No Climategate but Mitigate

Hier en daar kan je beluisteren dat het laatste IPCC rapport toch wel heel veel de nadruk legt op adaptatie in plaats van op mitigatie (het reduceren van emissies). Zoals Broer Konijn al enigszins ironisch opmerkt is dat wellicht niet zó merkwaardig, want wat staat er ook weer boven de WG II website:

WGII_topbanner

‘Adaptation’, o ja. En waar gaat het volgende rapport, WG III, dan over?

WGIII_topbanner

‘Mitigation’, heel juist. De rapporten van het IPCC buitelen inmiddels ook als konijnen over elkaar heen, zo snel gaat het. Zondag 13 April is om 11:00u de persconferentie ‘live’ in Berlijn te bekijken waar het WG III rapport over mitigatie openbaar gemaakt gaat worden:

http://melivemedia.s3.amazonaws.com/init20140413/player.html

Daar zijn wel een aantal stappen aan vooraf gegaan, zoals:

AR5 WG III Timeline

Van 7 t/m 12 april is er vergaderd over de Final Draft van de Summary for Policymakers die in februari verspreid is naar de Expert Reviewers en Government Reviewers. De auteurs van de verschillende hoofdstukken stellen de SPM samen en de Government Reviewers kijken of het begrijpelijk, helder en consistent verwoord is, en… “policy relevant but not policy prescriptive”. Vanmiddag om 13:00 uur is de SPM goedgekeurd door de Plenaire vergadering van alle IPCC landen:

Het klimaatpanel (dat uit alle deelnemende regeringen bestaat) kan gedurende die laatste vergadering alléén vragen om verduidelijkingen of aanpassingen in de SPM, en niet in het rapport zelf. De Coordinating Lead Authors van de verschillende hoofdstukken van het rapport zien er op toe dat eventuele aanpassingen in de SPM consistent zijn met wat er in de hoofdstukken staat, en CLA’s hebben vetorecht. Het proces staat hier wat nader toegelicht (s.v.p. aanklikken en met ‘mouse over’ nader bekijken):

IPCC ProcesDe website waar morgen (zondag 13 april tijdens de persconferentie) de WG III SPM en het volledige rapport zal gaan verschijnen, is:

http://mitigation2014.org

32 Reacties op “No Climategate but Mitigate

  1. Hierbij enkele commentaren en de pers over WG III:

    PBL — IPCC-rapport: tweegradendoel dreigt uit zicht te raken
    PBL — Overzicht belangrijkste conclusies

    The Guardian — IPCC climate change report: averting catastrophe is eminently affordable
    The Guardian — UN urges huge increase in green energy to avert climate disaster
    The Guardian — IPCC report: world must urgently switch to clean sources of energy

    'Triple or quadruple renewables', say experts, as pressure grows for UK to deliver on eco priorities

    BBC — World must end ‘dirty’ fuel use – UN
    BBC — Viewpoints: Reaction to third UN climate report

    And environmentalists will not like one suggestion that many governments will welcome as pragmatic: that gas could replace coal as a “bridging technology” to reduce emissions over the next few decades. Despite these obstacles, the spin around the report is determinedly optimistic, asserting that if the surge in global emissions is reversed then we can avoid the worst of global warming – provided that happens in as little as 16 years’ time. But it will take a lot more talking – and lights blazing – to achieve that.

    The Guardian — Desmond Tutu calls for anti-apartheid style boycott of fossil fuel industry

    Archbishop Desmond Tutu has called for an anti-apartheid-style boycott and disinvestment campaign against the fossil fuel industry for driving global warming, just days ahead of a landmark UN report on how carbon emissions can be slashed.

    Der Spiegel — Es hilft nur der Abschied von Öl, Gas und Kohle

    So können wir Menschen nicht weitermachen: Das ist die Kernbotschaft des dritten Teils des neuen Uno-Klimaberichts. Der weltweite Ausstoß an Treibhausgasen muss bis Mitte des Jahrhunderts um 40 bis 70 Prozent sinken. Die Kosten sind Experten zufolge überschaubar.

    Der Spiegel — Warum machen Sie das, Herr Edenhofer?

    “Mir ist die Arbeit im IPCC wichtig, weil wir dicke Bretter bohren müssen. Und das fordert auch heraus. Der Job mag manchmal frustrierend sein, aber mir ist es wichtig, das Problem zu verstehen – und dazu beizutragen, dass Lösungen entwickelt werden.

    Neben dieser allgemeinen Motivation gibt es auch noch eine persönliche: Es ist toll mit so vielen herausragenden Wissenschaftlern, den besten des Fachs, arbeiten zu können. Das ist ein großes Privileg. Die größte und wichtigste Erfahrung für mich war die Interdisziplinarität.

    Like

  2. Een eerste gedachte na de persconferentie.
    Wat een kansen voor herbebossing, voedsel en biomassa (AFOLU aforestation & land use). Het intensiferen van de photosynthese. Zie figuur SPM. 7, groene balkjes in rechter grafiek.
    De natuur kan de energie van de zon omzetten in grondstoffen voor biobased chemistry, food, feed en energy. Het verbruikt CO2 uit de atmosfeer. De productiecapaciteit is er (grond, zaden, mest, menskracht, landbouwtechniek en transport). De kennis is er, zeker vanuit het Nederlandse perspectief. Er zijn door de jaarlijkse cyclus in de landbouw ook uitstekende mogelijkheden om bij te sturen. Het grootste risico ligt in de waterhuishouding?

    Like

  3. G.J. Smeets

    Bob,
    mooi overzichtje van perscommentaren op WG III.

    Like

  4. Hi Goff,

    Dank!

    Ik vond het volgende interview met Ottmar Edenhofer ook aardig, over zijn onderscheid tussen ‘drawing the map’ vs. ‘navigating the course’. Het IPCC doet alleen het eerste, ook in WG III:

    Like

  5. Snapt iemand hier waarom geen van de Nederlandse kranten vandaag maar 1 woord over het rapport heeft geschreven? Ik heb alle belangrijke buitenlandse sites bekeken en bijna allemaal hebben ze er aandacht voor. Sommigen wat groter dan anderen, maar altijd wel iets. Ik begrijp dit echt niet.

    Like

  6. Hi Erik,

    Ik heb ook weinig in de Nederlandse kranten gezien, alleen:

    Trouw — Klimaatpanel: maximaal twee graden opwarming wordt lastig

    NOS — Klimaatpanel: stevig ingrijpen nodig en de NOS heeft verder een interessant interview met Detlef van Vuuren:

    http://nos.nl/video/635555-er-zijn-nog-oplossingen-voor-klimaatprobleem.html

    Like

  7. Bob en Erik, jullie moeten Zeeburg Nieuws lezen:
    http://www.zeeburgnieuws.nl/nieuws/kv_ar5_wg3_samenvatting.html
    maar verder hebben jullie helaas wel gelijk

    Like

  8. G.J. Smeets

    Bob, inderdaad goed verhaal van prof. Edenhofer in dat interview. Zijn metafoor “kaart / navigatie” vind ik nogal ongelukkig om er de relatie tussen WG III en beleidmakers mee aan te duiden. Treffender ware de vergelijking “kaart / koers uitzetten.” Er is immers een levensgroot verschil tussen beleid maken (koers bepalen) en beleid uitvoeren (daadwerkelijk navigeren).

    Martin, pluim voor Zeeburg Nieuws!

    Like

  9. @Martin,

    Ik heb de gewoonte om Zeeburgnieuws te raadplegen. Gisteren ook. Maar was blijkbaar nog wat te vroeg. Prima collectie van nieuwsuitingen. Dank.

    In 7-de alinea zit een typo (kucht m.z. lucht)

    Like

  10. Hallo Goff,

    Ik denk dat de metafoor meer is tussen ‘mapmakers’ (WG III) en ‘navigators’ (policymakers). De eersten maken de kaart en de tweeden bepalen de koers. Ik vermoed dat wij de matrozen zijn. 😉

    Like

  11. cRR Kampen

    “Snapt iemand hier waarom geen van de Nederlandse kranten vandaag maar 1 woord over het rapport heeft geschreven?” – Omdat NL op het gebied van duurzame energie e.d. naar verhouding een rechts derde-wereldland wil zijn, een ideaal dat begin deze eeuw is ontstaan. De afgelopen tien jaar is Nederland enorm achter gaan lopen. Wat daar achter zit? Ik zie er Shell in elk geval niet voor aan – dan zouden ze in bijvoorbeeld Engeland nog meer achterlopen moeten, met ook nog BP in huis.
    Enfin, erg expliciet is het hier niet – zoals in Australië met de regering-Abott of in Canada met de regering-Harper – maar het effect is er wel.
    Wellicht weet Hans Labohm meer.

    Like

  12. Hi Martin,

    Veel dank voor de uitstekende samenvatting & het media-overzicht op Zeeburgnieuws. Voortaan mag jouw krant van mij tussen de grote kranten zoals Frankfurter Allgemeine, New York Times en The Guardian prijken. 🙂

    Like

  13. Lennart van der Linde

    Vraagje over tabel SPM.1 van AR5 WG3:
    Als we tot 2050 meer dan 1000 GtCO2 uitstoten (we zitten nu op circa 50 Gt/jr), hoe groot is dan de kans dat de opwarming in 2100 boven de 2 graden uitkomt? En hoe groot dat die ergens na 2100 nog boven de 2 graden komt?

    Het 450 ppm CO2e-scenario lijkt bij circa 1000 Gt CO2-uitstoot tot 2050 of 2100 een circa 34% kans te hebben in 2100 boven de 1,7 graden opwarming uit te komen en een 10% kans om na 2100 uiteindelijk boven de 2,8 graden uit te komen. Of moet ik die cijfers anders lezen?

    Like

  14. Hi Lennart,

    Uit mijn hoofd dacht ik dat het bij cumulatieve emissies van 1000 GtCO2 om een 50% kans gaat om de opwarming in 2100 onder de 2 graden te houden, zie Meinshausen et al. 2009 en 2011:

    https://sites.google.com/a/primap.org/www/nature

    Onderaan blz. 11 van de SPM staat:

    Mitigation scenarios in which it is likely that the temperature change caused by anthropogenic GHG emissions can be kept to less than 2°C relative to pre‐industrial levels are characterized by atmospheric concentrations in 2100 of about 450 ppm CO2eq (high confidence).

    Mitigation scenarios reaching concentration levels of about 500 ppm CO2eq by 2100 are more likely than not to limit temperature change to less than 2°C relative to pre‐industrial levels, unless they temporarily ‘overshoot’ concentration levels of roughly 530 ppm CO2eq before 2100, in which case they are about as likely as not to achieve that goal.

    Het ‘more likely than not’ staat voor de minstens 50% kans.

    Uit tabel SPM.1 meen ik op te maken dat de 500 ppm CO2eq in combinatie met ‘No overshoot of 530 ppm CO2eq’ volstaat om 50% kans te maken om onder de +2.0 °C te blijven — wat consistent is met wat er onderaan blz. 11 vermeld staat.

    Volgens de tabel is dat 960–1430 GtCO2 emissies cumulatief.

    Like

  15. En om te proberen precies je vraag te beantwoorden:

    Als we tot 2050 meer dan 1000 GtCO2 uitstoten (we zitten nu op circa 50 Gt/jr), hoe groot is dan de kans dat de opwarming in 2100 boven de 2 graden uitkomt?

    1. Volgens die tabel is bij 1000-1180 GtCO2 tot 2050 de kans om boven 2 graden te komen tot 49% MITS er geen overshoot is van 530 ppm CO2eq of meer.

    2. Bij een overshoot óf als de cumulatieve emissies boven de 1180 GtCO2 komen, wordt de kans op het overschrijden van die 2 graden ten minste 50% of zelfs 66%.

    Interessant is dat WG III ruimere onzekerheidsmarges hanteert dan WG I. Althans men gebruikt niet de klimaatmodellen uit WG I maar de totale onzekerheid van de klimaatgevoeligheid 1,5 — 4,5 °C om deze kansen te bepalen. Dit staat uitgebreid beschreven in voetnoot 7 en 8 op blz. 14.

    Like

  16. Lennart van der Linde

    Ha Bob,

    Dank voor het meedenken. Meinshausen et al. geven voor 1000 Gt CO2 tot 2050 een 25% kans op overschrijding van 2 graden en bij 1440 Gt een 50% kans. Dus dat lijkt aardig overeen te komen met het IPCC.

    In voetnoten 6 en 7 bij table SPM.1 lees ik echter:
    “6) Temperature change is reported for the year 2100, which is not directly comparable to the equilibrium warming reported in AR4 (Table 3.5, Chapter 3 WGIII). For the 2100 temperature estimates, the transient climate response (TCR) is the most relevant system property…
    7) Temperature change in 2100 is provided for a median estimate of the MAGICC calculations, which illustrates differences between the emissions pathways of the scenarios in each category. The range of temperature change in the parentheses includes in addition also the carbon cycle and climate system uncertainties as represented by the MAGICC model (see 6.3.2.6 for further details). The temperature data compared to the 1850–1900 reference year was calculated by taking all projected warming relative to 1986–2005, and adding 0.61°C for 1986–2005 compared to 1850–1900, based on HadCRUT4 (see WGI Table SPM.2).”

    Dus de vraag is denk ik hoeveel de temperatuur na 2100 nog door zal stijgen en welke risico er is op snellere stijging t.g.v. onzekerheden in diverse feedbacks. De temperaturen in 2100 tussen haakjes lijken zelfs bij 450 ppm CO2e nog een 10% kans op overschrijding van 2,8 graden te hebben, wat goed overeen lijkt te komen met een kans van 25% op overschrijding van 2 graden.

    Het PBL legt in zijn persbericht en hoofdconclusies nadruk op de 50% kans op 2 graden, maar dat impliceert dus nog een kans van 10% op overschrijding van 3,3 graden in 2100, en nog verdere stijging daarna, als ik het goed begrijp. Hoe acceptabel is dat?

    Bovendien lijken al deze scenario’s uit te gaan van negatieve emissies in het laatste deel van deze eeuw, wat maar de vraag is of dat gaat lukken. Kortom, op welk scenario zouden we in moeten zetten en welk budget tot 2050 vinden we acceptabel?

    Mijn eerste inzet zou zijn om te kiezen voor een scenario dat nog een stuk onder de 450 ppm CO2e probeert te komen, hoe lastig dat ook politiek te realiseren is. Technisch en economisch lijkt het te kunnen, dus moeten we het dan niet op zijn minst ook politiek proberen te realiseren?

    Ik ben benieuwd hoe de anderen hier daarover denken.

    Like

  17. Lennart, je zegt:

    Het PBL legt in zijn persbericht en hoofdconclusies nadruk op de 50% kans op 2 graden, maar dat impliceert dus nog een kans van 10% op overschrijding van 3,3 graden in 2100, en nog verdere stijging daarna, als ik het goed begrijp. Hoe acceptabel is dat?

    Goed punt. In het Copenhagen Accord dat door de landen ondertekend is in Cancun, staat:

    1 – “.. we shall, recognizing the scientific view that the increase in global temperature should be below 2 degrees Celsius ..”

    2 – “.. and as documented by the IPCC Fourth Assessment Report with a view to reduce global emissions so as to hold the increase in global temperature below 2 degrees Celsius, and take action to meet this objective consistent with science and on the basis of equity.”

    12 – “We call for an assessment of the implementation of this Accord to be completed by 2015, including in light of the Convention’s ultimate objective. This would include consideration of strengthening the long-term goal referencing various matters presented by the science, including in relation to temperature rises of 1.5 degrees Celsius.”

    Uit een latere Information Note van UNEP en vooral uit de verwijzingen naar IPCC AR4 in het Copenhagen Accord blijkt dat die twee-graden-doelstelling geldt t.o.v. pre-industrieel.

    Er is echter niet gedefinieerd wat “should be” betekent: 50% kans? 66%? 90%?

    Like

  18. Lennart van der Linde

    Bob,
    Bij mijn weten is over die minimaal acceptabele kans op 2 graden nooit een expliciete politieke uitspraak gedaan. Iemand als Kevin Anderson suggereert dat impliciet een kans van minimaal 90% af te leiden is uit de uitspraken die wel gedaan zijn. Zie zijn brief van december 2013 aan Barroso:
    http://kevinanderson.info/blog/open-letter-to-the-eu-commission-president-about-the-unscientific-framing-of-its-2030-decarbonisation-target/

    Daarin zegt hij:
    “According to the IPCC’s taxonomy of probabilities, both the language of international agreements and your statements as Commission President relate to a high probability of not exceeding 2°C: quantitatively between 1 and 10%. In stark contrast, the analysis informing much of the debate on the EU 2030 targets is premised on a 50% to 70% chance of exceeding 2°C.”

    Het PBL zegt in zijn hoofdconclusies:
    “Als de wereld de gemiddelde temperatuurstijging onder 2°C wil houden is drastische reductie van de uitstoot van broeikasgassen nodig. Voor een kans van 50% of meer om onder 2°C te blijven, moet de CO2-concentratie in de atmosfeer beperkt blijven tot onder ongeveer 530 ppm (parts per million). Erboven (ook met tijdelijke pieken) daalt de kans snel. Relatief snelle actie is geboden. De relevante scenario’s laten zien dat voor een 2°C-route de uitstoot in 2030 op of onder het niveau van 2010 (50 miljard ton per jaar) moet zitten. Na 2030 moet de uitstoot dalen met 3 tot 5% per jaar, tot de mondiale uitstoot in 2050 rond de helft is (40 tot 70%) van die in 2010.”

    Dus: we zitten nu (2010-2011) op een uitstoot van circa 50 Gt CO2e per jaar, en die stijgt nog jaarlijks. Stel dat die doorstijgt tot 55 Gt in 2020 en daarna daalt, zodat we in 2030 weer op 50 Gt zitten en in 2050 op circa 25 Gt. Dan is de cumulatieve uitstoot van 2010-2050 grofweg geschat circa 1700 Gt. Dat is dus nog een stukje meer dan de 1440 Gt van Meinshausen et al., dus dat zal in de loop van de eeuw dan gecompenseerd moeten worden door (extra) negatieve emissies.

    Het PBL-pad lijkt dus wel het absolute minimum, waarop we zouden moeten uitkomen, maar nog altijd erg risicovol, met die 10% kans op overschrijding van 3,3 graden in 2100 en verdere stijging daarna. Als je nog uitzicht zou willen houden op beperking tot 1,5 graad opwarming, dan zou het voorkeursscenario onder de 450 ppm CO2e moeten uitkomen, met meer dan 75% kans op beperking tot 2 graden opwarming (in 2100, en waarschijnlijk/hopelijk ook daarna).

    Like

  19. Lennart van der Linde

    Anderson verwijst in zijn brief aan Barroso naar Anderson & Bows 2011:
    http://rsta.royalsocietypublishing.org/content/369/1934/20.full.pdf+html

    Ze concluderen onder meer:
    “Only if Annex 1 nations reduce emissions immediately at rates far beyond those typically countenanced and only then if non-Annex 1 emissions peak between 2020 and 2025 before reducing at unprecedented rates, do global emissions peak by 2020.”

    Hun analyse gaat niet uit van negatieve emissies en concentreert zich op CO2-emissies onder de aanname dat niet-CO2-emissies nog moeilijker te elimineren zijn dan CO2. Voor de rijke landen zijn dan volgens hen vanaf nu CO2-reducties van 8-11% per jaar nodig om nog 50-64% kans te hebben de opwarming tot 2 graden te beperken.

    Ik ben benieuwd in hoeverre het IPCC-rapport ook op hun analyse ingaat.

    Like

  20. G.J. Smeets

    Bob,
    je reactie op mijn opm. over prof. Edenhofer’s metafoor bevreemdt me.
    Mijn opm. was – en is – dat beleidsmakers *geen* navigators zijn, zoals Edenhofer’s metafoor suggereert. Die metafoor is m.i. een mystificerende voorstelling van zaken en ik neem aan dat ik me niet voldoende helder heb uitgedrukt. Dus ik doe het opnieuw. Dit is wat we hebben:

    a) een mondiale kaart (WG III )
    b) vervolgens (inter)nationale koersbepaling (beleid)
    c) en daarna in de praktijk navigeren (regionale uitvoering van beleid)

    Dat zijn 3 verschillende dingen wier onderlinge verhoudingen in de metafoor van Edenhofer worden gemystificeerd. Daar protesteer ik tegen: beleid maken is totaal iets anders dan uitvoering van beleid. Het is een communicatie-blunder van de 1e orde. Er is de kaart, er is koersbepaling en er is daadwerkelijke navigatie. Dat zijn drie verschillende dingen en niet twee verschillende dingen, zoals de metafoor suggereert.

    Like

  21. Hoi Goff,

    Ik heb het stukje van Edenhofer nog ’s beluisterd.

    Zo vanaf 1:15 beschrijft hij dat in WG III naast ‘facts’ ook ‘values’ een rol gaan spelen, als het gaat over wenselijke of acceptabele manieren om mitigatie te bereiken (terzijde: wat wenselijk en acceptabel is zal verschillen per cultuur, land en regio omdat ‘values’ verschillen). De oplossing die hij aangeeft: ‘draw the map, but not the course.’

    In WG III staan letterlijk duizenden alternatieve routes door het landschap doorgerekend. Er zijn vele routes om hetzelfde doel te bereiken.

    “The scientists are a kind of cartographers”, zegt Edenhofer om 1:58, en ze laten zien welke “institutional requirements” er bij die verschillende routes horen.

    Om 2:42 zegt Edenhofer letterlijk:

    .. WG III providing a map for the navigators, and the navigators are the decision makers, the policymakers.

    In zijn metafoor zijn er dus maar twee categorieën: de mapmakers (scientists) en de navigators (the decision makers, the policymakers).

    Ben ik het eens met die metafoor? Ja, omdat de policymakers en decision makers de ‘civic society’ is en niet alléén een geprivilegieerde klasse van ‘kapiteins’ die een willoze stuurman voorschrijven welke route af te leggen. Natuurlijk zou je die metafoor ook uit kunnen breiden, maar dat is niet wat Edenhofer zegt.

    Ook verderop in zijn praatje gaat het over: “to inform the navigators.”

    Hoe dan ook, Edenhofer onderscheidt maar twee categorieën. 🙂

    Like

  22. Bob en Goff,

    Begrijp ik Edenhofer goed dan wilde hij uitleggen in welke bedding het onderzoek en rapport tot stand zijn gekomen. Het stelde mij gerust dat ze beseften welke taak ze hadden. En ze wisten ook waar te stoppen.
    Gisteravond kon ik toevallig iemand van de media direct corrigeren die trachtte te beweren dat het IPCC op de politieke toer zit. Vanuit zijn reactie merkte ik dat dat voor de publiciteit wel goed zou uitkomen. Heb je alvast wat om te zeuren zonder het rapport te hebben gelezen.

    De aanvulling van Goff, drie-trapper, zal ik als instrument gebruiken in verdere discussies.

    Like

  23. De tweedeling (Edenhofer) dient er vnl toe om een onderscheid te maken tussen de wetenschap en de maatschappelijke respons. In die context vind ik zijn metafoor prima gekozen. Natuurlijk kun je de metafoor uitbreiden, zoals Goff terecht aangeeft. Maar bovenstaand onderscheid is waar het Edenhofer om te doen is met de matefoor, en de maatschappelijke respons verder opslitsen is heel zinnig om die respons goed te interpreteren/analyseren, maar dat was niet zijn primaire bedoeling met de metafoor, denk ik.

    Like

  24. Ik sluit me aan bij wat Pieter en Bart al naar voren brengen. De metafoor heeft een specifiek doel, namelijk om de ‘mapmaking’ te onderscheiden van het navigeren door dat landschap:

    .. WG III providing a map for the navigators, and the navigators are the decision makers, the policymakers.

    Goff, ik begrijp je punt heus wel: je zou de metafoor inderdaad ook verder uit kunnen breiden, maar dan gaat het verder dan wat Edenhofer ermee bedoelt.

    Over het eventueel uitbreiden van die metafoor:

    Het woord ‘navigator’ kan inderdaad ook in de engere betekenis van alleen ‘de stuurman’ opgevat worden. In dat geval heb je een kapitein die de globale route uitkiest (‘strategische beleidsvorming‘) en een stuurman (‘tactische uitvoering‘). In hiërarchische omgevingen functioneert het vaak op die manier – beiden hebben echter een kaart nodig, dus beiden maken gebruik van het werk van de ‘cartographers’.

    Een dergelijke hiërarchische metafoor schiet m.i. echter tekort als het om democratische samenlevingen gaat. In de praktijk zal de minister-president of een minister Kamp niet zélf de route uit gaan stippelen op de kaart van het landschap. Wat er gebeurt is dat energiemaatschappijen, consumentenorganisaties, milieu-groeperingen, werkgevers en vakbonden zich onder leiding van een bewindspersoon over die complexe kaart buigen en dan in overleg een route proberen uit te stippelen.

    Gaandeweg zal de route aangepast worden, maar het is m.i. niet iets dat eenzijdig gedicteerd of in detail bestuurd wordt door een bewindspersoon of door de Tweede Kamer: daarvoor zijn er té veel tactische aspecten zoals de dan-bestaande technische mogelijkheden etc.

    Uiteraard verschilt het per cultuur en per maatschappij: in China zal het wat meer vanuit staatswege (het ministerie) gestuurd worden dan in Nederland. En die aanzienlijke verschillen zijn wellicht nóg een reden waarom Edenhofer er goed aan doet zijn metafoor niet onnodig uit te breiden…

    Like

  25. Lennart van der Linde

    Overigens vrezen Hansen et al. (2013) dat 2 graden opwarming deze eeuw op termijn tot 3 of zelfs 4 graden opwarming kan leiden:
    http://www.plosone.org/article/info:doi/10.1371/journal.pone.0081648

    “Cumulative emissions of ~1000 GtC, sometimes associated with 2°C global warming, would spur “slow” feedbacks and eventual warming of 3–4°C with disastrous consequences. Rapid emissions reduction is required to restore Earth’s energy balance and avoid ocean heat uptake that would practically guarantee irreversible effects. Continuation of high fossil fuel emissions, given current knowledge of the consequences, would be an act of extraordinary witting intergenerational injustice.”

    Ze pleiten er daarom voor de opwarming tot circa 1,5 graad te beperken met nog een koolstofbudget tot 2050 van circa 130 GtC. Dit is bijna 500 Gt CO2, nog een stukje minder dan de ondergrens van van het resterende CO2-budget volgens RCP2.6 (550 Gt).

    Like

  26. G.J. Smeets

    Bob, Pieter, Bart,
    ik zal mijn bezwaar (“communicatieve blunder”, mijn woorden) tegen prof. Edenhofer’s metafoor nader toelichten vanuit epistemologische invalshoek. En ik ga tot het gaatje dus excuses voor de lange lap tekst : )

    Zoals veel taal-handelingen hebben ook metaforen 3 functies. Wie een metafoor hanteert beschrijft iets, hij suggereert een perceptie van het beschrevene, en hij wil zijn publiek overtuigen. Stel, de penningmeester zegt tegen de leden van de club “Jongens, de koek is op.” Dat is een bepaalde beschrijving van de kas of het budget (“de koek”), het is een suggestie om kas of budget als eindige kwantiteit te zien (” koeken gaan nu eenmaal op”) en het wil het publiek (koek-liefhebbers!) overtuigen, voor zich innemen.

    Wat doet Edenhofer met zijn metafoor?
    Hij beschrijft het onderwerp, n.l. het onderscheid tussen ‘risico-analyse’ en de vraag ‘wat te doen’ in de klassiek literaire termen van de reis: hier is de kaart op basis waarvan je op weg kunt gaan. Met alle respect, maar deze beschrijving is uitermate mystificerend voor het vraagstuk van de opwarmingsrisico’s en de betekenis daarvan. Dat is geen reis. In tegendeel het is een pas op de plaats, om er maar eens een totaal andere metafoor tegenover te zetten.
    Vervolgens schrijft Edenhofers metafoor voor om beleidmakers te zien als navigators. Terwijl beleidmakers koersbepalers zijn en dat is totaal iets anders, zoals ik eerder al heb aangegeven. Dat is de tweede mystificatie van de metafoor.
    Tenslotte appelleert Edenhofer met zijn metafoor op de sympathie van zijn publiek. Hij wil iedereen ervan overtuigen dat “wat kunnen wij weten” en “wat wij moeten/willen doen” twee gescheiden dingen zijn. En dat is de derde mystificatie want risico-inschatting en gevaar-reductie zijn met elkaar getrouwd – om maar een alternatieve metafoor te hanteren.

    Nou en? Wel, ik neem er gif op in dat pseudo-skeptici, en vooral die van neo-liberale snit, op de drie hierboven genoemde mystificaties gretig zullen inhaken want die lui zijn gek op georganiseerd reizen. Als ik Edenhofer was geweest had ik gezegd: “We zitten in een dubieus casino (zie de IPCC rapportages) en we hebben nog chips over om nu meteen te verzilveren (WG III) : wat doen we?”

    Like

  27. Hi Goff,

    Ik denk dat het volgende niet helemaal juist is, of althans niet wat Edenhofer duidelijk wil maken:

    1) “n.l. het onderscheid tussen ‘risico-analyse’ en de vraag ‘wat te doen’ in de klassiek literaire termen van de reis ..

    Edenhofer heeft het niet over risico-analyse maar over het werk van WG III — die een landschap in kaart brengt: alle verschillende manieren om mitigatie te bewerkstelligen. Dáár geven zij ook de risico’s en de “institutional requirements” van aan, maar dat is slechts een onderdeel.

    2) “… maar deze beschrijving is uitermate mystificerend voor het vraagstuk van de opwarmingsrisico’s en de betekenis daarvan. Dat is geen reis. In tegendeel het is een pas op de plaats,

    WG III brengt niet de opwarmingsrisico’s zélf in kaart, dat gebeurt in WG II. De derde Working Group gaat alleen over mitigatie.

    Bij het tekenen van het landschap van mitigatie (!) geven zij wél de risico’s aan van verschillende routes door dát specifieke landschap.

    Verder is je “pas op de plaats” helemaal jouw mening en interpretatie. Dat kan best, maar het is jouw mening. Ik heb bijvoorbeeld een volledig andere mening: het zal juist radicale technologische en maatschappelijke vernieuwing met zich brengen, en geen stilstand. Verder is het niet aan WG III om een “pas op de plaats” te gaan adviseren. Of iets te adviseren. Zij doen één ding: het mitigatie-landschap in kaart brengen.

    3) Je gebruikt één semantische betekenis van ‘navigators’ (stuurlui), terwijl dat niet is waar deze metafoor over gaat. Een ‘navigator’ is ook eenieder die door een landschap wil navigeren (zoals policymakers).

    Verder waagt Edenhofer zich niet op het terrein “wat wij moeten/willen doen”. Daar gaat WG III niet over.

    Over het geheel genomen denk ik dat je de metafoor iets té ver probeert op te rekken, daar is die niet voor bedoeld. Het illustreert alleen wat Bart hier al zei.

    Like

  28. G.J. Smeets

    Bob, inderdaad suf van mij, die verwisseling van WG II en III. Pff.

    Like

  29. Hoi Goff,

    Geeft niet, ik vind je beschrijving van waar een optimale metafoor aan zou moeten voldoen heel verhelderend. En er valt veel voor te zeggen om op de scheepvaart geïnspireerde stuurlui een plek te geven in zo’n vergelijking.

    Ik denk alleen, zoals al gezegd, dat Edenhofer er een ander en heel specifiek punt mee wou verduidelijken.

    Zelfs dát punt is mensen “van de media” blijkbaar ontgaan, zoals Pieter hierboven beschrijft. Dan is die korte clip van Edenhofer na 2:42 in het filmpje eigenlijk al afdoende.

    Like

  30. G.J. Smeets

    Hey Bob,
    aardig van je, deze reactie, thanx.
    Mijn aandachtspunt was en is eigenlijk dat een metafoor in de specifieke context van wetenschapscommunicatie een onvoorspelbaar, om niet te zeggen: gevaarlijk, ding is. De gebruiker vat er e.e.a. netjes mee samen en voor hem werkt de metafoor als convergentie van een stel betekenissen. Voor het publiek tot wie de metafoor gericht is werkt diezelfde metafoor echter divergent, is ze het beginpunt van een stel uiteenlopende betekenissen.

    De metafoor die ik in mijn gewraakte bijdrage hierboven hanteerde (“pas op de plaats”) illustreert het mooi. Ikzelf vond het een aardige samenvatting van het idee dat de vraag “wat te doen?” geen reis is maar in tegendeel een pas op de plaats in de betekenis ‘overwegingen maken, contempleren’. En verdomd, jij maakte er ‘stilstand’ van ; )

    Waarmee maar weer eens aangetoond is dat er in de context van wetenschapscommunicatie niks boven precisie gaat. En ook dat wat voor de één ‘precisie’ is voor de ander kan uitpakken als ‘ongeveer’.
    Dat doet me denken aan de regel van de dichter R.M. Rilke “Der Dichter hasst das Ungefähre.” Terwijl ik als lezer van zijn werk soms denk “Waar hééft ie het nu over?”

    Like

  31. Lennart van der Linde

    Wat mij betreft zijn deze twee citaten uit de summary for policymakers en de technical summary een goed uitgangspunt voor verdere analyse en discussie:

    AR5 WG3 SPM final draft p.5:
    “Accurately estimating the benefits of mitigation takes into account the full range of possible impacts of climate change, including those with high consequences but a low probability of occurrence. The benefits of mitigation may otherwise be underestimated (high confidence) [2.5, 2.6, Box 3.9].”

    AR5 WG3 TS final draft p.10:
    “In developing mitigation and adaptation policies, there is value in recognizing the higher likelihood of tail events and their consequences. In fact, the nature of the probability distribution of temperature change can profoundly change how climate policy is framed and structured. Specifically, fatter tails increase the importance of tail events (such as 8°C warming). While research attention and much policy discussion have focused on the most likely outcomes, it may be that those in the tail of the probability distribution are more important to consider.”

    Like

  32. Hoi Lennart,

    Dat zijn inderdaad belangrijke conclusies van IPCC WG III. In dat kader is het interessant om dit essay van prof. Kerry Emanuel (hoogleraar atmosferische fysica aan het prestigieuze MIT) te lezen:

    http://www.yaleclimatemediaforum.org/2014/04/mit-scientist-an-obligation-to-take-on-tail-risk-vs-alarmism/

    Bij het nemen van besluiten dien je immers de ‘full range of possible impacts’ in ogenschouw te nemen, en niet alleen van effecten op het GDP. En dat omvat ook gevolgen met “high consequences but a low probability of occurrence.

    Dat hoeven niet eens de extreem exotische risico’s te zijn, zoals een storm die slechts ééns per 10.000 jaar voorkomt. Welnee, al gaat het maar om de bovenste 5% van de kansverdeling waar je rekening mee houdt.

    Die storm van eens per 10.000 jaar heeft immers slechts een kans van 1% per 100 jaar. Met dergelijke stormen houden toch alléén extremistische alarmischten rekening! Zoals… zoals… 😉

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s