Een door medisch tijdschrift The Lancet in het leven geroepen commissie publiceerde vorige week zijn rapport (gratis toegankelijk na registratie) over de effecten van klimaatverandering voor de gezondheid. Een uitvoerig rapport dat zich niet zomaar samen laat vatten in een blogpostje. Dat hoeft ook niet, want The Lancet heeft de hoofdpunten zelf al op een rijtje gezet in een video.
De commissie schrikt er bepaald niet voor terug om zijn conclusies stevig te formuleren. Men ziet klimaatverandering als de belangrijkste kwestie aangaande gezondheid van de 21e eeuw. Maar de medaille heeft twee kanten. Enerzijds kan klimaatverandering volgens het rapport alle winst die de afgelopen halve eeuw op het gebied van gezondheid is geboekt teniet doen; anderzijds biedt aanpak van het probleem mogelijkheden om wereldwijd de gezondheidssituatie enorm te verbeteren. De afbeelding hieronder brengt de kluwen aan interacties tussen broeikasgasemissies en gezondheid schematisch in beeld en laat zien dat gebruik van fossiele brandstoffen kan leiden tot aandoeningen aan hart, bloedvaten en luchtwegen. Mitigatie en adaptatie kunnen ook op tal van andere manieren aan een betere gezondheid bijdragen. Zo zou de ontwikkeling van betaalbare duurzame energie (zoals zonnecellen) ten goede kunnen komen aan de allerarmsten, die nu vaak niet of nauwelijks van elektriciteit zijn voorzien. Dat geldt ook voor een aanzienlijk deel van de ziekenhuizen en gezondheidscentra in de armste gebieden, zo blijkt uit een recent onderzoek van de WHO.
De commissie formuleert zijn conclusies pittig. Zouden medische wetenschappers minder terughoudend zijn in hun woordkeus dan we doorgaans gewend zijn van klimaatwetenschappers, bijvoorbeeld in de rapporten van het IPCC? Het heeft er alle schijn van: na een korte introductie volgt in de Executive Summary vet gedrukt de constatering dat de effecten van klimaatverandering nu al merkbaar zijn, en dat de gezondheidsrisico’s onacceptabel zijn en mogelijk catastrofaal.
Over die toon zullen de meningen verschillen, maar dat klimaatverandering op een groot aantal manieren direct en indirect gezondheid en welzijn kan beïnvloeden staat vast. De afbeelding bovenaan dit stuk laat dit zien. Directe effecten zijn bijvoorbeeld de gevolgen van een toename van extreem weer, bij indirecte effecten gaat het om gevolgen voor ecosystemen (met gevolgen voor bijvoorbeeld landbouw, of aan het klimaat gerelateerde ziektepatronen), de economie en sociale structuren (migratie, conflicten). Dat klimaatverandering ook nu al effecten heeft wordt geïllustreerd aan de hand van de onderstaande tabel met een overzicht van recente extreme weersituaties. (Opmerking: stormen worden in de tabel gerangschikt onder de categorie “geen menselijke invloed”. Er zijn klimaatwetenschappers die daar anders over denken. Misschien gaan we daar binnenkort op dit blog wat verder op in.)
De commissie schrikt ook niet terug voor een oproep aan de politiek. Men constateert dat er zowel technisch als financieel ruim voldoende mogelijkheden zijn om grote stappen te zetten in de ontwikkeling van een koolstofarme economie. De keuze om die stappen daadwerkelijk te maken is een politieke. Bovendien doet men een oproep aan de collega’s, de medische wereld, om klimaatverandering als een belangrijke gezondheidskwestie te beschouwen, zoals men dat in het verleden deed met bijvoorbeeld tabak, HIV of polio.
Vandaag, 30 juni, om 2 uur Eastern Time, dat is 8 uur ’s avonds in Nederland, organiseert Climate Nexus een vraag en antwoordsessie op Twitter over dit onderwerp met een aantal deskundigen: #ClimateRx.
Tenslotte nog wat links naar interessante berichten elders over dit rapport. Opvallend maar zeker niet onbelangrijk: vaak wordt een link gelegd tussen het rapport van The Lancet en de Pauselijke Encycliek die eerder deze maand verscheen.
The Carbon Brief: Tackling climate change will reap benefits for human health
Bloomberg: Doctors Fight Coal Like Tobacco, Widening Climate Debate
The Guardian: Climate change threatens 50 years of progress in global health, study says
Hans,
Inderdaad opmerkelijk stevig geformuleerd.
Nu ik mij de laatste tijd meer verdiept heb in de vraag hoe je de waarde van wetenschappelijk onderzoek als geïnteresseerde leek nu eigenlijk kan duiden, valt het mij trouwens toch op dat in de klimatologie voorzichtigheid relatief gezien de moeder van de porseleinkast is. Vooral vergeleken met de medische wetenschap (om over de economische maar te zwijgen….).
Cherry picking is daar binnen de gevestigde wetenschappelijk bedrijf een aanzienlijk vaker voorkomende praktijk dan in de klimatologie, zo is mijn stellige indruk. Een voorbeeld: de wijze waarop de gevestigde wetenschap zich rücksichtlos afzet tegen zoiets als accupunctuur vindt zijn basis in een zorgvuldig vermijden van de conclusies van onderzoeken waarin wél significante en relevante effecten worden aangetoond. Johan Lehrer heeft daar interessante dingen over geschreven in het artikel “The truth wears off” in the New Yorker: http://www.newyorker.com/magazine/2010/12/13/the-truth-wears-off .
Ik acht het een teken van kracht als je als wetenschappelijke discipline jezelf niet hoeft te overschreeuwen.
LikeLike
Uhm, Wim Krop, je zou zomaar wel eens dat artikel verkeerd kunnen begrijpen. Het feit dat volgens Lehrer Aziatische studies vrijwel allemaal een significant en relevant effect van acupunctuur vinden, terwijl Westerse studies een meer gevarieerd beeld geven (ongeveer de helft van de studies laat een significant en relevant effect zien), zou zo maar kunnen door publication bias: een Aziaat zal niet gauw een studie publiceren waarin accupunctuur aantoonbaar niet werkt.
Een ander probleem met acupunctuur is het placebo effect. Studies waarin ‘echte’ en ‘onechte’ accupunctuur (de naalden voelen echt aan voor de patient, maar zijn dat niet) worden gebruikt laten vrijwel altijd zien dat er geen tot weinig verschil is tussen de twee (soms is de ‘onechte’ acupunctuur beter!). Dat wijst op een placebo effect.
LikeLike
Heren, ik mag toch hopen dat we nu niet alle ‘ins and outs’ over het wel of niet ‘werken’ van acupunctuur door gaan nemen? 🙂 Waar ik het mee eens ben, is wat Wim Krop hier zegt:
Inderdaad. Mijn indruk is dat medici méér geneigd zijn om een normatief statement af te geven en een stellige positie in te nemen, dan onder mathematici, fysici en chemici (wat klimaatonderzoekers meestal zijn) gebruikelijk is.
De wereld van behandelend artsen is er een waarin de ‘values’ van een ‘value judgment’ doorgaans vaststaan en niet meer bediscussieerd hoeven te worden. Het ‘beste scenario’ voor een arts is het scenario waarin de patiënt het beste herstelt en de meeste overlevingskansen heeft.
Een arts zegt bijvoorbeeld: “Ik heb u nieuwe medicijnen voorgeschreven, die krijgt u vanaf heden”, in plaats van alle mogelijke alternatieven te gaan bespreken. Als de patiënt vervolgens gaat vragen welke alternatieve scenario’s en medicaties er precies zijn, en of daar niet een medicatie bij zit die weliswaar zijn gezondheid niet dient… maar wél reuze goedkoop is, dan verwijst deze arts naar de psychiater: “Ik heb hier een patiënt die het niet interesseert of de behandeling werkt, alléén of-ie lekker goedkoop is.” 🙂
Met andere woorden: de ‘values’ zijn al gegeven.
Een klimaatwetenschapper zal echter communiceren in termen van ‘IF x THEN y’ zodat de politicus of beleidsmaker er vervolgens uiteenlopende ‘value judgments’ op los kan laten, bij het waarde toekennen aan alternatieve scenario’s.
LikeLike
Bob,
zoals ik in het bogstuk ‘AGW Revisited…’ stelde: het is niet de bedoeling dat de klimatoloog intervenieert, zoals de sjamaan (of arts in dit geval) en de priester dat wel doen.
LikeLike
Hoi Goff,
Dat klopt, maar opvallend is dat de arts zijn alternatieve scenario’s (de verschillende behandelmethoden en medicaties met hun verwachte uitkomsten) doorgaans niet eens voorlegt aan de patiënt. Klaarblijkelijk schrijft de patiënt aan de arts niet alleen toe:
maar ook een ander deel van het beslissingsproces, namelijk:
M.i. is dit alleen mogelijk doordat de arts hetzelfde waardensysteem hanteert als de patiënt — anders is de patiënt niet bereid om stap (b) uit te besteden aan de arts. Het cruciale van stap (b) is het rangschikken van de scenario’s in de volgorde waarin zij scoren volgens dezelfde maatstaven (waarden) die de patiënt zou hanteren.
De klimaatwetenschapper zou in principe hetzelfde kunnen doen (bijvoorbeeld: “U dient voor het RCP 4.5 emissiepad te kiezen, dan behoudt u de door u en mij gewenste economische activiteit en vermijdt u de volgens u en mij meest ongewenste risico’s“), MITS hij over hetzelfde waardensysteem zou beschikken als de patiënt… ehhh… beleidsmaker.
LikeLike
Bob,
o.k., daarop voort bordurend de volgende overweging:
in feite besteedt de klimatologie het beslissingsproces (what to do) uit aan derden, i.h.b. aan beleidmakers. Wat we nu zien is dat een andere academische discipline de medische, bij monde van de commissie van de Lancet, zich *actief in het beslissingsproces mengt*. Het wachten is natuurlijk op andere academische disciplines, ik denk m..n. aan de economie, die hetzelfde gaan doen: interveniëren. door beleid-advies te geven. En waarmee de wetenschap-in-het-algemeen zijn terughoudendheid / neutraliteit inzake risico’s van kimaatverandering los laat.
Overigens is het wel frappant dat in een paar weken tijd de pauselijke Encykliek Laudato Si, de civiele rechtszaak Urgenda vs de Staat der NL en nu de commissie van The Lancet de revue passeert. Drie media-evenementen waarin experts op hun resp. gebied ondubbelzinnig de genoemde terughoudenheid / neutraliteit laten varen. Interessante ontwikkeling! En wat mij betreft een compliment voor de redactie van ‘Klimaatverandering’.
LikeLike