Waarom onze CO2-uitstoot naar nul moet om de temperatuurstijging te stoppen

Gastblog van Prof. dr. Guido van der Werf

In het Parijs-akkoord is afgesproken om de opwarming te beperken tot 2°C en te streven naar 1,5°C. Om de opwarming te stoppen, moet de netto uitstoot van broeikasgassen naar nul. Vooral onze CO2-uitstoot moet dus fors dalen en de uitstoot die niet vermeden kan worden moet gecompenseerd worden door zogenaamde negatieve emissies (CO2-verwijdering). Hoewel het netto-nul idee niet heel oud is, is het wel de basis voor het mondiale klimaatbeleid en daarmee een belangrijk concept met verstrekkende maatschappelijke gevolgen. Hier kijken we waar het netto-nul idee op gebaseerd is.

Het aardsysteem is complex en fascinerend, maar ondanks alle complexiteit in het aardsysteem is er een simpele relatie tussen de mate van opwarming en onze cumulatieve (opgetelde) uitstoot. In onderstaande figuur staat die recht evenredige relatie, op basis van historische gemeten data. De rechte lijn is ook geldig voor de toekomst en wordt daarmee bijvoorbeeld gebruikt om het koolstofbudget te bepalen om onder een bepaalde temperatuurstijging te blijven.

Figuur 1. Verband tussen cumulatieve (opgetelde) CO2-uitstoot en temperatuurstijging voor ieder jaar tussen 1850 en 2023. Door natuurlijke variatie en de invloed van andere factoren dan CO2 is er ruis rondom de relatie. Op basis van deze relatie kan het koolstofbudget om onder een bepaalde temperatuur te blijven uitgerekend worden, dit zijn de pijlen onderin (om onder de 1,5 dan wel 2,0 graden te blijven). Met huidig toegezegd beleid zouden we volgens deze relatie rond de 2,5 graden opwarming verwachten.

Volgens de huidige inzichten blijft die een-op-een relatie dus ook bestaan in de toekomst, ook als onze uitstoot gaat dalen. Dat is een belangrijk gegeven en de basis van onze doelstellingen om aan het Parijs-akkoord te voldoen. Waar voorheen de nadruk nog wel eens lag om de CO2-concentratie onder een bepaalde waarde te houden, is het doel nu om de temperatuur onder een bepaalde waarde te houden. In dit overzichtsartikel van een van de grondleggers van het netto-nul concept, Myles Allen, staat dit verder uitgewerkt inclusief een wiskundige afleiding. Hier kijken we naar de onderliggende redenen achter het netto-nul concept. Om die te begrijpen moeten we twee vragen beantwoorden:

  1. Wat gebeurt er met onze uitgestoten CO2?
  2. Hoe reageert het aardsysteem op een verstoring zoals extra CO2?

We beginnen met de tweede vraag.

Wat doet CO2 met de temperatuur?

In het verleden werd er vaak een standaardsimulatie gedaan met klimaatmodellen: 70 jaar lang werd de CO2-concentratie in het model met 1% per jaar verhoogd tot die een verdubbeling bereikte en van 280 deeltjes per miljoen (ppm) pre-industrieel naar 2 × 280 = 560 ppm was verhoogd. Daarna werd deze concentratie constant gehouden in het model, zie Figuur 2a.

Figuur 2. Geschematiseerde computersimulatie waarin de CO2-concentratie verdubbelde in 70 jaar tijd waarna de concentratie constant gehouden werd (boven, blauwe lijn) en de daardoor veroorzaakte temperatuurstijging volgens de simulatie (onder, rode lijn). De belangrijkste les voor hier is dat de temperatuur nog blijft stijgen, ook als de CO2-concentratie constant blijft.

In die 70 jaar warmt het klimaat in het model op, en die opwarming gaat recht evenredig met de cumulatieve uitstoot (Figuur 2b). Maar, en dit is belangrijk voor de rest van het verhaal, na 70 jaar stopt die temperatuurstijging niet maar gaat hij door, ondanks dat de CO2-concentratie gelijk blijft! Die opwarming gaat wel langzamer dan voorheen, en met het verstrijken van de jaren wordt de opwarming steeds trager.

De onderliggende reden is dat er een vertraging in het systeem zit en na 70 jaar is er nog geen evenwicht in de stralingsbalans. Dit komt met name door de grote warmtecapaciteit van de oceanen die dus traag reageren op een verstoring. Idem voor het smelten van ijs. Met andere woorden, het duurt eeuwen voor er een nieuw evenwicht in de stralingsbalans is bereikt en de temperatuur niet verder zal stijgen (natuurlijke variaties gaan uiteraard door).

Bovenstaande is grotendeels simpele natuurkundige logica, die is bevestigd door de modellenwereld. Bovendien hebben we de afgelopen decennia het eerste deel van bovenstaand modelexperiment in werkelijkheid uitgevoerd, zie Figuur 1. En net als in de modellenwereld is ook in werkelijkheid de temperatuurstijging recht evenredig gebleken met de cumulatieve uitstoot c.q. CO2-concentratie. Daarnaast weten we uit metingen dat de stralingsbalans nog niet in evenwicht is, dus als we de CO2-concentratie gelijk zouden (kunnen) houden dan zou de temperatuur verder stijgen tot er een evenwicht is bereikt.

Om een constante temperatuur te krijgen is het dus niet voldoende om de CO2-concentratie constant te houden, deze moet dalen. De grote vraag is hoe snel en hoe veel, en volgens de huidige inzichten moet de uitstoot naar netto-nul. Om dat te begrijpen moeten we even in de koolstofcyclus duiken.

Onze CO2-uitstoot en de koolstofcyclus

De twee belangrijkste menselijke bronnen van CO2-uitstoot zijn verbranding van fossiele brandstoffen en ontbossing. Gemiddeld gezien blijft bijna de helft van de uitgestoten CO2 in de atmosfeer. De rest wordt opgenomen door de oceanen en door de biosfeer op het land (zie onderstaande Figuur 3). Grofweg nemen de oceanen en de biosfeer ieder een even groot deel op. De opname door de oceanen komt door diffusie van CO2 het zeewater in (in combinatie met een nogal ingewikkeld chemisch evenwicht), omdat de concentratie in de atmosfeer hoger is geworden dan in oceanen. Dit proces speelt met name aan het oppervlak van de oceaan en daar stijgt de concentratie van opgelost CO2 in het water. De redenen achter de opname door de biosfeer zijn divers. De belangrijkste zijn extra fotosynthese doordat er meer CO2 in de atmosfeer zit én er meer stikstof in de biosfeer is, herbebossing met name in gematigde streken, en een langer groeiseizoen met name in het hoge noorden.

Figuur 3. Jaarlijkse CO2-uitstoot door verbranding fossiele brandstoffen en ontbossing, en de jaarlijkse toename in atmosferische CO2-concentratie. Gemiddeld gezien blijft ongeveer 45% van onze uitstoot in de atmosfeer, de rest wordt opgenomen door de oceanen en de biosfeer op land. Data van het Global Carbon Budget.

We weten dus goed wat er met de CO2-concentratie gebeurt zolang de uitstoot stijgt of gelijk blijft, aangezien dat de afgelopen eeuw gebeurde. Op het moment dat de uitstoot naar beneden gaat, zal de CO2-concentratie blijven toenemen totdat de uitstoot gelijk is aan de opname door oceaan en biosfeer. Waar dat punt precies ligt weten we niet zeker, en aangezien dit in de toekomst ligt, hebben we modellen nodig. De huidige opname door de oceaan en biosfeer is ruim de helft van onze uitstoot, en je zou wellicht verwachten dat bij een halvering van onze uitstoot deze in evenwicht komt met de opname. Daarmee zouden we de situatie krijgen van Figuur 2a na 70 jaar; constante CO2-concentratie. Hieronder zien we echter dat dit niet het geval is en dat de uitstoot verder zal moeten dalen. Volgens de huidige inzichten moet hij naar netto-nul. Want dan, en dat is de crux van het verhaal, daalt de CO2-concentratie genoeg om de “opwarming die nog in het vat zit” (omdat er geen stralingsevenwicht is) te compenseren.

CO2-concentratie als onze uitstoot stopt

Als onze netto-uitstoot naar nul gaat, daalt de CO2-concentratie dus. Initieel kan dat best snel gaan, maar dat duurt maar even. Immers, de drijvende kracht achter de opname is het verschil in concentratie tussen de atmosfeer aan de ene kant en die in de oceaan en biosfeer aan de andere kant. En met dalende atmosferische concentratie en stijgende koolstofinhoud van oceanen en biosfeer neemt dat verschil snel af. Zie onderstaand schematisch figuur voor de oceanen.

Figuur 4. CO2-concentratie in de atmosfeer en het oppervlak van de oceanen (deels communicerende vaten) in drie verschillende stadia. Links de uitgangssituatie die de wereld weergeeft voor de mensheid CO2 toevoegde aan de atmosfeer. Gemiddeld genomen was de concentratie in beide reservoirs in balans. In het midden de huidige situatie waarin de atmosferische concentratie stijgt, en daardoor ook die in de oceanen. Rechts de situatie waarin de CO2-concentratie in de atmosfeer daalt waarmee er een nieuw evenwicht komt tussen de atmosfeer en de oceaan. Op langere tijdschalen zal in de oceaan (en dus ook van de atmosfeer) de concentratie overigens wel dalen.

Voor de biosfeer geldt ongeveer hetzelfde, maar is de onzekerheid groter. De hoeveelheid vastgelegde koolstof is gegroeid in de biosfeer, onder andere vanwege extra CO2. Als de CO2-concentratie daalt, komt er evenwicht en neemt de biosfeer geen of minder CO2 meer op. We denken dat bij verder gaande opwarming de biosfeer zelfs netto een bron van uitstoot kan worden. Dit o.a. door ontdooiing van de permafrost, toename in het aantal bosbranden, en een afname in het functioneren van bossen door onder andere meer droogte. Binnen een recent gefinancierd groot onderzoeksproject gaan we dit verder onderzoeken.

Moraal van het verhaal is dat de CO2-concentratie zal dalen bij netto nul maar die daling zal steeds minder snel gaan. Dit is zo omdat er evenwicht komt in de relatief snelle uitwisselingsprocessen tussen de atmosfeer aan de ene kant en biosfeer en oceaan aan de andere kant. Dat betekent niet dat de atmosferische concentratie niet meer daalt. Door menging in de oceanen komt er water aan het oppervlak dat nog CO2 kan opnemen, en daarnaast wordt een deel van de opgenomen CO2 in de oceaan(bodem) vastgelegd, maar dit speelt op langere tijdschalen. De meeste studies wijzen uit dat na 100 jaar nog 30-50% van de door de mens uitgestoten CO2 in de atmosfeer zit en na 1000 jaar nog 10-30%.   

Netto-nul leidt dus tot een constante temperatuur

Bij netto-nul uitstoot blijken de twee factoren (opwarming omdat er nog geen stralingsevenwicht is, en afkoeling omdat de CO2-concentratie daalt) in evenwicht en blijft de temperatuur stabiel, zie onderstaande figuur.

Figuur 5. Bij netto-nul CO2-uitstoot (hier na 70 jaar) zal de temperatuur ongeveer constant blijven omdat de daling in CO2-concentratie de verwachtte opwarming vanwege de onbalans in de stralingsbalans compenseert.

Het is belangrijk om te realiseren dat er onzekerheid zit in waar precies de balans ligt, en dus of de temperatuur vlak zal blijven of licht zal stijgen of dalen na het moment dat we netto-nul bereikt hebben. En uiteraard werkt natuurlijke variatie ook door.

Methaan en lachgas

In bovenstaande tekst ligt de nadruk op CO2, maar uiteraard doen andere broeikasgassen ook mee. In de vorige eeuw werd de opwarmende werking van methaan en lachgas grofweg gecompenseerd door de afkoelende werking van fijnstof (aerosolen). Dit is een van de redenen dat deze factoren niet meegenomen worden in figuur 1. Maar aangezien de uitstoot van fijnstof op veel plaatsen afneemt omdat we de luchtkwaliteit willen verbeteren, en tegelijk methaan– en lachgasconcentraties snel stijgen is er geen balans tussen die factoren meer.

In de literatuur gaat het daarom meestal niet over netto-nul CO2 maar over netto-nul broeikasgassen. De roep om de uitstoot van methaan en lachgas te verminderen (en daarmee de discussie over consumptie van dierlijke eiwitten) zal toenemen aangezien de huidige ontwikkeling van hun concentratie haaks op de netto-nul doelstellingen staat.

Verzadiging

We hebben het tot nu toe veel over het lineaire verband gehad tussen cumulatieve CO2-uitstoot en temperatuur. Maar de goed geïnformeerde lezer weet dat het verband tussen CO2-concentratie en forcering (en dus temperatuur) niet constant is vanwege verzadiging in de absorptie door CO2. Onderstaande grafiek geeft dit weer.

Figuur 6. Verband tussen de CO2-concentratie en de stralingsforcering. De oranje stip geeft de huidige concentratie weer en de rode stippen de concentratie in 2070 en 2100 voor het lage SSP1-2.6 scenario en in 2100 voor het hoge SSP3-7.0 scenario.

De hoofdreden dat je dit logaritmisch verband niet terugziet in het verband tussen cumulatieve uitstoot en temperatuur is dat, met name voor de hogere scenario’s, we denken dat een steeds groter deel van onze uitstoot in de atmosfeer blijft. Wederom een verhaal van compenserende factoren; aan de ene kant zal iedere toegevoegde eenheid CO2 een iets kleiner effect hebben naarmate de CO2-concentratie toeneemt, aan de andere zal er per eenheid uitstoot meer CO2 in de atmosfeer blijven. Overigens is het effect van verzadiging bij de huidige CO2-concentraties vrij klein zoals bovenstaande figuur laat zien.

Negatieve emissies

In het klimaatakkoord van Parijs is afgesproken om de gemiddelde mondiale temperatuurstijging ruim onder de 2°C te houden, en te streven om de opwarming te beperken tot 1,5°C. Die 1,5°C zitten we bijna aan en hoewel er enorm veel gedaan wordt om de uitstoot te beteugelen (en vaak met succes) is de meerderheid van de klimaatwetenschappers somber over onze kansen om onder de 2°C blijven. We komen dan dus boven de doelstelling.

Volgens de uniforme relatie tussen cumulatieve uitstoot en temperatuur zit er dan maar een ding op om de temperatuur te laten dalen: de cumulatieve uitstoot laten dalen door middel van negatieve emissies. Dat kan op meerdere manieren, denk aan het aanplanten van bossen of technologische hoogstandjes zoals Direct Air Capture (DAC); grote stofzuigers die de lucht filteren van CO2 en deze opslaan. Let op dat de natuurlijke opname van CO2 door oceanen en biosfeer niet geldt als negatieve emissie.

In de SSP-scenario’s zitten deze negatieve emissies al verwerkt. Zo piekt het lage SSP1-2.6 scenario rond 2070 qua temperatuur en door negatieve emissies neemt die daarna langzaam af. In Figuur 6 staat de waarde voor het jaar 2100 dan ook onder die van 2070.

De toekomst zal leren wat er mogelijk is met negatieve emissies. Op dit moment is de enige optie die potentieel vrij grootschalig toegepast kan worden de zogenaamde BECCS (Bio-Energy with Carbon Capture Storage). Denk aan het verbranden van houtige biomassa in omgebouwde kolencentrales waarna de uitstoot in lege gasvelden gestopt wordt. Daar zitten grenzen aan, zowel wat betreft beschikbaarheid van duurzame biomassa als de beschikbaarheid van lege gasvelden, ook omdat die ook gebruikt zullen worden om CO2-uitstoot van onder meer de industrie te vermijden.

Wat de lezers van Wynia’s Week te horen krijgen

Een van de redenen om dit blog te schrijven was dat de wetenschap achter het netto-nul concept niet altijd goed begrepen worden. Roy Spencer snapt het niet, en Jacques Hagoort die voor Wynia’s Week schrijft heeft er ook een simplistische kijk op. Volgens Hagoort zal ook bij langzame daling van onze uitstoot de temperatuur op termijn dalen. En in het geval van netto-nul uitstoot zal volgens hem de CO2-concentratie zelfs vrij snel dalen en daarmee ook de temperatuur. Zie onderstaande figuur, gebaseerd op Figuur 2 van een blog van Hagoort op Wynia’s Week.

Figuur 7. Temperatuurstijging volgens Hagoort in het geval van exponentieel stijgende uitstoot die tot 2100 door gaat (blauwe lijn), of hetzelfde traject tot 2050 waarna we in een keer naar netto-nul uitstoot gaan (incorrect; groene lijn).

In het kort komt het erop neer dat Hagoort denkt dat in het geval van netto-nul de CO2-concentratie snel zal dalen én dat de temperatuur puur een functie is van CO2-concentratie. Hij gebruikt een wiskundige relatie tussen uitstoot en CO2-stijging die gekalibreerd is op de opgaande tak die we tot nu toe gezien hebben, en past die toe op de neergaande tak (als de uitstoot afneemt). De fysica achter het verzadigingsverhaal van o.a. figuur 4 wordt genegeerd. Daarnaast houdt hij geen rekening met de onbalans in de stralingsbalans en het feit dat de temperatuur nog een tijd zal na-ijlen. Met die twee foute aannames kan je uiteraard veel makkelijker een constante of dalende temperatuur krijgen, maar met de realiteit heeft het dan niets meer te maken.

De gedachtegang van Hagoort komt terug in Arnout Jaspers zijn nieuwste boek ‘De Klimaatoptimist’ (hat-tip Maarten Keulemans). Als Hagoort gelijk zou hebben dan zou ik ook een klimaatoptimist zijn. Immers, dan lijken zaken vrij makkelijk omkeerbaar, terwijl dat in werkelijkheid alleen met negatieve emissies kan. Een van de redenen dat dit zo’n urgent probleem is. De misinformatie van Wynia’s Week en Jaspers bereikt ongetwijfeld een groot aantal mensen, waarbij zeker in het geval van Wynia’s Week ook de klimaatwetenschap (en het beleid daaromheen) van alles en nog wat verweten wordt. Gelukkig weet jij nu beter.

Guido van der Werf is hoogleraar op het gebied van klimaatverandering en de koolstofcyclus aan de Wageningen University & Research. Met dank aan Michiel van Weele, Jacques Hagoort, Bart Verheggen, Arthur Oldeman, en Hans Custers voor nuttige aanvullingen en correcties op een eerdere versie.

12 Reacties op “Waarom onze CO2-uitstoot naar nul moet om de temperatuurstijging te stoppen

  1. Lennart van der Linde

    Dank, Guido, heel goed om dit verhaal zo duidelijk op een rij te zetten, en in de context van de desinformatie die via andere kanalen hierover verspreid wordt.

    Kleine vraag of deze alinea helemaal klopt:

    “Om een constante temperatuur te krijgen is het dus niet voldoende om de CO2-concentratie constant te houden, deze moet dalen. De grote vraag is hoe snel en hoe veel, en volgens de huidige inzichten moet hij naar netto-nul. Om dat te begrijpen moeten we even in de koolstofcyclus duiken.”

    Het lijkt nu alsof de concentratie naar netto-nul moet, maar je bedoelt neem ik aan de uitstoot, zoals ook in de titel van het stuk staat?

    Like

  2. Guido van der Werf

    @Lennart van der Linde – bedankt, je hebt helemaal gelijk. Hopelijk kan een van de beheerders dit nog corrigeren.

    Like

  3. Bob Brand

    Dag Guido, dank voor het interessante blogstuk!

    Ik heb de alinea die Lennart noemt iets aangepast en het woordje ‘hij‘ vervangen door ‘de uitstoot‘. Is het zo correct?

    Like

  4. Ed Deijkers

    Ik vraag mij af welke capaciteit de oceanen qua buffering hebben mbt de opname van CO2, het is duidelijk geen kwestie van communicerende vaten zoals is voorgesteld. Wellicht is de CO2 druk in de atmosfeer en de combinatie van “menging” in de oceanen een factor die beter onderzocht kan worden. Tevens is de idee dat waterdamp als broeikasgas vanzelfsprekend een versterkend effect heeft op de opwarming. Hoe sterk is dat?

    Like

  5. Hans Custers

    Ed,

    Het is inderdaad geen kwestie van communicerende vaten, maar zo wordt het ook helemaal niet voorgesteld. Het gaat over de uitwisseling tussen de atmosfeer en het oceaanoppervlak, en dat is precies wat er staat. Dat is een vrij snelle uitwisseling. Tussen het oceaanoppervlak en de diepe oceaan gaat het veel trager, zoals hierboven ook is beschreven.

    Het versterkende effect van waterdamp is basale natuurkundige logica: warmere lucht bevat meer waterdamp. En dat gebeurt ook: we zien geen wereldwijde afname van de relatieve vochtigheid. (Overigens zou zo’n afname, als die er wel zou zijn, veel rampzaliger gevolgen hebben dan het versterkende effect van waterdamp: gigantische, wereldwijde droogte.)

    Like

  6. De CO2-emissies dienen inderdaad drastisch verminderd te worden. Probleem is echter dat de totale wereld emissie helemaal niet omlaag gaat. Op zijn best lukt het misschien om het te stabiliseren op huidig hoog niveau maar ook dat zal een reusachtige inspanning vereisen. De economische groei gaat immers gewoon door en kunstmatige intelligentie zal heel veel energie opslurpen. De inzinking van de CO2-emissie van de corona pandemie zijn we inmiddels allang weer te boven. We zijn er nog lang niet. Alle landen zullen veel meer moeten doen en de landen die het meeste CO2 uitstoten zoals China zullen het meest dienen te doen anders komen we er nooit. Er zijn nieuwe afspraken nodig die geen uitzonderingen meer toestaan voor derde wereldlanden die dat al lang niet meer zijn. Ieder land zal moeten verminderen. Alleen dan kan het misschien lukken de totale CO2-emissies omlaag te krijgen.

    Like

  7. Bob Brand

    Beste Raymond Horstman,

    Er zijn nieuwe afspraken nodig die geen uitzonderingen meer toestaan …

    Deze afspraken zijn er al. Die staan hier per land op een rijtje: https://unfccc.int/NDCREG en elke vijf jaar zijn alle landen verplicht, onder het UNFCCC verdrag en het Akkoord van Parijs, om deze afspraken verder aan te scherpen.

    Er zijn nu ook geen uitzonderingen meer. Elk van de landen (alleen de schurkenstaten Syrië, Noord-Korea en Libië ontbreken nog) heeft althans een plan om via de tussenstations 2030 en 2050 naar een ‘netto nul’ uitstoot te gaan.

    Ook China heeft dit via een aantal tussenstappen beloofd en zou vóór het jaar 2030 ‘gepiekt’ moeten hebben. In 2060 wil China dan ‘netto nul’ zijn. Inmiddels lijken de data erop te wijzen dat 2023 weleens het Chinese piekjaar geweest zou kunnen zijn, hoewel we dit pas over een aantal jaren zeker weten… Overigens, de afspraak om elke vijf jaar deze afspraken preciezer en ambitieuzer te maken is wél nagekomen door China, terwijl de VS daar verstek heeft laten gaan (met als excuus de Corona-crisis).

    Is het daarmee allemaal in kannen en kruiken? Welnee, want de grote uitdaging wordt vooral of _al_ deze landen hun afspraken na gaan komen. De EU en de VS liggen wel enigszins op koers, daar daalt de CO₂-uitstoot al vele jaren. Een probleem is bijvoorbeeld dat met name de VS dit doet door hun kolencentrales te vervangen door gascentrales die schaliegas stoken – en dit brengt grote methaan CH₄-lekkages met zich mee. Ook de emissies van het broeikasgas CH₄ moeten echter omlaag; niet persé naar nul, wel omlaag.

    Like

  8. Heb blog zonet ontdekt. Wat een informatie allemaal.

    Jullie zijn sinds 2008 actief hier las ik in “Over Ons“. Hebben jullie een overzichtsartikel over wat er zoal is gebeurt vanaf dat jaar tot nu? Daarmee lezers ook een beeld te krijgen waar we precies zitten.

    Succes met jullie blog!

    Geliked door 1 persoon

  9. Bob Brand

    Dag B. Falk,

    Dank voor de complimenten!

    Via Archief: chronologisch kan je een lijst bekijken van alle blogstukken per jaar. Wat ook kan helpen zijn de ‘tags’ of sleutelwoorden die helemaal onderaan de artikelen staan. Zo staat er onderaan dit artikel:

    Dit bericht werd geplaatst in CO2Klimaatwetenschapkooldioxidekoolstofbudget en getagged met Arnout JaspersCO2Jacques Hagoortklimaatoptimistkoolstofbudgetkoolstofcyclusnet zeronetto nulopwarmingWynia’s Week

    Als je bijvoorbeeld meer wilt lezen over de koolstofcyclus, klik hierop en dan zal je alle artikelen te zien krijgen die voorzien zijn van deze ‘tag’.

    Je bedoelt wellicht waar we nu staan qua (inzicht in) de klimaatverandering? Een goede samenvatting is te vinden in de update, die een reeks hoofdauteurs van de IPCC rapporten sinds enige tijd jaarlijks uitbrengen. Zij nemen daarbij de methodiek en de indicatoren van het IPCC als uitgangspunt en ‘updaten’ deze met de meest recente observaties.

    De nieuwste staat hier: Indicators of Global Climate Change 2023 en is vers van de pers: 5 juni 2024. Het loopt t/m eind 2023 en is wetenschappelijk gepubliceerd in Earth System Science Data. Het is zonder ‘paywall’ beschikbaar.

    Like

  10. jaaplont

    Raymond, je zegt: “De inzinking van de CO2-emissie van de corona pandemie zijn we inmiddels allang weer te boven.” Die inzinking werd ons afgedwongen door de lockdowns. Zouden we misschien moeten ‘hopen’ op een nieuwe dergelijke pandemie? Eentje die niet slechts een paar jaar duurt maar veel langer?

    Een beetje gekscherend gezegd misschien, maar toch …. is het de mensheid wel gegeven om niet alleen de CO2-daling voor elkaar te krijgen, maar om ook op alle andere overshoot van planetaire grenzen in de greep te krijgen? Met uitzondering van de ozonlaag zitten we op z’n zachtst uitgedrukt met 8 pg’s compleet in de gevarenzone, en alles staat in verband met elkaar.

    Zelfs als we de CO2-uitstoot nu een drastisch naar beneden wisten te krijgen, dan zijn we nog helemaal niet uit de shit.

    Welke oorzakelijkheidsketen zouden we moeten inzien om zowel de hardnekkigheid van al deze trends te kunnen verklaren, als om tot praktische oplossingen te kunnen komen? En hoe verhoudt zich dat tot bijvoorbeeld de niet-wetenschappelijke kant van de zaak zoals ‘hoop’. Wat mogen/kunnen we nog hopen?

    Like

  11. Raymond,

    je hebt het over kunstmatige intelligentie als energieslurper.

    Kan die AI dan niet eens intelligenter worden, en zorgen voor minder ipv meer energieconsumptie?

    Like

  12. jaaplont

    Frank, waar jij het terecht over hebt is één van de vele paradoxen, dilemma’s en spagaten waar de mensheid in verkeert.

    Like

Plaats een reactie