Adaptatie: noodzakelijk, maar ingewikkeld

Foto: Isaac Quick / Unsplash

Het Akkoord van Parijs is vooral bekend vanwege de afspraak om de mondiale opwarming te beperken tot ruim onder de twee graden. Mitigatie dus, in klimaatterminologie. Maar er zijn ook afspraken gemaakt over adaptatie: maatregelen om de schade, risico’s en kwetsbaarheid die het gevolg zijn van klimaatverandering te beperken. Dergelijke maatregelen zijn hoe dan ook nodig: het klimaaat verandert al en dat heeft gevolgen waar we op in zullen moeten spelen. Dat ‘Parijs’ ook de nodige afspraken bevat over adaptatie is minder bekend. Artikel 7 uit het akkoord gaat helemaal over dat onderwerp en het begint zo:

Parties hereby establish the global goal on adaptation of enhancing adaptive capacity, strengthening resilience and reducing vulnerability to climate change, with a view to contributing to sustainable development and ensuring an adequate adaptation response in the context of the temperature goal referred to in Article 2.

Onderaan dit stuk staat de volledige tekst van het lange artikel. Er is onder meer vastgelegd dat er elke vijf jaar een inventarisatie moet worden gemaakt van de voortgang van adaptatie op wereldschaal. Een groep wetenschappers presenteerde vorige maand in een artikel in Nature Climate Change een voorstel voor een systematiek om die voortgang te kunnen bepalen.

Klimaatverandering kent een veelheid aan veroorzakers en gevolgen, wat van adaptatie een complexe aangelegenheid maakt. Daarom moeten adaptatie-maatregelen heel zorgvuldig worden gepland. Gebeurt dat niet, dan zouden maatregelen meer kwaad dan goed kunnen doen. Een oplossing voor het ene probleem, zou andere problemen kunnen verergeren. Ook zijn er lokale verschillen: wat op de ene plek op aarde werkt, zou elders juist averechts uit kunnen vallen. En niet alle gevolgen of risico’s van klimaatverandering zijn even goed voorspelbaar. Bovendien is klimaatadaptatie een doorlopend proces, zolang het klimaat in hoog tempo blijft veranderen. Maatregelen kunnen al snel ontoereikend blijken als er onvoldoende rekening wordt gehouden met veranderingen die nog in de pijplijn zitten.

Drooggevallen meer in de omgeving van Ouagadougou, Burkina Faso. Foto: YODA Adaman / Unsplash

Gevolgen van maatregelen zijn zelden alleen maar positief of negatief, volgens de onderzoekers. Wil je de balans opmaken van wat er op het gebied van adaptatie is gebeurd, dan kun je genomen maatregelen niet simpelweg beoordelen als geslaagd of mislukt. Je zult van alle maatregelen zowel de positieve als de negatieve kanten mee moeten wegen. Daarvoor probeert het artikel een aanzet te geven.

Het artikel illustreert ook dat er nogal wat complicaties op de loer liggen bij adaptatie. En dat sommige typen maatregelen meer risico’s met zich meebrengen dan andere. Op basaal niveau is dat eenvoudig te begrijpen. Een voorbeeld van dicht bij huis: de polder. Het is bekend dat zowel neerslag als droogte extremer worden in een warmer klimaat. Mogelijke problemen door extreme neerslag zou je dan misschien kunnen voorkomen door het waterpeil in een polder te verlagen, maar in een droge zomer kom je daarmee alleen maar meer in de problemen. En dat is nog maar een deel van het verhaal. Want verlaging van de waterstand heeft ook gevolgen voor de natuur. En de bodem klinkt meer in, wat op langere termijn problematisch kan worden. Veen oxideert sneller bij een lage waterstand, waardoor er CO2 vrijkomt die bijdraagt aan verdere opwarming van het klimaat. En in sommige gebieden kan zout zeewater binnendringen bij een lage grondwaterstand, zeker als de zeespiegel verder stijgt. In Nederland hebben we dan nog de luxe van veel kundige ingenieurs, slimme wetenschappers en (hopelijk) verstandige bestuurders die samen goede oplossingen uit kunnen dokteren. Als dat het enige probleem was waar we mee te maken hebben, dan zouden we daar ongetwijfeld wel uitkomen. Ook financieel, want op dat gebied zitten wij ook best goed. Toch is het oplossen van een kwestie als deze zelfs in een welvarend land al best lastig, vanwege de botsende belangen..

Zoom je uit naar de hele wereld, dan zie je honderden of misschien wel duizenden van dit soort complexe problemen. De toename van neerslag en van droogte is dan ook nog eens een van de meest voorspelbare gevolgen van klimaatverandering. Er zijn nog weinig wetenschappelijke publicaties waarin oplossingen voor die problemen worden geëvalueerd. Maar uit wat er wel is onderzocht ontstaat toch het beeld dat sommige vormen van adaptatie risicovoller zijn dan andere.

Adaptatiemaatregelen zouden volgens het artikel beoordeeld moeten worden op of risico’s op systeemniveau, onder meer:

  • Ecosystemen en ecosyteemdiensten: het effect op de kwaliteit van de natuur op zich (bescherming van biodiversiteit en kwetsbare natuurtypen) en de manieren waarop de natuur ten dienste staat van de economie en het menselijk welzijn.
  • Het klimaatsysteem: sommige maatregelen leiden tot extra uitstoot van broeikasgassen, andere kunnen juist helpen om de hoeveelheid van die gassen in de atmosfeer te verlagen.
  • Sociale systemen: economie, gezondheid, veiligheid, enzovoort.

Een tweede categorie beoordelingscriteria heeft te maken met ongelijkheid, vooral van kwetsbare groepen: lage inkomens, vrouwen, etnische groepen in een achterstandspositie.

Het onderzoek vindt grote verschillen tussen diverse soorten adaptatie-opties. Dat betekent niet dat sommige typen maatregelen altijd slecht zijn: uiteindelijk hangt het altijd van een specifieke (lokale of regionale) situatie af wat er wel of niet werkt. Bij beleidsbeslissingen zou dus altijd een brede afweging gemaakt moeten worden van de voor- en nadelen. Om het anders te zeggen: adaptatie omvat veel meer dan pleisters plakken waar het pijn doet. De veranderingen die plaatsvinden zijn te veelomvattend om ze als een verzameling losstaande problemen te zien.

Voorgestelde oplossingsrichtingen om Nederland aan te passen aan de stijging van de zeespiegel. Bron: Deltaprogramma.

Voor waterbouwers, Neêrlands trots, vallen deze evaluaties niet zo gunstig uit. Infrastructurele maatregelen, zoals een harde kustverdediging, scoren vrij slecht. Eigenlijk komen zulke maatregelen vaak wel neer op pleisters plakken. Ze houden een bestaande situatie in stand door die beter te beschermen, in plaats van hem werkelijk aan te passen aan veranderende omstandigheden. Bovendien zijn er vaak nadelige ecologische gevolgen. En soms kan een betere bescherming op de ene plek de risico’s elders juist vergroten. Dat probleem kan zich ook voordoen bij projecten voor waterbeheer en irrigatie, zeker in gebieden waar water schaars is, zoals het stroomgebied van de Nijl. Verzekeringen zijn een andere maatregelen die slecht scoort. Onder meer omdat ze niet voor iedereen toegankelijk zijn. De armste bevolkingsgroepen kunnen ze simpelweg niet betalen en in heel kwetsbare gebieden kunnen risico’s onverzekerbaar worden. En wanneer risico’s wel verzekerbaar zijn kan dat aanleiding zijn om investeringen in andere, betere aanpassingen uit te stellen of achterwege te laten.

Vermindering van voedselverspilling en veranderingen in het voedselsysteem horen bij de meest positief beoordeelde typen adaptatie. Het mes snijdt hier vaak aan twee kanten: een aanpassing aan klimaatverandering kan samengaan met een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. En er zijn andere positieve gevolgen mogelijk: een gezonder voedingspatroon, of een beter inkomen voor arme boeren, bijvoorbeeld. Het verminderen van druk op en herstel van ecosystemen haalt ook een hoge score. Ook hier zijn mogelijkheden om adaptatie en mitigatie te combineren. Vooral in grote natuurgebieden moet wel rekening worden gehouden met belangen van bewoners: vaak arme en soms inheemse bevolkingsgroepen. Maar adaptatie kan ook werkgelegenheid opleveren voor die groepen, en het biedt een kans om gebruik te maken van hun kennis van het gebied.

De beoordelingen betekenen zeker niet dat sommige vormen van adaptatie per definitie slecht zijn en andere goed. Een harde kustverdediging kan soms een prima optie zijn, wanneer die doordacht wordt ontworpen. En verzekeringen kun soms wel degelijk verlichting bieden. Sociale vangnetten worden in het onderzoek positief beoordeeld, omdat ze kwetsbare groepen door een moeilijke tijd kunnen helpen, maar ze kunnen ook afhankelijkheid en machtsongelijkheid versterken. De kernboodschap is dat geen enkele adaptatie-optie alleen maar positieve, of alleen maar negatieve gevolgen heeft. Meer informatie, waaronder een uitgebreider overzicht van de beoordeling van types adaptatie, is te vinden bij Carbon Brief, in een gastbijdrage van de auteurs van het artikel in Nature Climate Change.

Artikel 7 van het Akkoord van Parijs

  1. Parties hereby establish the global goal on adaptation of enhancing adaptive capacity, strengthening resilience and reducing vulnerability to climate change, with a view to contributing to sustainable development and ensuring an adequate adaptation response in the context of the temperature goal referred to in Article 2.
  2. Parties recognize that adaptation is a global challenge faced by all with local, subnational, national, regional and international dimensions, and that it is a key component of and makes a contribution to the long-term global response to climate change to protect people, livelihoods and ecosystems, taking into account the urgent and immediate needs of those developing country Parties that are particularly vulnerable to the adverse effects of climate change.
  3. The adaptation efforts of developing country Parties shall be recognized, in accordance with the modalities to be adopted by the Conference of the Parties serving as the meeting of the Parties to this Agreement at its first session.
  4. Parties recognize that the current need for adaptation is significant and that greater levels of mitigation can reduce the need for additional adaptation efforts, and that greater adaptation needs can involve greater adaptation costs.
  5. Parties acknowledge that adaptation action should follow a country-driven, gender-responsive, participatory and fully transparent approach, taking into consideration vulnerable groups, communities and ecosystems, and should be based on and guided by the best available science and, as appropriate, traditional knowledge, knowledge of indigenous peoples and local knowledge systems, with a view to integrating adaptation into relevant socioeconomic and environmental policies and actions, where appropriate.
  6. Parties recognize the importance of support for and international cooperation on adaptation efforts and the importance of taking into account the needs of developing country Parties, especially those that are particularly vulnerable to the adverse effects of climate change.
  7. Parties should strengthen their cooperation on enhancing action on adaptation, taking into account the Cancun Adaptation Framework, including with regard to:
    1. Sharing information, good practices, experiences and lessons learned, including, as appropriate, as these relate to science, planning, policies and implementation in relation to adaptation actions;
    2. Strengthening institutional arrangements, including those under the Convention that serve this Agreement, to support the synthesis of relevant information and knowledge, and the provision of technical support and guidance to Parties;
    3. Strengthening scientific knowledge on climate, including research, systematic observation of the climate system and early warning systems, in a manner that informs climate services and supports decision-making;
    4. Assisting developing country Parties in identifying effective adaptation practices, adaptation needs, priorities, support provided and received for adaptation actions and efforts, and challenges and gaps, in a manner consistent with encouraging good practices; and
    5. Improving the effectiveness and durability of adaptation actions.
  8. United Nations specialized organizations and agencies are encouraged to support the efforts of Parties to implement the actions referred to in paragraph 7 of this Article, taking into account the provisions of paragraph 5 of this Article.
  9. Each Party shall, as appropriate, engage in adaptation planning processes and the implementation of actions, including the development or enhancement of relevant plans, policies and/or contributions, which may include:
    1. The implementation of adaptation actions, undertakings and/or efforts;
    2. The process to formulate and implement national adaptation plans;
    3. The assessment of climate change impacts and vulnerability, with a view to formulating nationally determined prioritized actions, taking into account vulnerable people, places and ecosystems;
    4. Monitoring and evaluating and learning from adaptation plans, policies, programmes and actions; and
    5. Building the resilience of socioeconomic and ecological systems, including through economic diversification and sustainable management of natural resources.
  10. Each Party should, as appropriate, submit and update periodically an adaptation communication, which may include its priorities, implementation and support needs, plans and actions, without creating any additional burden for developing country Parties.
  11. The adaptation communication referred to in paragraph 10 of this Article shall be, as appropriate, submitted and updated periodically, as a component of or in conjunction with other communications or documents, including a national adaptation plan, a nationally determined contribution as referred to in Article 4, paragraph 2, and/or a national communication.
  12. The adaptation communications referred to in paragraph 10 of this Article shall be recorded in a public registry maintained by the secretariat.
  13. Continuous and enhanced international support shall be provided to developing country Parties for the implementation of paragraphs 7, 9, 10 and 11 of this Article, in accordance with the provisions of Articles 9, 10 and 11.
  14. The global stocktake referred to in Article 14 shall, inter alia:
    1. Recognize adaptation efforts of developing country Parties;
    2. Enhance the implementation of adaptation action taking into account the adaptation communication referred to in paragraph 10 of this Article;
    3. Review the adequacy and effectiveness of adaptation and support provided for adaptation; and
    4. Review the overall progress made in achieving the global goal on adaptation referred to in paragraph 1 of this Article.

12 Reacties op “Adaptatie: noodzakelijk, maar ingewikkeld

  1. Hans,

    Het akkoord van Parijs is acht jaar geleden gesloten op grond van data die toen al belegen waren. We zijn inmiddels wereldwijd -tig desastreuze metereologische ‘incidenten’ verder en het staat vast dat +2°C onafwendbaar is gezien wat er vertraagd nog uit de fysische pijplijn komt.

    Het onderscheid mitigatie/adaptie is anno 2023 een mystificatie van de werkelijkheid. Adaptie wordt in bovenstaand stuk geframed als infrastrucureeìle opgave (sterkere dijken, water magement, etc.) maar dat is dweilen met de kraan open. De enige adaptatie aan de fysische realiteit van onafwendbare opwarming is de energietransitie van fossiele bronnen naar kansen van te verwachten metereologische condities (zon, wind, neerslag). M.i. is dat anno 2023 de essentie van adaptatie. Mitigatie van CO2 uitstoot is fysisch een gepasseerd station voor ecologen en een illusie van niet geinformeerde beleidmakers.

    Like

  2. Hans Custers

    Goff,

    De discussie over het onderscheid tussen adaptatie en mitigatie hebben we in het verleden al vaker gevoerd. Ik ben het niet met je eens en ben daarin niet van mening veranderd. Ik zie geen reden om die oude discussie nog een keer te herhalen.

    Verder zeg je: ‘Adaptie wordt in bovenstaand stuk geframed als infrastrucureeìle opgave (sterkere dijken, water magement, etc.) maar dat is dweilen met de kraan open.’ Dat klopt niet. Infrastructurele maatregelen worden genoemd als een van de vele adaptatie-opties die er zijn. De kanttekeningen die jij bij dze optie plaatst worden in mijn stuk ook genoemd.

    Like

  3. “Ik zie geen reden om die oude discussie nog een keer te herhalen.”

    Dat komt wellicht (?) doordat je het onderscheid niet maakt tussen aanpassing aan de globale opwarming (de energie transitie) en regionale aanpassing aan metereolische anamalie-en (infrastructuerele interventies). Dat zijn twee verschillende methodes van adaptatie. Het punt is dat mitigatie van Greenhouse Gasses een gepasseerd station is. De toendra in Mongolie smelt en stoot metraan uit, een krachtiger Greenhouse Gas dan CO2. De oceanen geven -tig geaccumuleerde tera calorieen af. Allemaal niet leuk maar geen reden om de energietransitie niet te kwalificeren wat het is: aanpassing aan de globale opwarming.
    Nogmaals: fixatie op mitigatie van Greenhouse Gasses is een gepasseerd station. Adaptatie aan aangerichte en nog onafwendbare schade maakt de dienst uit terwijl + 2°C globaal nog niet is aangetikt maar wel in de Noordelijke regio’s als Mongolie. De centrale banken hoor ik er niet over, regeringen niet, en jou ook niet. Tja.

    Like

  4. Hans Custers

    Goff,

    De energietransitie valt onder mitigatie, niet onder adaptatie. De hele wereld ziet het zo. Waarom zouden wij het dan anders moeten doen? Zelfs als het semantisch niet zou kloppen is het nog steeds wel zo praktisch om gewoon termen op dezelfde manier te gebruiken als de rest van de wereld.

    Like

  5. Hans,
    hou op met het autoriteits-argument ‘de rest van de wereld’. En er zitten nog een paar andere drogredenerinegn in je reactie maar die laat ik nu maar passeren.
    Wat niet passeert is dat de globale uitstoot van GHG niet daalt. Hoezo mitigatie? Er is enkel aanpassing aan de gevaren van globale opwarming (energietransitie) en aan risico’s van regionale metereolgische extremen (infrastructurele interventies). De rest is op z’n slechts een leugen, op z’n best kletspraat. Wat de rest van de wereld er ook van mag zeggen.

    Er is een wezenlijk verschil tussen voorzorg en nazorg. De energietransitie is nazorg (aanpassing) voor gedane schade terwijl voorzorg (mitigatie) wel bekend was maar niet geregeld. Wat mij betreft huilen de schatkistbewaarders (Rutte, centrale banken, investeerders, intensieve veehouders, etc) krokodillentranen. En hebben onze (klein)kinderen alle reden om een punt te zetten achter het decennialange gedoe over mitiigatie. Er is voor hen geen mitigatie van GHS, enkel aapassing aan de opwarming en aan metereologische extremen. Duidelijk zo?

    Like

  6. Hans Custers

    Goff,

    Het heeft helemaal niks met een autoriteitsargument te maken. We proberen hier duidelijk te communiceren en dan is het wel handig om woorden te gebruiken in de betekenis die ze in de rest van de wereld ook hebben. Anders creëer je alleen onnodige verwarring. En er zijn veel belangrijker dingen te bediscussiëren dan semantiek.

    Dat het tot nu toe gevoerde mitigatie-beleid onvoldoende is bestrijden we helemaal niet en de noodzaak van de energie-transitie net zomin. En dat maakt aanpassing aan veranderingen alleen maar meer noodzakelijk. En dus ook een belangrijk thema om te bespreken. Daar gaat het hier over. En daar zou de discussie bij dit stuk dus ook over moeten gaan.

    Ik verzoek je dringend om onze huisregels te respecteren:
    – Blijf bij het onderwerp: on-topic
    – Geen eindeloze herhalingen van hetzelfde punt

    Like

  7. Het akkoord van Parijs, waar Hans expliciet naar verwijst, definieert het onderscheid tussen adaptatie en mitigatie en Hans volgt die onderscheiding, zoals hij ook in het begin van zijn blogstuk aangeeft. Mitigatie: beperking van de opwarming; adaptatie: maatregelen om de schade, risico’s en kwetsbaarheid die het gevolg zijn van klimaatverandering te beperken. En het ingewikkelde daarvan is dat die maatregelen meer of minder zorgvuldig dan wel onaangepast kan zijn.

    Het lijkt mij niet moeilijk om een aantal risicofactoren op een rijtje te zetten die, naarmate het klimaat opwarmt, een zorgvuldige adaptatie in de weg zullen gaan zitten. Het onderstaande rijtje is niet uitputtend, wel onderling samenhangend, mogelijk op wereldwijde schaal, systemisch van aard en elkaar versterkend, vermoed ik.

    -botsende belangen nemen toe
    -waardoor polarisatie en toenemende (geo)politieke destabilisatie
    -met toenemende sociale conflicten tussen massa’s en elite
    -waardoor meer kans op corruptie en obstructie
    -waardoor bestuurlijk vermogen (niet alleen tot zorgvuldige adaptatie, maar ook tot beperking van de opwarming!) op nationaal en internationaal niveau afneemt
    daarbij:
    de nog steeds toenemende wereldbevolking; de sterke trend van verstedelijking, juist ook naar wereldsteden die aan de kust liggen; toenemend risico op mislukkende oogsten en voedselschokken; toenemende risico’s in andere globale (sub)systemen, waaronder de financieel-economische-logistieke; toenemend risico op instortende ecosystemen waar de mens van afhankelijk is; toenemende ongelijkheid; toenemende vluchtelingenstromen en massamigratie; oplopende begrotingstekorten en staatsschulden; afnemende BBP’s; toenemende schaarste aan grondstoffen; toenemende kans op ziekte-uitbraken en pandemieën; overexploitatie van land- en zeebodems door mijning; toenemende landdegradatie, woestijnvorming, ontbossing, smeltende permafrost, methaan- en ander broeikasgasuitstoot uit natuurlijke bronnen, regionale watertekorten, falende landbouw, regionale hongersnoden, stijgende zeespiegel, overstromingen (en uiteindelijk verlies) van vele kustgemeenschappen; enzovoorts

    Like

  8. Jaap,
    “Mitigatie: beperking van de opwarming; adaptatie: maatregelen om de schade, risico’s en kwetsbaarheid die het gevolg zijn van klimaatverandering te beperken.”

    De energietransitie is de maatregel waar je het over hebt: dat is adaptatie. Precieser gezegd geo-politieke adaptatie. En je weet: dat wil niet echt lukken.
    De fysische werkelijkheid is toename van de globale T. Er is mondiaal geen sprake van matiging ofwel mitigatie. In tegendeel, concentratie van GHG in de atmosfeer neemt toe en daarmee de globale temp. Meegerekend de geaccumuleerde energie in de oceanen en de vertraagde effecten van smeltende methaan-reservoirs in de opgewarmde toendrfa. Afgezet tegen de fysische feiten is ‘mitigatie’ een fata morgana. +2°C pre-industrieel is onafwendbaar, het zit vertraagd in de fysische pijplijn.

    Ik ben het met je eens dat adaptie (de energietransitie) gefrustreerd wordt door een combinatie (accumulatie!) van factoren. De belangrijkste factor is metereologische en ontvrichtende extremen terwijl de globale T oploopt. Het is de reden dat het onderscheid adaptatie/mitigatie nutteloos is. Pace het Klimaat acoord van Parijs 8 jaar geleden. Mijn (klein)kinderen hebben geen enkele boodschap aan gedoe over adaptatie/mitigatie. Hun enige probleem is adaptatie aan de fysiche feiten.

    Like

  9. Goff,
    Artikel 4 van het adaptatie-akkoord van Parijs luidt: “De partijen erkennen dat de huidige behoefte aan aanpassing aanzienlijk is en dat grotere niveaus van mitigatie de behoefte aan extra aanpassingsinspanningen kunnen verminderen, en dat grotere aanpassingsbehoeften hogere aanpassingskosten met zich mee kunnen brengen.”

    Dat onderscheid is dus wel zinvol lijkt mij, want er is een sterke negatieve correlatie tussen beide. Minder mitigatie vereist meer adaptatie, bij meer mitigatie is minder adaptatie nodig. Daar is een oude volkswijsheid over, zoals je ook zelf al aangeeft: voorkomen (voorzorg) is beter dan genezen (nazorg). We schieten inderdaad mateloos tekort (zijn mateloos tekort geschoten) op het gebied van voorzorg. We hadden al vele jaren eerder FF moeten uitfaseren.

    Toch is elke fractie minder opwarming nog meegenomen.

    Like

  10. “We proberen hier duidelijk te communiceren en dan is het wel handig om woorden te gebruiken in de betekenis die ze in de rest van de wereld ook hebben.”

    De rest van de wereld, beste Hans, kan m’n reet roesten. Mijn (klein)kinderen vinden dat ook.
    De fysische feiten zijn: gestage toename van de globale T met alle gevolgen van regionale metereoloische extremen. En aanpassing aan die suepersnerle disruptie van eeuwenoude dynamiek meteriologische is het thema. Mitigatie van GHG is fata morgana. Wat mij betreft mag je er nog eens over nadenken voor je me voor de voeten werpt dat ik een ‘oude discussie’(jouw woorden) herhaal. Nee Hans, het is geen oude discussie. Onze (klein)kinderen zitten er midden in en merken niets van ‘mitigatie’. Tijd om je perspectef en tijdraam bij te stellen, beste Hans. Times are a-changing. Mitigatie is een gepasseerd station. Er zit niets anders op dan adapatiie aan de fysische feiten. De energietransitie is een poging daartoe. De energietransitie semantisch optuigen als mitigatie van GHG is een leugen.

    Like

  11. Hans Custers

    De rest van de wereld, beste Hans, kan m’n reet roesten.

    Dat heb je meer dan genoeg duidelijk gemaakt, Goff. Er is dus geen reden om dat te blijven herhalen. Zie ook onze huisregels.

    Like

  12. “Toch is elke fractie minder opwarming nog meegenomen”

    Nee Jaap, dat is lineaire analyse van een non-lineair ding. Kwantiteit van globale T zegt helemaal niks over kwaliteit van regionale disruptieve metereeologische leefomstandigheden. Helemaal niks. De gevolgen van metereologische extremen zijn voor heeeel veel mensen niet meer behapbaar. Niet in Libie, niet in Mongolie, niet in X, Y en Z. Grote verzekeraars zijn begonnen met metereologische disrupties als onverzekerbaar te verklaren in hun verdienmodel.

    Al in 2007 stelde James Hansen (geen introductie nodig) dat wetenschappelijke terughoudendheid wat betreft risico’s van de opwarming niet op z’n plaats is. Zie: https://iopscience.iop.org/article/10.1088/1748-9326/2/2/024002
    Al in 2007 stelde Richard Alley (geen introductie nog) iets over de snelle smelt van Arctisch Zee ijs.
    En nu in 2023 stelt Stefan Rahmstorf (geen introductie nodig) dat hij de risico-rapportages van IPCC te optimistisch vindt.

    Dus nee, Jaap een fractie minder opwarming (zogeten mitigatie) weegt niet op tegen vergoeding van reeds ontstane schade laat staan beperking van toekomstige schade. Adaptatie maakt voor onze (klein)kinderen de dienst uit, mitigatie is voor hen een gepasseerd station.

    Like

Plaats een reactie