Tagarchief: tijdschalen

Pauselijke Encycliek ziet klimaatverandering als ethisch-moreel issue

Met de Encycliek Laudato Si heeft Paus Franciscus klimaatverandering duidelijk als een moreel issue gepresenteerd. En terecht: In de kern gaat de maatschappelijke discussie niet over hockeysticks of over andere details van de wetenschap, maar vooral over ethische vragen en andere aspecten van iemands wereldbeeld. Welke waarde hecht je aan de toekomst in relatie tot het heden? Hoe kunnen we het beste de natuurlijke hulpbronnen, de ‘commons’, verdelen onder de mensen die vandaag leven, en delen met toekomstige generaties? Dit zijn de fundamentele vragen die onder de onenigheid over klimaatverandering verborgen zitten, en die meer expliciet bediscussieerd zouden moeten worden. De encycliek zou daar best eens een belangrijke impuls voor kunnen betekenen.

Mondiaal gemiddelde temperatuur t.o.v. preïndustriele tijdperk vanaf de laatste ijstijd tot het heden, en projecties naar de toekomst toe op basis van vier verschillende emissie scenario’s (RCP’s). Grafiek is samengesteld uit verschillende datasets, analoog aan de ‘wheelchair’ grafiek van Jos. Temperatuurranges voor de drempelwaarde waarbij bepaalde ‘tipping points’ worden bereikt zijn aangegeven in de geel-rode balken. Bron: Schellnhuber, Common Ground, artikel behorend bij zijn presentatie op de Vaticaan persconferentie.

Lees verder

Herhalen van klimaatsceptische argumenten maakt ze nog niet waar

De discussie naar aanleiding van de column van Thierry Baudet in NRC duurt nog voort. Op 4 februari stond er een drietal reacties in het NRC waarin Baudet werd ondersteund (pdf hier ), door Salomon Kroonenberg, Marco Visscher, en Harry Priem.

Onderstaande brief van een viertal Nederlandse klimaatwetenschappers is een reactie daarop (pdf):

Herhalen van klimaatsceptische argumenten maakt ze nog niet waar

Nadat Thierry Baudet, Jan Terlouw, Wouter van Dieren en diverse briefschrijvers hun mening gegeven hebben, willen wij toch graag vanuit de klimaatwetenschap iets zeggen over sceptische argumenten in de discussie over klimaatverandering.

Salomon Kroonenberg, Marco Visscher en Harry Priem ondersteunen in het NRC van 4 februari de klimaatsceptische geluiden van Thierry Baudet in zijn eerdere column.

Salomon Kroonenberg weet vier achterhaalde uitspraken over klimaatverandering in een enkele zin te formuleren. Het lijkt alsof hij niet wil accepteren dat de huidige wetenschappelijke inzichten anders liggen. Gletsjers wereldwijd nemen sterk in omvang af, Groenland en Antarctica verliezen nu gezamenlijk circa 360 kubieke kilometer ijs per jaar, de temperatuur is nu gemiddeld gezien waarschijnlijk hoger dan in de middeleeuwen en de Romeinse tijd, en de zeespiegel stijgt sinds 1990 aantoonbaar sneller dan tussen 1900 tot 1980 het geval was.

Marco Visscher meent dat Baudet tegengas geeft in een “hysterisch debat over klimaatverandering”. Nee, Baudet somt gewoon een aantal onjuistheden op die klimaatsceptici vaak herhalen, ook al heeft de wetenschap al lang hun tegendeel aangetoond. Alarmisme of hysterie zijn hier niet aan de orde, de vraag is alleen of hetgeen de drie briefschrijvers en eerder Baudet beweren juist is of niet. Het spijt ons: oude, achterhaalde sceptische uitspraken opnieuw opschrijven maakt ze niet alsnog waar. 

Ook de kritiekpunten van Harry Priem zijn niet gebaseerd op moderne wetenschappelijke inzichten. IJskernen verzameld op Groenland en Antarctica geven een nauwgezette reconstructie van het verloop van temperatuur, kooldioxide en methaan over de laatste 800 duizend jaar, en laten verbanden zien die Priem negeert. Recent onderzoek laat zien dat veranderingen in de straling van de zon geen afdoende verklaring geven voor de temperatuurveranderingen in de afgelopen 100 jaar.

Tenslotte verliezen de brievenschrijvers uit het oog dat onder de natuurlijke variaties in de globaal gemiddelde temperatuur, (die door vele factoren wordt beïnvloed) een lange termijn trend zichtbaar is. Deze trend is stijgende, en wordt momenteel hoofdzakelijk door broeikasgassen beïnvloed.  Natuurlijke factoren zoals de invloed van de zon zullen altijd een rol spelen bij klimaat veranderingen, maar die worden thans overschaduwd door de menselijke uitstoot van broeikasgassen. Dit wordt onderschreven door de belangrijkste wetenschapsacademies en de beroepsverenigingen van wetenschapsgebieden die voor klimaatonderzoek relevant zijn, waaronder die van geofysici en geologen.

Ernst Schrama, Technische Universiteit Delft

Roderik van de Wal, Universiteit Utrecht

Jan Wuite, Universiteit Luxemburg

Rik Leemans, Wageningen Universiteit

Kritische opmerkingen van bijvoorbeeld Jos de Laat en Marcel Crok op een vorige (niet geplaatste) brief zijn hierin impliciet meegenomen: Het onderscheid tussen korte termijn variatie (waarvan de trend inderdaad kleiner is) en lange termijn onderliggende trend (die ‘gewoon’ doorgaat) is nu duidelijker gemaakt. Marcel gaf terecht aan dat het woord “onbetwist” over een vergelijking tussen huidige en middeleeuwse temperatuur te sterk was. Het is niet onbetwist warmer nu; dat is slechts (hoogst-)waarschijnlijk het geval.

Op andere punten snijdt de kritiek van Marcel beduidend minder hout: De lange termijn opwarmende trend is ongeveer 0.17 graad per decennium. Over korte tijdschalen (minder dan ~15 jaar) kunnen natuurlijke variaties van bijvoorbeeld El Niňo, La Niňa en de zonnecyclus domineren over deze lange termijn opwarmende trend. Zo heeft ‘Wipneus’ op basis van regressie analyse het temperatuurseffect berekend van verschillende factoren voor het tijdvak 2002 t/m 2011, op basis van de RSS satellietreconstructie:

Zon: -0.12 °C

Vulkanische aerosolen: 0.014 °C

Multivariate El Nino Index: -0.22 °C

Oftewel, zonder menselijke opwarming zou het waarschijnlijk (sterk) zijn afgekoeld in de afgelopen 10 jaar. Maar hoewel dergelijke natuurlijke variaties over korte tijdschalen domineren, vertonen ze geen lange termijn trend.

Marcel stelt de (op zich valide) vraag: “Zou een deel van de opwarming sinds 1970 niet ook het gevolg kunnen zijn van natuurlijke schommelingen en zo ja welk deel?” Maar zijn impliciete antwoord (“ja” en “een groot deel”) volgt niet uit bovenstaande overwegingen. Sterker nog: De afwezigheid van een trend in natuurlijke factoren geeft aan dat ze niet verantwoordelijk kunnen zijn voor de opwarming sinds 1970. En het klimaat warmt ook niet zomaar vanzelf op, zonder oorzaak. Dat zou ingaan tegen de wet van behoud van energie: Een vanzelf opwarmende aarde zou meer energie uitstralen dan binnenkrijgen. De negatieve energie balans zou dan voor afkoeling zorgen. Er is echter een positieve energie balans.

Daar komt nog bij dat de dominante rol van broeikasgassen in de opwarming blijkt uit een aantal specifieke observaties:

–         Het versterkte broeikaseffect (het door de aarde vasthouden van meer infrarode straling) is gemeten vanaf de grond en vanaf satellieten

–         Stratosfeer is afgekoeld, terwijl troposfeer is opgewarmd

–         Nachten zijn meer opgewarmd dan dagen

Dit zijn specifieke “vingerafdrukken” van een versterkt broeikaseffect. Als de zon verantwoordelijk zou zijn voor de opwarming, zouden de laatste twee observaties precies andersom moeten zijn geweest.