Tagarchief: koolstofbudget

Nieuwe EU klimaatdoelen niet in lijn met Parijsakkoord

De EU presenteerde recent nieuwe klimaatdoelen: 90% broeikasgasreductie in 2040, naast de al eerder toegezegde doelen van 55% reductie in 2030 en klimaatneutraal in 2050. De EU stelt gecommitteerd te zijn aan het Parijsakkoord. Maar zijn de nieuwe emissiedoelen wel in lijn met het anderhalve graad doel? Het korte antwoord is nee. De uiteindelijke uitstoot hangt vooral af van het pad waarmee de emissiedoelstellingen worden gehaald. In een beknopte analyse laat ik zien dat de EU zich met haar aangekondigde emissiedoelstellingen committeert aan een opwarming van zeker 1,65 graad, en mogelijk zelfs meer dan 1,8 graad. Toch wordt er gecommuniceerd dat de doelen ‘in lijn zijn met Parijs’. Onder invloed van obstructie van binnen én buiten de EU lukt het nog niet om een Europese visie voor een leefbare toekomst te presenteren.

Nieuwe Europese klimaatdoelen

Sinds het Parijsakkoord uit 2015 (ja, dat is alweer tien jaar geleden) moeten landen om de vijf jaar nationaal uitgewerkte klimaatplannen presenteren in zogenoemde Nationally Determined Contributions (NDCs). Daarin worden inspanningen uitgewerkt waarmee elk land haar verantwoordelijkheid neemt bij het beperken van klimaatverandering. Dit jaar, vóór de COP30 in Brazilië, leverden de meeste landen hun derde NDC aan. Op de valreep presenteerde ook de EU een aantal nieuwe emissiedoelstellingen.

Een korte geschiedenisles. Begin 2016, toen de EU het Parijsakkoord ratificeerde, nam ze het doel aan om in 2030 40% broeikasgasreductie te behalen, ten opzichte van de uitstoot in 1990. In 2019 werd met de European Green Deal het doel van klimaatneutraliteit in 2050 vastgesteld. In 2020 werd het doel voor 2030 naar 55% reductie bijgesteld (de klimaatwind waaide toen de goede kant op in de EU). En dit jaar, terwijl de wereldwijde uitstoot nog steeds niet naar beneden gaat en de kans op de opwarming tot anderhalve graad te beperken nagenoeg verdwenen is, presenteert de EU aanvullende doelstellingen: 90% reductie in 2040, en een indicatie van 66,25% tot 72,5% reductie voor 2035. De figuur hieronder laat de uitstoot van de EU vanaf 1990 zien, samen met de alle doelstellingen tot klimaatneutraliteit in 2050.

De broeikasgasuitstoot van de Europese Unie (ten opzichte van 1990) van 1990 tot nu, met de emissiereductiedoelstellingen voor 2030, 2035, 2040 en 2050. (Arthur Oldeman)
Lees verder

Waarom onze CO2-uitstoot naar nul moet om de temperatuurstijging te stoppen

Gastblog van Prof. dr. Guido van der Werf

In het Parijs-akkoord is afgesproken om de opwarming te beperken tot 2°C en te streven naar 1,5°C. Om de opwarming te stoppen, moet de netto uitstoot van broeikasgassen naar nul. Vooral onze CO2-uitstoot moet dus fors dalen en de uitstoot die niet vermeden kan worden moet gecompenseerd worden door zogenaamde negatieve emissies (CO2-verwijdering). Hoewel het netto-nul idee niet heel oud is, is het wel de basis voor het mondiale klimaatbeleid en daarmee een belangrijk concept met verstrekkende maatschappelijke gevolgen. Hier kijken we waar het netto-nul idee op gebaseerd is.

Het aardsysteem is complex en fascinerend, maar ondanks alle complexiteit in het aardsysteem is er een simpele relatie tussen de mate van opwarming en onze cumulatieve (opgetelde) uitstoot. In onderstaande figuur staat die recht evenredige relatie, op basis van historische gemeten data. De rechte lijn is ook geldig voor de toekomst en wordt daarmee bijvoorbeeld gebruikt om het koolstofbudget te bepalen om onder een bepaalde temperatuurstijging te blijven.

Figuur 1. Verband tussen cumulatieve (opgetelde) CO2-uitstoot en temperatuurstijging voor ieder jaar tussen 1850 en 2023. Door natuurlijke variatie en de invloed van andere factoren dan CO2 is er ruis rondom de relatie. Op basis van deze relatie kan het koolstofbudget om onder een bepaalde temperatuur te blijven uitgerekend worden, dit zijn de pijlen onderin (om onder de 1,5 dan wel 2,0 graden te blijven). Met huidig toegezegd beleid zouden we volgens deze relatie rond de 2,5 graden opwarming verwachten.

Volgens de huidige inzichten blijft die een-op-een relatie dus ook bestaan in de toekomst, ook als onze uitstoot gaat dalen. Dat is een belangrijk gegeven en de basis van onze doelstellingen om aan het Parijs-akkoord te voldoen. Waar voorheen de nadruk nog wel eens lag om de CO2-concentratie onder een bepaalde waarde te houden, is het doel nu om de temperatuur onder een bepaalde waarde te houden. In dit overzichtsartikel van een van de grondleggers van het netto-nul concept, Myles Allen, staat dit verder uitgewerkt inclusief een wiskundige afleiding. Hier kijken we naar de onderliggende redenen achter het netto-nul concept. Om die te begrijpen moeten we twee vragen beantwoorden:

  1. Wat gebeurt er met onze uitgestoten CO2?
  2. Hoe reageert het aardsysteem op een verstoring zoals extra CO2?

We beginnen met de tweede vraag.

Wat doet CO2 met de temperatuur?

In het verleden werd er vaak een standaardsimulatie gedaan met klimaatmodellen: 70 jaar lang werd de CO2-concentratie in het model met 1% per jaar verhoogd tot die een verdubbeling bereikte en van 280 deeltjes per miljoen (ppm) pre-industrieel naar 2 × 280 = 560 ppm was verhoogd. Daarna werd deze concentratie constant gehouden in het model, zie Figuur 2a.

Figuur 2. Geschematiseerde computersimulatie waarin de CO2-concentratie verdubbelde in 70 jaar tijd waarna de concentratie constant gehouden werd (boven, blauwe lijn) en de daardoor veroorzaakte temperatuurstijging volgens de simulatie (onder, rode lijn). De belangrijkste les voor hier is dat de temperatuur nog blijft stijgen, ook als de CO2-concentratie constant blijft.

In die 70 jaar warmt het klimaat in het model op, en die opwarming gaat recht evenredig met de cumulatieve uitstoot (Figuur 2b). Maar, en dit is belangrijk voor de rest van het verhaal, na 70 jaar stopt die temperatuurstijging niet maar gaat hij door, ondanks dat de CO2-concentratie gelijk blijft! Die opwarming gaat wel langzamer dan voorheen, en met het verstrijken van de jaren wordt de opwarming steeds trager.

Lees verder

Hoe uitzonderlijk zal recordjaar 2023 in de toekomst nog zijn?

Het afgelopen jaar hebben wij hier op het blog meerdere malen aandacht besteed aan de hitterecords die in 2023 bij bosjes omvielen. Vooral de oceaan had het zwaar te verduren. Het kan voor u, de lezer van onze blogs, dus ook niet als verrassing komen dat 2023 officieel als warmste jaar sinds de metingen de boeken in gaat. Vanaf afgelopen juli tot het einde van het jaar was zelf bijna elke daggemiddelde de warmste gemeten, zoals de grafiek hieronder laat zien. De recordwarmte heeft onder meer te maken met het mondiale effect van El Niño, en waarschijnlijk ook een beetje met verminderde vervuiling door aerosolen, die juist voor afkoeling zorgen. De precieze bijdrage van verschillende factoren is nog niet helemaal ontrafeld. Maar onderaan de streep komt de opwarming op lange termijn door de uitstoot van fossiele brandstoffen door de mensen op deze aarde. Daarbij dient ook het onvermogen om verdere opwarming af te wenden genoemd te worden – de wetenschappelijke kennis over de gevaren voor de mensheid én de bestaande mogelijkheden om het tij te keren ten spijt.

De mondiaal gemiddelde temperatuur aan het aardoppervlak per dag, voor de afgelopen decennia. In de tweede helft van 2023 was het bijna elke dag de warmste dag sinds 1940. Bron

COP28 niet wat het had moeten zijn

Eind 2023 werd er tijdens de COP28 dan toch weer een verwoede poging gedaan door alle spelers op het wereldtoneel om tot stevige afspraken voor emissiereductie te komen. Maar ondanks spelers met grote ambities, bleek de toneelvertoning toch vooral een klucht te zijn. De COPs zijn verworden tot een show waar de zwakste plannen met de grootste bombarie worden gepresenteerd. Terwijl je zou denken dat elk aangekondigd plan een stap in de goede richting is, berekende Climate Action Tracker (CAT) dat maar een kwart van de tijdens COP28 aangekondigde initiatieven daadwerkelijk aanvullend én uitvoerbaar zijn. Veel plannen zijn te vaag geformuleerd, of missen duidelijkheid in dekking of verantwoordelijkheid om daadwerkelijk getoetst te kunnen worden op hun impact. Daarom stelt de CAT in haar doorrekening dat er eigenlijk nog steeds een gapend gat bestaat tussen wat er beloofd is, en wat er nodig is om 1,5°C in leven te houden. Zelfs in het meest optimistische scenario komt de recent geüpdate CAT-thermometer uit op een opwarming van 1,8°C aan het eind van deze eeuw. Ik vraag me dus hardop af of 2023 in de toekomst – laten we zeggen over zo’n 10 of 20 jaar – nog steeds een uitzonderlijk recordjaar zal zijn.

Lees verder

Mag Nederland nog uitstoten?

Om de opwarming van de aarde te beperken, moeten we heel snel emissies reduceren. De verantwoordelijkheid voor emissiereductie wordt vaak evenredig verdeeld; elk land moet bijdragen. Sommige landen hebben vroeger alleen al heel veel uitgestoten, en hebben dus ook veel meer aan de huidige opwarming bijgedragen. Nederland is een van die landen. Uit een nieuwe analyse blijkt dat Nederland eigenlijk voor nóg meer emissies verantwoordelijk is, als je de emissies uit toenmalige koloniën meeneemt. Het leidt tot een vraag die weinig wordt gesteld: wie mag er nog uitstoten, en waarom?

We ‘mogen’ überhaupt niet zo veel meer uitstoten

Eerder schreef ik op de blog over het resterende koolstofbudget voor het 1,5°C doel: hoeveel kan er nog worden uitgestoten, als we een kans willen behouden om de opwarming tot 1,5°C graden te beperken? Met huidige mondiale emissies blijkt dat nog 6 jaar te zijn. Als we snel emissies reduceren, hebben we langer de tijd. De tijd begint nu zó ontzettend te dringen, omdat we mondiale emissiereductie té lang hebben uitgesteld. Waren we in 2000 al begonnen met het naar beneden halen van de uitstoot, dan was het pad naar 1,5°C een stuk comfortabeler geweest, zo laat de grafiek hieronder zien. 

Een rechtlijnig afbouwpad van de mondiale uitstoot om de opwarming tot 1,5°C graden te beperken, vanaf 2000 elk jaar tot nu. Bron

Hoewel er wel wat goed nieuws is, namelijk dat duurzame energie wereldwijd gezien met een enorme opmars bezig is, is de kans toch best groot dat we dat 1,5°C budget gaan opmaken. Dat komt vooral omdat de meeste landen fossiel verbruik niet snel genoeg afschalen, en er bovendien nog een groep landen is die de fossiele productie zelfs van plan is op te voeren (zo schreef ik in mijn vorige blog). Sommige van die landen hebben historisch gezien (nog) niet zo veel uitgestoten, zoals Nigeria en India, helemaal als je rekening houdt met bevolkingsaantallen. Maar een aantal landen die nu nog fossiele productie willen uitbreiden, zijn ook al voor het gros van de historische uitstoot verantwoordelijk, zoals Rusland en de VS.

Daarmee rijst automatisch de vraag: wie mág er binnen dat beperkte budget nog uitstoten?

Lees verder

Nog 6 jaar uitstoten en 1,5°C wordt (waarschijnlijk) bereikt

Een nieuwe studie in Nature bekijkt de hoeveelheid koolstof die we nog kunnen uitstoten als we een kans willen hebben om de opwarming van de aarde tot 1,5°C te beperken. Met huidige, mondiale, emissies hebben we nog zo’n 6 jaar totdat die hoeveelheid koolstof op is. In dat geval wordt het wel erg waarschijnlijk dat de opwarming de 1,5°C aantikt. Maar hoe sneller we emissies reduceren, hoe langer we onszelf nog geven om de doelen uit het Parijsakkoord te halen.

Nieuwe schattingen, geen meevallers

Het onderzoek, gepubliceerd in Nature Climate Change, maakt een schatting van het resterende koolstofbudget, de netto hoeveel CO2 die de mens nog kan (of mag) uitstoten zonder een bepaalde grens aan opwarming te passeren. In het Parijsakkoord heeft de wereldpolitiek afgesproken om de opwarming van de aarde “ruim onder 2°C” te houden en “zich in te spannen om de temperatuurstijging te beperken tot 1,5°C” boven het pre-industriële niveau. Als we ons aan deze doelen committeren, hoeveel CO2 kunnen we dan nog uitstoten?

Figuur uit Forster et al. waarin de opwarming van de aarde en het koolstofbudget voor 1,5°C zijn geüpdate met nieuwe waardes, een jaar na het verschijnen van IPCC AR6 WGI.
Lees verder

Is de opwarming van de aarde nog te beperken tot 1,5°C?

Reactie van de auteurs op de onjuiste berichtgeving in de media over hun artikel.

Er was de afgelopen week weer eens de nodige opschudding in de klimaatwereld. Aanleiding was een artikel van grotendeels Britse klimaatonderzoekers in Nature Geoscience. Of eigenlijk, zo vermoed ik tenminste, het bericht hierover van The Independent. Die krant heeft niet de gewoonte de menselijke invloed op het klimaat te ontkennen, maar had nu de subkop: “Previous climate models may have been ‘on the hot side’ ”. Het spreekt voor zich dat de welbekende desinformatiekanalen daar gretig bovenop doken en het nog eens stevig aandikten om aldus tot de conclusie te komen dat de Grote Ommekeer in de mainstream klimaatwetenschap nu werkelijk was begonnen. Onzin natuurlijk. De onderzoekers zagen zich, twee dagen nadat hun artikel in Nature Geoscience was verschenen, genoodzaakt dit duidelijk te maken in een bericht op de website van de universiteit van de hoofdauteur en wat uitgebreider in een ingezonden stuk in The Guardian.

Het artikel – “Emission budgets and pathways consistent with limiting warming to 1.5 °C” van Richard J. Millar et al. – behandelt bijzonder complexe materie. Toch zijn een paar oogopslagen op de resultaten voldoende om te zien dat van een Grote Ommekeer in de klimaatwetenschap geen sprake kan zijn. Die resultaten vallen namelijk keurig binnen de waarschijnlijkheidsintervallen zoals die steeds worden aangegeven door de wetenschap, onder meer in de rapportages van het VN klimaatpanel IPCC. Sterker nog, het draait hier om iets dat duidelijk door het IPCC is aangegeven in hun laatste rapport: het zwarte vlekje linksonder in onderstaande afbeelding (figuur 2.3 uit het AR5 Synthesis Report). Dat vlekje laat zien dat de temperatuur in het eerste decennium van deze eeuw iets onder het gemiddelde lag – maar wel ruim binnen de onzekerheidsmarges – van wat was berekend op basis van de geschatte cumulatieve CO2-emissies. Millar et al. hebben die afbeelding geactualiseerd tot 2015 en zien dan hetzelfde verschijnsel. Dat zou implicaties kunnen hebben voor het zogenaamde koolstofbudget: de totale hoeveelheid CO2 die we nog uit kunnen stoten om de opwarming beneden een bepaalde grens (meestal 1,5 of 2°C) te houden. Lees verder