Turbulent jaar voor klimaat en wetenschap
Staatssecretaris Atsma van Milieu ontving vandaag het eerste exemplaar van de ‘Staat van het Klimaat 2010’. De publicatie geeft een overzicht van relevante ontwikkelingen op het gebied van klimaat en energie in het afgelopen jaar. Het is een uitgave van de onderzoeksinstellingen die samenwerken binnen het PCCC*.
Het jaar 2010 was turbulent voor de zowel de klimaatwetenschap als het klimaat zelf.
Koud hier, warm elders
We hadden te maken met een bijzondere paradox. Nederland beleefde het koudste jaar sinds 1996. De maand december was zelfs de koudste decembermaand sinds 40 jaar. Sommigen zien dit als een aanleiding om de opwarming van de aarde in twijfel te trekken. Wereldwijd was het echter één van de warmste jaren sinds 1850. Vanwege de luchtstroming (“Arctische Oscillatie”) ging de relatieve koude in Europa gepaard met relatieve warmte in het Arctische gebied en Noord Canada.
Extreem weer
Het jaar 2010 kende een aantal extreme weersgebeurtenissen en de gevolgen daarvan. Zo liep 20 procent van Pakistan onder water; ongeveer 20 miljoen mensen werden getroffen. Ook China kampte met overstromingen en dodelijke modderstromen. Terwijl Rusland de heetste zomer sinds het begin van de metingen beleefde, had Midden-Europa te maken met zware regenval.
Deze rampen en extremen zijn niet eenduidig terug te voeren op klimaatverandering. Afwijkingen in temperatuur en neerslag horen bij de grillen van de natuur. Wel zijn de gebeurtenissen meteorologisch gezien zeldzaam. Naar verwachting neemt de kans op hittegolven en extreme neerslaghoeveelheden toe als gevolg van het versterkte broeikaseffect.
Polarisatie van het klimaatdebat
Daarnaast was er ophef door de inhoud van openbaar gemaakte e-mails van de Climate Research Unit in Engeland. Ook werden enkele fouten in het laatste IPCC rapport aan het licht. Deze gebeurtenissen leidden tot twijfel over de juistheid van inhoud van IPCC rapportages, maar ook over de integriteit van klimaatonderzoekers zelf. Het werd duidelijk dat het klimaatdebat en de klimaatwetenschap in een nieuw tijdperk opereren, met een hoge mate van politisering en dynamische interactie tussen wetenschap en publiek debat. In de Staat van het Klimaat 2010 wordt een aantal veel gehoorde kritische argumenten in een wetenschappelijke context geplaatst. ECN (dat ben ik) heeft aan dit hoofdstuk (2) bijgedragen. De werking van en kritiek op het IPCC komt ook ter sprake (hoofdstuk 6).
Klimaatbeleid
Intussen gaan de pogingen om klimaatverandering te beteugelen via Internationale onderhandelingen ook door. De klimaattop in Cancún eind vorig jaar heeft niet geleid tot een bindend verdrag of beslissingen die klimaatverandering ingrijpend aanpakken. Wel zijn de emissiereducties, waar in Kopenhagen kennis van was genomen, in Cancun voor het eerst onder de VN-vlag verankerd. In combinatie met de transparante manier van onderhandelen heeft dit het vertrouwen in het multilaterale onderhandelingsproces versterkt. Er blijft een “gigaton kloof” bestaan tussen de collectieve beloftes en de benodigde emissiereductie om beneden de twee graden opwarming te blijven.
Dit en andere zaken op het gebied van energie- en mitigatiebeleid zijn een bijdrage van ECN (door mij geschreven) en komen ter sprake in hoofdstuk 4. Naast Cancún wordt het regeerakkoord van het nieuwe kabinet er besproken, een vooruitblik naar de geraamde emissies t/m 2020 en een aantal toekomstvisies voor een duurzame energievoorziening.
De Staat van het Klimaat is gratis te downloaden.
* Het Platform Communication on Climate Change (PCCC) is een samenwerkingsverband van de grote klimaatkennisinstellingen in Nederland (PBL, KNMI, Wageningen UR, ECN, Vrije Universiteit, Universiteit Utrecht, Deltares, TNO en NWO)