Tagarchief: risicocommunicatie

Een onhandigheid in de risico-communicatie van het IPCC

Het heeft een tamelijk hoog open-deur-gehalte, zoals blog-collega Bart schreef in een mail. Maar blijkbaar moest die deur wel ingetrapt worden om te kunnen zien dat hij altijd al wagenwijd open stond. Er zit iets onhandigs in de risico-communicatie van het IPCC, met name van werkgroep I. Dat constateert Rowan Sutton in een kort artikel dat zojuist is verschenen voor open review.

Het komt hier op neer. Werkgroep I van het IPCC kijkt alleen naar waarschijnlijkheden van staartrisico’s; dat zijn de risico-scenario’s met een kleine kans maar grote gevolgen. Dergelijke scenario’s worden dan gekwalificeerd als “very unlikely” of “extremely unlikely”. Daar gaat de sterke suggestie van uit dat er geen rekening mee gehouden hoeft te worden.

Maar klimaatverandering is een risico-kwestie. En in risico-management of -beleid moeten kans en gevolgen even zwaar wegen, omdat ze immers even zwaar meewegen in het risico: risico = kans x effect. Als de kans klein is, maar het effect heel groot, kan dat toch een significante bijdrage aan het risico opleveren. In een zorgvuldige risico-analyse mag die bijdrage niet zomaar terzijde worden geschoven.

Sutton illustreert dit door te laten zien hoe klimaatgevoeligheid bekeken kan worden vanuit een risico-blik. De afbeelding hieronder geeft aan de linkerkant aan hoe we er nu meestal naar kijken: de waarschijnlijkheidsverdeling. Als ook de gevolgen meewegen verandert het beeld. De rechterkant van de afbeelding geeft de verdeling van risico’s, waarin zowel kans als gevolg meeweegt. De conclusie: volgens de risico-benadering zou het niet onlogisch zijn om uit te gaan van een klimaatgevoeligheid die hoger is dan de meest waarschijnlijke waarde.

Schematische weergave van waarschijnlijkheid, effect en risico van de klimaatgevoeligheid. Bron: Sutton 2018

Risicoperceptie, bron van misverstanden

Het citaat hierboven, afkomstig uit een artikel van Valerie J. Brown, geeft goed aan waarom risicoperceptie zo’n ingewikkeld onderwerp is. Een onderwerp zelfs waar de wetenschap nog niet zo heel veel van begrijpt. Risico wordt gedefinieerd als kans maal gevolg. Het element “kans” staat voor onzekerheid, maar omdat ons brein niet goed om kan gaan met onzekerheid ziet het vaak een tegenstrijdigheid. Tegenover de kans dat er iets vervelends gebeurt, of iets ernstigs, of iets rampzaligs, staat de kans dat dat juist niet gebeurt. Onzekerheid incalculeren vinden we ingewikkeld en dus maken we liever een duidelijke keuze: ofwel ligt er gevaar op de loer en moeten we continu waakzaam zijn, ofwel is er niks aan de hand. De schijnbare tegenstrijdigheid in informatie over risico’s zorgt er, samen met verschillende en (deels) subjectieve criteria waarop we kansen en mogelijke gevolgen beoordelen, voor grote verschillen in risicoperceptie. Die verschillen spelen op individueel niveau, maar ook op het niveau van groepen mensen.

Verschillen in risicoperceptie zijn op allerlei manieren zichtbaar in de keuzes die mensen maken in hun dagelijks leven: in eetgewoonten, in verkeersgedrag, in gebruik van verslavende en verdovende middelen, in de manier hoe huizen worden beveiligd tegen inbraak, in gekozen vakantiebestemmingen, enzovoort. En we gaan net zo verschillend om met minder grijpbare risico’s; die van de lange termijn, of met kleine kans en grote gevolgen. Lees verder

De risicoanalyse van James Hansen en het mijnenveld van de risicocommunicatie

Hansen fig22

Als het de bedoeling van James Hansen was om met zijn nieuwe artikel opschudding te veroorzaken, dan is dat wel gelukt. Een zoekopdracht bij Google naar recente nieuwsartikelen met de termen “Hansen” en “climate” levert honderden resultaten op. In Nederland besteedden onder meer De Volkskrant en Nieuwsuur aandacht aan het artikel.

Het artikel met de titel “Ice melt, sea level rise and superstorms: evidence from paleoclimate data, climate modeling, and modern observations that 2 °C global warming is highly dangerous” is geen soloactie van Hansen. Hij heeft 16 coauteurs: wetenschappers uit de VS, Frankrijk, Duitsland en China. Hansen presenteert zich wel nadrukkelijk als het boegbeeld van het onderzoek en hij laat er geen twijfel over bestaan dat hij er maatschappelijke consequenties aan verbindt. Ook in het artikel zelf doet hij dat. In de conclusies geeft hij als veilige bovengrens voor de CO2-concentratie een waarde van 350 ppm, dat is 50 ppm lager dan de huidige concentratie. Hij meent dat dit een haalbare doelstelling is voor het eind van de eeuw.

Hansen en zijn coauteurs hebben gekozen voor een benadering die voor risicoanalisten heel gebruikelijk is, maar in de doorgaans terughoudende (klimaat)wetenschappelijke wereld minder. Ze geven daarmee gehoor aan de oproep van Kerry Emanuel van vorig jaar om aandacht te geven aan zogenaamde staartrisico’s. Al gebiedt de eerlijkheid wel te zeggen dat het niet helemaal duidelijk is of Hansen het scenario dat in het artikel wordt behandeld ook als staartrisico ziet. Het artikel wekt wat meer die indruk dan zijn publieksoptredens. Juist met die publieksoptredens begeeft hij zich in een mijnenveld. Risicocommunicatie heeft sinds de jaren ’80 van de vorige eeuw de nodige aandacht gehad in Nederland (en daarbuiten) en degenen die zich ermee bezig hebben gehouden weten dat er heel veel mis kan gaan. Lees verder