Categorie archief: Kritisch denken

Stropop, cherry-pick, ad ignorantiam: een retorisch standaardrecept

In de argumentatie van pseudosceptici komen nogal wat drogredenen voorbij. En er is een vast patroon van drie drogredenen dat heel regelmatig terugkomt. Het kan handig zijn om dat patroon te herkennen. Het patroon gaat als volgt: eerst een stropop, dan een cherry-pick en tenslotte een ad ignorantiam.

De verhalen bij de grafiekjes van Baudet volgen steeds weer dat patroon. Dat is goed te zien in de toelichting op die grafieken van de hand van Marcel Crok, die inmiddels op de site van het FvD is verschenen. Een weerlegging van onze kritiek op die grafieken is het allerminst. Het is eerder een herhaling van de onwetenschappelijke retoriek waar we op wezen. Retoriek die steeds weer als volgt is opgezet.

Stropop. Dit is een verzonnen “alarmistische” claim, die zonder bronvermelding, meer of minder expliciet wordt gepresenteerd. De suggestie is dat die claim een algemeen geaccepteerd en belangrijk onderdeel is van de wetenschappelijke kennis over de menselijke invloed op het klimaat. In werkelijkheid is het in het beste geval een van alle nuances ontdane karikatuur van wat de wetenschap zegt en in het slechtste geval een bewering die maar bar weinig met de echte wetenschap te maken heeft. Veel voorkomend voorbeeld: de verwachting van iets dat in de loop van deze eeuw zou kunnen gebeuren wordt gepresenteerd als een voorspelling die nu al waarneembaar zou moeten zijn.

Cherry-pick. Uit alle beschikbare wetenschappelijke literatuur en data wordt precies dat ene stukje gepikt dat het meest in tegenspraak is met de stropop. Alle andere beschikbare kennis en informatie wordt simpelweg genegeerd.

Ad ignorantiam. Dat de stropop niet bevestigd wordt door de cherry-pick wordt gepresenteerd als hard bewijs dat er niets aan de hand is, of als bewijs van het tegenovergestelde van de stropop. Terwijl het simpele feit dat iets niet bewezen wordt in een bepaald onderzoek natuurlijk niet automatisch betekent dat het uitgesloten kan worden. Ofwel: afwezigheid van bewijs is geen bewijs van afwezigheid.

De truc wordt steevast uitgehaald met onderwerpen waarover veel onzekerheid is. Omdat ze moeilijk te meten zijn, of omdat de variabiliteit groot is, of omdat het gebeurtenissen zijn die zelden voorkomen, bijvoorbeeld. De cascade van drogredenen wordt gebruikt om die onzekerheid één kant op te redeneren. Terwijl er in werkelijkheid twee kanten aan onzekerheid zitten: het kan mee- en het kan tegenvallen.

De individuele beweringen in zo’n redenering zijn op zich vaak niet onwaar, maar de conclusie die er (impliciet of expliciet) uit wordt getrokken is vaak wel misleidend en in strijd met de wetenschappelijke logica. Retorisch is het misschien handig, maar wetenschappelijk is het waardeloos.

De truc met Fourier: het cyclische klimaat

Jean-Baptiste Joseph Fourier, grondlegger van de Fourier-analyse én van de wetenschap over het broeikaseffect.

Het is een klassieker uit het pseudosceptische repertoire: de opwarming van de aarde sinds het begin van de industriële revolutie zou het gevolg zijn van een natuurlijke cyclus, of van een combinatie van natuurlijke cycli. Het “bewijs” daarvoor is vaak een Fourier-analyse, of een vergelijkbare wiskundige methode. Als we dit verhaal ontleden in zijn samenstellende componenten blijkt het uit uitsluitend drogredenen te bestaan. Ik tel er vijf: een cirkelredenering, wapperende handen, een stropop, een non-sequitur en een valse tegenstelling.

De cirkelredenering zit ‘m in de gebruikte methode. Een Fourier-analyse is bedoeld om periodiciteit in een gegevensreeks op te sporen. Dat kan heel handig zijn, bijvoorbeeld om muziekbestanden te comprimeren tot mp3tjes: als een zich herhalend patroon beschreven (of benaderd) kan worden met een beperkt aantal karakteristieken (zoals enkele frequenties en amplitudes), kan dat herhalend patroon zelf weggelaten worden uit de gegevensreeks. En in de wetenschap kan een Fourier-analyse ook heel bruikbaar zijn. Maar dan is het wel nodig om te snappen wat zo’n analyse precies inhoudt. Een Fourier-analyse test niet of er daadwerkelijk periodiciteit in een dataset zit, maar ontleedt elke dataset in een combinatie van sinussen en cosinussen. Ofwel: in een combinatie van cycli, of golven, of oscillaties; wiskundig gezien komt dat allemaal op hetzelfde neer.

In een video waarin de basisprincipes van de Fourier-analyse worden uitgelegd wordt gedemonstreerd hoe het portret van Homer Simpson getekend kan worden met een combinatie van cyclische bewegingen. Toch zal niemand beweren dat Homer Simpson is ontstaan uit een combinatie van natuurlijke cycli. Het simpele gegeven is dat elk patroon te beschrijven of te benaderen is als een combinatie van sinussen en cosinussen. Hoeveel sinussen en cosinussen en nodig zijn hangt af van de complexiteit van het patroon en van de gewenste nauwkeurigheid van de beschrijving of de benadering. Homer Simpson is een stuk complexer dan het temperatuurverloop op aarde over de afgelopen anderhalve eeuw. Zeker wanneer de jaar-tot-jaar-variatie uit dat temperatuurverloop wordt verwijderd door een voortschrijdend gemiddelde over tien jaar of langer te nemen. Er zullen dus ook minder cycli nodig zijn om dat temperatuurverloop te benaderen. Het is daarom volkomen logisch dat je met een stuk of 4, 5 cycli heel goed in de buurt komt. Lees verder

Over het onbestaande verband tussen aardwarmte en klimaatverandering en het nut van onzindetectie

Enkele energiestromen in het klimaatsysteem

Binnenkomend zonlicht: 340 W/m2
Geabsorbeerd zonlicht: 240 W/m2
Antropogene forcering: 2,3 W/m2
Stroom van aardwarmte naar het oppervlak: 0,09 W/m2

Het lijstje hierboven vergelijkt de hoeveelheid aardwarmte die het klimaatsysteem in stroomt met enkele andere energiestromen. De gegevens maken in één oogopslag duidelijk dat aardwarmte geen rol van betekenis speelt in het klimaat. Voor ik daar wat dieper op inga, permitteer ik me een lange en enigszins meanderende inleiding.

Scepsis, een mens heeft er, zeker in een tijd van blogs, Facebooken en Twitters, niet snel teveel van. Dan bedoel ik wel echte scepsis: niet zomaar iets voor waar aannemen, ook niet – of: vooral niet – als je het graag zou willen geloven. Wie scepsis aanneemt als levenshouding kan in de loop der jaren een vrij goed afgestelde onzindetector ontwikkelen.

Het herleiden van beweringen naar hun originele bron is een goed begin van een sceptische houding, zeker wanneer het over een wetenschappelijk onderwerp gaat. De oorspronkelijke bron is vaak een wetenschappelijk artikel of rapport, en soms een blogpost of tweet van, of een interview met een onderzoeker. Als in een verhaal niet of niet duidelijk wordt verwezen naar die originele bron, kan een beetje achterdocht geen kwaad. Natuurlijk is het voor niemand mogelijk om altijd maar weer alles te checken. Dat hoeft ook niet. Zo nu en dan een steekproef is genoeg om te zien waar de informatie meestal betrouwbaar is en waar dat niet het geval is. Zo zal een steekproef, zoals die bijvoorbeeld door enkele reageerders op het blog van William Connolley werd uitgevoerd, al snel duidelijk maken dat er niks klopt van de beweringen waarmee het pseudosceptische No Tricks Zone probeert een al vele malen weerlegde mythe – dat veel wetenschappers in de jaren ‘70 van de vorige eeuw afkoeling voorspeldennieuw leven in te blazen. Volgens No Tricks Zone zouden 285 wetenschappelijke artikelen uit de jaren ‘60, ‘70 en ‘80 afkoeling voorspellen, maar het lijkt (zo blijkt ook uit mijn eigen steekproef) veelal om artikelen te gaan die ofwel helemaal geen afkoeling voorspellen, of die expliciet aangeven maar één factor (aerosolen, Milankovic cycli) onder de loep te nemen. Een enkel foutje in zo’n lijst zou best begrijpelijk zijn, maar als het moeite kost om ook maar één artikel te vinden dat zo’n claim ondersteunt, is die claim niet geloofwaardig. En dat geldt ook voor degene die die claim doet. Lees verder

Het onzekerheidsmonster: een verraderlijk beestje

Vertaling/bewerking van een blogpost van Victor Venema. De tekening is van Marije Mooren.

onzekerheidsmonster

I think that uncertainties in global surface temperature anomalies is substantially understated.

Judith Curry

People often see uncertainty as a failing of science. It’s the opposite: uncertainty is what drives science forward.

Dallas Campbell

Stel je rijdt over een bochtige weg in het bos en er komt mist op die snel dichter wordt. Matig je dan je snelheid, of blijf je hard doorrijden zolang je niet zeker weet dat er een bocht aankomt? Meer mist betekent meer onzekerheid, en minder voorspelbaarheid: hoe meer mist, hoe groter de kans dat een bocht of een obstakel op de weg, misschien een overstekend hert, te laat wordt opgemerkt. Tegenstanders van mitigatie van klimaatverandering hebben het vaak en graag over onzekerheid. Blijkbaar vinden zij onzekerheid een goede reden om flink gas te blijven geven. Het “uncertainty monster” is in de Engelstalige klimaatblogosfeer inmiddels een gevleugelde term.

Onzekerheid kan nooit een argument zijn om een bepaald risico te nemen. Toch wordt het vaak als reden aangevoerd om een beslissing over risico’s uit te stellen. In de politiek is dat zeker zo: aanvullend onderzoek, een commissie die alles nog eens van alle kanten bekijkt, het werkt altijd weer om een lastige beslissing nog maar even niet te nemen. Voor tegenstanders van bepaald beleid is een beroep op onzekerheid dan ook een effectieve strategie om tijd te winnen, of om beslissingen helemaal van tafel te krijgen. De strategie komt zo veel voor, dat hij een naam heeft gekregen:

Appeals to uncertainty to preclude or delay political action are so pervasive in political and lobbying circles that they have attracted scholarly attention under the name “Scientific Certainty Argumentation Methods”, or “SCAMs” for short. SCAMs are politically effective because they equate uncertainty with the possibility that a problem may be less serious than anticipated, while ignoring the often greater likelihood that the problem may be more deleterious.

Lees verder

Een parallel wetenschappelijk universum onder de loep en door de mand

Het is bekend: de argumenten van degenen die de wetenschappelijke consensus over menselijke invloed op het klimaat ontkennen zijn voor een aanzienlijk deel afkomstig uit de “blog science”. Maar zo nu en dan verschijnen ook in de peer reviewed wetenschappelijke literatuur artikelen die de mainstream wetenschap afwijzen. Volgens het onderzoek van Cook et al. uit 2013 gaat het om 2% van de artikelen die hier een positie over innemen, of (omdat tweederde van de artikelen geen positie inneemt) 0,7% van alle onderzochte artikelen.

Vaak komen er na publicatie van zulke artikelen grote fouten aan het licht en in een enkel geval ontstaat er zelfs een stevige rel. De artikelen die de mainstream wetenschap aanvechten bevatten geen overkoepelende, consistente visie. Het zijn verschillende, soms onderling tegenstrijdige ideeën die maar een ding gemeen hebben: men wijst de consensus af. Het is daarom niet zo eenvoudig om de “dwarse” artikelen gezamenlijk te analyseren. Toch is dit wat enkele wetenschappers onlangs hebben gedaan. Naast hoofdauteur Rasmus Benestad werkten diverse – veelal bekende – namen uit de klimaatwetenschap aan het onderzoek mee: Rob van Dorland van het KNMI, Dana Nuccitelli en John Cook van Skeptical Science, Stephan Lewandowsky, Katharine Hayhoe en Hans Olav Hygen.

Benestad et al. hebben geprobeerd om 38 artikelen die tegen de consensus ingaan te reproduceren. Reproduceren omvat hier meer dan alleen het controleren van berekeningen: vanaf het vertrekpunt van het onderzoek hebben ze de analyse van die artikelen overgedaan, op de manier zoals dat volgens hun wetenschappelijke kennis en inzicht zou moeten. Het resultaat is gepubliceerd in Theoretical and Applied Climatology onder de titel Learning from mistakes in climate research. Het artikel is vrij toegankelijk en dat geldt ook voor de uitgebreide aanvullende informatie en de software die voor dit onderzoek is ontwikkeld.

In een stuk op RealClimate laat Rasmus Benestad zien dat het nog niet zo eenvoudig was om het artikel gepubliceerd te krijgen. Dana Nuccitelli gaat in zijn column bij The Guardian in op de resultaten. Resultaten die ontluisterend uitvallen voor de anti-consensus wetenschap. De fouten die men maakt zijn talrijk, vaak op het meest elementaire wetenschappelijke niveau. Er wordt nog wel eens geklaagd dat afwijkende visies geweerd worden in wetenschappelijke bladen, maar het lijkt er meer op dat het tegendeel het geval is; dat sommige tijdschriften ook plaats willen geven aan opvattingen die afwijken van de mainstream en daarom bij zulke artikelen minder kritisch zijn op de kwaliteit.

Meestal bevat de aanvullende informatie bij een wetenschappelijk artikel details die vooral voor specialisten interessant zijn. In dit geval is dat anders. Het supplement bij het artikel van Benestad et al. licht concreet toe welke fouten er in de 38 onderzochte artikelen gevonden zijn en laat op die manier zien wat het verschil is tussen serieuze, kritische wetenschapsbeoefening en analyses die naar een gewenst resultaat toewerken. Hieronder ga ik wat verder in op een aantal veel voorkomende fouten die Benestad et al. vonden. Lees verder

Extreme waardes van traditionele variabelen. Een epistemologische risico-analyse.

Gastblog van G.J. Smeets

Het kalenderjaar 2015 heeft tot nu toe vier klimaat-gerelateerde feiten opgeleverd die opmerkelijk zijn vanwege hun gemene deler. Die deler laat ik als cliffhanger bungelen tot de laatste alinea’s van mijn analyse maar uit de ondertitel van dit stuk kan men aflezen dat het over risico gaat. Eerst zet ik de vier feiten op een rijtje en die ik vervolgens in omgekeerde volgorde van commentaar voorzie. Daarna iets over het risico dat die vier feiten m.i. impliceren.

  1. De warmterecords zijn gebroken.
  2. De ‘veiligheidsnorm [+ 2º C] is het vuur aan de schenen gelegd.
  3. De Nederlandse Staat is civielrechtelijk gedwongen tot stringentere CO2-reductie.
  4. Theïstische kerkvorsten lezen politici de ecologische en humanistische les.

4. Theïstische kerkvorsten lezen politici de ecologische en humanistische les

Zowel Paus Franciscus als grootmoefti’s hebben zich helder en ongekend fel uitgesproken tégen verdergaande klimaatverandering en vóór emissiereductie om dat tegen te gaan. Bill McKibben maakte er een interessante opmerking over.

The real effect of documents like these, though, is less immediate policy shifts than a change in the emotional climate. […] It’s not necessarily that we take what the pope says as Gospel, or decide that because our university sold its fossil fuel stocks we will do likewise; it’s that these things normalize action, moving it from the category of “something that activists want” to “something obvious.” That’s the phase we’re reaching right now in the climate fight.

Die opmerking is interessant doordat er zo duidelijk het perspectief van de U.S.A. in doorklinkt waar de ontkenning door media en politici van de klimaatwetenschappelijke bevindingen virulenter is dan elders. Niettemin geldt de opmerking op verrassende wijze zeker voor Nederland na de rechterlijke uitspraak (en het hoger beroep van de staat daartegen) in de zaak Urgenda vs Nederlandse Staat.

3. De Nederlandse Staat is civielrechtelijk gedwongen tot stringentere CO2-reductie

Het is inderdaad zoals McKibben zegt een gevecht, een belangengevecht. Het burgerplatform Urgenda heeft in dat gevecht een markante manoeuvre gemaakt door de Nederlandse Staat nalatigheid te verwijten en in tweede instantie dat verwijt om te zetten in een eis die aan de civiele rechter is voorgelegd. De rechter heeft op 24 juni 2015 aan die eis voldaan. De Nederlandse Staat heeft vervolgens besloten om tegen die uitspraak in beroep te gaan, enkel om de punt op de juridische i helder te krijgen. Want intussen is de Staat gehouden aan de uitspraak van de rechter. Dat de Staat in hoger beroep gaat is m.i. terecht en correct. Immers, het proces is behalve een acuut belangengevecht ook een proefproces waarin de vigerende praxis van de trias politica geconfronteerd wordt met de vraag die de (preambule) van elke democratische grondwet raakt: waar baseert de Staat zichzelf op, hoe identificeert hij zichzelf? Lees verder

Sijpelende twijfel – Beïnvloedt de twijfelcampagne de klimaatwetenschap?

FLICC1

Vijf karakteristieken van wetenschapsontkenning uit de online-cursus Making Sense of Climate Change Denial, (via Twitter).

Wie zich – al dan niet beroepsmatig – bezighoudt met klimaatwetenschap wordt vroeg of laat geconfronteerd met verhalen over dat vakgebied die van buiten de wetenschap komen. Via nieuwsmedia bijvoorbeeld, of via vragen op opmerkingen van familie, vrienden, of kennissen. Veel van die onwetenschappelijke of zelfs anti-wetenschappelijke verhalen komen vanuit de campagne die twijfel probeert te zaaien over de wetenschappelijke inzichten over de menselijke invloed op het klimaat. Let wel, het gaat dan over twijfel aan de wetenschap; dat is iets heel anders dan de altijd aanwezige twijfel in de wetenschap. Beoefenaren en volgers van de klimaatwetenschap ontkomen niet aan de vraag hoe om te gaan met die twijfelverhalen. Sommigen zullen ze liefst zo veel mogelijk negeren, terwijl anderen ervoor kiezen tegengas te geven via bijvoorbeeld blogs, presentaties of opiniestukken. Sommigen specialiseren zich zelfs in dat tegengas geven. Zo iemand is John Cook, oprichter van Skeptical Science. Onder leiding van Cook begon vorige maand bij de University of Queensland de MOOC (massive open online course) “Making Sense of Climate Change Denial”. Via het Youtube kanaal van de cursus zijn de videocolleges, veelal in de vorm van interviews met vooraanstaande wetenschappers, vrij toegankelijk te bekijken.

De meeste klimaatwetenschappers zullen zich zo nu en dan dus afvragen of en hoe ze moeten reageren op niet-wetenschappelijke verhalen over hun vak. Ze zullen daar een (min of meer) bewuste keuze in maken, waarvan ze vinden dat die het verstandigst is of het beste bij hen past. Maar er is meer. Wetenschappers zijn namelijk heel gewone mensen en dus zijn ze, net als iedereen, gevoelig voor goed gevoerde en nadrukkelijk aanwezige PR-campagnes. Lees verder

Anthropogenic Global Warming revisited. Een epistemologische zedenschets.

Gastblog van G.J. Smeets, met een tekening van Marije Mooren

Inleiding.

Anthropogenic Global Warming (in het vervolg: AGW) is het schoolvoorbeeld van zogeheten ‘super wicked problems’ waarop ik in een vorig gastblogstuk ben ingegaan. Om het geheugen op te frissen: een belangrijke conclusie was dat AGW met doelbewuste planning / beleid niet oplosbaar is. De reden daarvan is dat in het wetenschappelijk onderzoek naar klimaatverandering nog veel onzeker is. Bovendien is AGW als maatschappelijke en politieke kwestie omgeven door diverse en vaak conflicterende belangen. En er zijn ook nog eens voorstelbare feedback-lussen (fysisch, sociaal) die vanwege de lange tijdschalen niet goed voorspelbaar zijn. In deze bijdrage bezie ik het AGW-vraagstuk als het gevolg van een specifieke epistemologische gewoonte, n.l. het scheiden van geest en materie. Die scheiding is aan de orde geweest in een ander gastblogstuk. Wat hier beneden volgt is als het ware het middenpaneel en sluitstuk van een drieluik waarin de AGW epistemologisch is belicht. Ik begin met historische en etnografische opmerkingen over de relatie mens / habitat. Vervolgens leg ik uit dat en waarom van wetenschap en maatschappelijk debat geen oplossing van AGW te verwachten is. Ter afsluiting iets over de centen die met dat alles gemoeid zijn.

Epimistologische Zedenschets
Lees verder

Hé! een olifant in de kamer.

Gastblog van G.J. Smeets, met een tekening van Marije Mooren

De wereld wordt warmer in een tempo dat verontrustend is. Althans, verontrustend voor wie én de klimaatwetenschap serieus neemt én de IPCC risico-analyses. Niet iedereen voldoet aan die dubbele voorwaarde. Ikzelf scoor op beide stress-criteria behoorlijk positief. En ik betrap mezelf regelmatig op de neiging om negatief-scorenden te verwijten dat ze de oplossing – drastische CO2 reductie – dwarsbomen. Dat ze hardnekkig grossieren in drogredeneringen, methodologisch knoeiwerk en wetenschapstheoretische onnozelheid maakt de antipathie jegens hen groot en hun betrouwbaarheid klein. Maar bij nadere beschouwing is het twijfelgilde klein bier. De echte pijn zit in de hoedanigheid – de kwaliteit – van het probleem van de klimaatverandering zelf. Ik licht het toe aan de hand van een eenvoudige taxonomie van menselijke problemen:
A) tamme problemen,
B) wilde problemen, en
C) ontembare problemen.

Draak

A. Tamme problemen
Deze zijn principieel overzichtelijk, denk aan schaakproblemen die met krachtig geheugen, oplettendheid en vasthoudendheid zijn op te lossen. Tamme problemen zijn het domein van onderzoekers in het lab die via een gecontroleerd en herhaalbaar experiment of simulatie een hypothese afzetten tegen data.

B. Wilde problemen
Deze zijn experimenteel niet benaderbaar en zijn typisch het domein van beleidsmakers. De term ‘wild probleem’ is mijn vrije vertaling van wat stadsplanner Melvin Webber en design-theoreticus Horst Rittel in 1973  hebben gemunt als ‘wicked problem’. Wikipedia geeft een handig overzicht van de kenmerken van wat Rittel & Webber voor ogen hadden. Hun paper is ook 40 jaar na dato relevant en strijdvaardig in zijn kritiek op het nog altijd courante concept ‘maakbaarheid’. Maar het eindigt in mineure stemming:

“We have neither a theory that can locate societal goodness, nor one that might dispel wickedness, nor one that might resolve the problems of equity that rising pluralism is provoking. We are inclined to think that these theoretic dilemmas may be the most wicked conditions that confront us.”

C. Ontembare problemen
Deze zijn niemands domein terwijl ze ieders zorg zijn. In hetzelfde tijdschrift waarin Rittel & Webber 40 jaar geleden hun concept ‘wicked problem’ uit de doeken deden is 2 jaar geleden een paper verschenen dat er een schepje bovenop doet. De auteurs zijn werkzaam op het raakvlak klimaat / energie / beleid. Hun paper gaat over klimaatverandering als proto-type van wat ze als ‘super wicked problems’ hebben gemunt.
Lees verder

Klimatologie is een volwassen wetenschap

Vrije vertaling van Victor Venema’s post op Variable Variability. De tekening is van Marije Mooren

Een reactie op het blog van Judith Curry (Climate Etc.) bleek controversieel te zijn. Judith Curry schreef:

The point is that you can’t neutralize plausible alternative interpretations of the available evidence from diminishing the scientific ‘consensus.’ It only takes one such argument, and one person making it (but in fact there are numerous arguments and a substantial number of people making them).

Het antwoord van Victor Venema:

In practice it will likely take more than one Galileo or study. Also the refutation of classical mechanics by quantum mechanics and relativity did not change many things we already understood at the time. It allowed us to study new things and ask new questions. That was the revolution.
Climatology is a mature field and new findings will more likely change the complete picture only little. The largest uncertainties are in the impacts, improving our understanding there will have to be done one impact at a time. And more likely, one aspect of an impact at a time.

Helaas ging niemand in op de stelling dat grote vernieuwingen in de wetenschap (paradigmaveranderingen) meestal de reikwijdte van de wetenschap uitbreiden, in plaats van dat ze (de praktische consequenties van) eerdere bevindingen weerleggen. Maar de stelling dat de klimaatwetenschap volwassen is, ging velen te ver.

Curry’s repliek:

Climate science is NOT a mature field. Stay tuned for more and more surprises…

Dit hoge niveau van argumentatie is lastig te beantwoorden. Maar er zijn daar nog wel wat verstandige mensen, bijvoorbeeld Michael, die schreef:

The second [surprises] is not in any way ruled out by the first [maturity].
There are plenty of new discoveries, even in mature fields.

Het is boeiend dat Curry zo dol is op verrassingen, of onzekerheid. Van oudsher maken mensen zich zorgen over veranderingen van het klimaat, omdat dat klimaat zo belangrijk voor ons is. Zijn onzekerheid, of mogelijke verassingen goede argumenten om maar gewoon door te gaan met alle huidige activiteiten die het klimaat kunnen beïnvloeden? Of is het een conservatieve gedachte om daar twijfels bij te hebben? Lees verder