Tagarchief: IPCC

Rajendra Pachauri, Marcel Crok en Wilco Hazeleger in Nieuwsuur

Nieuwsuur had op donderdag 9 januari aandacht voor het klimaat. De aanleiding daarvoor was het bezoek van Rajendra Pachauri, de voorzitter van het IPCC, aan Nederland. Nieuwsuur zond een interview uit met Pachauri en vooraf kon men op de website lezen: “Het klimaatprobleem mag dan inmiddels bekend zijn; Pachauri roept op tot meer urgentie.”.

Rajendra Pachauri, bron: IPCC

Pachauri wijst er in het interview enkele malen op dat klimaatveranderingen en temperatuurstijgingen sinds het midden van de vorige eeuw hoogstwaarschijnlijk het gevolg zijn van menselijk handelen en dat dit duidelijk volgt uit de wetenschappelijke inzichten. Het vijfde “Assessment Report” van het IPCC (AR5) hanteert de term ‘extremely likely’ (Summary for Policy Makers – SPM, blz. 15):
“It is extremely likely that human influence has been the dominant cause of the observed warming since the mid-20th century.”
Lees verder

In het datamoeras van een moerasgas

Door Jos Hagelaars

Methaan kennen we als het hoofdbestanddeel van ons aardgas. Het is ook volop aanwezig in de gassen die ontstaan in moerassen, vandaar dat het soms ook moerasgas genoemd wordt. Methaan is tevens een broeikasgas, als de hoeveelheid methaan in de atmosfeer toeneemt wordt het broeikaseffect versterkt. Uiteraard kom je daarom methaan op veel plaatsen tegen in het nieuwe IPCC AR5 rapport. Een rapport dat absoluut een rijke databron is voor geïnteresseerde enthousiastelingen zoals ik en dat meer zekerheid verschaft over de menselijke invloed op het klimaat. Omtrent methaan is er onlangs nog veel meer data beschikbaar gekomen door de publicatie van een onderzoek over het budget van alle ‘sources’ en ‘sinks’ van de methaanemissies, het Global Methane Budget. Ik bevind me hierdoor nu in een datamoeras.

Op basis van het IPCC AR5 rapport en het Global Methane Budget zijn de volgende conclusies te trekken:

  • De hoeveelheid methaan in de atmosfeer is sinds 1750 met 150% gestegen en de hoeveelheid CO2 met 41%.
  • De bijdrage van methaan aan het versterkte broeikaseffect was in 2011 (t.o.v. 1750) 17% en die van CO2 64%.
  • Via een bepaling uit waarnemingen blijkt dat de menselijke methaanemissies inmiddels circa 335 miljard kg per jaar bedragen tegen 218 miljard kg per jaar voor de natuurlijke emissies, een verhouding van 60% tegen 40%.
  • De hoofdmoot van de natuurlijke methaanemissie is afkomstig uit moerasachtige gebieden.
  • 90% van alle methaan wordt opgeruimd via chemische reacties waarbij luchtvervuiling kan optreden in de vorm van het gas ozon.

Lees verder

Zwarte gletsjers en bruine wolken

Ook verschenen op Noorderlicht/Wetenschap24. Achtergrondartikel bij de zesde en laatste aflevering van “Klimaatjagers“, zondagavond 13 okt 20:20 op Nederland 2, VPRO.

Door: Bart Verheggen

De laatste aflevering van Klimaatjagers gaat over de smeltende gletsjers in de Himalaya en de grote stofwolken met luchtvervuiling in zuidoost Azie.  Deze ogenschijnlijk heel verschillende zaken hebben echter gedeeltelijk een zelfde oorzaak: De uitstoot van roet door bijvoorbeeld het koken op hout, wat daar op grote schaal gebeurt.

De beelden van de Himalaya maken duidelijk hoe mooi en imposant dit berggebied is, maar daarnaast heeft deze bergketen een verreikende invloed op het leven in de lager gelegen gebieden: Een miljard mensen zijn afhankelijk van de Himalaya voor hun water. De lange-termijn waterhuishouding in het gebied wordt bedreigd door de opwarming van de aarde, enerzijds via het smelten van gletsjers en anderzijds via veranderingen in de moesson. Volgens recent onderzoek zal de watertoevoer vanuit de Himalaya de komende honderd jaar eerst toenemen (doordat er meer smeltwater beschikbaar komt en door toenemende neerslag) alvorens af te nemen (door de verminderde hoeveelheid ijs).

Smeltende gletsjers

Gletsjers over de hele wereld worden langzaam kleiner vanwege de opwarming en de Himalaya is hier op geen uitzondering. Het seizoensgebonden smelten van gletsjers zorgt voor vele zogenaamde gletsjermeren in het gebied. Deze meren worden soms gestut door een natuurlijke dam. Vanwege het sterkere smelten kunnen deze dammen sneller doorbreken, wat dan leidt tot een vloedgolf in de lager gelegen gebieden. Hier zijn vorig jaar tientallen mensen door omgekomen. Jeff Kargel van de University of Arizona doet onderzoek aan dergelijke ‘Glacial Lake Outburst Floods’.

Dr Kargel laat aan de hand van een simpel proefje zien hoe je iets te weten kunt komen over de samenstelling van het gesteente: Hij druppelt wat zuur op een steen, en meteen zie je gasbelletjes opborrelen. Dat is de kooldioxide die ontstaat door de reactie van het zuur met kalksteen. Hetzelfde spul als in je fluitketel, legt hij uit. Dit gebied was vroeger de bodem van een meer. Een vraag waar Dr Kargel zich mee bezig houdt is hoe de opwarming de waterhuishouding van de bergen beinvloed.

Huidige klimaatverandering pijlsnel in geologisch perspectief

De rode lijn van de documentaire zou wel eens de volgende uitspraak van Jeff Kargel kunnen zijn:  Er zijn weliswaar grotere klimaatveranderingen in het verre verleden voorgekomen  als wat we nu  (de afgelopen ~100 jaar, een oogwenk in geologisch perspectief) meemaken, maar nu gaat het veel sneller. Dit is door meerdere wetenschappers in de verschillende afleveringen gezegd, op basis van totaal verschillende observaties. Iets om bij stil te staan.

Lees verder

Eenzijdigheid en valse vrijbrief bij de ‘klimaatgevoeligheid-is-laag’ hype

Door Jos Hagelaars

Samenvatting

De vele verhalen met de strekking de ‘klimaatgevoeligheid-is-laag’ zijn alle gebaseerd op één enkele bewijscategorie en de daaruit resulterende getallen zijn niet hetzelfde als de Equilibrium Climate Sensitivity, de klimaatgevoeligheid op (zeer) lange termijn, maar eerder een ondergrens van deze ECS. Het IPCC daarentegen baseert zich op meerdere bewijscategorieën en geeft in het nieuwe 2013 AR5 rapport een range voor de ECS van 1.5 tot 4.5. Zelfs als de klimaatgevoeligheid erg laag zou zijn, is het zeer verstandig om onze CO2 emissies in te dammen, want het huidige ‘business-as-usual’ scenario qua CO2 uitstoot levert hoogstwaarschijnlijk ook dan een temperatuurstijging op van op den duur meer dan 2 °C.

De Hype

De klimaatgevoeligheid is laag en veel lager dan het IPCC in hun rapporten schrijft. Dit soort berichten kom je dit jaar vaak tegen op verschillende blogs en in krantenberichten in binnen- en buitenland (zie bijv. hier, hier, hier of hier). Een heuse hype, op WUWT alleen al zijn er dit jaar tientallen posts aan gewijd. De teneur die ik bespeur is de volgende: een lage klimaatgevoeligheid is goed nieuws en betekent dat we geen actie hoeven te ondernemen om de opwarming van de aarde tegen te gaan. En een heel belangrijk punt is natuurlijk: dan hoeven we ook weinig of geen kosten te maken. Geen gezeik over CO2, iedereen blijft rijk.

Lees verder

Opwarming aan oppervlak tijdelijk minder, in oceaan des te meer

Er was veel te lezen over klimaatverandering in de landelijke dagbladen afgelopen zaterdag. Aanleiding is natuurlijk het vijfde IPCC rapport waarvan aanstaande vrijdag het eerste deel (over “the physical basis”) uitkomt.

Daarnaast blijkt de minder sterke oppervlakte-opwarming van de afgelopen ~15 jaar voor velen een aanleiding om zichzelf en de klimaatwetenschap achter de oren te krabben. Daar is op zich niets mis mee natuurlijk, al wordt er soms wat snel naar niet logisch volgende conclusies toegewerkt (zie bijv “De ramp die niet kwam” in NRC).

In het stuk in Trouw worden Marcel Crok, Han Dolman (VU) en ik aan het woord gelaten door Joep Engels. Een deel van het artikel was zelfs voorpaginanieuws, al was de teneur in dat gedeelte wel wat voorbarig. Alsof “de klimaatsceptici een beetje gelijk krijgen”. Was het maar waar! Het artikel gaat verder op p12 van het katern “de verdieping” en geeft op zich een heel aardig overzicht van verschillende gezichtspunten.

De punten die ik naar voren wilde brengen waren de volgende:

Korte termijn variatie vs lange termijn trend. Van maand tot maand, en zelfs van jaar tot jaar, vertoont de globaal gemiddelde temperatuur veel variatie. Dat zorgt ervoor dat over tijdsschalen korter dan ruwweg 10-15 jaar de onderliggende trend niet goed zichtbaar is.

Zie bijv onderstaande plaatje van Jos Hagelaars waarin de trend in oppervlaktetemperatuur wordt weergegeven, gemiddeld over 10 (rood) en over 30 (blauw) jaar. De langjarige trend (1975-2013) schommelt rond de 0.17 graden per decenium, en zoals te verwachten is de kortstondige trend veel variabeler, soms groter dan de langjarige trend en soms (zoals nu) kleiner.

Opwarmingsnelheid-10-30-Jaar_500

Lees verder

Een data update van 2012

Een gastblog van Jos Hagelaars

De gegevens over 2012 van de meest gevolgde temperatuur datasets GISTEMP, HadCRUT4, NCDC, UAH en RSS zijn inmiddels bekend. Het jaar 2012 is bij deze datasets warmer dan 2011 en staat bij 4 ervan in de top 10. Het warmste jaar voor de oppervlaktetemperaturen is nog steeds 2010 en bij de lagere troposfeer temperaturen, gemeten met satellieten, is het warmste jaar 1998 (de satellietdata heb ik gemiddeld op basis van hun maanddata). Alle andere jaren in de top 10 beginnen allemaal met een 2, wat aangeeft dat de jaren van deze eeuw tot nu toe allemaal zeer warme jaren zijn geweest.

In figuur 1 staan de mondiale jaargemiddelde temperaturen gerangschikt van hoog naar laag. Zoals gewoonlijk wordt de “anomalie” gegeven: het verschil met de gemiddelde temperatuur over een bepaalde referentieperiode. Deze periode verschilt voor verschillende datasets; dit veroorzaakt mede de verschillen in de temperaturen tussen de datasets.

Jaargemiddelde temperatuur tm 2012

Figuur 1: De mondiale temperaturen gerangschikt naar temperatuur.

Lees verder

IPCC AR5 concept gelekt – invloed van zon op opwarming nog steeds minimaal

Het is intussen bij de fervente blog-lezers wel bekend dat het concept IPCC rapport naar buiten is gebracht door een skeptische “expert reviewer”, Alec Rawls.

Dit is tegen de uitdrukkelijke afspraak in die elke “expert reviewer” aangaat door zich als zodanig in te schrijven (en vrijwel iedereen die dat wil kan dat, dus aan de titel “expert reviewer” moet niet al te zwaar getild worden).

Rawls beweert dat volgens het nieuwe IPCC rapport (werkgroep 1 van AR5) de zon een grotere invloed zou hebben op het klimaat. De skeptische blog WUWT noemt het een

game-changing admission of enhanced solar forcing

Dit is tegengesteld aan wat er in het concept-rapport staat te lezen, namelijk dat de klimaatforcering door de zon naar beneden is bijgesteld. Wat Rawls en Watts bedoelen is echter dat het effect van de zon zou worden versterkt door kosmische straling. Dat wordt in hoofdstuk 7 besproken, en inderdaad zijn er intussen voorzichtige aanwijzingen dat kosmische straling kan bijdragen aan de vorming van aerosolen, microscopisch kleine deeltjes in de lucht (“fijn stof”). Maar dan ben je nog mijlenver verwijderd van een eventueel effect op het mondiale klimaat (zie bijv mijn beschrijving van de verschillende stappen in dat proces).

De zin die niet werd geciteerd door Rawls c.s., maar wel in de conceptversie staat, gaat over de ordegrootte van de amplificatie. Er wordt geschreven dat (via Ben Lankamp):

Hoewel alle studies een aantoonbare fysische relatie tussen kosmische straling en wolkencondensatiedeeltjes (CCN) vinden, lijkt de reactie te zwak om enig significant stralingseffect te hebben, omdat het mechanisme niet in staat is om de mondiale concentratie van deze deeltjes te beïnvloeden.

En

kosmische straling kan bijdragen aan aerosolvorming in de vrije troposfeer, maar het effect is te zwak om enige invloed te hebben op het klimaat tijdens de zonnecyclus of gedurende de laatste eeuw. (…) Er is geen robuuste associatie tussen kosmische straling en bewolkingsgraad geïdentificeerd.

Ben Lankamp vat het als volgt samen: Ja, er zijn meer manieren waarop de zon invloed heeft op de atmosfeer op aarde dan alleen via ‘gewone’ straling, maar nee, de kwantitatieve invloed van de zon op moderne klimaatverandering wordt niet groter ingeschat dan in eerdere rapporten.

Elders in het concept rapport wordt geconcludeerd dat het “extreem onwaarschijnlijk” is dat de bijdrage van de zon aan de opwarming sinds 1950 groter zou zijn dan die van broeikasgassen.

Voor verdere berichtgeving (in het Engels) hierover, zie bijv SkS en ABC (goed interview met een van de hoofdauteurs van het bewuste hoofdstuk). Over de invloed van de zon op het klimaat, zie bijv de (Nederlandstalige) gastblog van Jos Hagelaars of mijn eerdere Engelstalige zonneblog. De invloed van de zon zal ook nog uitgebreid aan bod komen in de skeptische top-10 van Hans Custers – nog even geduld voor deel 4, 8 en 9.

Het IPCC heeft een statement uitgebracht over het naar buiten gebrachte concept, waarin o.a. wordt benadrukt dat het om een concept gaat (en dus nog kan en zal veranderen). Over de voors en tegens van het vertrouwelijk proberen te houden van de concept teksten wordt intussen ook weer hevig gediscussieerd. Het lijkt in ieder geval schier onmogelijk om met een zo massaal en open review proces de vertrouwlijkheid te waarborgen (AR4 werd ook voortijdig gelekt). Dat vormt dus een dilemma in het licht van de op zich goede redenen om het schrijfproces (en dus ook de review) in relatieve rust te kunnen uitvoeren.

Ingezonden brief over VVD kamerlid Leegte, klimaatverandering en KNMI geplaatst in Volkskrant

De volgende brief van enkele Nederlandse wetenschappers over de affaire-Leegte is vandaag geplaatst in de Volkskrant (p35; geen url beschikbaar; pdf hier, met aangepaste titel):

Wereldklimaat trekt zich niets van Nederlandse politieke klimaat aan!

Tweede-Kamerlid René Leegte (VVD) toont zich wars van onafhankelijke wetenschap als de uitkomsten ervan kennelijk niet in zijn politieke kraam te pas komen. Dat blijkt uit zijn uitspraken over het KNMI. Leegte vindt het klimaatonderzoek van het KNMI alarmistisch en onvoldoende onafhankelijk. Het instituut kijkt volgens hem onvoldoende naar de theorieën van de ‘sceptici’, en moet de lijn van het internationale klimaatforum IPCC volgen. Het KNMI kan daarom maar beter worden verzelfstandigd; als de overheid klimaatvragen heeft worden deze gewoon bij marktpartijen aanbesteed.

Als het KNMI partijdig zou zijn, waarvoor Leegte geen enkele aanwijzing geeft, zijn vrijwel alle wetenschappelijke instituten, universiteiten en verenigingen wereldwijd dat. Een eventuele aanbesteding van klimaatonderzoek bij andere wetenschappelijke instellingen zou dus geen andere conclusies opleveren. De aanwijzingen voor menselijke invloed op het klimaat zijn namelijk heel sterk, en als gevolg daarvan is er een brede wetenschappelijke consensus hierover.

In al die jaren dat wij met het KNMI werken hebben we nooit politieke voorkeuren gezien van het instituut of zijn medewerkers, die het werk zouden beïnvloeden. Dat is ook niet zo vreemd: de werking van de aardatmosfeer trekt zich van politieke voorkeuren niets aan, CO2 absorbeert infrarode straling ongeacht de politieke kleur van de onderzoekers, en het smeltpunt van ijs laat zich niet beïnvloeden door de wensen van een lid van de Tweede Kamer. Opmerkelijk genoeg hebben de Nederlandse kennisinstituten (inclusief het KNMI) de afgelopen jaren de dialoog gezocht met ‘klimaatsceptici’, o.a. in de brochure ‘De Staat van het Klimaat 2010’.

In verschillende uitingen over klimaat laat Leegte zien dat zijn kennis van klimaatverandering en van klimaatwetenschap beperkt is. Dat is niet erg, politici kunnen niet inhoudelijk op elk onderwerp expert zijn. Wel kwalijk is op grond van beperkte kennis beweren dat een kennisinstituut zijn werk niet goed doet, partijdig is en maar moet worden afgeschaft of geprivatiseerd.

Het is voor begrip van een complexe systeem van groot belang dat jarenlang en continu aan begrip van de werking van het klimaatsysteem kan worden gewerkt. Als af en toe een vraag uit de Tweede Kamer aan een commercieel bureau in concurrentie wordt aanbesteed kan diepgaande kennis niet meer worden opgebouwd. Bovendien zou een dergelijke aanbesteding van onderzoek juist afhankelijkheid van de politieke wind in de hand kunnen werken. Juist Nederland, waar de economie bovengemiddeld gevoelig is voor intensiteit en spreiding over het jaar van regenval, van rivierwaterafvoer, van de zeespiegel en meer mede van het klimaat afhankelijke factoren, kan zich geen oppervlakkige, met de politieke wind meewaaiende klimaatkennis veroorloven.

Prof. Dr. Bert Holtslag (Universiteit Wageningen)

Dr. ir. Ernst Schrama (TU-Delft)

Dr. ir. Bart Verheggen (ECN)

Dr. Roderik van de Wal (IMAU Universiteit Utrecht)

IPCC management en coordinatie versterkt

Via het klimaatportaal, mede gebaseerd op het relaas van deelnemers aan de IPCC vergadering:

Het IPCC neemt maatregelen om haar managementstructuur te verbeteren en beleid aan te scherpen. Dit is besloten tijdens de algemene vergadering van het IPCC die plaatsvond van 10 tot 13 mei 2011 in Abu Dhabi, de Verenigde Arabische Emiraten. De wijzigingen moeten zorgen dat het volgende IPCC-rapport duidelijker en genuanceerder wordt en dat het beter aansluit bij de behoeften van de wereldwijde gemeenschap.

Zo is er een streng beleid opgesteld om belangenverstrengeling bij de samenstellers IPCC-rapporten te voorkomen. (…)
 
Het IPCC heeft daarnaast richtlijnen vastgesteld voor de communicatie. Die moet transparant zijn en het IPCC wil snel en doordacht reageren op actuele vraagstukken. Daarnaast moet vastgelegd worden wie er namens het IPCC kan spreken en wie niet. Woordvoerders moeten zich inhoudelijk baseren op gepubliceerde IPCC rapporten en zij moeten zich onthouden van uitspraken over klimaatbeleid of -politiek.
 
Management
Er wordt een bestuur samengesteld om de coördinatie en het management van het IPCC te versterken. Dit bestuur neemt beslissingen die geen uitstel velen, bijvoorbeeld over communicatie, toezicht op de afhandeling van mogelijke fouten en coördinatie tussen werkgroepen. (…)
 
Het IPCC heeft richtlijnen aangenomen die aangeven hoe accuratesse, transparantie en duidelijkheid van procedures kan worden verbeterd. Zo is vastgelegd hoe literatuur verwerkt kan worden in de IPCC-rapporten en hoe de auteurs van de rapporten moeten omgaan met wetenschappelijke onzekerheden.
 
Auteurs moeten toelichten hoe zij tot hun oordeel komen over de mate van wetenschappelijk inzicht in een onderwerp. Ook is vastgelegd dat tijdschriften en kranten in principe geen geldige informatiebron zijn voor de IPCC-rapporten. Blogs, sociale netwerksites en audiovisuele media zijn geen acceptabele informatiebronnen.
 
Een aantal verbeteringen was al doorgevoerd of wordt direct doorgevoerd bij het schrijven van het vijfde assessmentrapport, dat voor 2013 en 2014 gepland staat. Een deel van de verbeteringen vereist nog verdere uitwerking, zoals de implementatie van de regeling belangenverstrengeling en de rol van het secretariaat in het bestuur. Daarnaast moet de definitieve communicatiestrategie worden opgesteld. Deze zaken komen tijdens de volgende IPCC vergadering in november 2011 aan de orde.
 
Inter Academy Council
Met de veranderingen wordt een groot deel van de aanbevelingen van de Inter Academy Council opgevolgd. Het IAC deed vorig jaar onderzoek naar de processen en werkwijzen van het IPCC. Dit gebeurde naar aanleiding van fouten het meest recente IPCC-rapport. Het ging ondermeer om verkeerde schattingen van het afsmelten van de gletsjers in het Himalayagebied en een foutief percentage landoppervlak in Nederland dat onder de zeespiegel ligt.
 
Het IAC concludeerde dat de werkwijze van het IPCC in het algemeen adequaat is. Maar het IPCC moet wel zorgen voor een herziene managementstructuur, sterkere procedures en betere communicatie. Dit is nodig vanwege de groeiende omvang en complexiteit van het werk, de toegenomen maatschappelijke consequenties en de steeds kritischer houding van het grote publiek.
 
Nederland
De fouten in het IPCC-rapport leidden in Nederland tot bezorgdheid binnen de Tweede Kamer. Toenmalig minister Cramer van Milieu gaf het Planbureau voor de Leefomgeving de opdracht om de fouten te onderzoeken.
 
Het PBL concludeerde dat er geen fouten gevonden waren die de hoofdconclusies van het rapport ondergraven. Wel stonden er enkele fouten in de onderliggende hoofdstukken van Werkgroep II over regionale effecten. Daarnaast bleken de conclusies in sommige gevallen onvoldoende gebaseerd op het onderliggende materiaal.
 
Meer lezen:

 Zie ook mij Engelse blog over IPCC history and mandate.