Gastblog van Prof. Guido van der Werf
Samenvatting
- De CO2-uitstoot door de verbranding van fossiele brandstoffen is onder het hoogste emissiescenario gekomen en zal daar waarschijnlijk steeds verder van verwijderd raken.
- Voor de belangrijkste andere antropogene factoren die voor opwarming zorgen (CO2-uitstoot door ontbossing, uitstoot van methaan, uitstoot van lachgas, afname uitstoot van fijnstof), zitten we echter nog steeds rond of zelfs boven dat hoogste scenario.
- Dat betekent dat we op dit moment nog dicht bij het hoogste scenario zitten wat forcering betreft, maar het is aannemelijk dat we er op termijn steeds verder onder komen te zetten. Dit is met name omdat de CO2-uitstoot door fossiele brandstoffen de belangrijkste factor is, en het verschil met het hoogste scenario met de jaren steeds groter wordt. Om de temperatuurstijging te stoppen moet de totale CO2-uitstoot echter naar netto nul.
- Er is dus zeker goed nieuws te melden, maar zolang de mondiale uitstoot niet daalt, neemt ook de kans dat we de temperatuurstijging kunnen beperken tot 2 graden, laat staan 1,5 graad, af.
Inleiding
Om iets over de menselijke invloed op het klimaat van de toekomst te zeggen moeten we ten eerste begrijpen hoe gevoelig het klimaat is voor onze uitstoot, en ten tweede wat onze toekomstige uitstoot zal zijn. Dat eerste is een natuurkundig kenmerk van het klimaatsysteem waar wij niks aan kunnen veranderen, het tweede hangt juist sterk af van menselijke keuzes, nu en in de toekomst. Belangrijke factoren voor de toekomstige uitstoot zijn hoe de bevolkingsgroei – of krimp zich zal ontwikkelen, hoe groot de vraag naar energie zal zijn, hoe we aan die vraag naar energie voldoen, maar ook bijvoorbeeld hoe ons toekomstige dieet er uit ziet.
Om die ontwikkelingen te schetsen worden scenario’s ontwikkeld, en het afgelopen decennium hebben we veel gebruik gemaakt van een set scenario’s die zo’n 15 jaar geleden zijn ontwikkeld. In die 15 jaar is er veel gebeurd en het is informatief om terug te kijken waar we nu staan ten opzichte van die scenario’s. En dan met name in hoeverre we ons ontworsteld hebben aan het hoogste scenario dat tot zo’n vier tot vijf graden opwarming leidt in 2100, het zogenaamde RCP 8.5 scenario. RCP staat voor ‘Representative Concentration Pathway’ en 8.5 voor de zogenaamde stralingsforcering die we in dat scenario voor het jaar 2100 verwachten, namelijk 8,5 Watt per vierkante meter extra ten opzichte van pre-industrieel.
Over dit thema is op dit blog al eerder geschreven en de laatste tijd is er veel media-aandacht voor, mede door de publicatie van het boek “Not the end of the world” van Hannah Ritchie (zie ook deze inspirerende Ted-talk) en het wat provocerendere “Climate change isn’t everything” van Mike Hulme. Zowel Ritchie als Hulme wijzen erop dat de aarde niet meer afstevent op vier tot vijf graden opwarming. En hoewel er wel wat af te dingen is op Ritchie’s verhaal heeft het ook een interessante discussie veroorzaakt over of je dit goed nieuws mag noemen, bijvoorbeeld in het NRC.
Uiteraard is het enorm goed nieuws als de ergst denkbare scenario’s niet uitkomen. Maar komen daarmee de doelstellingen van het verdrag van Parijs in zicht? En verder, het goede nieuws zit met name in de uitstoot van CO2 door de verbranding van fossiele brandstoffen, maar dat is niet de enige factor die voor opwarming zorgt. Hoe zit het bijvoorbeeld met methaan en lachgas? In dit blog gaan we dat uitzoeken.
Uitstoot, concentratie, forcering
Hieronder gaan we kijken waar we in werkelijkheid staan ten opzichte van de scenario’s die pakweg 15 jaar geleden bedacht zijn met de kennis van toen. Daarbij maken we een onderscheid tussen uitstoot (oftewel emissies), atmosferische concentraties, en forcering. Simpel gezegd leidt onze uitstoot van de broeikasgassen CO2, methaan, lachgas, etc. tot een verhoging van de concentratie van die gassen in de atmosfeer, en dat leidt weer tot een verstoring van de zogenaamde stralingsbalans die ook wel stralingsforcering genoemd wordt. En als de stralingsbalans verandert, dan volgt een verandering van de temperatuur. Van methaan en lachgas weten we de concentratie beter dan de precieze antropogene uitstoot. Vandaar dat we voor die gassen vooral naar de concentraties kijken. Bij CO2 kijken we ook naar de uitstoot omdat die beter bekend is.
Lastig al die termen? Valt mee, laten we als voorbeeld naar CO2 kijken om het verschil tussen uitstoot, concentratie, en stralingsforcering duidelijk te maken.

RCP-scenario’s
Hierboven keken we naar het verleden, en achteraf zijn de ontwikkelingen altijd makkelijk te verklaren. De toekomst is moeilijker en omdat niemand precies weet wat voor ontwikkelingen er zullen komen worden er verschillende scenario’s gemaakt van bevolkingsgroei, welvaart, energieverbruik, dieet (met name van belang voor de uitstoot van methaan en lachgas), innovatie, etc. Toen pakweg 15 jaar geleden aan de vijfde serie van IPCC-rapporten gewerkt werd werden de RCP-scenario’s geïntroduceerd.
Het hoogste scenario is het RCP 8.5 scenario met als uitgangspositie een relatief arme wereld met hoge bevolkingsgroei waarin geen klimaatbeleid wordt gevoerd. Afhankelijkheid van kolen voor onze energievoorziening staat in dat scenario centraal, met als gevolg een opwarming van vier tot vijf graden in 2100 (zie onderstaande figuur 2). Dat is overigens een mondiaal gemiddelde en over land liggen die waardes nog fors hoger. Het laagste scenario was het RCP 2.6 scenario, representatief voor een wereld waar een zeer ambitieus klimaatbeleid gevoerd wordt. Intussen gebruiken we overigens de zogenaamde Shared Socioeconomic Pathways (SSP) scenario’s, maar die komen qua stralingsforcering grotendeels overeen met de RCP’s. Hieronder gaan we naar de individuele factoren die de stralingsforcering beïnvloeden kijken, en dan met name met welk scenario die het best overeenkomen.

CO2
Het overgrote deel van de netto stralingsforcering in de RCP-scenario’s komt door CO2. De uitstoot door de verbranding van fossiele brandstoffen is daar de belangrijkste factor en die kennen we redelijk goed, die door ontbossing is nog steeds vrij onzeker en dat is een van de onderwerpen waar we in Wageningen hard aan werken. De uitstoot door ontbossing is een stuk lager dan die van fossiele brandstoffen, zie onderstaande figuur 3.

Hoewel ‘goed nieuws’ en ‘klimaatverandering’ zelden samengaan is de ontwikkeling van de CO2-uitstoot door fossiele brandstoffen dusdanig dat we voor dit aspect vaarwel mogen zeggen tegen het RCP 8.5 scenario. Hoewel de uitstoot tot een jaar of vijf na het uitkomen van de RCP-scenario’s het hoogste traject volgde en mede daardoor ook wel foutief het ‘business as usual’ scenario werd genoemd, is de groei de laatste pakweg tien jaar fors afgezwakt.
Het slechte nieuws is dat we ook steeds verder verwijderd raken van de mogelijkheid de opwarming tot 2 graden te beperken, laat staan 1,5 graad. Hiervoor moet de CO2-uitstoot namelijk snel dalen tot (netto) nul en hoe langer het duurt voor die daling ingezet wordt, hoe hoger de uiteindelijke temperatuurstijging zal zijn.
De uitstoot door ontbossing ligt hoger dan alle scenario’s maar neemt gelukkig wel af, zie het rechterpaneel van bovenstaande figuur. Overigens is het verschil tussen de scenario’s en de observaties het gevolg van voortschrijdend inzicht; toen de scenario’s gemaakt werden dachten we nog dat de uitstoot door ontbossing (en andere vormen van veranderingen in landgebruik) iets lager was.
Dat de CO2-uitstoot door fossiele brandstoffen lager is dan in het RCP 8.5 scenario vertaalt zich in een lagere CO2-concentratie dan volgens dat scenario, zie onderstaande figuur waar we rechts inzoomen op de 2000-2030 periode om een duidelijker beeld te scheppen.

CH4 (methaan)
Methaan is net als CO2 een broeikasgas maar er zijn veel verschillen. Per molecuul is methaan een veel krachtiger broeikasgas dan CO2. De concentratie is echter lager en het totale effect van methaan op de stralingsbalans is minder groot dan CO2. Grofweg 10-30% van de totale forcering in de RCP-scenario’s komt op conto van methaan.
Een heel belangrijk verschil met CO2 is dat methaan vrij snel afgebroken wordt in de atmosfeer met een levensduur van ongeveer 12 jaar. Het gevolg daarvan is dat de concentratie alleen stijgt als de uitstoot ook stijgt, hoewel variaties in de levensduur ook van invloed zijn. Dit is anders bij CO2, daar zal de concentratie blijven stijgen zolang de uitstoot hoger is dan de natuurlijke opname door zogenaamde ‘putten’. Omdat van de antropogene bronnen van methaan (met name veeteelt, lekkages bij de winning en transport van aardgas, en vuilstorten) de uitstoot meer onzekerheid heeft dan bijvoorbeeld CO2 kijken we voor methaan naar de concentratie die direct gemeten wordt.

Ook bij methaan zien we dat we onder het hoogste scenario zitten, maar het scheelt niet veel. Toen de RCP-scenario’s gemaakt werden was de methaan-concentratie relatief stabiel en werd het geprojecteerde RCP 8.5 verloop door sommigen met argusogen bekeken. Toch liggen de metingen het dichtst bij dat scenario. Gelukkig neemt de aandacht voor methaan toe, zo is er bijvoorbeeld tijdens de COP in 2021 de Global Methane Pledge gelanceerd met als doel de uitstoot te laten dalen. Dit zou vrijwel direct tot een lagere methaan-concentratie moeten leiden.
N2O (lachgas)
Bij CO2 was nog een beetje goed nieuws te melden, bij methaan was dat al minder, en lachgas zit zelfs boven het hoogste scenario (zie onderstaande figuur 6). De bijdrage van lachgas aan de totale forcering is zo’n 5-10% en het zal een flinke opgave worden om de uitstoot te verlagen. Dit is omdat de belangrijkste bron het gebruik van (kunst)mest is. Als dit minder gebruikt wordt zal er meer land nodig zijn voor gelijke landbouwopbrengst, hoewel er ook veel ontwikkelingen zijn met betrekking tot het efficiënter gebruik van kunstmest.

Minder lachgas-uitstoot gaat daarom eigenlijk alleen samen met een eiwittransitie van dierlijke naar plantaardige bronnen. Dit omdat veeteelt een onevenredig groot deel van de totale landbouwgrond inneemt; die eiwittransitie zou land vrijmaken voor andere zaken, waaronder biologische landbouw zonder kunstmest en dus een lagere lachgas-uitstoot. Deze transitie zou ook voor een lagere methaan-concentratie zorgen, ontbossing doen afnemen, de stikstofproblemen grotendeels wegnemen, dierenleed en ziektes schelen, en ga zo maar door.
Andere factoren
We hebben een aantal belangrijke broeikasgassen behandeld, maar er is een andere factor die ook van belang is: aerosolen. Hier kijken we met name naar de uitstoot van zwaveldioxide (SO2). Dat leidt tot de vorming van sulfaat-aerosolen die zonlicht reflecteren en daardoor een afkoelende werking hebben. Het zorgt ook voor luchtvervuiling, en door het succesvol aanpakken daarvan neemt de zwaveldioxide-uitstoot af. Voor onze luchtkwaliteit uiteraard goed nieuws, maar daarmee neemt helaas ook de afkoelende werking af.

Aangezien de rol van aerosolen veel meer regionaal is dan van de broeikasgassen. is het moeilijker hier een getal voor de observaties bij te zetten zoals we wel deden voor de broeikasgassen. Alle onderzoek laat echter zien dat het traject waar we op zitten grosso modo in overeenstemming is met de projecties. Wellicht gaat het zelfs sneller. Zo is onlangs de maximale hoeveelheid zwavel die in brandstof voor internationale scheepvaart mag zitten verlaagd van 3,5 naar 0,5% en het resultaat daarvan is een van de oorzaken van de snellere opwarming de laatste jaren, met name over de oceanen.
Dus waar staan we nu?
Als je alle factoren meeneemt dan zitten we nu waarschijnlijk net onder het hoogste scenario maar boven het een-na-hoogste RCP-scenario. Waarschijnlijk in lijn met het nieuwere SSP3-7.0 scenario. Waar we precies zitten is moeilijk te zeggen vanwege de onzekerheid in aerosol forcering. De komende jaren zal het verschil met het hoogste scenario hoogstwaarschijnlijk wel steeds groter worden, omdat het aannemelijk is dat de belangrijkste factor (CO2-uitstoot door verbranding van fossiele brandstoffen) steeds verder afwijkt van het RCP 8.5 scenario waar we ons, mede dankzij succesvol klimaatbeleid, aan ontworsteld hebben.
Is RCP 8.5 daarmee overbodig geworden? Nee, het is een nuttig scenario om door te rekenen wat er kan gebeuren als alles tegen zit. Er zijn genoeg onzekerheden in het klimaatsysteem waardoor we toch richting die 4 tot 5 graden opwarming kunnen gaan. Maar het is zeker geen ‘business as usual’ scenario meer en bij gebruik van dit scenario voor beleidsdoeleinden (bijvoorbeeld, hoeveel zal de zeespiegel stijgen?) moet ook vermeld worden dat de resultaten een ‘worst case’ wereld weergeven.
Met het verstrijken van jaren dat de CO2-uitstoot niet daalt zitten we helaas ook steeds verder af van de scenario’s (RCP 2.6 en het nieuwere SSP1-1.9) die de opwarming van de aarde nog enigszins zouden beperken tot 2,0 of zelfs 1,5 graad. Sterker nog, op het moment tikken we die 1,5 graad opwarming al tijdelijk aan (Figuur 1 rechtsonder) met nu en zeker in de toekomst verstrekkende gevolgen.
Moraal van het verhaal
Er is zeker goed nieuws te melden. De wereld heeft voorzichtig laten zien dat CO2-uitstoot en welvaart niet per se gekoppeld hoeven te zijn. Met andere woorden, we kunnen én welvarender worden én klimaatverandering beteugelen. We hebben dus een klein stapje gezet naar een wereld zonder netto CO2-uitstoot, zoals impliciet in het Parijs-akkoord overeengekomen.
Wat dat betreft vind ik de ondertitel van Hannah Ritchie’s boek (‘How We Can Be the First Generation to Build a Sustainable Planet’) terecht en hoopvol. Wat mij betreft mag die hoopvolle boodschap ook meer doorklinken in de media, mede om depressiviteit bij jongeren die hiermee begaan zijn in ieder geval niet verder aan te wakkeren.
Maar …. er moet nog enorm veel gebeuren om de huidige relatief stabiele CO2-uitstoot om te buigen in een dalende trend richting netto nul waarbij ook negatieve emissies een rol zullen spelen. Daarnaast moet er ook heel veel gebeuren om de methaan- en lachgasuitstoot te stabiliseren of te verlagen. En de factor tijd is hierbij helaas niet in ons voordeel; hoewel er op veel gebieden enorm veel gebeurt, zijn de uitdagingen aanzienlijk. Goed nieuws mag dus niet leiden tot achteroverleunen. Integendeel.


Euan Nisbet, een methaandeskundige, heeft toch wel wat enge bespiegelingen over methaan: “Atmospheric methane’s unprecedented current growth, which in part may be driven by surging wetland emissions, has strong similarities to ice core methane records during glacial-interglacial “termination” events marking global reorganizations of the planetary climate system. Here we compare current and termination-event methane records to test the hypothesis that a termination-scale change may currently be in progress.
Bob Dylan: Trying to get to Heaven before they close the door.The air is getting hotter. There’s a rumbling in the skies.I’ve been wading through the high muddy water, With the heat rising in my eyes.“
Uit: Atmospheric Methane: Comparison Between Methane’s Record in 2006–2022 and During Glacial Terminations – Nisbet – 2023 – Global Biogeochemical Cycles – Wiley Online Library
LikeLike
Dank Guido voor dit duidelijk overzicht! Het overzicht per broeikasgas en voor aerosolen is erg nuttig.
Over je eindconclusie(s) heb ik wel een opmerking. Je schrijft “De wereld heeft voorzichtig laten zien dat CO2-uitstoot en welvaart niet per se gekoppeld hoeven te zijn. Met andere woorden, we kunnen én welvarender worden én klimaatverandering beteugelen. We hebben dus een klein stapje gezet naar een wereld zonder netto CO2-uitstoot, zoals impliciet in het Parijs-akkoord overeengekomen.”
Over de ontkoppeling tussen CO2 uitstoot en BBP groei heb ik zelf recent een blog geschreven: https://klimaatveranda.nl/2024/04/02/ontkoppeling-tussen-co2-uitstoot-en-bbp-groei-niet-in-lijn-met-parijs-doelen/
De conclusie van een studie is eigenlijk dat die ontkoppeling, die nu inderdaad in een aantal welvarende landen wel plaats lijkt te vinden, nog absoluut niet snel genoeg gaat. Het ontkoppelingstempo is absoluut niet in lijn met de Parijsdoelen. Dat kleine stapje richting de doelen in het Parijsakkoord is dus vooralsnog wel erg klein.
Het zijn overigens natuurlijk vooral de CO2 emissies die veel sneller moeten dalen. Wat er met BBP gebeurt, maakt natuurlijk niet zo veel uit. Als in, er is geen natuurwet die BBP koppelt aan uitstoot of vervuiling, of aan het verkleinen van ongelijkheden. Idealiter werken we – snel – naar een wereld toe waar iedereen een bepaald sociaal fundament bepaalt, zonder de planetaire grenzen te overschrijden. En dat is voornamelijk een verdelingsvraagstuk, denk ik.
LikeLike
In aanvulling op de opmerking van Arthur: in hoeverre zegt BBP iets over welvaart? En wat zegt welvaart over welzijn? Ecologisch econoom Herman Daly wees op indicatoren die aangeven dat welzijn in Westerse landen al decennia niet of nauwelijks meer meestijgt met BBP: hij sprak daarom van “un-economic growth”.
Ook volgens Daly ging het vooral om een verdelingsvraag en niet zozeer om een groei-vraag, gezien de grenzen van de aarde. Kate Raworth en andere ecologisch economen ontwikkelen daarom concepten als donut-economie, welzijnseconomie, etc. Wordt het geen tijd om die concepten serieuzer te nemen?
LikeLike
@Frank, ik ben enorm verbaasd over de hoge groeisnelheid van methaan, en baal er enorm van dat we nog steeds niet goed begrijpen wat de precieze oorzaak is.
@Arthur en Lennart, bedankt, helemaal eens dat het tempo veel te laag ligt om nog enigszins in de buurt te komen van Parijs. Toch ben ik ook enigszins opgelucht dat de CO2-uitstoot niet of nauwelijks meer stijgt.
Ik heb het idee dat veel mensen denken dat we terug de grot in moeten om richting netto-nul te gaan, vandaar ook de opmerking over welvaart. Hoe je die definieert en waar je de nadruk op legt dat is een andere discussie dan waar ik in dit blog op wilde ingaan.
LikeLike
Guido,
Het is natuurlijk mooi als de CO2-uitstoot eindelijk inderdaad niet meer verder zou stijgen. Tegelijkertijd is het misschien ook wel enigszins verontrustend dat een maatschappelijke discussie over grenzen aan economische groei en welvaart c.q. de betekenis van welvaart en/of welzijn nog maar nauwelijks begonnen lijkt.
Iemand als Jan Rotmans ziet de grondstoffentransitie als een nog grotere opgave dan de energietransitie. In dat licht kan het relevant zijn hoe je jouw blogpost afsluit/framet, ook als die discussie niet de focus van deze blogpost is.
Terug de grot in lijkt me een nogal extreem beeld, maar “meer welvaart” is nog altijd het dominante beeld, terwijl de vraag in hoeverre en hoe dat nog kan, steeds urgenter wordt. Een kleine kwalificatie daarbij zou m.i. voor de bredere discussie nuttig zijn.
LikeLike
Beste Guido,
Bij CH4 wordt de atmosferische concentratie als uitgangspunt genomen, omdat de emissies van methaan lastig zijn vast te stellen/te kwantificeren. Bij CO2 zijn emissies (door gebruik van fossiele brandstoffen, ontbossing) uitgangspunt. Kijkend op de site van Mauna Loa is te zien dat in de maanden februari 2024 (4,25 ppm), maart (4,39 ppm), april (3,2 ppm) en mei (2,9 ppm) de concentratie van atmosferisch CO2 ivm de vorige jaarmaand steeds veel hoger was dan de ongeveer 2 ppm jaartoename van het laatste decade. En dat terwijl, volgens uw blog de toename van CO2 zou moeten dalen. Maw hier moet toch nog meer aan de hand zijn. Zou het een positief terugkoppelingseffect van de oceanen kunnen zijn. Deze zijn immers erg warm, waardoor het vermogen tot CO2 buffering afneemt. Kan het samenhangen met permafrostsmelt, waar naast CH4 ook CO2 vrij komt? Is het de verandering van put in bron van het zuidoostelijke deel van de Amazone?
LikeLike
Tussen de discussies door wil ik graag mijn complimenten geven voor deze laagdrempelige blog die voor mij (als leek) een aantal basisbegrippen en hun samenhang weer een stukje duidelijker heeft gemaakt. Blogs als deze (en daar zijn er veel meer van op klimaatveranda) helpen mij erg bij het beter begrijpen van het klimaatvraagstuk.
LikeLike
Beste Ad Havermans,
Je benoemt, terecht, de grote toename van de gemeten CO₂-concentraties op Mauna Loa eerder dit jaar:
“… dat in de maanden februari 2024 (4,25 ppm), maart (4,39 ppm), april (3,2 ppm) en mei (2,9 ppm) de concentratie van atmosferisch CO2 ivm de vorige jaarmaand steeds veel hoger was dan de ongeveer 2 ppm jaartoename van het laatste decade.”
Het is wel altijd al zo dat er tijdens, en kort na, hevige El Niño jaren een beduidend snellere toename van de CO₂-concentratie plaatsvindt dan tijdens de gewone of La Niña jaren. Dit is goed zichtbaar in deze grafiek uit een eerder blogstuk van Guido:
De CO₂ airborne fraction, het gedeelte van onze jaarlijkse emissies dat in de atmosfeer blijft, ligt tijdens El Niño jaren veel hoger. Soms blijven meer dan 80% van onze emissies in zo’n jaar in de dampkring, terwijl dit in ‘normale’ jaren ongeveer 45% is. Het mechanisme erachter is dat zowel de bosbranden als de rotting van organisch materiaal (droogte en hitte) méér plaatsvinden tijdens dergelijke El Niño’s.
Juist bij een extreme El Niño zoals in 2023 (die inmiddels net enigszins voorbij is en binnenkort om kan slaan naar een La Niña), speelt dit zeker mee. Zie svp ook:
https://klimaatveranda.nl/2014/04/16/toekomstige-co2-concentraties/
LikeLike
Het NRC artikel is hieronder gearchiveerd↓
https://archive.ph/UBAMo
LikeLike
Het goede nieuws was nog beter geweest wanneer er in het verleden een nog slechter scenario dan 8.5 was geschetst. Dat had geholpen om de depressiviteit bij jongeren nog verder de kop in te drukken.
“Met andere woorden, [ de wereld heeft voorzichtig laten zien:] we kunnen én welvarender worden én klimaatverandering beteugelen.” Hier wordt welvaart rechtstreeks gekoppeld aan enkel broeikasgassen en (dus) temperatuurstijging. Terwijl de overshoot van de planetaire grenzen, voor zover mij bekend, zich voordoet op een veel breder eco-terrein dan enkel dat. Ik zie dat niet terug in dit verhaal. Ook lijkt me de vraag gerechtvaardigd: zijn we wereldwijd inderdaad welvarender geworden? Of hangt dat ook af van de definitie van die welvaart: hoe breed, hoe smal? Ook: hoe is die welvaart verdeeld, bv. naar rechtvaardigheidsmaatstaven? Zoals het hier geschetst wordt lijkt het mij nogal kort door de bocht.
Willen we zo nodig bepalen of het glas halfvol dan wel halfleeg moet worden gezien dan zijn er misschien nog wel andere benaderingsmethoden dan de vroegere, al dan niet achterhaalde theoretische hoogste en laagste scenario’s opnieuw uit de kast te trekken.
Wat zijn de gevolgen van datgene waar we nu op afstevenen? Van bijvoorbeeld de zeespiegelstijging en de smelt van gletsjers en poolkappen ‘zijn we alleen nog onzeker over de vraag ‘hoe snel’.
Hoe worden de trends op dit moment, los van eerdere scenario’s, en ook breder getrokken dan enkel temperatuurstijging ingeschat op allerlei gebied? Hoe worden de gevolgen van die trends op dit moment beoordeeld?
LikeLike
Hoi Guido,
Voor de verklaring van de toename in methaan in de laatste decaden is veel ondertussen wel goed bekend en zou ik willen verwijzen naar het paper uit 2023 in Nature Communications van Skeie et al. https://www.nature.com/articles/s43247-023
De recent versnelde toename van methaan in de atmosfeer vanaf 2006 veroorzaakt door een steeds sterkere stijging van de uitstoot. De drie grootste veroorzakers van deze versnelling zijn:
Het lijkt me belangrijk om bij methaan de ogen op de bal te houden (de uitstoot) en de interjaarlijkse en wellicht interdecadale variabiliteit in methaan release door bacteriën vanuit tropische gebieden (venen, wetlands) te laten voor wat het is, variabiliteit. De methaanuitstoot vanuit hoge breedtegraden is vooralsnog verwaarloosbaar op wereldschaal ondanks buitenproportionele aandacht voor methaan dat inderdaad ook vrijkomt uit ontdooiend permafrost.
groet, Michiel
LikeGeliked door 1 persoon
Hallo Michiel,
je bedoelt dit artikel? Trends in atmospheric methane concentrations since 1990 were driven and modified by anthropogenic emissions | Communications Earth & Environment (nature.com)
Link kwam niet door.
LikeLike