Tagarchief: Neven

Arctische winter eindigt met luid gekraak

Gastblog van Neven. Engelse versie op Neven’s blog.

Men stelt zich bij het pakijs boven op de Arctische Oceaan vaak een monolithische, drijvende ijsplaat uit één stuk voor. Van dichterbij bekeken wordt al snel duidelijk dat het eigenlijk een verzameling van grotere en kleinere ijsschotsen is. We kennen allemaal de beelden van ijsschotsen die in de zomer door open water gescheiden worden, maar zelfs tijdens de winter ontstaan er in de poolkap barsten die honderden tot duizenden kilometers lang kunnen worden en weer snel dichtvriezen.

20110319 USS Connecticut

Dit verklaart hoe sinds de jaren ’50 van de vorige eeuw onderzeeërs in staat waren om ter hoogte van de Noordpool tevoorschijn te komen (op de foto hierboven is te zien hoe de USS Connecticut op 19 maart 2011 aan de oppervlakte verschijnt; copyright: Kevin S. O’Brien, U.S. Navy). De onderzeeërs konden niet door het dikke ijs breken en moesten dan op zoek naar een zogeheten lead waar het ijs dunner was. Vreemd genoeg wordt dit fenomeen misbruikt door mensen die het bestaan en de mogelijke gevolgen van de door de mens veroorzaakte opwarming van de Aarde ontkennen, alsof het zou bewijzen dat de huidige ontwikkelingen in het hoge noorden niet ongewoon zijn. Maar het bewijst helemaal niets, omdat barsten altijd al een normale eigenschap van de Arctische zee-ijskap zijn geweest.

‘Normaal’ is echter een woord dat de laatste jaren steeds minder van toepassing is op het Arctische gebied. Het smeltseizoen van 2012 was een nieuwe climax in een serie van recordjaren en liet zien dat het zee-ijs dunner is dan het in lange tijd is geweest. We hoeven niet eens het komende smeltseizoen af te wachten om dit herbevestigd te zien, aangezien het aan het einde van het huidige vriesseizoen al zichtbaar is. Zoals net gezegd zijn barsten in het zee-ijs gebruikelijk in het Arctische gebied, maar de video hieronder gemaakt door het Visualization Lab van Amerikaans meteorologisch instituut NOAA toont een gebeurtenis die zeer zeldzaam, zo niet uniek is voor deze tijd van het jaar:

IJs, hoe dun ook, breekt niet uit zichzelf, maar heeft daarvoor wind nodig. Deze wind werd in dit geval veroorzaakt door een groot, krachtig en koppig hogedrukgebied dat een maand geleden ontstond en de Beaufort Gyre aanzwengelde, een oceaanstroming die zee-ijs van de Noord-Amerikaanse kust richting Siberië vervoert.

De volgende korte animatie van ASCAT radarbeelden met een interval van 10 dagen laat de beweging zien vanaf 1 januari, vergeleken met de drie voorgaande winters. De zwarte stip stelt de Noordpool voor, de witte massa daaronder is het noordelijke deel van de Groenlandse IJskap, de lichtere kleuren staan voor het dikkere meerjarige zee-ijs dat het vorige smeltseizoen heeft overleefd:

Lees verder

Waarom Arctisch zee-ijs niemand koud zou moeten laten

Gast-blog van Neven.

Het Arctisch zee-ijs lijkt een nieuw record minimum te hebben bereikt, enkele weken voordat het zomerminimum doorgaans bereikt wordt. Het Arctisch zee-ijs smelt de laatste decennia ’s zomers veel meer dan in de voorafgaande eeuwen het geval was. Dit seizoensgebonden smelten gaat sneller dan verwacht werd door klimaatwetenschappers. Hoewel het smelten van zee-ijs niet direct tot een stijgende zeespiegel leidt (behalve dan een klein effect vanwege het verschil in zout-gehalte) zijn er wel degelijk consequenties aan de teloorgang van het Arctisch zee-ijs. Daarover gaat deze gast-blog van Neven, die een zeer informatief (Engelstalig) blog bijhoudt over Arctisch zee-ijs.

Arctisch zee-ijs werd ongeveer 47 miljoen jaar geleden een terugkerend fenomeen op de Aarde. Sinds de huidige ijstijd zo’n 2,5 miljoen jaar geleden begon, is de Arctische Oceaan volledig bedekt met een laag zee-ijs. Alleen tijdens interglacialen, zoals nu, smelt een deel van dat zee-ijs in de zomer omdat de top van de planeet tijdens de zomermaanden meer naar de Zon gericht is en dus grote hoeveelheden zonlicht ontvangt. Als de winter begint, ontstaat op het ijsvrije deel van de Arctische Oceaan weer een nieuwe laag ijs.

Vanaf het moment dat de menselijke beschaving ontstond, 5000 tot 8000 jaar geleden, was deze jaarlijkse cyclus van smeltend en weer terugvriezend Arctisch zee-ijs min of meer constant. Er zijn periodes geweest waarin wat meer zee-ijs smolt in de zomer, en periodes waarin er minder smolt. Onlangs heeft er echter een radicale verschuiving plaatsgevonden. Satellieten geven sinds een paar decennia een gedetailleerd beeld van het Arctische gebied en in die tijd is er een onmiskenbare reductie in de zomerse zee-ijsbedekking waargenomen. Toen in 2007 het vierde IPCC-rapport uitkwam, dacht men over het algemeen dat het Arctische gebied ergens tegen het einde van deze eeuw ijsvrij zou kunnen worden. Maar veranderingen voltrekken zich in zo’n hoog tempo dat de meeste experts nu denken dat het rond 2030 zou kunnen gebeuren. Sommigen zeggen zelfs dat het al dit decennium zover zou kunnen zijn.

Lees verder