Het heeft een tamelijk hoog open-deur-gehalte, zoals blog-collega Bart schreef in een mail. Maar blijkbaar moest die deur wel ingetrapt worden om te kunnen zien dat hij altijd al wagenwijd open stond. Er zit iets onhandigs in de risico-communicatie van het IPCC, met name van werkgroep I. Dat constateert Rowan Sutton in een kort artikel dat zojuist is verschenen voor open review.
Het komt hier op neer. Werkgroep I van het IPCC kijkt alleen naar waarschijnlijkheden van staartrisico’s; dat zijn de risico-scenario’s met een kleine kans maar grote gevolgen. Dergelijke scenario’s worden dan gekwalificeerd als “very unlikely” of “extremely unlikely”. Daar gaat de sterke suggestie van uit dat er geen rekening mee gehouden hoeft te worden.
Maar klimaatverandering is een risico-kwestie. En in risico-management of -beleid moeten kans en gevolgen even zwaar wegen, omdat ze immers even zwaar meewegen in het risico: risico = kans x effect. Als de kans klein is, maar het effect heel groot, kan dat toch een significante bijdrage aan het risico opleveren. In een zorgvuldige risico-analyse mag die bijdrage niet zomaar terzijde worden geschoven.
Sutton illustreert dit door te laten zien hoe klimaatgevoeligheid bekeken kan worden vanuit een risico-blik. De afbeelding hieronder geeft aan de linkerkant aan hoe we er nu meestal naar kijken: de waarschijnlijkheidsverdeling. Als ook de gevolgen meewegen verandert het beeld. De rechterkant van de afbeelding geeft de verdeling van risico’s, waarin zowel kans als gevolg meeweegt. De conclusie: volgens de risico-benadering zou het niet onlogisch zijn om uit te gaan van een klimaatgevoeligheid die hoger is dan de meest waarschijnlijke waarde.

Schematische weergave van waarschijnlijkheid, effect en risico van de klimaatgevoeligheid. Bron: Sutton 2018
Pingback: Climate change as a matter of risk management requires different choices in communication | My view on climate change
Het is een open deur, maar iemand als Marcel Crok begrijpt het na 15 jaar nog steeds niet. 😉
LikeLike
Het is natuurlijk slechts een schematische weergave maar het lijkt er op dat de opwarming van de Aarde waarschijnlijk niet veel meer zal zijn dan 2 tot 2,5 graad Celsius. Natuurlijk geeft dit best wel veel impact vooral omdat in het Noordpoolgebied de opwarming nu al veel hoger ligt. Maar dat betekent dat de opwarming elders weer veel lager is.
LikeLike
Raymond,
In die schematische grafiek staat de klimaatgevoeligheid en niet de te verwachten opwarming. Hoeveel het zal opwarmen hangt af van hoeveel broeikasgassen we nog in de atmosfeer brengen.
LikeLike
Hi Hans,
Goed om nog eens te wijzen op deze communicatieve hinderpaal. Echter, deze zin zou mogelijk verkeerd geïnterpreteerd kunnen worden door de lezer: “Werkgroep I van het IPCC kijkt alleen naar waarschijnlijkheden van staartrisico’s; dat zijn de risico-scenario’s met een kleine kans maar grote gevolgen.”
Wat je daar NIET bedoelt: het IPCC kijkt alleen naar de risico-scenario’s met een kleine kans.
Nee, je bedoelt: v.w.b. de risico-scenario’s met een kleine kans, kijkt het IPCC alleen naar de kans … en niet naar (kans * gevolgen) = risico.
Dat geldt met name voor het Working Group I rapport. Mijns inziens komt dit door het opsplitsen van de IPCC rapporten in ‘The Physical Science Basis’ (WG I) en afzonderlijk een rapport dat ingaat op risico’s, namelijk WG II met ‘Impacts, Adaptation and Vulnerability’.
Daardoor wordt in WG I de factor ‘gevolgen’ (ofwel ‘Impacts’), in het rekensommetje (kans * gevolgen) niet meegenomen.
LikeLike
Nou, eventueel verkeerde lezing van die zin lijkt me uitgesloten door de zin die er direct op volgt en door de zin die daar weer opvolgt.
Blijft staan dat het ontwerp / rationale van de IPCC-rapportages risico-analytisch niet onhandig maar ondeugdelijk is. Anno 2018 zijn bij een luttele >1°C de klimaatrelevantie fenomenen (ik bedoel dus niet fysische parameters) moving targets met drastische gevolgen (Lucifer 1.0 hield hier in 2017 huis, de aangekondigde Lucifer 2.0 is as we speak inmiddels gearriveerd). Ik wil maar zeggen: we zitten met genomen staartrisico’s uit 1970 v.v. van vorige eeuw toen o.m. Club van Rome al op het staartje wees. Me lijkt dat de thematiek van ‘klimaatgevoeligheid’ iets weg heeft van de kale man die op zoek zijn naar een geschikte kam.
LikeLike
Goff,
Klimaatgevoeligheid is geen kam voor een kale man. Het is ten eerste een bruikbaar wetenschappelijk begrip. En ten tweede zou ik niet weten hoe je zonder rekening te houden met zoiets als klimaatgevoeligheid afspraken zou kunnen maken zoals die van Parijs 2015.
Er lijken wat misverstanden op te doemen over terminologie. Een toename van het aantal hittegolven zou ik geen staartrisico noemen. Het is eerder een onontkoombaar gevolg van de opwarming van het klimaat. Het is dus geen scenario met een kleine kans, maar de kans ligt heel dicht bij 1. Op klimaatschaal bekeken: wereldwijd en over langere tijd.
Met staartrisico’s worden anderen dingen bedoeld. Kantelpunten in het wereldklimaat, bijvoorbeeld: snelle zeespiegelstijging door het instabiel worden van delen van de ijskap van Antarctica, of het stilvallen van de circulatie in de Atlantische Oceaan, of het vrijkomen van grote hoeveelheden methaan uit de permafrost of uit methaanhydraten in de oceaan. Dat zijn, naar klimaatwetenschappelijke maatstaven, echt grote gevolgen. De kans dat zoiets gebeurt neemt toe, naarmate het verder opwarmt. En dus is klimaatgevoeligheid een van de factoren die van invloed is op het risico.
LikeLike
Deze figuren zijn denk ik heel nuttig in de risico-communicatie, dus dank daarvoor. Ik had ze nog niet zo duidelijk langs zien komen. In hun compactheid leggen ze een integrale relatie tussen klimaatgevoeligheid en impact, die in werkelijkheid waarschijnlijk nog minstens twee tussenstappen heeft: de gevoeligheid van delen van het aardsysteem voor temperatuur (bv de ijskapgevoeligheid voor opwarming), en de gevoeligheid van het sociale systeem voor veranderingen in delen van het aardsysteem (zoals bv gevoeligheid van steden voor zeespiegelstijging).
Ook op de twee tussenstappen bestaan onzekerheidsmarges die van invloed zijn op de uiteindelijke risico-analyse. Vervolgens hebben adaptatie- en mitigatie-maatregelen ook weer onzekere sociale effecten en is ook daar een risico-analyse nodig voor de uiteindelijke politiek-maatschappelijke afweging over bv welke mate van mitigatie wenselijk c.q. haalbaar is.
Urgenda bv schat in dat Nedeland in 2030-2035 van het aardgas af kan en moet zijn, en ook de gemeente Den Haag wil dat volgens het nieuwe coalitieakkoord. De landelijke overheid maakt vooralsnog een andere inschatting en mikt op 2050, evenals bv de woningcorporaties. Een vraag is welke risico-inschattingen in deze discussie doorslaggevend zijn om voor de ene of de andere weg te kiezen, of om op een weg ergens daartussen uit te komen.
Tot dusver zijn die inschattingen volgens mij vaak nog erg schetsmatig, maar wellicht kunnen die in de loop van de komende jaren nader ingevuld worden en zo helpen tot meer consensus hierover te komen (los van allerlei andere machtsprocessen e.d. die uiteraard medebepalend zijn voor die mate van consensus)?
LikeLike
Lennart,
Het principe van die figuur is belangrijk voor de risico-communicatie. Maar ik denk dat de figuur zelf, vooral de grafiek aan de rechterkant, ook veel verwarring op kan leveren bij niet-ingewijden. Ik vind het best lastig om de goede woorden te vinden voor wat daar nu precies is weergegeven.
Wat het principe risico = kans x effect betreft: bij complexe risico zit daar altijd een keten van kansen en gevolgen of gebeurtenissen achter. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor het type risico-analyse dat ik in een ver verleden zelf nog wel eens uitvoerde, voor zoiets als het gevaar van een ontsnapping van een brandbare gaswolk bij een bedrijf. De kans dat er buiten het bedrijf slachtoffers vallen wordt dan bepaald door de kans op een ontsnapping én de kans op een bepaalde windrichting en -snelheid én de kans op ontsteking én de kans dat er mensen in de buut zijn. Voor klimaatrisico’s kunnen dergelijke ketens van kansen en gevolgen nog veel langer en complexer zijn.
LikeLike
Jimmy Carter liet o.i.v. de Club van Rome in jaren ’70 vorige eeuw zonnepanelen op het Witte Huis zetten, dat was destijds een presidentieel signaal: tijd om het roer om te gooien, de vigerende energie-praxis is te riskant. Ronald Reagan liet begin ’80 de panelen op het presidentële dak demonteren en lapte het signaal van zijn voorganger niet alleen aan zijn laars, hij maakte het belachelijk.
Er zijn geen misverstanden over terminologie, althans niet bij mij. Onze huidige toename van hittegolven is het gevolg van de staartrisico’s (enige kans, grote gevolgen) die Carter c.s. wilde afwenden en die Reagan c.s. lachend negeerde. Beide heren hadden uiteraard geen idee van de magnitude van wat staartrisico anno 2018 betekent.
Het is heel simpel, Hans. Wij zitten anno 2018 met luttel >1°C al met de handen in het haar met de gevolgen van risico’s die Reagan c.s. destijds genomen heeft en die Carter wilde afwenden. Klimaatgevoeligheid, je zegt het, is een wetenschappelijk bruikbaar begrip om toekomstige lange termijn (on)waarschijnlijkheden te plotten. Maar risico-analytisch is het voor ons en onze kinderen van nul en generlei waarde.
LikeLike
Goff,
Als jij er je eigen definitie van staartrisico’s op na wil houden vind ik dat prima. Ik probeer je alleen duidelijk te maken wat klimaatwetenschappers bedoelen met dat begrip.
De communicatie is wel erg lastig als jij vast blijft houden aan je eigen betekenis.
LikeLike
Hoi Goff,
“Nou, eventueel verkeerde lezing van die zin lijkt me uitgesloten door de zin die er direct op volgt en door de zin die daar weer opvolgt.”
Het uit de context halen van één zin (en dan de betekenis verkeerd interpreteren), is ‘de rigueur’ onder klimaatsceptici. Daarom is het beter om dergelijke zaken voor te zijn.
“Blijft staan dat het ontwerp / rationale van de IPCC-rapportages risico-analytisch niet onhandig maar ondeugdelijk is.”
Mwah. Op zich is het terecht dat men een onderscheid maakt tussen louter fysisch/chemisch onderzoek naar klimaatverandering (WG I) versus de sociologische/ecologische/economische ernst van de gevolgen (WG II). Ook is het zo dat WG II pas ná WG I wordt opgesteld, juist omdat dan pas de meest recente beoordeling van ‘kans’ in:
risico = kans * gevolgen
beschikbaar is. Dit communicatie-probleem is eenvoudig te ondervangen door het WG I rapport aan te vullen met de suggesties die Sutton doet in zijn (hierboven besproken) publicatie, zoals:
Klik om toegang te krijgen tot esd-2018-36.pdf
En ook met een figuur zoals die in het bovenstaande blogstuk staat. Zie verder wat Hans er al over schrijft.
LikeLike
“Ik vind het best lastig om de goede woorden te vinden voor wat daar [in de grafiek inzet stukje] nu precies is weergegeven.”
Ja, nogal logisch, Hans. Er is niet uit te komen. Zoals je zelf al aangeeft met je pro memorie aan Lennart hierboven: “Voor klimaatrisico’s kunnen dergelijke ketens van kansen en gevolgen nog veel langer en complexer zijn.”
En nee, ik houd er geen eigen definitie van staartrisico’s op na en ben goed bekend met het risico-analytische black swan fenomeen. Het punt van de Zwarte Zwaan is dat zijn betekenis niet ligt in de mate van zijn *statistsche waarschijnlijkheid* maar in onze adaptie-capaciteit zodra z0’n zwaan tot leven komt. De uitvinder van het Zwarte Zwaan concept was en is daar kristalhelder over.
Lucifer 1.0 en de inmiddels gearriveerde Lucifer 2.o (het zijn 2 voorbeelden uit vele) zijn historische (Charles Keeling, Club van Rome) probalistische zwarte zwaantjes die werkelijkheid zijn geworden. Maatschappelijke werkelijkheid. Daar gaat risico-analyse over en we zijn inmiddels zo ver dat risicodekking niet in toekomstgerichte mitigatie zit maar in momentane adaptatie. Future is now. De rest is interessante (daar niet van) klimatologische observatie en long term probability plots.
LikeLike
Nee, Goff, risico-analyse gaat juist NIET over maatschappelijke werkelijkheid. Risico-analyse gaat per definitie over de onzekere toekomst. En dus is statistische waarschijnlijkheid altijd een factor.
Nogmaals: hittegolven of extreme neerslag zoals we die hier de afgelopen maanden hebben gehad zijn geen staartrisico’s. Dat zijn ze misschien wel als je ze bekijkt vanuit het oogpunt van de traditionele meteorologie, maar juist niet vanuit het oogpunt van klimaatverandering. Bij staartrisico’s van klimaatverandering gaat het om mogelijke gevolgen die veel en veel groter en ingrijpender zijn dan Lucifer 1.0 en 2.0.
LikeLike
Het verbaast me wel dat deze studie (en waarschijnlijk vele andere) uit gemakzucht of om andere redenen die ik niet ken vasthoudt aan de ‘grote’ marge 1.5-4.5 °C voor ECS vasthoudt, terwijl deze door een studie begin dit jaar al vernauwd was naar 2.2-3.4°C. Zijn wetenschappers ‘verplicht’ om aan de IPCC-waarden vast te houden?
https://www.nature.com/articles/nature25450
(Dit is waarschijnlijk een artikel waar veel klimaat-sceptici mee zwaaien)
Wat me ook verbaast is hoe je kansberekening kunt uitvoeren op incomplete gegevens. We kunnen kans berekenen op het totaal aantal mogelijkheden (dobbelstenen) of op een gemiddelde waarde waarmee een fenomeen zich voordoet (radioisotopen) enz. Maar in klimaatstudies, of in de communicaties van het IPCC waarop wordt de kansberekening daar eigenlijk gebaseerd? Ik denk dat het antwoord “modellen” is, maar waarop zijn die modellen gebaseerd? Op natuurkundige samenhang van gegevens uit de actuele of mogelijk toekomstige atmosfeer of op de geschiedenis van de atmosfeer van de Aarde?
Ik heb voor de zekerheid ook het voorgaande blog daarover gelezen “Risicoperceptie, een bron van misverstanden” dat ook grotendeels over “kans” gaat. Daarin lees ik veel over persoonlijke opvattingen over kans en weinig over de wetenschappelijke kansberekening. Gaat het hier om Bayesiaanse kans? D.w.z. op persoonlijke overtuiging gebaseerde kans? Ik zou daar graag wat toelichting bij zien.
LikeLike
Marleen,
Niemand is verplicht het IPCC (of welke andere bron dan ook) te volgen. Wel is het zo dat rapporten van het IPCC gezaghebbend zijn, omdat ze immers door honderden wetenschappers worden gemaakt, en daarom vaak als bron worden gebruikt.
Dat één onderzoek op een kleinere bandbreedte uitkomt voor de klimaatgevoeligheid maakt dat nog niet direct tot de waarheid. Er zijn in de loop der jaren veel onderzoeken verschenen naar klimaatgevoeligheid, sommige komen hoog uit, andere laag. Het blijkt onder meer te maken te hebben met de gevolgde methode. En het maakt natuurlijk ook uit of je het 66%, 95% of 99% waarschijnlijkheidsinterval neemt.
De grafiek bij het artikel van Rowan Sutton is een schematisch weergave van het principe waar het over gaat. Er zit dus geen gedetailleerde kansberekening achter. En er is geen algemene regel voor dergelijke kansberekeningen. Als er in een artikel sprake is van waarschijnlijkheden zul je dus in het artikel zelf moeten kijken hoe die zijn bepaald. Het IPCC baseert zich dan weer op alle beschikbare wetenschappelijke literatuur. In sommige gevallen gebruiken ze ook een “expert judgement”.
LikeLike
“Nogmaals: hittegolven of extreme neerslag zoals we die hier de afgelopen maanden hebben gehad zijn geen staartrisico’s. Dat zijn ze misschien wel als je ze bekijkt vanuit het oogpunt van de traditionele meteorologie, maar juist niet vanuit het oogpunt van klimaatverandering. ”
Hans, als ik me niet vergis is het onderscheid meteorologie / klimatologie behoorlijk aan slijtage onderhevig. Global scale meteorologie is methodologisch nauwelijks meer te onderscheiden van klimatologie. Dankzij, enerzijds, toenemende observaties-data en doorrekenkracht en anderzijds door de historische anomalieën (inmiddels dus gemeengoed) in globale weerpatronen t.g.v. de CO2 gerelateerde opwarming.
“Bij staartrisico’s van klimaatverandering gaat het om mogelijke gevolgen die veel en veel groter en ingrijpender zijn dan Lucifer 1.0 en 2.0.”
Het is maar net wie wat groot en ingrijpend vindt. Er is zoiets als normalcy bias, ook onder klimatologen die regelmatig laten weten ’surprised’ te zijn door hun onderzoeksresultaten. Zoals nu weer de auteurs van het juist verschenen stuk in Nature over de Antarctische ijssmelt. De staartrisico’s waar je het nu het over hebt betreffen het einde van de planeet in zijn hoedanigheid van onze habitat. Zolang die habitat nog enigszins intact is zie ik fenomenen als Lucifer 1.0 en 2.0 als een gevolg van staartrisico’s [kleine kans, heel grote gevolgen] die al lang bekend zijn en die tegen beter weten in de afgelopen decennia zijn genomen.
LikeLike
Goff,
Ik probeer je alleen maar duidelijk te maken wat in de context van een artikel als dat van Sutton staartrisico’s zijn. Die hebben te maken met zaken als kantelpunten in het mondiale klimaat.
Je blijft dat punt steeds ontwijken. Het vervagende onderscheid meteorologie / klimaatwetenschap heeft hier niks mee te maken. Bovendien: ik schreef niet voor niets “traditionele meteorologie”.
Meer en extreme hittegolven, meer extreme neerslag, zwaardere orkanen, dat zijn allemaal voor de hand liggende gevolgen van klimaatverandering. En dus geen staartrisico’s.
Dat er de afgelopen decennia risico’s zijn genomen en dat we daar nu de gevolgen van zien staat niet ter discussie. Maar daar gaat het hier niet over. Een risico-analyse geeft inzicht in de mogelijke toekomstige gevolgen van beslissingen die we nu nemen.
LikeLike
Hallo Marleen,
Je zegt: “Het verbaast me wel dat deze studie (en waarschijnlijk vele andere) uit gemakzucht of om andere redenen die ik niet ken vasthoudt aan de ‘grote’ marge 1.5-4.5 °C voor ECS vasthoudt, terwijl deze door een studie begin dit jaar al vernauwd was naar 2.2-3.4°C.”
Er zijn nog méér recente studies naar de ECS en niet alleen die ene studie die op 2.2-3.4°C uitkwam. Dat laatste betrof overigens een 1-sigma onzekerheidsmarge en het is gebruikelijk om de ruimere 2-sigma onzekerheidsmarges aan te houden (de middelste 5% tot 95% van het waarschijnlijkheidsinterval).
Belangrijker: de figuur uit deze studie illustreert alléén het principe van vermenigvuldigen met ‘Impact’ om tot een risico-analyse te komen. Deze studie maakt helemaal GEEN ENKELE nieuwe schatting van de ECS en gaat daar niet over. Het illustreert alléén het ontbreken van een risico-analyse in WG I.
Dus nee, het is niet verplicht om aan de 1.5-4.5 °C voor ECS vast te houden. 😀
“Gaat het hier om Bayesiaanse kans?”
Sommige van de studies naar klimaatgevoeligheid gebruiken wel een Bayesiaanse methode (zie bijvoorbeeld James Annan en Julia Hargreaves. Dan wordt er een Bayesian getoetst aan o.a. paleoklimatologische gegevens. Het IPCC kijkt naar alle verschillende categorieën van methoden met hun sterke en zwakke kanten en neemt ruwweg de centrale 5% – 95% van de (overlappende) kansverdelingen van (betrouwbare) studies. De meest recente studie is niet per definitie de meest gezaghebbende.
LikeLike
Hans en Bob,
Dank voor jullie antwoord. Ik begreep wel dat het in deze studie niet ging om ECS-bepaling, maar in de figuur stond de al sinds de jaren negentig geldende marge van 1.5 – 4.5, en zelfs als dat niet het onderwerp van een studie is dan neem je een dergelijke marge toch zeer bewust wanneer je figuren gebruikt.
Het mag dan van groot belang zijn voor overheden en beleidsmakers om risico’s te kennen en schattingen te kunnen maken van schade, maar het lijkt me erg onwetenschappelijk. Hoe wordt risico uitgedrukt, in wat voor een grootheid? Hoe wordt kans x impact uitgedrukt?
Berekenen van kans met gebruik van modellen is misschien de beste manier. Mocht je echter met 100 modellen 90 keer dezelfde uitkomst krijgen dan kun je inderdaad zeggen dat er een grote kans is, maar dan heb je geen precedent of precedenten.
Voor veel gevolgen staat al vast (in ons denkraam) dat ze catastrofaal zijn, dus alles hangt af van de kans waarmee evenementen zich voordoen. Dat is de enige parameter die ertoe doet. Die kans ligt kennelijk lager in de recentere studie die ik linkte omdat daarin ook waarden uit langer geleden perioden in de modellen meegenomen worden, waarmee de kans dat ECS 3°C (IPCC) zal zijn van ongeveer 35% switcht naar een ECS van 2,8°C (Cox et al.) met een kans waarvan ik de waarde niet kan aflezen maar die waarschijnlijk hoger ligt.
Dank voor de link, al is me niet helemaal duidelijk waar ik de informatie over het gebruik van Bayesiaanse methode kan vinden.
LikeLike
Marleen,
Die bandbreedte komt uit het meest recente IPCC-rapport:
“there is high confidence that ECS is extremely unlikely less than 1°C and medium confidence that the ECS is likely between 1.5°C and 4.5°C and very unlikely greater than 6°C.”
Vooralsnog zijn er bij mijn weten geen studies geweest die overtuigend hebben aangetoond dat er uitgegaan kan worden van een kleinere bandbreedte. Een nieuw onderzoek haalt niet alle voorgaande onderzoeken meteen onderuit. Overigens zou je, vanuit risico-perspectief bekeken, misschien wel de bandbreedte van 1 – 6 °C als uitgangspunt moeten nemen.
Kwantificeren van risico’s is vaak lastig, in allerlei soorten risico-analyses. Het gaat per definitie over onzekerheid en over de ongewisse toekomst. Maar dat doet niet af aan het principe dat sommige zaken het beste te benaderen zijn als een risico-kwestie. Dat geldt ook voor klimaatverandering. Ik vind het juist bijzonder wetenschappelijk om dat niet uit de weg te gaan, ook al is het ingewikkeld en ligt de pasklare oplossing dus niet voor het grijpen.
Er zijn zoveel mogelijke gevolgen van klimaatverandering dat er niet één methode of één maat is om al die risico’s uit te drukken. En als er een overkoepelend overzicht gemaakt wordt van al die risico’s dan zal dat altijd op een hoog abstractieniveau zijn. Dat is onvermijdelijk bij zo’n complexe kwestie. Dan krijg je dus iets als dit (uit dit artikel, helaas paywalled):
LikeLike
Hi Marleen,
“maar in de figuur stond de al sinds de jaren negentig geldende marge van 1.5 – 4.5, en zelfs als dat niet het onderwerp van een studie is dan neem je een dergelijke marge toch zeer bewust wanneer je figuren gebruikt.”
De range 1.5 – 4.5 °C geldt nog steeds als de kansverdeling indien het om de ECS gaat (Equilibrium Climate Sensitivity per verdubbeling van de CO2-concentratie). Dat één recent paper op 2.2 – 3.4 °C uitkomt, wil nog niet zeggen dat er iets aan de 1.5 – 4.5 °C verandert…
Zo is er bijvoorbeeld ook een studie van afgelopen december die op een ECS van 3.0 – 4.2 °C uitkomt:
https://www.nature.com/articles/nature24672
De spreiding in de studies is nog steeds aanzienlijk. Het IPCC zal bij AR6 opnieuw al die studies vergelijken en zien of er reden is om de onzekerheidsmarge aan te scherpen. Zo was in AR4 de range anders, namelijk 2 – 4.5 °C. Uiteraard is een ECS ergens in het midden van de kansverdeling wél waarschijnlijker dan de onder- of bovengrens.
“Hoe wordt risico uitgedrukt, in wat voor een grootheid? Hoe wordt kans x impact uitgedrukt?
Geld, meestal. In de econometrie vermenigvuldigt men de kans op een schade met het schadebedrag (impact), dat er gemoeid is met het realiseren van die kans.
“… waar ik de informatie over het gebruik van Bayesiaanse methode kan vinden.”
Even terugbladeren op het blog van James Annan, bijvoorbeeld hier:
http://julesandjames.blogspot.com/2017/11/implicit-priors-and-energy-balance-of.html
http://julesandjames.blogspot.com/2017/09/more-on-bayesian-approaches-to.html
In laatstgenoemd blogstuk bespreekt Annan een studie naar voordelen van een Bayesiaanse methode, door Mike Mann e.a. (hier integraal te lezen):
Klik om toegang te krijgen tot MLOClimaticChange17.pdf
LikeLike
@Marleen,
“Het mag dan van groot belang zijn voor overheden en beleidsmakers om risico’s te kennen en schattingen te kunnen maken van schade, maar het lijkt me erg onwetenschappelijk.”
Zowel de mate van waarschijnlijk van een klimatologische gebeurtenis als ook het calculeren van de gevolgen voor mens & habitat zijn gedisciplineerde slagen in de lucht – very educated guesses. Wat een fenomeen zoals Harvey bijna jaar geleden aan schade heeft veroorzaakt is grosso modo vastgesteld: 125 miljard dollar, vooral door de desastreuze hoeveelheid neerslag die ermee gepaard ging. En dat Harvey niet de laatste in de rij zal zijn kun je gevoeglijk aannemen.
@Hans, Bob
Iets over de rationale van IPCC risico-analyse.
Klimatologen kijken naar een globale energie balancering-in-rappe-transitie. De fenomenen zijn voor onderzoekers moving targets vanwege o.m. vertragingseffecten binnen het klima-systeem. Er is maar mondjesmaat wetenschappelijk solide chocola van te maken: “meer onderzoek is nodig” is de standaard wetenschappelijke conclusie van menig onderzoek. Intussen nemen extreme klima- en meteofenomenen wereldwijd hand over hand toe. Excessieve droogte daar, excessieve neerslag hier, regionale T-verschillen binnen een week die normaal seizoensverschillen zijn, nog snellere Antarctische ijssmelt dan voorzien, etc. etc..
De opzet van de IPCC risico-analyse is m.i. anno 2018 achterhaald. Die opzet is: eerst de huidige klimatologische feiten (WG I) dan de mogelijke gevolgen in de toekomst (WG II). Het feit is dat de feiten zienderogen veranderen: de weergoden dicteren sneller dan de klimatoloog in steno kan bijhouden. Ik stel me zo voor dat in 2030 het IPCC zijn opdracht [alle wetenschappelijke info m.b.t. klimaatverandering in kaart brengen] niet zozeer prospectief maar retrospectief zal opvatten. Who dunnit?
LikeLike
Goff,
Je suggereert nu dat klimaatwetenschappers in het duister tasten over de gevolgen van klimaatverandering. Het tegendeel is het geval: in grote lijnen zien we de gevolgen zoals die al lange tijd worden verwacht. Natuurlijk is er een flinke bandbreedte en natuurlijk is niet alles voorspelbaar. Maar dat is nu precies de reden waarom klimaatverandering een risico-kwestie is. Als je precies weet wat je kunt verwachten doe je een voorspelling en geen risico-analyse.
Overigens lijkt de taak van het IPCC me per defintie prospectief. Het is immers bedoeld ter ondersteuning van beleid: mitigatie en adaptatie. De schuldvraag lijkt me meer iets voor juristen dan voor (natuur-)wetenschappers. En juristen zijn daar nu al mee bezig.
LikeLike
Hans, goed lezen svp. Ik suggereer geen ‘in het duister tasten’ over toekomstige gevolgen van klimaatverandering, Ik zeg iets over het moeilijke & moeizame onderzoek naar hier-en-nu klimaatverandering.
Verder: de opdracht van IPCC is ‘alle wetenschappelijke info m.b.t. klimaatverandering in kaart brengen.’ Klimaatverandering is reeds decennia-lang aan de gang en heeft aanwijsbare fysische oorzaken ten gevolge van aanwijsbare humane beslissingen. Mijn hint was dat er geen prospect is zonder retrospect. En laat de schuldvraag maar zitten; dat is niet wat ik bedoelde met ‘who dunnit’.
LikeLike
Goff,
Je verwijt mij dat ik niet goed lees en voegt vervolgens zelf het woord “toekomstige” toe aan wat ik werkelijk schreef. Terwijl ik het toch ook duidelijk had over gevolgen “die we zien”. Waarmee ik het hier en nu bedoelde. Je ontwijkt dus weer mijn punt.
Ik geloof niet dat hier nog een constructieve discussie van kan komen, dus ik laat het daar maar bij.
LikeLike
Hans,
wat ik inbracht is iets over de rationale van de IPCC risico-analyse in het licht van hand over hand toenemende extremen anno 2018. Dat is nu weggedrukt door gedoe over een enkel woord dat ik inderdaad beter niet had kunnen gebruiken maar dat kennelijk reden genoeg is om wat ik inbracht te laten voor wat het is. Daar heb ik vrede mee, ik heb het ingebracht en het staat in de record.
LikeLike
Goff,
Er wordt niets weggedrukt. Wat jij zegt over de rationale van de IPCC risico-analyse is al meermaals door mij beantwoord. Maar laat ik het dan nog maar een allerlaatste keer proberen, met drie kernpunten.
1. Een risico-analyse is per definitie prospectief.
2. Het IPCC heeft de opdracht om beleids-relevant te rapporteren, ook dat is per definitie prospectief.
3. Een retrospectieve analyse van risico’s of onzekerheden is heet geen risico-analyse maar een attributie-studie. Het IPCC (en de klimaatwetenschap in het algemeen) neemt dergelijke onderzoeken al mee, bijvoorbeeld omdat ze kennis opleveren die de risico-analyse beter kan maken.
LikeLike
Nog even terugkomend op de bandbreedte van de klimaatgevoeligheid: dit stuk van Zeke Hausfather geeft een mooi overzicht van de stand van zaken in de wetenschap.
LikeLike
Pascal (i.e. Pascals bet) lives!
Paai
LikeLike
Hans,
– “Een risico-analyse is per definitie prospectief”.
Nogal wiedes, waar het om gaat is dat het decennialang aanhoudende dralen met CO2-reductie risico*factor* nr. 1 is wat betreft globale opwarming. IPCC benoemt dat dralen als factor nr.1 niet voor zover ik weet.
– “Het IPCC heeft de opdracht om beleids-relevant te rapporteren, ook dat is per definitie prospectief.”
Risico-analyse gaat niet over toekomstige tijd maar over huidige skin in the game. Illustratie: Shell of het ABP is helemaal niet bezig met het ‘mieljeu’, nooit geweest ook, de koers op de beurs is het enige wat voor ze telt. IPCC rept in de ‘beleids-relevante’ rapportage niet over aanwijsbare grote skin the game spelers, mag er contractueel niet over reppen. Het is emblematisch voor het super wicked problem van de opwarming dat ik hier ooit heb toegelicht in een gastblogstuk.
– “Een retrospectieve analyse van risico’s of onzekerheden is heet geen risico-analyse maar een attributie-studie.”
Precies. En de wetenschappelijke attributie van de opwarming wijst ontegenzeglijk op menselijke beslissingen – tegen beter weten in – over hun stookgedrag. IPCC dient daar m.i. expliciet en duidelijk over te zijn wil het daadwerkelijk relevantie info verschaffen voor beleidsmakers.
LikeLike