Zorgen over het vertragen of mogelijk helemaal stilvallen van de AMOC, de thermohaliene circulatie (dat wil zeggen: stromingen aangedreven door verschillen in temperatuur en zoutgehalte) in de Atlantische Oceaan, zijn de afgelopen jaren in de wetenschap aanzienlijk toegenomen. Afgelopen zomer kreeg het onderwerp de nodige media-aandacht, na een onderzoek van de Universiteit Utrecht. Het gastblog van Rolf Schuttenhelm dat we plaatsten werd bijzonder veel gelezen. De AMOC blijft onderwerp van veel wetenschappelijk onderzoek én van discussie. In een artikel in Nature Communications werden vorige week vraagtekens geplaatst bij conclusies over de vertraging. Deze studie gebruikt andere gegevens dan eerdere studies om veranderingen in de AMOC te bepalen, namelijk de warmte-uitwisseling tussen oceaan en atmosfeer. Via deze methode wordt geen aanwijzing gevonden voor een vertraging in de afgelopen decennia. Menselijke invloed is daarmee niet uitgesloten, maar volgens dit onderzoek ook (nog?) niet aantoonbaar. Een ander, eind vorig jaar gepubliceerd onderzoek suggereert dat de vertraging niet alleen wordt beïnvloed door hoeveel het klimaat opwarmt, maar dat de snelheid van opwarming ook een factor van betekenis kan zijn.
Gaat het over de gevolgen van klimaatverandering, dan worden die vrijwel altijd gerelateerd aan hoeveel het opwarmt. Er is minder aandacht voor het feit dat de snelheid van opwarming ook van belang kan zijn. Terwijl dat toch best logisch is. Hoe sneller veranderingen gaan, hoe problematischer het kan zijn om daarmee om te gaan. Als veranderingen te snel gaan om bij te houden, kan dat grote gevolgen hebben voor mens en natuur. Die gevolgen kunnen veel minder ingrijpend zijn naarmate er meer tijd is voor mensen, maatschappijen of ecosystemen om zich aan te passen.
Lees verder










