Categorie archief: Zonder categorie

Klimaatmitigatie door landbouwbodems? We moeten vooral kijken naar ons landgebruik.

Bodems staan in de spotlight op de klimaattop. En terecht, want bodems slaan meer koolstof op, in de vorm van bodemorganische stof, dan de atmosfeer en vegetatie samen (Fig. 1). Het beschermen, en vergroten, van die enorme voorraad koolstof is dus een belangrijke sleutel om klimaatverandering niet nog erger te maken, en waar mogelijk af te remmen. Bovendien zijn gezonde, levende bodems cruciaal voor duurzame en weerbare voedselproductie, en het beschermen en herstellen van natuurlijke ecosystemen. Klimaatverandering bedreigt nu al op veel plaatsen de voedselproductie, waarbij vooral kleinschalige boerenbedrijven de dupe zijn.

Figuur 1. Wereldwijde opslag van organische koolstof en de uitwisseling (per jaar) tussen de verschillende systemen, in Pg (petagram, dat is 1012 kilogram) koolstof (C). Aangepast uit Lal 2008 en Lal 2018.

Er waren dus volop evenementen op de klimaattop waarin de bodem centraal staat. Wat opvalt, is dat eigenlijk al die evenementen over landbouwbodems gingen. En hoewel de uitkomsten van de klimaattop ook de rol van bodems in natuurbescherming en -herstel noemen, gaan de meest concrete uitkomsten over landbouwbodems.

Aan de ene kant is dat logisch, omdat de rol van het voedselsysteem in klimaatverandering steeds meer wordt erkend, én omdat een groot deel van het aardoppervlak wordt gebruikt voor voedselproductie. Bovendien zijn veel landbouwbodems gedegradeerd en is organische stof enorm belangrijk voor gezonde, functionerende landbouwbodems. Aan de andere kant is dat gek, omdat landbouwbodems eigenlijk helemaal niet zoveel koolstof opslaan vergeleken met natuurlijke bodems, én omdat de grootste klimaatimpact van de landbouw komt door het omvormen van natuurlijke systemen naar landbouw. Het landgebruik van de landbouw is de olifant in de kamer.

Lees verder

Open discussie zomer 2025

Afgelopen week verscheen de nieuwe versie van het jaarlijkse ‘Indicators of Global Climate Change’ artikel. Een grote groep wetenschappers, samenwerkend in het Indicators of Global Change intitiatief, presenteert daarin de meest recente gegevens over de toestand van het klimaat. Ze geven aan hoe die zich hebben ontwikkeld sinds het verschijnen van het laatste IPCC-rapport in 2021. De ontnuchterende conclusie die uit die gegevens volgt: er komt nog altijd bar weinig terecht van de ambities die de wereld tien jaar geleden vastlegde in het Akkoord van Parijs. Met het huidige tempo van CO₂-uitstoot hebben we binnen drie jaar het budget opgebruikt dat er nog over is om vijftig procent kans te maken onder de anderhalve graad opwarming te blijven. Vanwege de traagheid in het klimaatsysteem duurt het iets langer om die grens van anderhalve graad ook werkelijk te overschrijden: ongeveer vijf jaar. Bij de Climate Change Tracker is een overzicht te vinden van de belangrijkste indicatoren.

Gemiddelde wereldtemperatuur t.o.v. de pre-industriële tijd. Bron: Indicators of Global Climate Change 2024.

Dit, en allerlei andere klimaatgerelateerde zaken kunnen besproken worden in deze open draad.

Oorlog en vrede, en het klimaat.

Ik ben een kind van de Koude Oorlog, Rusland was de grote vijand. Maar in 2004 was ik op weg naar veldwerk in Noordoost-Siberië, voor onderzoek naar de uitstoot van methaan uit ontdooiende permafrost. In een taxi in Moskou klonk uit de radio het lied van Sting over de Koude Oorlog: “I hope the Russians love their children too”. Dat moment is me bijgebleven. Helaas is door de hete oorlog in Oekraïne in 2022 een einde gekomen aan Russische en Europese samenwerking in het klimaatonderzoek in Siberië.

Het lijken twee gescheiden werelden, geopolitiek en de klimaatcrisis. Toch is geopolitiek geen vreemd onderwerp voor klimaatonderzoekers in het Arctische gebied. De geopolitieke gevolgen van het verdwijnen van ijs komen vaak ter sprake (zie ook het programma van de aanstaande Nederlandse Pooldag). Het Nederlands Polair Programma van NWO (waarin veel klimaatonderzoek is opgenomen) is onderdeel van de Polaire Strategie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

In geopolitieke discussies over de oorlogen in Oekraïne en andere conflictgebieden valt het woord ‘klimaatverandering’ echter zelden. Toch is de wederzijdse beïnvloeding sterk. Voor militaire experts (onder andere onze voormalige Commandant der Strijdkrachten Tom Middendorp) is de klimaatcrisis een zorg, omdat het een aanjager van conflicten kan zijn. Middendorp noemt in zijn boek ‘Klimaatgeneraal’ onder andere Syrië en Afghanistan als conflictgebieden waar klimaatverandering een rol heeft gespeeld in het aanwakkeren of verergeren van recente conflicten.

Grootschalige vernietiging.

Oorlog versterkt de klimaatcrisis. De klimaatvoetafdruk van een staand leger zonder oorlogsinzet is al
aanzienlijk. Een gevaarlijker wereld leidt tot grotere legers en dus meer uitstoot van CO2. Onder oorlogsomstandigheden neemt de uitstoot van broeikasgassen sterk toe. Geschat wordt dat de oorlog in Oekraïne in het eerste jaar 120 miljoen ton CO2 heeft uitgestoten, evenveel als de jaarlijkse uitstoot van heel België. Een groot deel van de uitstoot-vrije energievoorziening in Oekraïne is uitgeschakeld door de oorlog: 90% van de windenergie-capaciteit en de helft van de zonne-energie. De grootste kerncentrale van het land ligt stil onder Russische bezetting, met het voortdurende gevaar van radioactieve uitstoot door oorlogshandelingen.

Lees verder

Hoe snel het opwarmt heeft mogelijk invloed op het vertragen van de Golfstroom

Zorgen over het vertragen of mogelijk helemaal stilvallen van de AMOC, de thermohaliene circulatie (dat wil zeggen: stromingen aangedreven door verschillen in temperatuur en zoutgehalte) in de Atlantische Oceaan, zijn de afgelopen jaren in de wetenschap aanzienlijk toegenomen. Afgelopen zomer kreeg het onderwerp de nodige media-aandacht, na een onderzoek van de Universiteit Utrecht. Het gastblog van Rolf Schuttenhelm dat we plaatsten werd bijzonder veel gelezen. De AMOC blijft onderwerp van veel wetenschappelijk onderzoek én van discussie. In een artikel in Nature Communications werden vorige week vraagtekens geplaatst bij conclusies over de vertraging. Deze studie gebruikt andere gegevens dan eerdere studies om veranderingen in de AMOC te bepalen, namelijk de warmte-uitwisseling tussen oceaan en atmosfeer. Via deze methode wordt geen aanwijzing gevonden voor een vertraging in de afgelopen decennia. Menselijke invloed is daarmee niet uitgesloten, maar volgens dit onderzoek ook (nog?) niet aantoonbaar. Een ander, eind vorig jaar gepubliceerd onderzoek suggereert dat de vertraging niet alleen wordt beïnvloed door hoeveel het klimaat opwarmt, maar dat de snelheid van opwarming ook een factor van betekenis kan zijn.

Gaat het over de gevolgen van klimaatverandering, dan worden die vrijwel altijd gerelateerd aan hoeveel het opwarmt. Er is minder aandacht voor het feit dat de snelheid van opwarming ook van belang kan zijn. Terwijl dat toch best logisch is. Hoe sneller veranderingen gaan, hoe problematischer het kan zijn om daarmee om te gaan. Als veranderingen te snel gaan om bij te houden, kan dat grote gevolgen hebben voor mens en natuur. Die gevolgen kunnen veel minder ingrijpend zijn naarmate er meer tijd is voor mensen, maatschappijen of ecosystemen om zich aan te passen.

Lees verder

Een spagaat op waterstaat (over het klimaat)

Minister Hermans (van Klimaat en Groene Groei) kreeg afgelopen week schriftelijke vragen uit de Kamer, vanwege uitspraken die haar collega Madlener (van Infrastructuur en Waterstaat) eerder had gedaan in een vergadering met de Kamercommissie voor I&W. Madlener kreeg daar de vraag of hij bereid is ‘desinformatie over water, overstromingen, klimaatadaptatie en waterbeheer’ actief te ontkrachten, als dat nodig is. Die vraag beantwoorden leek een lastige evenwichtsoefening voor Madlener. Hij wekte de indruk dat hij zich aan de ene kant wilde laten zien als verantwoordelijke minister, die niks moet hebben van misinformatie, en die de wetenschap serieus neemt. Terwijl hij aan de andere kant zijn eigen partij en coalitiegenoot BBB niet teveel voor het hoofd wilde stoten. (Kamerlid Vermeer van de BBB had kort daarvoor in een talkshow nog verwezen naar misinformatie over verwijderde dammen, die zogenaamd bijgedragen zouden hebben aan de ernst van de overstromingen in Valencia.) Geen eenvoudige opgave, zelfs voor iemand die retorisch best handig is.

Het verband tussen extreme neerslag en klimaatverandering

De vragen gaan vooral over het verband tussen overstromingen door extreme neerslag en klimaatverandering. Madlener draaide in zijn antwoorden om de hete brei heen. In hoeverre hij erkent dat dat verband er is, bleef dus onduidelijk. De vragenstellers erkennen dat verband natuurlijk wel, maar formuleren het ongelukkig: ‘Onderschrijft u dat de overstromingen in Valencia dus wel één-op-één te koppelen zijn aan klimaatverandering?’ Ik denk niet dat klimaatwetenschappers het zo zouden zeggen. Want die overstromingen zijn ook weer niet volledig toe te schrijven aan klimaatverandering. Wel zijn er op meerdere manieren verbanden te leggen:

  • Een logisch verband. Dat volgt uit simpele natuurkunde. De hoeveelheid waterdamp die lucht kan bevatten neemt exponentieel toe met de temperatuur. In een warmer klimaat verdampt er daardoor meer water en dat water komt weer naar beneden als neerslag.
  • Een statistisch verband, zoals dat voor de overstromingen in Valencia is gelegd door World Weather Attribution. Zij constateren dat de kans op dit soort extreme neerslag in de regio is verdubbeld en dat de intensiteit met 12% is toegenomen door de opwarming van het klimaat.
  • Een mogelijk verband via atmosferische circulatie. Hierover is nog aanzienlijke wetenschappelijke onzekerheid, maar dat maakt het beleidsmatig niet irrelevant. Want beleidsmakers moeten nu juist bedenken hoe om te gaan met dergelijke onzekerheden.
Lees verder

Over dammen en complotten

Wie algemeen geaccepteerde wetenschappelijke inzichten niet kan of wil accepteren, kan niet zonder een beetje complotdenken. Dat geldt dus ook voor klimaat-pseudosceptici. Al vinden ze zelf meestal van niet. Maar ze geloven wel dat redacties van wetenschappelijke tijdschriften klimaatonderzoek niet objectief beoordelen op inhoudelijke kwaliteit, maar vooral op de uitkomst. Dat de vele honderden wetenschappers van over de hele wereld die meewerken aan IPCC-rapporten niet objectief rapporteren. En dat ze dat doen in opdracht van de wereldpolitiek, die blijkbaar behoefte heeft aan argumenten om impopulaire maatregelen te nemen, die ze in werkelijkheid juist decennialang voor zich uit blijven schuiven. Als dat geen complotdenken is, dan komt het er in elk geval heel dicht bij in de buurt.

Sinds enige tijd zijn er meer extreme complottheorieën in opkomst. Over overheden die, al dan niet samen met het in veel complotkringen onvermijdelijke WEF, het weer zouden manipuleren, en zo grote rampen zouden veroorzaken. Denk daarbij aan de orkanen die afgelopen maanden de VS troffen, of de diverse grote overstromingen in Europa door extreme neerslag. In een artikel op The Conversation duiden enkele deskundigen de onderliggende psychologische mechanismes van die complottheorieën. Ze beschrijven hoe mensen hun toevlucht kunnen zoeken in dergelijke theorieën als ze iets heftigs hebben meegemaakt, zoals een natuurramp.

Satellietfoto van orkaan Helene voor de kust van Florida op 26 september. Foto: NASA Worldview
Lees verder

Open discussie najaar 2024

Onlangs publiceerde de WMO het rapport ‘State of Global Water Resources 2023’. De video hieronder geeft een beknopte samenvatting van de belangrijkste bevindingen.

2023 was, gemiddeld over de hele wereld, een bijzonder droog jaar voor rivieren. 45% van de rivieren had een lagere afvoer dan het gemiddelde over 1991 tot 2020, terwijl maar 17% boven dat gemiddelde zat. Gletsjerrivieren kregen daarentegen de grootste hoeveelheid smeltwater te verwerken in 50 jaar. Een goede aanleiding om nog eens te verwijzen naar mijn blog van ruim 6 jaar geleden over ‘peak water’. Gebieden die (mede) afhankelijk zijn van smeltwater krijgen daar steeds meer van, door het opwarmende klimaat. Een ‘shifting baseline’, maar wel een tijdelijke. Er komt in de toekomst onvermijdelijk een moment waarop alles juist weer de andere kant op zal gaan schuiven. En dat kan enorme problemen opleveren, zeker als zomers door de hogere temperaturen ook nog eens droger kunnen worden.

Dit, en allerlei andere klimaatgerelateerde zaken kunnen besproken worden in deze open draad.

De correlatie van temperatuur en sterftekans

In 2015 – zo lang geleden alweer – schreef ik een blogje naar aanleiding van een onderzoek dat voor allerlei plekken in de wereld het verband tussen temperatuur en sterftekans in beeld bracht. Het resultaat was opmerkelijk. Vrijwel overal in de wereld is de sterfte het laagst bij een zogenaamde optimale temperatuur, die iets boven het jaargemiddelde ligt. De overlijdenskans wordt groter naarmate de temperatuur meer afwijkt van die optimale waarde. Het patroon is nagenoeg overal hetzelfde, maar de optimale temperatuur is heel verschillend, afhankelijk van het lokale klimaat. In koude gebieden ligt die een stuk lager dan in warme klimaatzones. De afbeelding hieronder geeft het patroon schematisch weer.

Schematische weergave van het verband tussen overlijdenskans en temperatuur. Bron: Hannah Ritchie / Our World in Data

Bij extremen aan de koude en warme kant is de sterftekans flink hoger, maar die extremen komen niet vaak voor. De meeste mensen overlijden dus bij een meer ‘normale temperatuur’. Die ligt wat vaker onder dan boven de optimale temperatuur, want de optimale temperatuur is wat hoger dan het gemiddelde (of eigenlijk: de mediaan). Logisch dus dat de meeste sterfgevallen optreden bij een relatief koele temperatuur. Het resultaat van de studie uit 2015 is sindsdien bevestigd door andere onderzoeken, vooral van het internationale samenwerkingsverband MCC Collaborative Research Network.

De vraag is hoe je deze resultaten moet interpreteren. Het is statistisch, epidemiologisch onderzoek, dat een correlatie aantoont, maar daarmee nog niet direct iets zegt over een oorzakelijk verband. En daar gaat het nogal eens mis. Bij pseudosceptici natuurlijk, maar daar niet alleen. De afgelopen tijd waren bijvoorbeeld ook Hannah Ritchie op Our World in Data en Jesse Frederik op De Correspondent wat slordig, ook al benoemden ze verschillende belangrijke nuances wel. En ook de onderzoekers zelf gaan wel eens kort door de bocht. Hieronder ga ik in op enkele slordige interpretaties. Moraal van het verhaal: pas op met het trekken van stellige conclusies op basis van statistische verbanden alleen.

Lees verder

CO2-verwijdering uit de atmosfeer – tijdelijk of permanent?

De Onlanden is een nieuw natuurgebied ten zuidwesten van de stad Groningen. Het is moerasnatuur, aangelegd op voormalige landbouwgrond. Behalve voor natuur is het ook waterberging, om de stad te behoeden voor overstroming. In het natuurgebied wordt ook veel CO2 uit de lucht opgenomen door de moerasplanten. Een mooi voorbeeld van bescherming tegen klimaatverandering, op twee manieren: bescherming tegen de gevolgen van extreme regenval en bestrijden van klimaatverandering. Zou je denken.

De Wetenschappelijke Klimaatraad (WKR) heeft een advies aan de regering uitgebracht over CO2-verwijdering uit de atmosfeer. CO2-verwijdering uit de atmosfeer is belangrijk om de uitstoot van broeikasgassen naar netto 0 terug te brengen, om catastrofale opwarming van onze planeet te voorkomen. Het is ook nodig omdat we ook in de toekomst niet alle uitstoot van broeikasgassen zullen kunnen voorkomen. Na 2050 zou de uitstoot wereldwijd ook negatief moeten worden, door meer verwijdering van CO2 uit de atmosfeer dan er wordt uitgestoten. De WKR maakt ook duidelijk dat (eventuele toekomstige) CO2-verwijdering geen excuus mag zijn om de CO2-uitstoot niet te verminderen. Toch wordt een project als De Onlanden niet als een veelbelovend voorbeeld voor Nederland gezien in het advies van de WKR. Waarom niet?

Lees verder

Het fundament onder de moderne klimaatwetenschap is 200 jaar oud

Portret van Fourier door Julien Leopold Boilly

Sommige inzichten in het weer en het klimaat zijn oeroud. Ze gaan terug tot Meteorologica van Aristoteles, of nog  veel verder. Maar kennis van veranderingen van het klimaat is veel recenter, zeker als het over veranderingen op wereldschaal gaat. Het fundament onder die kennis werd precies 200 jaar geleden gelegd, door Jean Baptiste Joseph Fourier (1768 – 1830). Die publiceerde in 1824 zijn artikel ‘Remarques générales sur les températures du globe terrestre et des espaces planétaires’ (Annales de Chimie et de Physique, 27 (1824) 136–67; in 1837 in het Engels vertaald door Ebeneser Burgess. Merkwaardig genoeg bleef een nieuwe versie van het artikel uit 1827 met enkele kleine correcties en uitwerkingen ruim een eeuw lang onvertaald, maar wordt tegenwoordig juist dat latere artikel vaak genoemd als eerste beschrijving van het broeikaseffect). Fourier was op zoek naar kennis over warmte en had daarbij in de loop van de tijd al het een en ander geschreven over de temperatuur van het aardoppervlak, en de factoren die daarop van invloed zijn. In 1824 zette hij zijn ideeën hierover (min of meer) overzichtelijk bij elkaar. Twee van die inzichten zijn van groot belang voor de hedendaagse natuurwetenschappelijke kennis van de werking van het klimaat op planetaire schaal.

Fourier was van eenvoudige afkomst en werd op jonge leeftijd wees. Hij werd opgeleid bij de Benedictijnen en wilde intreden in die kloosterorde. Daar is het nooit van gekomen. In het roerige politieke klimaat van het Frankrijk van zijn tijd kwam hij in allerlei andere functies terecht, vaak tegen wil en dank: leraar, diplomaat, geheim agent en politicus. Hij was twee keer in zijn leven politiek gevangene, was bevriend met Napoleon, kreeg de titel van baron en raakte die een paar jaar later weer kwijt. Een saai leven kun je het niet noemen.

Lees verder