Tagarchief: Groene Rekenkamer

Zware regenbuien: wel of niet vaker en intenser?

Gastblog van Tinus Pulles

Een recente discussie op Twitter heeft een paar lessen opgeleverd die ik hier graag met lezers van deze blog wil delen.

  1. Het is waarschijnlijk dat zware regenbuien in Nederland vaker voorkomen én gemiddeld genomen intenser worden
  2. Statistiek is een lastig vak, wellicht toch vooral over te laten aan mensen die daar verstand van hebben.

Frequentie en Intensiteit Zware regenbuien

Het ontstaan en het uitregenen van buien is een complex proces, waarin vele niet-lineariteiten een rol spelen. Het ontstaan van een individuele bui en het enige tijd tevoren voorspellen van hoeveel regen daar uit zal vallen, en waar, is daardoor principieel onmogelijk. Het is, zoals zo veel verschijnselen in het dagelijkse weer, een voorbeeld van een proces dat kan worden beschreven met behulp van de chaostheorie. Als ik hieronder over een ‘chaotisch proces’ spreek, bedoel ik chaos in de zin van de chaostheorie, niet in de zin dat we er wel niks van kunnen begrijpen.

Dat het voorspellen van een individuele bui onmogelijk is, betekent niet dat je niets kunt zeggen over de frequentie en de intensiteit van zulke buien en de veranderingen daarvan in de tijd. In Figuur 1 zijn de gemeten 20 hoogste totale dagsommen van de regen in De Bilt weergegeven voor vijf recente jaren, gesorteerd van hoog naar laag. Wat opvalt is dat, naarmate je meer naar de hoogste waarden kijkt, de variabiliteit van jaar tot jaar groter wordt.

Figuur 1: De 20 dagen waarop het meeste neerslag viel voor de jaren 2013 t/m 2017; data van KNMI

Er zijn twee manieren om naar de verandering van frequentieverdeling van het chaotische proces in deze grafiek te kijken:

  1. Tel het aantal keren dat een vaste waarde (bijvoorbeeld 50 mm) in een jaar wordt overschreden.
  2. Meet de hoeveelheid regen die met een vaste frequentie (bijvoorbeeld 1 keer of 10 keer) in een jaar wordt overschreden.

Lees verder

Twijfelbrigade dient klacht in tegen NOS vanwege evenwichtige en goede berichtgeving over klimaatverandering

Ja, u leest het goed. Climategate en de Groene Rekenkamer proberen geregeld om de media zo scheef mogelijk te laten berichten over klimaatverandering. Een klacht van hun valt derhalve op te vatten als een compliment. De hoofdredacteur van NOS Nieuws, Marcel Gelauff, schreef al snel een zeer logisch antwoord terug:

De NOS neemt geen stelling. Over geen enkel onderwerp. Wij kiezen die onderwerpen en nieuwsgebeurtenissen die we vanuit onze wettelijke taak relevant vinden voor ons grote publiek.

Labohm cum suis hebben daar wederom op gereageerd en schrijven o.a. dat “de oorspronkelijke steen des aanstoots de reis van een aantal Nederlandse CEO’s [was], begeleid door de klimaatactiviste Bernice Notenboom, naar Spitsbergen.” Laatstgenoemde wordt aangeduid als “klimaatactiviste en niet-wetenschapper”; niet onterecht misschien, maar Hans Labohm c.s. zijn natuurlijk ook zeer activistisch (maar dan met een tegengesteld doel voor ogen) en niet alleen “niet-wetenschappers”, maar zelfs ronduit anti-wetenschappelijk (zie bijv hier, hier en hier). Dat maakt de karakterisering die zij geven van Bernice Notenboom licht ironisch.

We bespreken hier de belangrijkste misvattingen in de klacht-brief aan de NOS.

De snelle afname van Arctisch zee-ijs

Om te beginnen hebben ze het over het “historisch perspectief” van het verlies aan Arctisch zee-ijs. Vervolgens komen ze met een paar zorgvuldig geselecteerde observaties aanzetten, die op een bepaald moment in het verleden en op een specifieke plaats even een relatief lage zee-ijs bedekking lieten zien. Echter, ook op Spitsbergen is het nu warmer dan het volgens metingen gedurende de laatste 250 jaar is geweest. Jos Hagelaars schreef een aantal jaren geleden een goed overzichtsblog over het Arctische zee-ijs, inclusief het “historisch perspectief”. De rode lijn daarvan is vrij eenduidig (zie figuur hieronder): De hoeveelheid Arctisch zee-ijs neemt in een zeer rap tempo af en is waarschijnlijk in vele honderden jaren niet zo laag geweest.

Kinnard Sea Ice Reconstruction

Arctisch zee-ijs (rood) en oppervlaktetemperatuur (blauw) over de afgelopen ~1400 jaar. Bron: Kinnard et al.

Labohm c.s. citeren een recente studie van Stein et al, die wijzen op een relatief klein oppervlak aan drijfijs tijdens het zogenaamde Holoceen Optimum, ongeveer 8000 jaar geleden. Dat is niet verwonderlijk, want in die tijd was juist het Arctische gebied relatief warm vanwege de Milankovitch forcering, de langzame verandering in de baan van de aarde om de zon, die verantwoordelijk is voor het komen en gaan van ijstijden. Dat proces vindt plaats op tijdschalen van tienduizenden jaren – een heel andere tijdschaal dan de huidige, veel snellere veranderingen die we waarnemen. Als diezelfde Milankovitch forcing nog steeds de dominante factor zou zijn in het beïnvloeden van de hoeveelheid drijfijs, zou het juist verder moeten toenemen (in een tergend langzaam tempo weliswaar). Dat is overduidelijk niet het geval. Er is dus wel degelijk iets nieuws onder de zon. De snelle recente afname van Arctisch zee-ijs is niet onderzocht door Stein et al, die zich vooral op het paleo-klimaat richten. De grafiek die Labohm et al uit die studie reproduceren gaat maar tot 1950.

Andere wetenschappers

De brief vervolgt:

Waarom wordt er zo ruim podium gegeven aan aan activisten die geen wetenschappelijke kwalificaties hebben op klimaatgebied, zoals Bernice Notenboom, Marjan Minnesma en CEO’s? En waarom horen we niet of nauwelijks iets van vooraanstaande wetenschappers die wèl competent zijn?

Deze ‘activisten’ (waaronder blijkbaar CEO’s?) hebben het in de media doorgaans niet over de klimaatwetenschap, maar over de maatschappelijke respons die zij nodig achten. Als anti-klimaatactivisten zonder klimaatwetenschappelijke kwalificaties in de media optreden hebben zij het meestal juist wel over de klimaatwetenschap, waarvan ze dan een nogal karikaturaal beeld schetsen. In tegenstelling tot wat Labohm c.s. impliceren komen “skeptici” juist relatief vaak in de media.

En waarom bevat de lijst van namen die volgt geen enkele Nederlandse wetenschapper? Het antwoord laat zich raden: er zijn geen of nauwelijks Nederlandse klimaatwetenschappers wiens visie op de wetenschap overeenkomt met die van Labohm en de Groene Rekenkamer. En ook de namen die ze wel noemen bestaan voor het grootste deel uit niet-klimaatwetenschappers. Zelfs Monckton wordt genoemd als voorbeeld van “vooraanstaande wetenschappers die wèl competent zijn”. Dan zou je Trump ook in het lijstje kunnen opnemen.

Mythe-bingo

Dan volgt een litanie aan gerecyclede  mythes, die als zodanig allang bekend en al vele malen ontkracht zijn. Lees verder