppervlaktetemperatuur blijft dan ook wat achter tijdens La Niña jaren: het is koeler dan de trend zou doen verwachten.

Inmiddels dienen de eerste signalen van een El Niño zich aan. De passaatwinden nemen af of de windrichting keert zelfs om: de ‘westerlies’.

Warm oppervlaktewater gaat zich dan ophopen voor de kust van Midden-Amerika. Nog een aspect van El Niño is, dat daar het opwellen van koud water uit de diepe oceaan vervangen wordt door het warme zeewater dat, vanuit de westelijke Stille Oceaan, terugstroomt onder het oceaanoppervlak. Een dwarsdoorsnede langs de evenaar, met de zeewatertemperaturen van 27 februari t/m 28 april dit jaar, toont deze ‘Kelvin waves’:

Tijdens El Niño jaren komt een deel van de warmte die eerder in het oceaanwater is geaccumuleerd weer aan de oppervlakte en warmt alsnog de atmosfeer op. Met aanzienlijke gevolgen: soms sterke neerslag in Mexico en in delen van de VS terwijl er langdurige droogte in het Amazonegebied kan heersen. Dit laatste heeft ook gevolgen voor de koolstofcyclus. Tijdens El Niño jaren blijft er dan relatief méér van onze emissies in de dampkring: een grotere ‘airborne fraction’, zoals beschreven in dit blogstuk door prof. Guido van der Werf.

Een spannende vraag is: gaan we een nieuw mondiaal jaarrecord zien, qua oppervlaktetemperatuur? Bij de vorige El Niño van 2016 was dit wel zo. Toch werd 2020 al bijna even warm zónder El Niño. De stijgende trend en de 0,05 á 0,2 graden extra die een El Niño met zich brengt, laten een nieuw record wel vermoeden. En… gaan we misschien zelfs al over de +1,5 °C heen? Over deze vraag schreven klimaatwetenschappers Zeke Hausfather en Andrew Dessler een interessant verhaal met deze grafiek:

De groene t/m rode bolletjes geven een geprojecteerde temperatuur-anomalie aan voor het jaar 2024, bij een matige of juist heel sterke El Niño. En… er is een kleine kans dat het jaar 2024 al de +1,5 °C van het Klimaatakkoord van Parijs gaat overschrijden. Zou dit betekenen dat de doelstelling van het Akkoord dan niet gehaald is? Nee, want de ene anderhalve graad is de andere niet.

Overigens zijn er goede redenen waarom een nieuw jaarrecord niet in 2023 maar pas in 2024 verwacht wordt. Uit een eerdere studie door Foster & Rahmstorf (2011) blijkt dat de mondiaal gemiddelde oppervlaktetemperatuur zo’n 3 tot 6 maanden na-ijlt op ENSO, en het ziet ernaar uit dat we pas vanaf augustus of september van een volledige El Niño kunnen spreken. Deze studie is al eens eerder besproken door Bart Verheggen.

Hoe dan ook, een komende El Niño is interessante gespreksstof! In deze Open Discussie kunnen zaken die geen betrekking hebben op specifieke blogstukken aan de orde worden gebracht, indien het verband houdt met klimaatverandering.

5 Reacties op “Open discussie voorjaar/zomer 2023

  1. Het is zeker een interessant punt omdat El Nino extremen met zich meebrengt, zowel qua droogte als het omgekeerde. Als de VN nu slim was dan zou ik b.v. Indonesië dringend aanbevelen om hun boeren te verbieden voor de moesson opzettelijk een bosbrand te stichten, want die moesson blijft uit door de El Nino en de brand is niet te blussen. Er valt wat te redden door nu te handelen. We weten ruwweg wat een El Nino veroorzaakt, dus je kunt ook op de gevolgen anticiperen.

    Like

  2. Bob Brand

    Hi Ejo,

    Ja, er is inderdaad te anticiperen op de gevolgen van een El Niño. De WMO en VN hebben ervoor gewaarschuwd:

    https://en.antaranews.com/news/279804/prepare-to-face-el-nino-in-aug-minister-pandjaitan

    https://www.theguardian.com/environment/2023/may/03/un-warns-heat-records-could-be-broken-as-chance-of-el-nino-rises

    Het zal wel wennen zijn na de La Niña condities van de laatste drie winters. Hier de grafiek t/m afgelopen november (NASA):

    Like

  3. In de tijdreeks die ik zelf bijhoudt is te zien dat volgens Climate Reanalyzer vorige maand de temperatuur anomalie globaal al boven de 1 graad kwam. Dit is dus bij een basisperiode 1979-2000. Voor het Noordelijk Halfrond was in de maand november 2020 al een afwijking gedurende een hele week van boven de 1,5 graad. Als het echt een monster El Nino komt zoals in het nieuws hier en daar al gesuggereerd wordt kan het flink uit de hand lopen. Het gaat nu aardig snel met de opwarming van de Aarde.

    Like

  4. Jaap Lont

    De samengevatte feiten omtrent de klimaatopwarming staan puntsgewijs genoemd: .het warmt op .dat komt door de mens .dat heeft verstrekkende gevolgen .er zijn dingen die we kunnen doen

    Die laatste constatering is wellicht aan heroverweging toe? Door bijvoorbeeld de zin in de verleden tijd zetten: er zijn dingen we hadden kunnen doen. De feitelijke historische en actuele cijferreeksen op zichzelf beschouwd ondersteunen de constatering namelijk niet. We verminderen de leefbaarheidsfactor van de aarde: dat is wat we feitelijk aan het doen zijn. Je zou de constatering ook aan kunnen vullen met: we kunnen de gevolgen namelijk zowel vertragen als versnellen en in feite zijn we de verstrekkende gevolgen eerder aan het versnellen dan aan het vertragen.

    De leefbaarheidsfactor (het herstelvermogen van landen en regio’s) neemt af door de klimaatverandering in combinatie met de bevolkingsdruk. Stel: we nemen 1990 als basis (factor = 100), de wereldbevolking bedroeg toen 5 miljard. En deze zal nog verdubbelen binnen 50 jaar naar 10 miljard – gelukkig is die stijging iets minder dan eerder berekend.

    Toenemende hittestress, droogte, verwoestijning, erosie, bosafname, waterschaarste, overstromend gebied, voedseltekorten en ecologische verslechtering verminderen de leefbaarheidsfactor en het herstelvermogen van steeds meer gebied en samenlevingen. De leefbaarheidsfactor van de aarde (op basis van 1990 = 100) was in 2000 theoretisch 95; in 2010 stel 90; in 2020 stel 85; enz. – dit als denkrichting, misschien is het inderdaad wel enigszins te becijferen op de manier waarop ook de ecologische voetafdruk wordt benaderd).

    De leefbaarheidsfactor is een kluwen van zich onderling versterkende factoren van fysische -, ecologische -, demografische -, en politiekmaatschappelijke aard. We zien de voorbeelden van verslechtering meer en meer opdoemen in de meest kwetsbare gebieden.

    Dus wil ik hier graag deze vraag oproepen: dient ‘het vierde feit op deze site’ inmiddels her-geformuleerd of aangevuld te worden?

    Like

  5. Hans Custers

    Jaap,

    Wat mij betreft is dat vierde punt nog steeds relevant. Want het blijft belangrijk om de opwarming zoveel mogelijk te beperken. Als je meent dat anderhalve graad onhaalbaar is, dan is het nog steeds de moeite om alles te proberen om onder de twee graden te blijven.

    En daarnaast zullen we moeten anticiperen op veranderingen die inmiddels onvermijdelijk zijn. Dat hoort ook bij de ‘dingen die we kunnen doen.’

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s