De vergroening van de aarde – over de bomen, het bos en andere zaken

Vergroening volgens de NVDI-index. Bron: Matthias Forkel

De aarde vergroent. Daar zijn zo ongeveer alle deskundigen het wel over eens. En het is weinig aannemelijk dat de natuur uit zichzelf besloten heeft om maar eens een tandje bij te schakelen. Het ligt er dus dik bovenop dat die vergroening het – deels bedoelde en deels onbedoelde – gevolg is van menselijke activiteiten. Tot zover het eenvoudige deel van het verhaal. Want wie er wat dieper induikt ziet al snel dat het knap ingewikkeld is om op wat meer detailniveau te begrijpen wat er precies gebeurt. Bijvoorbeeld omdat er zoveel factoren meespelen, die elkaar ook nog eens kunnen beïnvloeden. Maar ook omdat het nog niet zo makkelijk is om die vergroening te meten, of zelfs maar te definiëren. Een artikel dat in november verscheen in Nature Ecology & Evolution illustreert dat: Enhanced peak growth of global vegetation and its key mechanisms van Huang et al..

De complexiteit van het onderwerp en de verschillen tussen onderzoeksmethodes verklaren waarschijnlijk waarom de resultaten van verschillende studies nogal uiteenlopen, of dat op het eerste gezicht lijken te doen. In 2016 constateerden Zhu et al., weliswaar met een forse onzekerheidsmarge, dat CO2-fertilisatie de belangrijkste oorzaak van de vergroening was. Huang et al. komen tot een ander resultaat. Volgens hen zijn drie factoren, elk in min of meer gelijke mate, samen verantwoordelijk voor ongeveer 60% van de vergroening. Behalve CO2-fertilisatie spelen ook de depositie van stikstof en landbouw een rol van betekenis. Ook veranderingen van temperatuur, hoeveelheid neerslag en de hoeveelheid invallend zonlicht kunnen van invloed zijn. De afbeelding hieronder laat zien welke factor waar op aarde het meest bepalend is.

Dominante factoren van vergroening: roze: temperatuur, geel: invallend zonlicht, blauw: neerslag, rood: landbouw, oranje: stikstofdepositie, groen: CO2-fertilisatie. Stippen markeren gridcellen waar de vergroening statistisch significant is. Bron: Huang et al.

Je moet waarschijnlijk ecoloog zijn om de verschillen tussen de diverse onderzoeken echt goed te kunnen duiden. Maar wat in elk geval duidelijk is, is dat Huang de vergroening op een andere manier in beeld brengt dan Zhu dat deed. Zhu maakte gebruik van gegevens van satellieten die letterlijk de vergroening meten: de verandering in de absorptie en weerkaatsing van zonlicht door een toename van het bladoppervlak van planten. Bladoppervlak is hier dus de maat voor de vergroening, Huang combineert satellietdata, veldmetingen, modelberekeningen en een meta-analyse van wetenschappelijke literatuur en leidt daar de groeisnelheid (of bruto primaire productie) uit af tijdens de piek van het groeiseizoen. Meer bladoppervlak en een hogere groeisnelheid wijzen beide op een toename van de fotosynthese in het plantenleven op aarde.

Beide onderzoeken hebben zo hun sterkere punten en onzekerheden. Huang neemt meer factoren in beschouwing dan alleen het bladoppervlak van Zhu. Maar omdat Huang zich concentreert op de piek van het groeiseizoen mist zijn onderzoek het mogelijke effect van een langere (of kortere) duur van het seizoen. Voor beide studies geldt dat de versnelling van de fotosynthese alleen nog niet direct te vertalen is naar een toename van de totale levende biomassa op aarde. Tegenover die weelderige groei staat immers ook biomassa die weer verdwijnt: bladeren die vallen, landbouwgewassen die worden geoogst en planten die doodgaan, bijvoorbeeld. De koolstof uit die biomassa wordt voor het grootste deel vroeg of laat weer “uitgeademd” naar de atmosfeer. Voor de CO2-boekhouding van de atmosfeer zijn dus zowel de fotosynthese als de “uitademing” van belang.

Is het meten van de vergroening al niet zo simpel, bepalen welke oorzaken in welke mate bijdragen is nog veel ingewikkelder. Er zijn nogal wat oorzaken, die elk op hun manier invloed kunnen hebben op allerlei plantensoorten in allerlei ecosystemen in allerlei klimaattypes. En de verschillende oorzaken kunnen elkaar ook nog eens versterken of tegenwerken. Landbouw en CO2-fertilisatie zijn bijvoorbeeld twee oorzaken die elkaar kunnen versterken, en wel zodanig dat het lastig kan zijn om een goed onderscheid tussen die twee te maken. Veel landbouwgewassen, vooral in de akkerbouw, zijn snelle groeiers. Nergens, of in elk geval vrijwel nergens ter wereld gaat de fotosynthese sneller dan op het akkerland. Best logisch, omdat akkerbouwers kiezen voor gewassen die het goed doen op hun land en die zo nodig nog een handje helpen, bijvoorbeeld met bemesting of irrigatie. Meer akkerbouw betekent meestal dus meer vergroening, in elk geval volgens methodes die de fotosynthese meten. Omdat de omstandigheden voor verbouwde gewassen vaak al heel gunstig zijn kan extra CO2 de planten nog eens extra hard laten groeien. Vergroening door akkerbouw en door CO2 gaan daarom vaak hand in hand.

De complexiteit van dit soort onderzoek en de onzekerheden die daaraan verbonden zijn blijven nog wel eens onderbelicht in de berichtgeving erover. Soms ook in persberichten die onderzoeksinstituten zelf versturen, zo is mijn indruk. Het is ook best lastig om enerzijds duidelijk en beknopt te zijn en anderzijds recht te doen aan alle ingewikkeldheden en nuances. Ingewikkeldheden en nuances die in de wetenschappelijke artikelen zelf zeker niet onder het tapijt worden geschoven. Het lezen en begrijpen van die artikelen kost soms de nodige tijd en moeite, maar uiteindelijk is het wel de beste manier om inzicht te krijgen in waar de wetenschap werkelijk staat en – niet onbelangrijk – hoe de wetenschap te werk gaat.

Dan rest nog de vraag: zijn deze onderzoeksresultaten nu goed nieuws, of slecht nieuws? Het antwoord is, zoals eigenlijk altijd bij zo’n ingewikkeld onderwerp: een beetje van allebei. Voor een wetenschapsfan is de ontwikkeling van wetenschappelijke kennis natuurlijk altijd goed nieuws. Maar afgezien daarvan kan dit onderzoek van belang zijn voor drie belangrijke thema’s:

De koolstofkringloop. Planten zijn zo vriendelijk om ongeveer 30% van onze CO2-emissies op te nemen. Zolang het in biomassa is opgeslagen draagt CO2 niet bij aan de opwarming van het klimaat of de verzuring van de oceanen. Wetenschappers die zich bezighouden met vergroening plaatsen hun onderzoek vooral in de context van dit thema. Of het onderzoek van Huang hier goed of slecht nieuws is, is lastig te zeggen. Er is in elk geval wel iets positiefs uit te halen. Mogelijk kan de kennis die op dit terrein ontwikkeld wordt in de toekomst ingezet worden om meer CO2 vast te leggen in planten. Als er meer factoren zijn die van invloed zijn, zouden er meer mogelijkheden zijn om op te sturen. Al is de keerzijde natuurlijk wel dat er ook meer factoren zijn waarop het spaak kan lopen.
Zoals gezegd is de tegenhanger van fotosynthese in de koolstofkringloop het vrijkomen van CO2 uit biomassa. De bodem speelt hierbij een belangrijke rol: die kan koolstof voor eeuwen tot wel millennia opslaan. Landbouw is over het algemeen ongunstig voor die opslag. Minder opslag van koolstof in de bodem is een keerzijde van landbouw die niet terug te zien is in cijfers over fotosynthese. Huang benadrukt dat deze kant van de medaille ook meegenomen moet worden om een goed beeld te krijgen van het effect van akkerbouw op de koolstofkringloop. Mogelijk kan via aanpassing van landbouwmethodes (bijvoorbeeld het gebruik van biochar) meer koolstof in de bodem worden opgeslagen.
Volgens het laatste IPCC-rapport wegen de emissies van CO2 door veranderingen van landgebruik en de opname door vergroening sinds het midden van de 19e eeuw ongeveer tegen elkaar op. Tot in de 2e helft van de vorige eeuw hadden emissies de overhand, daarna de vergroening. Met wel een aanzienlijke onzekerheidsmarge.

Cumulatieve dpname van CO2 door land (groen) en oceaan (blauw). Bron: IPCC AR5 WGI Hoofdstuk 6

Landbouw. Snellere fotosynthese betekent meer opbrengst per hectare in de landbouw. Tuinders in het Westland weten dat al lang: ze verhogen de CO2-concentratie in hun kassen om de groei van hun gewassen te bevorderen. Wanneer andere omstandigheden (irrigatie, bemesting, licht, temperatuur) optimaal zijn, kan de extra opbrengst aanzienlijk zijn. Maar er is wel een keerzijde. Verschillende onderzoeken hebben aanwijzingen gevonden dat die hogere opbrengst in kilo’s samengaat met een lagere voedingswaarde per kilo. Hoeveel winst er onder de streep overblijft is maar de vraag.

Natuur. Voor de natuur bestaat er geen goed of slecht. Wat goed of slecht is voor de natuur kunnen we alleen naar menselijke maatstaven beoordelen. Veel mensen zullen een langer groeiseizoen en weelderiger groei van planten positief vinden. Toch kan er ook een keerzijde zijn. Het is onwaarschijnlijk dat alle plantensoorten (op kortere of langere termijn) even sterk reageren op de oorzaken van de vergroening. Als bepaalde planten er meer van profiteren dan andere, kan dit ten koste gaan van de biodiversiteit en zou het sommige ecosystemen aan kunnen tasten.

Tenslotte nog dit. Hoewel dit stuk over ecologie en biologie gaat, blijven we natuurlijk wel een klimaatblog. En dus moet hier toch nog even benadrukt worden dat CO2-fertilisatie niet iets is dat op zichzelf staat. Het gaat hoe dan ook samen met de verandering van het klimaat. Op dit moment lijkt klimaatverandering nog relatief weinig invloed te hebben, vergeleken met de belangrijkste oorzaken van de vergroening. Verdere opwarming zou dit kunnen veranderen. De toekomstige klimaatverandering hoort zeker ook thuis in het lijstje onzekere factoren die van belang zijn voor het al dan niet doorzetten van de vergroening in de toekomst.

Dank aan Sara Vicca van de Universiteit Antwerpen voor haar hulp bij het schrijven van dit stuk.

53 Reacties op “De vergroening van de aarde – over de bomen, het bos en andere zaken

  1. Tinus Pulles

    Meer groen, als gezien van boven (satelliet) betekent niet noodzakelijk meer biomassa per oppervlakte-eenheid. Denk aan een beukenbos, waar door het dichte bladerdak geen ondergroei voorkomt, in vergelijking met een eiken- en berkenbos, waar wél ondergroei voorkomt. Meer bladgroen schermt onderliggende lagen af voor het licht van de zon.

    Like

  2. Hans Custers

    Tinus,

    Als ik het goed begrijp is de “groenheid” die deze satellieten meten in feite de hoeveelheid zonlicht die wordt geabsorbeerd door fotosynthese. Dat zou een maat moeten zijn voor de snelheid van fotosynthese. Als lagen onder een dicht bladerdak weinig zonlicht ontvangen, zullen ze ook niet snel kunnen groeien.

    Er zit nog wel verschil in hoe efficiënt planten zijn in het omzetten van zonlicht en biomassa. Dat zal een bepaalde onzekerheid met zich meebrengen. Mogelijk is daar wel rekening mee te houden door het gebruik van correctiefactoren voor bepaalde typen vegetatie. Maar ik ben onvoldoende thuis in de materie om te kunnen zeggen in welke mate dat in deze onderzoeken is gebeurd.

    Like

  3. Tinus Pulles

    Mijn reactie was op basis van mijn (zeer lang geleden) werk aan het mechanisme van fotosynthese (1971 – 1979) en een artikel dat uitlegt waarom planten niet zwart zijn (https://www.researchgate.net/publication/40900745_Cost_and_color_of_photosynthesis). Mijn opmerking was vooral ook bedoeld om aan te geven dat wat je aan de top van bomen ziet, niet noodzakelijk de hele biomassa omspant. zie ook mijn artikel over bioengineering photosynthesis (https://www.researchgate.net/publication/40900745_Cost_and_color_of_photosynthesis, helaas achter een betaalmuur, maar via Researchgate kun je een auteurskopie bij mij aanvragen).
    Ik ben ook heel benieuwd hoe die doorbraak in Illinois, waarbij, door een enzym te beïnvloeden de donker-reacties worden versneld, de efficiëntie van de fotosynthese zullen kunnen verbeteren.

    Like

  4. lieuwe hamburg

    https://www.volkskrant.nl/kijkverder/2018/voedselzaak/artikelen/huh-is-dit-de-sahel-dankzij-lokale-boeren-wordt-de-woestijn-weer-groen/

    Toevallig vandaag in de Volkskrant een lang artikel over vergroening door lokale boeren in Afrika. 250 miljoen bomen zijn erbij gekomen en de biodiversiteit neemt daardoor toe.

    Like

  5. Veel planten zelf passen zich ook aan,waardoor ze minder water nodig hebben,wat weer gunstig is voor boeren in droge gebieden.

    https://www.sciencedaily.com/releases/2011/03/110303111624.htm

    Like

  6. lieuwe hamburg

    @Peter,

    Dilcher said. “If transpiration decreases, there may be more moisture in the ground at first, but if there’s less rainfall that may mean there’s less moisture in ground eventually. This is part of the hyrdrogeologic cycle. Land plants are a crucially important part of it.”
    Dilcher also said less transpiration may mean the shade of an old oak tree may not be as cool of a respite as it used to be.
    “When plants transpire they cool,” he said. “So the air around the plants that are transpirating less could be a bit warmer than they have been. But the hydrogeologic cycle is complex. It’s hard to predict how changing one thing will affect other aspects. We would have to see how these things play out.”

    Jouw conclusie is wel erg kort door bocht. Droge gebieden zouden weleens nog droger kunnen worden.

    Like

  7. Hans Custers

    Het is een complex samenspel van factoren.

    Meer CO2 betekent inderdaad dat planten in een droge omgeving hun huidmondjes minder ver open hoeven te zetten en daarom minder water verliezen. CO2-fertilisatie kan planten dus beter bestand maken tegen droogte.
    Maar door opwarming vindt er ook meer verdamping plaats. Dat maakt droge gebieden droger en natte gebieden natter, is de verwachting (al zullen er waarschijnlijk wel lokale verschillen zijn). Door opwarming is er dus ook minder water beschikbaar.
    Als planten meer water vast kunnen houden, zou dat de toename van de droogte weer wat kunnen beperken. Maar omdat daardoor de verdamping wordt beperkt, beperkt dit ook weer de afkoeling door evapotranspiratie. Waardoor het meer opwarmt.

    Het lijkt me onmogelijk om in het algemeen te zeggen hoe dat uitvalt. Dat zal afhangen van hoeveel (en mogelijk ook hoe snel) het opwarmt en van plaats tot plaats flink verschillen.

    Like

  8. Ik was inderdaad te kort door de bocht ,het is niet alleen positief.

    Predicting the world’s overall changes in food production in response to elevated CO2 is virtually impossible. Global production is expected to rise until the increase in local average temperatures exceeds 3°C, but then start to fall. In tropical and dry regions increases of just 1 to 2°C are expected to lead to falls in production. In marginal lands where water is the greatest constraint, which includes much of the developing world but also regions such as the western US, the losses may greatly exceed the gains.

    https://www.newscientist.com/article/dn11655-climate-myths-higher-co2-levels-will-boost-plant-growth-and-food-production/

    Like

  9. Hans Custers

    Ik heb ook nog even gekeken naar iets recenters dan dat artikel van New Scientist uit 2007. IPCC SR15 zegt bijvoorbeeld:

    Overall, food security is expected to be reduced at 2°C of global warming compared to 1.5°C, owing to projected impacts of climate change and extreme weather on yields, crop nutrient content, livestock, fisheries and aquaculture and land use (cover type and management), (high confidence). The effects of climate change on crop yield, cultivation area, presence of pests, food price and supplies are projected to have major implications for sustainable development, poverty eradication, inequality and the ability of the international community to meet the United Nations sustainable development goals (SDGs).

    Overigens lijkt me hier behalve hoeveel het opwarmt de snelheid van opwarming ook erg belangrijk. De mate waarin landbouw zich aan kan passen aan veranderingen zou hier sterk van af kunnen hangen.

    Like

  10. Bart Vreeken

    De vergroening is zeker een interessant verschijnsel, je zou verwachten dat vooral de landbouw hiervan profiteert. Vanmorgen stond er trouwens een groot stuk over de vergroening van de Sahel in de Volkskrant. Dat ging helemaal niet over CO2, wel over ander landgebruik waarin meer bomen blijven staan, en over een ander neerslagpatroon. Maar toegenomen CO2 kan natuurlijk ook meespelen.
    Een nog niet genoemd aspect: een hogere CO2-concentratie maakt planten minder gevoelig voor droogte, omdat de huidmondjes minder ver open hoeven. Ook nog niet genoemd: in gematigde en koude streken kan ook (schijnbare) vergroening gemeten worden doordat de sneeuwbedekking afneemt.
    Het valt me op dat ook in uitgestrekte oerwoudgebieden zoals het Amazonegebied er vergroening op kan treden. Je zou zeggen: groener kan daar niet meer. Maar misschien komen bomen minder in bloei, of wordt er oerwoud gekapt ten gunste van plantages die nog groener zijn.

    Like

  11. Zijdelings hier van belang: het RuBisCo-enzym, betrokken bij de fotosynthese, wat nog uit de oertijd stamt toen er veel CO2 was, en wat onder de huidige lage (! jawel) concentraties niet optimaal de CO2 bindt, hebben ze verbeterd, waardoor op den duur in de landbouw hogere opbrengsten (40%) kunnen komen. Moet het wel normaal blijven regenen, en niet te warm zijn:https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/mogelijk-grootste-landbouwdoorbraak-in-tijden-40-procent-meer-opbrengst-uit-gewassen~b7f9560d/

    Like

  12. lieuwe hamburg

    Bart Vreeken,

    Je maakt er een hilarisch draadje van, dat Volkskrant artikel was al genoemd net zoals die `huidmondjes´. Het bovenstaande blogstuk maakt duidelijk dat zodra je ook biologische aspecten gaat meewegen de puzzel iets ingewikkelder gaat worden en jij vergat het verminderde albedo effect op het noordelijk halfrond. Een iets groenere Aarde is ook iets minder wit.

    Like

  13. Zelfs het Amazone regenwoud zit aan de limiet volgens dit onderzoek

    “So, we are changing the atmosphere,” he says. “The atmosphere is changing the climate system. And the climate system and the higher levels of CO2 are changing how the forest behaves.”

    In fact, a few years back, for the first time on record, it actually released more carbon than it absorbed. It flipped from what’s known as a “carbon sink” to a source of carbon.

    https://interactive.pri.org/2018/10/amazon-carbon/science.html

    Like

  14. Hey,
    Wat super veel informatie.
    Ik kan hier zeker wat mee.
    Dankjewel!

    Like

  15. Merkwaardig dat planten beter groeien doordat de CO2 nu is toegenomen van 280 tot 410 ppm. Tijdens het quartair (de laatste 2,5 miljoen jaar) was de pCO2 tussen de 180 en de 280 ppm afhankelijk of het een ijstijd was of interglaciaal. De ijstijden duren veel langer dan de interglacialen. Dus meestal was de pCO2 meestal ca 180 ppm. Je verwacht dus wel dat de planten aangepast zijn op die variatie tussen de 180 en 280 ppm doordat ze hun poriën wat groter en kleiner kunnen maken. Een CO2 concentratie van meer dan 400 ppm is echter de laatste 25 miljoen jaar niet voorgekomen. Het is in de evolutie zo dat een functie, die niet meer gebruikt wordt door de planten of de dieren, over het algemeen heel snel verloren gaat. Dat is overigens ook al tijdens het leven van een individu het geval; Use it or lose it is dan ook het motto van de therapeut. Dat (bijna) alle plantensoorten aangepast zijn gebleven bij deze hoge CO2 concentraties en daar zelfs hun voordeel mee doen is dus verbazingwekkend. Het betekent dus ook dat een pCO2 van <400ppm nog steeds een beperkende factor is voor al deze planten.

    Like

  16. Heel goed artikel, erg confronterend

    Like

  17. G.J. Smeets

    @Willem Schot
    “Merkwaardig dat planten beter groeien doordat de CO2 nu is toegenomen van 280 tot 410 ppm.”

    Nee, er is globaal meer groen en dat is iets anders dan ‘betere groei van planten’. Ook je opmerking over use it or lose it is een biologische category mistake. Het variëren van de porie-opening is een functie binnen elke plant en geen enkele plant verliest die functie tgv toe-of afname van CO2 concentratie.

    Overigens is ‘use it or lose’ it op individueel niveau ook zeer fragwürdig. Na twintig jaar niet gefietst te hebben klimt iedereen die het als kind onder de knie had zonder om te vallen op de fiets en rijdt weg.

    Like

  18. Dag GJ Smeets,

    Ik denk toch dat met vergroening hier bedoeld wordt een groter volume aan planten, ook in het gerefereerde artikel: “Enhanced peak growth of global vegetation and its key mechanisms”.

    Je hebt wel een punt dat de variatie in de poriën bij de planten niet alleen verband houdt met verandering in de CO2 concentratie. De planten zullen de poriën ook sluiten als het droog is. Toch blijkt dat voorkómen van verdroging door de kleinere poriën bij deze hoge pCO2 niet een dominante oorzaak is voor de vergroening. Op de tweede kaart zien we dat de vergroening in relatief vochtige gebieden, zoals Nederland en Noorwegen meer komt door de CO2 dan in droge gebieden, zoals de Sahel waar juist andere factoren dominant of beperkend zijn.

    Use it or lose it is een algemeenheid in de biologie en geneeskunde die heel vaak opgaat, maar er zijn uitzonderingen. Het is geen natuurkunde wet. Het komt vaak voor dat je na een langdurig ziekbed zelfs niet meer kan lopen. Wees voorzichtig als je na 20 jaar weer gaat fietsen of schaatsen. Als we straks weer even die opwarming kunnen vergeten doordat er opeens weer een mooie vorstperiode is en heel veel mensen na vele jaren weer op natuurijs gaan schaatsen, dan loopt het storm bij de eerste hulp met botbreuken. Verlies van een functie, die niet gebruikt wordt, is ook in de evolutie zo algemeen, dat het zeer merkwaardig is dat (bijna) alle planten gevoelig blijven voor die zeer hoge pCO2 na 25 miljoen jaar. Hier is iets bijzonders aan de hand!

    Like

  19. G.J. Smeets

    Nogmaals, het *variëren* van de porie-opening is een functie die ONGEACHT CO2 concentratie operationeel is. Plantkundig is er niks bijzonders aan de hand.

    Like

  20. Hans Custers

    Willem,

    Het gaat hier om een snellere plantengroei, zoals je eerder zei. Dat hoeft niet noodzakelijk een groter volume aan planten te betekenen, omdat er ook meer af zou kunnen sterven. Al is het wel aannemelijk dat meer groei ook mee volume oplevert.

    Het komt er, denk ik, op neer dat meer CO2 in de lucht betekent dat planten minder moeite hoeven te doen om die CO2 binnen te halen. Dat gebeurt vanzelf. Er is dus geen bijzondere functie nodig om daarvan gebruik te maken.

    Een andere vraag is of het snellere groeien ook altijd goed is voor een plant, of een soort. Ook op lange termijn. Dat zal hoogstwaarschijnlijk niet het geval zijn.

    Like

  21. Hans Custers

    Peter,

    Uit wat ik erover heb gelezen begreep ik dat het regenwoud inderdaad sinds enkele jaren waarschijnlijk “carbon source” is in plaats van “carbon sink”. Maar dat heeft niet (of niet alleen) met een verminderde opname van CO2 te maken, maar het grootschalig kappen van regenwoud speelt ook mee.

    Like

  22. Nou het gaat eigenlijk niet om de poriën. Het punt is dat planten gevoelig zijn voor de huidige hoge CO2 concentraties en daardoor sneller groeien. Dat is merkwaardig. Het verband met de poriën is gelegd omdat uit onderzoek is gebleken dat de grootte van de poriën in het verleden duidelijk varieerde met de pCO2 tijdens de ijstijden en interglacialen. In wetenschappelijk onderzoek wordt daarom de poriën index van de fossiele plant ook wel gebruikt als maat (proxy) voor de CO2 in de atmosfeer in de tijd dat de plant leefde. oa https://www.geocraft.com/WVFossils/stomata.html Hoe het nu gaat met de poriën index van onze huidige planten die sneller blijken te groeien, dat is mij eigenlijk niet duidelijk. Zou wel interessant zijn om te weten.

    Like

  23. Dag Hans Custers,

    “Het komt er, denk ik, op neer dat meer CO2 in de lucht betekent dat planten minder moeite hoeven te doen om die CO2 binnen te halen. Dat gebeurt vanzelf. Er is dus geen bijzondere functie nodig om daarvan gebruik te maken.”

    Toch denk ik dat de planten ook bij een pCO2 van 280 ppm al weinig moeite hebben om hun fotosynthese op gang te brengen. Ze zijn daar althans op aangepast en meer nog op een pCO2 van ca 180 ppm, want dat is de normale concentratie tijdens de ijstijden. Dit was de normale situatie eigenlijk, want de ijstijden beslaan wel zo’n 85% van de tijd in de laatste 2,5 miljoen jaar. Het is inderdaad belangrijk om je af te vragen of die hoge pCO2 nu wel zo goed is voor de stofwisseling van de plant, ook op de lange termijn. In dezelfde verhouding zouden mensen en dieren dan lucht inademen met een zuurstof gehalte van ruim 30%. Niet gezond, denk ik, maar misschien wel goed voor de snelle sprint.

    Like

  24. Hans Custers

    Toch denk ik dat de planten ook bij een pCO2 van 280 ppm al weinig moeite hebben om hun fotosynthese op gang te brengen.

    Ja, maar dat bestrijd ik toch ook helemaal niet? Het gaat niet om het op gang brengen van fotosynthese, maar om de snelheid en hoeveel energie een plant er in moet steken.

    In dezelfde verhouding zouden mensen en dieren dan lucht inademen met een zuurstof gehalte van ruim 30%. Niet gezond, denk ik, maar misschien wel goed voor de snelle sprint.

    Bij mijn weten is dat niet ongezond. Er zijn zelfs mensen die alleen in leven kunnen blijven door zuurstof uit zuurstofflessen in te ademen. Ik heb zo iemand gekend. Mij is geen enkele negatieve bijwerking bekend van het inademen van zuivere zuurstof. Afgezien dan van het brandgevaar.

    Like

  25. Dag Hans,

    Van 30% zuurstof word je waarschijnlijk niet direct erg ziek, maar om dat je hele leven in te ademen lijkt me niet goed. Je moet bij duiken ook voorzichtig zijn met de hoeveelheid zuurstof. Bij langdurig duiken mag je niet verder gaan dan een pO2 van 0,5 bar https://duikplaats.net/nieuws/secundaire-duikerziekten-gevaarlijk-zuurstof Zuurstofvergiftiging is een reëel probleem ook bij couveuse baby’s

    Like

  26. @ Hans Custers.

    Inderdaad,Hans,ook (illegale) houtkap,platbranden goudzoekers,etc hebben een grote impact,maar de co2 wordt als belangrijkste oorzaak gezien.

    “ Chainsaws and cattle are still eating away at the forest’s perimeter, but carbon dioxide coming out of tailpipes and smokestacks thousands of miles away is altering tropical forests on a much larger scale.

    Al met al is het zeer alarmerend,aangezien de andere oorzaken met politieke wil wel grotendeels te stoppen zijn,maar de co2 is een ander verhaal.

    Like

  27. Inhakend op het artikel in de Volkskrant,hier een artikel over de Green Great Wall,begonnen in 1978,en waar volgens onderzoeken tussen de 60 en 86 % van de bomen het niet hebben gered.
    Ook over het succes van dit project lopen de meningen uiteen,maar oordeel zelf.

    Like

  28. Dat het Amazone-bos van sink naar source aan het gaan is, heeft volgens mij te maken met de verslechterende klimatologische omstandigheden, waaronder grotere droogtes. Bomen gaan dan afsterven, planten die niet ertegen kunnen, ook. Dit kan natuurlijk later weer ophouden, als er ‘drogere’ soorten zijn, maar het vervelende van klimaatsverandering is, dat het door gaat, dat veranderen. Ben je net bij de bushalte uitgestapt, moet je weer instappen.

    Like

  29. @ frank
    De koolstof sink is in een tropisch bos doorgaans altijd al een stuk minder dan in ons gematigd klimaat bos. In de tropen worden de plantenresten sneller omgezet door schimmels, bacteriën en insecten vanwege de hoge temperatuur. Dit gebeurt ook nog het hele jaar door. In het gematigd bos blijven de bladeren en takken in de herfst en winter liggen en stapelen ze op. Ook door het vocht kan er dan geen zuurstof meer bijkomen en ontstaat er veenvorming. Dat heeft in de tropen wat minder kans. Daar ontstaat wel veen als er extra veel water is, in moerassen ed.

    Like

  30. Hans Custers

    Willem,

    Of een bron een koolstof bron is of een sink wordt bepaald door het verschil tussen snelheid van fotosynthese en van afbraak van biomassa. In een tropisch bos gaan beide sneller. Dat op zich zegt niets. Want zolang het ecosysteem in evenwicht is zullen beide min of meer aan elkaar gelijk zijn.

    De vraag waar het om gaat is: wat verandert het sterkst als het klimaat en de CO2-concentratie veranderen: de fotosynthese of de afbraak? Bij mijn weten was dat tot voor kort de fotosynthese, maar lijkt het er op dat dat nu aan het veranderen is.

    Like

  31. Stefan Langeveld

    Eindelijk een stuk over een reëel (meetbaar) gevolg van CO2-toename.
    Een deel van de wereldbevolking krijgt nu te weinig mineralen en vitamines. Dat kan erger worden door de lagere voedingswaarde (bij hogere CO2) maar in welke mate ? Dat mis ik in de paar artikelen die ik las.
    Als het tekort nu 20 procent is (van de benodigde of voorgeschreven hoeveelheid ADH) en dat gaat naar 30 procent, dan is duidelijk dat mitigatie tegen CO2 niet de oplossing is, en adaptatie wel: voedingsupplementen uitdelen en/of de voedselvoorziening in die landen verbeteren.
    (ADH voor zink is rond 10 mg. In deze grafiek* staat dat de afname voor Zn + Fe 0,5 tot 1 mg is. Een kom rijst levert 4 mg zink)
    Verder wordt aangenomen dat deze factoren constant blijven tot 2050: voedselvoorziening in die landen (variëteit, prijzen, tekorten) en besteedbaar inkomen. Dat maakt het causale verband tussen CO2-toename en mineralen-tekort nogal dun.
    Bevat de in onze kassen -met veel CO2- geteelde groente en fruit minder voedingstoffen dan die van de koude grond ?
    Suggestie voor nieuwe blog: wat is de optimale CO2-concentratie ?
    * http://advances.sciencemag.org/content/advances/4/5/eaaq1012/F4.large.jpg

    Like

  32. Hans Custers

    Stefan,

    Het leven op aarde (inclusief de menselijke beschaving) is ingesteld op de CO2-concentratie waarbij het zich heeft ontwikkeld. De ideale concentratie is dus naar alle waarschijnlijkheid die concentratie die we lange tijd hebben gehad. Dat wil niet zeggen dat aanpassing aan een andere concentratie onmogelijk is. Maar het kan lang duren totdat alles zich heeft aangepast en ondertussen kunnen er problemen ontstaan. Hoe sterker en sneller de concentratie verandert, hoe meer en groter die problemen kunnen worden.

    Nog twee opmerkingen n.a.v. je openingszin:
    – Temperatuur is nog veel eenvoudiger te meten dan vergroening. En het heeft er alle schijn van dat daar ook een gevolg van de toename van CO2 te meten is.
    – Zoals in mijn blogstuk duidelijk wordt gemaakt is vergroening niet zomaar één op één toe te schrijven aan CO2. Er kunnen ook andere factoren meespelen.

    Like

  33. Stefan Langeveld

    Hans,
    Je ontwijkt de vraag; moet het naar 280 ppm, ja of nee?
    – Temperatuur is nog veel eenvoudiger te meten ?? Met moderne middelen wel, maar tot de twintigste eeuw niet. Het is toch bekend hoe lastig het is om de gemiddelde temperatuur (en vooral de trend) eenduidig te bepalen ? Lees bij vb https://klimaatgek.nl/wordpress/2018/11/27/de-opwarming-van-nederland/
    – Ik doelde niet op vergroening maar op de daling van nutriënten-inhoud, die eenvoudig meetbaar is. De gevolgen voor de wereldbevolking zijn veel moeilijker te bepalen. Zeker, ook vergroening is een complex fenomeen.

    Like

  34. Hans Custers

    Stefan,

    Terug naar 280 ppm is totaal onrealistisch. De gedachte dat dat zou moeten is daarom nog nooit in me opgekomen. Ik heb dan ook nooit echt nagedacht over wat de consequenties zouden zijn.

    Temperatuur kan nu zo’n anderhalve eeuw redelijk betrouwbaar worden gemeten. Vergroening nog geen halve eeuw en op een nog veel complexere manier. Je gaat erg inconsequent om met onzekerheden in die metingen als je over die vergroening zegt dat dat “eindelijk een reëel (meetbaar) gevolg van CO2-toename” is. De gestegen temperatuur is veel beter (maar daarmee niet noodzakelijk 100% perfect) meetbaar én met minstens evenveel zekerheid toe te schrijven aan CO2.

    Like

  35. Stefan Langeveld

    Voor 350.org van McKibben is de streefwaarde 350 ppm, maar verder kom ik die (of een andere) waarde niet tegen in de discussie. Het klimaatakkoord van Parijs noemt het ook niet. De huidige concentratie is in ieder geval laag voor planten, en daarmee suboptimaal voor al het leven. De stijging is dus goed.
    De zeer geringe en recent uitblijvende stijging van de gemiddelde temperatuur van de aarde is niet toe te schrijven aan CO2 (off topic daarom leg ik dat hier niet uit).

    Je gaat erg inconsequent …. > Lees ajb mijn bijdrage.

    Like

  36. Streefwaarde pCO2? Als we volledig duurzaam werken en geen uitstoot meer hebben van CO2, dan gaat de CO2 in de atmosfeer maar heel langzaam naar beneden, omdat opname van CO2 (sink) door natuurlijke processen uiterst langzaam gaat. Het zou dan tienduizenden jaren duren om de pCO2 weer terug te brengen tot de oorspronkelijke 280 ppm, als men dat dan nog zou willen, wat niet waarschijnlijk is.

    “De huidige concentratie is in ieder geval laag voor planten, en daarmee suboptimaal voor al het leven. De stijging is dus goed.” Dat is de vraag. Dat lijkt onwaarschijnlijk omdat het leven altijd is aangepast aan de heersende omstandigheden. De huidige planten en hun recente voorouders zijn aangepast aan een pCO2 van 280 tot 180 ppm. Dat zijn de waardes in de atmosfeer van de laatste ca 20 miljoen jaar. Daar kwam pas de laatste 100 jaar een duidelijke verandering in.

    Like

  37. Willem,

    In mijn eigen onderzoek kom ik tot de conclusie dat terugkeer naar een nieuw natuurlijk niveau van ca 308 ppm CO2 veel eerder zal inzetten. Het duurt geen 10.000 jaren voor het exces aan CO2 om uit de atmosfeer te vallen. Bij het door mij gebruikte extreem scenario, geen CO2-emissies meer per direct, kan dit al 2070 het geval zijn. De door u gebruikte scenario is veel te pessimistisch en gebaseerd op onjuiste aannames over antropogeen CO2-uitval. Het volgt een totaal andere ontwikkeling dan het airborn-scenario.

    Like

  38. Lennart van der Linde

    Terug naar 350 ppm is m.n. gebaseerd op dit artikel van Hansen et al 2008:

    Klik om toegang te krijgen tot 2008_Hansen_ha00410c.pdf

    Zij zeggen onder meer:
    “If humanity wishes to preserve a planet similar to that on which civilization developed and to which life on Earth is adapted, paleoclimate evidence and ongoing climate change suggest that CO2 will need to be reduced from its current 385 ppm to at most 350 ppm, but likely less than that. The largest uncertainty in the target arises from possible changes of non-CO2 forcings. An initial 350 ppm CO2 target may be achievable by phasing out coal use except where CO2 is captured and adopting agricultural and forestry practices that sequester carbon. If the present overshoot of this target CO2 is not brief, there is a possibility of seeding irreversible catastrophic effects…

    Rapid on-going climate changes and realization that Earth is out of energy balance, implying that more warming is ‘in the pipeline’, add urgency to investigation of the dangerous level of GHGs. A probabilistic analysis concluded that the long-term CO2 limit is in the range 300-500 ppm for 25 percent risk tolerance, depending on climate sensitivity and non-CO2 forcings…

    An initial CO2 target of 350 ppm, to be reassessed as effects on ice sheet mass balance are observed, is suggested. Stabilization of Arctic sea ice cover requires, to first approximation, restoration of planetary energy balance. Climate models driven by known forcings yield a present planetary energy imbalance of +0.5-1 W/m2. Observed heat increase in the upper 700 m of the ocean confirms the planetary energy imbalance, but observations of the entire ocean are needed for quantification. CO2 amount must be reduced to 325-355 ppm to increase outgoing flux 0.5-1 W/m2, if other forcings are unchanged. A further imbalance reduction, and thus CO2 ~300-325 ppm, may be needed to restore sea ice to its area of 25 years ago.

    Coral reefs are suffering from multiple stresses, with ocean acidification and ocean warming principal among them. Given additional warming ‘in-the-pipeline’, 385 ppm CO2 is already deleterious. A 300-350 ppm CO2 target
    would significantly relieve both of these stresses.”

    Hansen et al 2013 zegt vervolgens:
    https://journals.plos.org/plosone/article?id=10.1371/journal.pone.0081648

    “If Earth’s mean energy imbalance today is +0.5 W/m2, CO2 must be reduced from the current level of 395 ppm (global-mean annual-mean in mid-2013) to about 360 ppm to increase Earth’s heat radiation to space by 0.5 W/m2 and restore energy balance. If Earth’s energy imbalance is 0.75 W/m2, CO2 must be reduced to about 345 ppm to restore energy balance. The measured energy imbalance indicates that an initial CO2 target ‘<350 ppm' would be appropriate, if the aim is to stabilize climate without further global warming. That target is consistent with an earlier analysis. Additional support for that target is provided by our analyses of ongoing climate change and paleoclimate, in later parts of our paper. Specification now of a CO2 target more precise than <350 ppm is difficult and unnecessary, because of uncertain future changes of forcings including other gases, aerosols and surface albedo. More precise assessments will become available during the time that it takes to turn around CO2 growth and approach the initial 350 ppm target."

    Hansen et al 2017 zegt verder (over negatieve emissies om naar 350 ppm terug te keren):

    Klik om toegang te krijgen tot esd-8-577-2017.pdf

    "Paleoclimate data and observations of Earth’s present energy imbalance led Hansen et al. (2008, 2013a, 2016) to recommend reducing CO2 to less than 350 ppm, with the understanding that this target must be adjusted as CO2 declines and empirical data accumulate. The 350 ppm CO2 target is moderately stricter than the 1.5 C warming target. The near-planetary energy balance anticipated at 350 ppm CO2 implies a global temperature close to recent values, i.e., about +1 C relative to preindustrial. We advocate pursuit of this goal within a century to limit the period with global temperature above that of the current interglacial period, the Holocene. Limiting the period and magnitude of temperature excursion above the Holocene range is crucial to avoid strong stimulation of slow feedbacks…Both the 1.5 C and 350 ppm targets require rapid phasedown of fossil fuel emissions."

    Mijn indruk is dat Hansen et al 2008 een belangrijke factor is geweest in het uiteindelijk opnemen van de VN-ambitie (in 2015 in Parijs) om de opwarming ruim onder de twee graden te houden en indien mogelijk nog tot 1,5 graad te beperken. Die ambitie komt ongeveer overeen met het RCP2.6-scenario, dat volgens Meinshausen et al 2011 (https://link.springer.com/article/10.1007/s10584-011-0156-z#Sec8) op langere termijn leidt tot daling van de CO2-concentratie richting 350 ppm:

    Het 350-doel van Hansen et al is nog net iets ambitieuzer, en dus ook nog moeilijker te realiseren. Mocht het ooit lukken de CO2-concentratie tot 350 ppm terug te brengen, dan zal in de tussentijd wel duidelijk zijn of het wenselijk is die daling nog richting 300 ppm door te zetten.

    Like

  39. @Raymond

    Ik hoop dat u gelijk krijgt, maar… Het zou wel kunnen dat de mensen aan negatieve uitstoot gaan doen. Je kan de natuurlijke CO2 sink actief bevorderen door bijvoorbeeld veen vorming te stimuleren. Dood hout, organisch afval en mest bijvoorbeeld aan de koolstof kringloop onttrekken door dit te bedekken met aarde. Dit zou al een beetje helpen. Verder is het heel goed mogelijk dat er in de (verre) toekomst tal van technische middelen worden ontwikkeld om CO2 efficiënt uit de atmosfeer te onttrekken en de koolstof op te slaan in de bodem, of als bouwstof te gebruiken. Het lijkt mij wel waarschijnlijk dat dit gaat gebeuren, als in de loop van (lange) tijd er steeds meer catastrofale gevolgen komen van de hoge pCO2 in de atmosfeer. Vooral door zeespiegelstijging, doordat de kilometers dikke ijslagen op Groenland en Antarctica hierdoor langzaam gaan smelten.

    Like

  40. Hans Custers

    Laat ik voor de zekerheid nog maar even melden (het is hem al vaker verteld) dat de berekeningen van Raymond anders uitvallen dan die van de wetenschappers die er jaren- of decennialang onderzoek naar hebben gedaan, omdat Raymond geen rekening houdt met de fysische realiteit.

    – De snelle processen van de koolstofkringloop, die ervoor zorgen dat er zich een evenwicht instelt tussen koolstof in de atmosfeer (als CO2) enerzijds en in de biosfeer en oceanen anderzijds.
    – De veel tragere processen die koolstof onttrekken aan die koolstofkringloop en die eeuwen tot millennia in beslag nemen.

    Een berekening die geen rekening houdt met dit onderscheid zegt helemaal niets over wat er te verwachten is in de echte wereld.

    Like

  41. Ontwikkelingen tijdens de IJstijden laten zien dat als de temperatuur weer gaat stijgen na een glaciaal het ook het CO2-gehalte al heel snel mee daalt. Het duurt geen 1000en jaren voor dit proces optreedt. De uitval van antropogeen CO2 stijgt doordat het CO2-gehalte stijgt. Hierdoor stijgt de partiële druk van CO2. Dit proces verklaart waarom de antropogene CO2-uitval is blijven stijgen. Immers alle processen die CO2 uit de atmosfeer kunnen verwijderen zullen toenemen. Dit valt niet op doordat de CO2-emissies voortdurend zijn gestegen. Pas als het gaat lukken om de CO2-emissies op zijn minst globaal te stabiliseren zal blijken dat dit klopt. Als alle grote vervuilers hun afspraken zelfs maar deels zouden zijn nagekomen had dit al jaren geleden moeten plaatsvinden.

    Like

  42. Correctie: Ik bedoel dat CO2-gehalte al heel snel mee stijgt na afloop van een glaciaal.

    Like

  43. Hans Custers

    Raymond,

    Je kunt verhalen blijven houden over uitval, maar zolang je geen rekening houdt met wat er in de echte wereld gebeurt leidt dat tot niets. In de echte wereld is er een snel evenwicht in de koolstofkringloop en een veel tragere onttrekking van koolstof aan die kringloop. Dat is je inmiddels al zeker een keer of vijf verteld.

    Verder maak je er ook nogal een zootje van. De CO2-concentratie stijgt inderdaad relatief snel bij de overgang van een glaciaal naar een interglaciaal. Maar die relatief snelle stijging duurt nog altijd meerdere millennia. De stijging is alleen relatief snel omdat een daling aan het eind van een interglaciaal nog veel trager gaat. En we hebben het hier over een daling.

    Er is dus niets dat jouw berekening bevestigt.

    Like

  44. Meer vergroening kan zeker ook veroorzaakt worden door de stikstofdepositie als gevolg van de emissie van NOx, dat na omzetting in nitraat een voedingsstof is, onder andere voor planten.

    Like

  45. Mick Wood

    Beste mensen,

    Via “contact” heb ik onderstaande vraag aan jullie voorgelegd:

    In de recente documentaire van de BBC, Climate change, the facts, zie je in de passage van 28:40 tot 33:12 dat oerwoud gekapt wordt en er minder aardoppervlak met oerwoud en bossen bedekt is.

    Zie https://www.youtube.com/watch?v=0ypaUH57MO4

    Maar op een webpagina van NASA,

    April 26, 2016
    Carbon Dioxide Fertilization Greening Earth, Study Finds
    https://www.nasa.gov/feature/goddard/2016/carbon-dioxide-fertilization-greening-earth

    lees je dat de aarde “vergroent”.

    Wat is juist en hoe valt dit met elkaar te verenigen?

    Bob Brand heeft me per omgaande een uitstekend antwoord gegeven, waarin hij o. m. naar deze topic verwijst. Dank hiervoor, Bob. Hij schrijft o. a. (hoop dat je het goed vindt dat ik je citeer): “de ‘greening earth’ is niet precies hetzelfde als ‘meer bos’.” Die gedachte was al bij me opgekomen.

    Hierboven lees ik van Hans Custers:
    “Het gaat hier om een snellere plantengroei, zoals je eerder zei. Dat hoeft niet noodzakelijk een groter volume aan planten te betekenen, omdat er ook meer af zou kunnen sterven. Al is het wel aannemelijk dat meer groei ook mee volume oplevert.”

    “Uit wat ik erover heb gelezen begreep ik dat het regenwoud inderdaad sinds enkele jaren waarschijnlijk “carbon source” is in plaats van “carbon sink”. Maar dat heeft niet (of niet alleen) met een verminderde opname van CO2 te maken, maar het grootschalig kappen van regenwoud speelt ook mee.”

    Nu heb ik de volgende vraag.

    Ontbossing, kap van oerwoud e. d. betekent: minder groen en minder opname van CO2.
    “Vergroening” betekent: meer groen en meer opname van CO2.

    Welk effect wint het, in de loop van de afgelopen decennia?
    Neemt de totale hoeveelheid “groen” af of toe?
    Neemt de totale hoeveelheid CO2-opnamen door “groen” af of toe?

    Hoewel ik leek ben, zie ik al diverse factoren die dit ingewikkeld maken.

    Kunnen jullie hier iets over schrijven?

    Like

  46. Hans Custers

    Mick,

    De laatste afbeelding in heb blogstuk geeft, zo goed en kwaad als het gaat, antwoord op je vraag:

    In het groen is daarin de cumulatieve opname van koolstof op land aangegeven vanaf midden 19e eeuw. Tot midden vorige eeuw was de opname negatief, ofwel (simpel gezegd) ontbossing had de overhand over vergroening. Daarna draaide dat om. Maar wel met een forse onzekerheidsmarge.

    Het is inderdaad knap ingewikkeld. De totale hoeveelheid biomassa op aarde en veranderingen daarin zijn nu eenmaal niet direct te meten. (Zeker niet als je je realiseert dan het leven zich niet alleen aan het oppervlak afspeelt, ook in de bodem wemelt het van het leven en er zit ook de nodige dode biomassa opgeslagen; veranderingen in landgebruik kunnen daar ingrijpende gevolgen hebben en een verandering van het klimaat soms mogelijk ook.)

    De schattingen die worden gemaakt zijn gebaseerd op lokale metingen, satellietobservaties en modellen, met elk hun beperkingen. Daarom blijft er in de uiteindelijke schatting een flinke bandbreedte over.

    Like

  47. Mick Wood

    Bedank Hans,

    Vooraf: ik wil dit graag nauwkeurig weten, omdat figuren zoals T. Baudet en M. Boudry roepen dat de aarde vergroent, en ik hen en anderen van repliek wil kunnen dienen.

    De grafiek had ik al gezien.

    In je antwoord hierboven geef je aan: positieve opname, dus

    (1) minder opname door ontbossing < meer opname door vergroening

    Volgens de tekst bij de grafiek, in de loop van de 2e helft van de 20e eeuw:

    (2) emissies door ander landgebruik < opname door vergroening

    Zo te zien is dit een andere vergelijking: de emissies door ander landgebruik komen erbij.

    Hoe verhouden vergelijkingen (1) en (2) zich tot elkaar?

    Is de opname in (2) het saldo van (1)?

    Of is de lagere opname in (1) verrekend in de emissies in (2)?

    Wat hier ook van zij, dit doet er niets aan af dat de totale hoeveelheid emissies en het aantal ppm nog steeds stijgt.

    Like

  48. Hans Custers

    Mick,

    Deze afbeelding uit IPCC AR5 geeft misschien een wat completer beeld van de factoren die meespelen:

    Het is alles bij elkaar een uiterst complex geheel dat ik ook zeker niet als parate kennis in mijn hoofd heb zitten. Het is in elk geval heel belangrijk om niet te snel conclusies te trekken en goed te kijken hoe bepaalde begrippen gedefinieerd zijn.

    Er zijn bijvoorbeeld al verschillende manieren waarom vergroening wordt gemeten. Een van de onderzoeken uit mijn blogpost concentreert zich op hoe snel planten groeien in het groeiseizoen. Landbouwgewassen groeien in het algemeen sneller dan bos; volgens die methode zou vervanging van bos door landbouwgrond dus vergroening zijn. Toch leidt zo’n verandering in landgebruik vaak juist tot extra CO2-emissies, bijvoorbeeld uit de bodem.

    Daar gaat het vaak al fout bij Baudet & co.. Ze negeren al dit soort nuances en complexiteit, maar trekken allerlei vergaande conclusies op basis van een enkel plaatje uit een enkel onderzoek.

    Like

  49. Mick, zie eventueel dit verhaal in de New York Times:

    Het zwart-wit denken over “global greening” heeft zo zijn nadelen…

    Like

  50. Mick Wood

    Heren, dank.

    Hans, natuurlijk snap ik dat je niet alle kennis paraat hebt. Ik heb groot respect voor de aanwezige kennis op jullie site en voor jullie werkkracht en formuleringsvermogen!

    En ik ben me sterk bewust van het essentiële belang van scherpe definities en oog voor de complexiteit.

    Marco, bedankt voor het artikel, ben het nu aandachtig aan het lezen.

    Like

  51. Bob Brand

    Hallo Mick,

    Zoals Hans al aangeeft, is het belangrijk om een scherp onderscheid te maken tussen CO2-emissies als gevolg van ‘land use change from data and models‘ (ontbossing is daar een onderdeel van) en de ‘residual land sink‘ anderzijds. Het eerste voegt CO2 toe aan de dampkring. Het tweede is wat er als restpost (‘residual’) overblijft aan – blijkbaar – extra CO2-opname op land nadat er rekening is gehouden met de gemeten ‘ocean sink’ en de gemeten toename in de atmosfeer.

    Hans wees in zijn reactie hierboven al op IPCC AR5 Chapter 6, Figuur 6.8. Die helpt het beste om dit te visualiseren:

    http://www.climatechange2013.org/report/full-report/

    Je ziet in die grafiek dat vóór 1950, en deels nog tot 1970, meestal (in absolute getallen) ‘land use change’ > ‘residual land sink’. Ergo: toen ging er netto CO2 vanaf land naar de atmosfeer.

    Sinds ca. 1985 is die trend omgekeerd: de emissies door ‘land use change’ zijn gedaald (door netto minder ontbossing, dankzij natuurbescherming). Meestal is tegenwoordig de ‘land sink’ juist groter dan wat er door ‘land use change’ aan de dampkring wordt toegevoegd. Wees je er dus van bewust dat die factoren in de loop van de tijd veranderen.

    Het is de moeite waard om héél precies naar die Figuur 6.8 te kijken. Dan zie je ook dat de ‘residual land sink‘ HEEL sterk fluctueert. Er zijn zelfs recente jaren bij dat de ‘land sink’ praktisch nul is vanwege El Niño:

    – extreem hoge temperaturen + droogte;
    – in Midden-Amerika en Azië (zoals Indonesië);
    – en dan brandt er daar veel meer oerwoud af dan anders (en meer rotting).

    Gevolg daarvan is dat in El Niño jaren het deel van onze CO2-emissies dat in de dampkring blijft, groter is dan anders. Met andere woorden: de ‘airborne fraction’ is dan groter. Je ziet in die jaren een sterkere toename van het aantal ppm CO2 in de atmosfeer:

    Je kan daarover verder lezen in: https://klimaatverandering.wordpress.com/2014/04/16/toekomstige-co2-concentraties/ (daar staat ook een grafiekje van de ontbossing in de loop van de tijd)

    Like

  52. Mick Wood

    Bedankt Bob,

    Zie als je wil mn reactie in de topic “Scholieren op de bres voor het klimaat”.

    Ik kwam nl. op deze topic wegens een zin over vergroening in een open brief van M. Boudry aan Anuna De Wever en Kyra Gantois.

    Like

Plaats een reactie