Tagarchief: communicatie

Klimaatenquete: alle vragen en antwoorden

Eerder in iets andere vorm verschenen op de website van PBL

In het voorjaar van 2012 hield het PBL een enquête onder 1868 wetenschappers op het brede gebied van klimaatverandering, inclusief klimatologie, klimaateffecten en mitigatie. In augustus 2014 zijn de resultaten van deze enquête gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Environmental Science and Technology (ES&T) onder de titel Scientists’ views about attribution of global warming. De enquête toont aan dat er brede overeenstemming bestaat over de overheersende invloed van antropogene broeikasgassen op de huidige opwarming van de aarde. Deze mate van overeenstemming is het sterkst voor respondenten met meer ‘peer-reviewed’ publicaties.

Het artikel richtte zich op de antwoorden op negen vragen uit een totaal van 31. In het rapport dat nu is uitgekomen zijn de gegeven antwoorden op alle vragen weergegeven. Voor 5 vragen zijn deze antwoorden ook nog onderverdeeld in zeven subgroepen.

Het achtergrondrapport bevat informatie die niet eerder is gepubliceerd, waarvan hieronder een aantal interessante voorbeelden worden gegeven.

Klimaatgevoeligheid

De klimaatgevoeligheid is een belangrijke eenheid in de klimaatwetenschap en geeft aan hoe gevoelig het klimaat is voor een toename van broeikasgassen in de atmosfeer. Het is gedefinieerd als de verwachtte opwarming die volgt op een verdubbeling van de CO2 concentratie in de atmosfeer nadat een nieuw evenwicht is ontstaan. De uiteindelijke mondiale opwarming is dus afhankelijk van een combinatie van de totale emissies van broeikasgassen en de klimaatgevoeligheid.

De respondenten werden gevraagd naar hun beste schatting en de ‘likely range’. Dit laatste is in de IPCC rapporten gedefinieerd als het 66% waarschijnlijkheidsinterval. De figuur hieronder geeft het gemiddelde van de schattingen van de klimaatgevoeligheid van zeven groepen respondenten, waaronder de auteurs van het vierde assessment rapport van werkgroep I van het IPCC (‘AR4 auteurs’), respondenten die publieke verklaringen hebben ondertekend die ingaan tegen de  ‘mainstream’ klimaatwetenschap (‘unconvinced’), en vier verschillende subgroepen die zijn onderverdeeld naar het aantal door henzelf aangegeven klimaatgerelateerde peer-reviewed publicaties (0–3; 4–10; 11–30; meer dan 30). Het gemiddelde van de antwoorden van de meeste groepen ligt zeer dichtbij de IPCC range (1.5-4.5 °C) zoals genoemd in het vijfde klimaatrapport (AR5) – behalve de groep ‘unconvinced’ die sterk afwijkt van de andere groepen, en in mindere mate de groep met minder dan drie publicaties. De ‘best estimate’ is in alle gevallen iets lager dan de ‘best estimate’ zoals gerapporteerd in AR4 (3 °C). In AR5 werd geen ‘best estimate’ gegeven.

Scientists views on climate sensitivity - PBL

De rol van klimaatwetenschap in de samenleving

Respondenten werden ook gevraagd naar hun opvattingen over zeven stellingen betreffende de rol van klimaatwetenschap in de samenleving. Er was een duidelijke consensus dat wetenschappers zelf zouden moeten communiceren met de beleidsmakers en het brede publiek en dat de communicatie met deze laatste groep zich zou moeten focussen op de meest gedegen kennis. In iets mindere mate was er overeenstemming dat risico’s en onzekerheden benadrukt zouden moeten worden in deze communicatie. De meningen waren verdeeld over de mate waarin de bestaande onzekerheden de noodzaak voor mitigatiemaatregelen groter maken (bijvoorbeeld ter voorkoming van gebeurtenissen met een lage waarschijnlijkheid maar met een grote impact). Ten slotte vond een overgrote meerderheid dat klimaatwetenschap niet te onzeker is om bruikbaar te zijn voor het voeren klimaatbeleid.

Scientists views on role of science in society - PBL

De rol van de zon

In het publieke debat over het klimaat wordt de rol van zon vaak naar voren gebracht als een alternatieve verklaring voor de mondiale opwarming. In de enquête werd gevraagd naar de fractie van de opwarming sinds het midden van de vorige eeuw die volgens de respondenten kan worden toegewezen aan de zon. Het is opvallend dat het laagste aantal ‘don’t know’ scores voorkwam in zowel de groepen ‘unconvinced’ als de ‘AR4 auteurs’. In lijn met de verwachting hadden de ‘unconvinced’ de hoogste scores als het ging om de antwoordopties ‘het is onbekend’ (‘unknown’) en ‘de zon heeft meer dan de helft van de opwarming veroorzaakt’ (‘more than 50%’).

Evenals bij de attributie vragen (zie het ES&T artikel) zijn de antwoorden op deze vraag afhankelijk van het aantal peer-reviewed publicaties die de respondenten naar eigen zeggen hebben geschreven. Hoe meer publicaties ze op hun naam hebben staan, hoe meer ze het eens zijn met het IPCC, namelijk dat de zon nauwelijks heeft bijgedragen aan de recente opwarming, aangezien de zonnestraling juist licht is afgenomen sinds de jaren ’50.

Scientists views on the role of the sun in global warming - PBL

 

Jan Rotmans bij Essent: Botsing der werelden

De aanvoerder van de Nederlandse hoogleraren tegen kolencentrales, Jan Rotmans, was met een aantal collega’s op bezoek bij de gewraakte energiebedrijven (Volkskrant 8 april). Met twee van de vier bezochte bedrijven viel niet te praten, aldus Rotmans. De reden:

Ik heb de vergelijking gemaakt met de afschaffing van de slavernij en van de kinderarbeid. Die praktijken stopten niet vanwege de wetgeving. Ze stopten omdat ze moreel niet meer verantwoord waren. Ik vroeg aan de bestuursvoorzitter tegenover me: kun jij straks aan je kinderen uitleggen waarom je kolencentrales hebt neergezet? Peter Terium van Essent werd oprecht boos.

Ja, vind je het gek? Als iemand jouw manier van werken met slavernij/kinderarbeid vergelijkt, hoe zou je dan reageren? Ik ben het met Rotmans eens dat het klimaatvraagstuk een ethische dimensie heeft die onder de aandacht dient te worden gebracht. Maar ik denk dat veel mensen die het er diep in hun hart mee eens zijn dat hun huidige werk wellicht niet goed is voor de wereld, verbolgen raken om een dergelijke vergelijking.

Dan kan het natuurlijk zijn dat ze, nadat de boosheid is verdwenen, de redenering erachter juist meer ter harte zullen nemen. Maar het kan ook zijn dat ze er juist tegen gaan rebelleren. Het wordt hen namelijk wel heel makkelijk gemaakt om degene die hen op deze manier tegemoet treedt als “extremistisch” terzijde te schuiven. Juist omdat het grote publiek nog niet van de wetenschappelijke basis van klimaatverandering doordrongen is, kunnen we ons beter niet van al te extreme vergelijkingen bedienen. Daarmee zetten we onszelf buitenspel in de publieke discussie.

Een vriend van mij werkt voor een sigarettenfirma. Hij weet heus wel dat sigaretten slecht voor je zijn (en hij rookt zelf ook niet trouwens). Maar als iemand hem zou zeggen dat hij aan genocide meewerkt, zou hij wel kwaad worden denk ik. Of misschien hard lachen. Maar serieus nemen zou hij je niet. En je hebt hem niets bijgebracht dat hij al niet wist.

Het verschil is dat bij roken het grote publiek wel van de wetenschappelijke basis van de gezondheidseffecten doordrongen is. En daarom schaad je je positie (van betrouwbaarheid) wellicht minder als je op deze manier ten strijde trekt. Aan de andere kant kun je zeggen dat bij roken een dergelijke uitspraak niets toevoegt, want hij weet al wat de nadelige effecten van “zijn”product zijn. Bij kolencentrales kan dat anders liggen: Veel mensen weten het niet, of willen het niet weten.

Interessant is de karakterisering die Rotmans van het verloop van het gesprek geeft:

Tegenover ons zat de bestuursvoorzitter, een financiële man, de projectleider, een woordvoerder. Vervolgens kregen we meestal een presentatie, waarin ze allemaal vertelden dat ze meer investeren in duurzaamheid dan de concurrent. Daar legden wij dan de harde cijfers tegenover: dat het allemaal nogal tegenvalt, en dat die beweringen niet hard te maken zijn. Dan volgden de excuses: de overheid is inconsequent en onbetrouwbaar, de CO2-markt functioneert zo slecht. Daar hebben ze een punt, maar het is ook gemakkelijk. Als je echt wilt verduurzamen, ben je intrinsiek gemotiveerd. Je moet jezelf niet afhankelijk maken van een slecht functionerende overheid of markt.

Dat lijkt me een beter punt om op in te haken voor een constructieve discussie. Het geeft ook een kijkje in de keuken van bedrijfs-PR.