Gastblog van G.J. Smeets
Het kalenderjaar 2015 heeft tot nu toe vier klimaat-gerelateerde feiten opgeleverd die opmerkelijk zijn vanwege hun gemene deler. Die deler laat ik als cliffhanger bungelen tot de laatste alinea’s van mijn analyse maar uit de ondertitel van dit stuk kan men aflezen dat het over risico gaat. Eerst zet ik de vier feiten op een rijtje en die ik vervolgens in omgekeerde volgorde van commentaar voorzie. Daarna iets over het risico dat die vier feiten m.i. impliceren.
- De warmterecords zijn gebroken.
- De ‘veiligheidsnorm [+ 2º C] is het vuur aan de schenen gelegd.
- De Nederlandse Staat is civielrechtelijk gedwongen tot stringentere CO2-reductie.
- Theïstische kerkvorsten lezen politici de ecologische en humanistische les.
4. Theïstische kerkvorsten lezen politici de ecologische en humanistische les
Zowel Paus Franciscus als grootmoefti’s hebben zich helder en ongekend fel uitgesproken tégen verdergaande klimaatverandering en vóór emissiereductie om dat tegen te gaan. Bill McKibben maakte er een interessante opmerking over.
The real effect of documents like these, though, is less immediate policy shifts than a change in the emotional climate. […] It’s not necessarily that we take what the pope says as Gospel, or decide that because our university sold its fossil fuel stocks we will do likewise; it’s that these things normalize action, moving it from the category of “something that activists want” to “something obvious.” That’s the phase we’re reaching right now in the climate fight.
Die opmerking is interessant doordat er zo duidelijk het perspectief van de U.S.A. in doorklinkt waar de ontkenning door media en politici van de klimaatwetenschappelijke bevindingen virulenter is dan elders. Niettemin geldt de opmerking op verrassende wijze zeker voor Nederland na de rechterlijke uitspraak (en het hoger beroep van de staat daartegen) in de zaak Urgenda vs Nederlandse Staat.
3. De Nederlandse Staat is civielrechtelijk gedwongen tot stringentere CO2-reductie
Het is inderdaad zoals McKibben zegt een gevecht, een belangengevecht. Het burgerplatform Urgenda heeft in dat gevecht een markante manoeuvre gemaakt door de Nederlandse Staat nalatigheid te verwijten en in tweede instantie dat verwijt om te zetten in een eis die aan de civiele rechter is voorgelegd. De rechter heeft op 24 juni 2015 aan die eis voldaan. De Nederlandse Staat heeft vervolgens besloten om tegen die uitspraak in beroep te gaan, enkel om de punt op de juridische i helder te krijgen. Want intussen is de Staat gehouden aan de uitspraak van de rechter. Dat de Staat in hoger beroep gaat is m.i. terecht en correct. Immers, het proces is behalve een acuut belangengevecht ook een proefproces waarin de vigerende praxis van de trias politica geconfronteerd wordt met de vraag die de (preambule) van elke democratische grondwet raakt: waar baseert de Staat zichzelf op, hoe identificeert hij zichzelf? Lees verder