Oceanië – een zee van verandering

In licht gewijzigde vorm verschenen op Noorderlicht/Wetenschap24. Achtergrondartikel bij de tweede aflevering van “Klimaatjagers“, zondag 15 september 20:20 op Nederland 2, VPRO.

Het water dempt de opwarming, maar niet zonder problemen

Aflevering twee van Klimaatjagers gaat vooral over de zee. Hoe reageert die op de menselijke CO2-uitstoot? Jos Hagelaars en Bob Brand beschrijven hoe de zee pijnlijke klappen voor ons opvangt, maar ook terug kan slaan.

Wij mensen zijn in hoog tempo fossiele brandstoffen aan het verbranden, waardoor het gehalte aan kooldioxide (koolzuurgas of CO2) in de atmosfeer sterk is toegenomen. Niet al het CO2 dat wij jaarlijks uitstoten blijft echter in de atmosfeer. Een gedeelte ervan wordt opgenomen door het land via een toename van de groei van planten en bomen, en tegenwoordig nemen de oceanen circa 25-30 procent van het uitgestoten CO2 op.

Hiermee helpt de natuur om een nog sterkere opwarming te voorkomen, maar dat heeft aan de andere kant wel consequenties voor het leven in de oceanen. Het grootste oppervlak aan water op onze planeet is de Grote Oceaan, daarin ligt ook het ‘continent’ Oceanië. In dit gebied uit de klimaatverandering zich via onder meer de negatieve invloed op de kleurrijke koraalriffen en de bedreiging van laaggelegen eilanden, zoals Tuvalu, door de zeespiegelstijging. Het is geen wonder dat juist in dit gebied diverse ‘klimaatjagers’ actief zijn, wetenschappers die hun verhaal vertellen in de aflevering Oceanië en die op zoek zijn naar het hoe en waarom van die bruisende cocktail van CO2, hogere temperaturen, het zeeleven, de zeespiegel en al dat oceaanwater. 

De verzuring van de oceanen

Een deel van het extra CO2 in de atmosfeer lost op in het zeewater, waardoor de chemische samenstelling ervan verandert. Dit uit zich ondermeer in een stijgende zuurgraad of, zoals chemici dat noemen: een dalende pH. In het zeewater zijn diverse ionen aanwezig – moleculen met een positieve of negatieve elektrische lading – die een rol spelen als CO2 oplost in het zeewater. Deze ionen heten bicarbonaationen (HCO3), carbonaationen (CO32-) en waterstofionen (H+), zie figuur 1. Als CO2 oplost in het zeewater verschuift het chemische evenwicht naar een grotere concentratie bicarbonaationen en waterstofionen, en neemt de concentratie van carbonaationen daardoor juist af. De toename van de waterstofionen veroorzaakt de stijging van de zuurgraad. Sinds 1750 is deze gemiddeld met 30 procent toegenomen. Dit effect staat bekend onder de naam oceaanverzuring of ocean acidification[1][2]. De huidige verandering van de chemische samenstelling van de oceanen door de stijging van de CO2-concentratie in de atmosfeer gaat met een snelheid die waarschijnlijk ongekend is gedurende de afgelopen 300 miljoen jaar[3].

Carbonates 3 Figuur 1: De ionen in het zeewater die een rol spelen bij de opname van CO2 en de vorming van kalkskeletten.

De koraalriffen in veranderend zeewater

Koraalriffen zijn ecosystemen die voorkomen in ondiep water en die worden opgebouwd door koraaldiertjes. Deze diertjes leven in symbiose met eencellige algen, de zogenaamde zoöxanthellen, en zetten zich vast op de ondergrond door het bouwen van een behuizing bestaande uit een kalkskelet op basis van aragoniet. De kleurrijke koraalriffen bieden tevens een leefgebied voor talloze zeedieren. Het zeewater waar de koralen in leven is aan het veranderen onder invloed van de klimaatverandering: het wordt warmer en de chemische samenstelling verandert. Daarnaast worden de koralen geconfronteerd met milieuvervuiling en soms destructieve vormen van visserij. De combinatie van warmer water en de oceaanverzuring kan leiden tot verbleken van het koraal, doordat de algen worden afgestoten.

Het is niet zozeer de toename van de zuurgraad die negatief uitpakt op het aanmaken van dat kalkskelet, maar vooral de afname van de concentratie aan carbonaationen (CO32-). Het carbonaation wordt namelijk door allerlei organismen in de oceanen, zoals de koralen, gebruikt om een kalkskelet aan te maken. Dat wordt chemisch aangeduid met de naam calciumcarbonaat (CaCO3). Calciumcarbonaat komt voornamelijk voor in twee vormen, genaamd aragoniet en calciet. De meeste organismen maken een kalkskelet aan op basis van de aragonietvorm, die echter ook het gemakkelijkst weer oplost van die twee. Hoe lager de concentratie aan carbonaationen, hoe gemakkelijker het kalkskelet weer oplost. Een maat voor het gemak waarmee deze calciumverbindingen op kunnen lossen is de verzadigingsgraad; deze wordt aangeduid met de Griekse letter Ω. De overlevingskansen van bijvoorbeeld koralen in zeewater dat gemiddeld een Ω heeft lager dan 3,5 worden laag ingeschat[4]. Als de CO2 concentratie in de atmosfeer de komende 100 jaar blijft stijgen met de huidige snelheid – het ‘business-as-usual’-scenario – hebben we in 2100 circa 900 ppm aan CO2 in de atmosfeer; modelstudies geven aan dat dan alle koraalriffen omgeven zijn door zeewater met een Ω zelfs lager dan 3.

400_900_ppm _CO2_aragonite Figuur 2: De verzadigingsgraad van calciumcarbonaat in de oceanen in 2100 bij 400 en 900 ppm CO2. De witte plekken geven de ligging van de koraalriffen weer.

Een studie van koraalbioloog Ove Hoegh-Guldberg (en anderen)[5], gast in deze aflevering van Klimaatjagers, betreft de toekomst van de koraalriffen. De studie verscheen in Science. De onderzoekers concluderen: ‘Under conditions expected in the 21st century, global warming and ocean acidification will compromise carbonate accretion, with corals becoming increasingly rare on reef systems. The result will be less diverse reef communities and carbonate reef structures that fail to be maintained. Climate change also exacerbates local stresses from declining water quality and overexploitation of key species, driving reefs increasingly toward the tipping point for functional collapse.’ Onderstaande figuur, afkomstig uit de Science studie, visualiseert de toekomst van de koraalriffen onder verschillende toekomstige scenario’s: bepaald geen fraai vooruitzicht.

Hoegh_Guldberg_Science_2007_Fig5Figuur 3: Koraalriffen onder drie verschillende omstandigheden die overeenkomen met de aangegeven drie omstandigheden voor CO2 en temperatuur. Foto’s Ove Hoegh-Guldberg[5].

Dit sombere beeld van de toekomst voor vele koraalriffen doet koraalexpert Charlie Veron in de documentaire verzuchten: ‘By the end of this century people will be seeing coral reefs on screens. They will be so deteriorated they won’t look anything like what we’ve seen here today. Nothing like this. And I feel incredibly sad about that.’

De opname van CO2 door de oceanen

Alle extra CO2 die de mens nu in relatief korte termijn in de atmosfeer uitstort, zal uiteindelijk via de oceanen door verschillende chemische reacties, o.a. met gesteenten, weer weggenomen worden[6]. Dit is echter een zeer langzaam proces: na enkele duizenden jaren(!) resteert waarschijnlijk nog altijd 20 tot-35 procent van dat extra CO2. Het zal tienduizenden, zo niet honderdduizenden jaren duren voordat het CO2-gehalte in de atmosfeer weer terug is op de pre-industriële waarde (circa 280 ppm)[7].

Hoe warmer het water, des te minder CO2 erin kan worden opgelost. Er zijn onzekerheden over de verandering in de afvoer van CO2-rijk water naar grote diepten, zoals bij de Zuidelijke Oceaan[8]. Oceanograaf Steve Rintoul zegt daarover: ‘So we see rates of change in the deep ocean, that are much larger than we might have thought was likely 10 or 20 years ago. It’s a red flag that the system is getting perturbed in a way that might affect its ability to do this great service to us of slowing down climate change.’

Voor het monitoren van deze veranderingen in de chemische samenstelling en het temperatuurprofiel van de oceanen is het Argo oceaan observeringssysteem begin deze eeuw in het leven geroepen. Dit bestaat inmiddels uit een netwerk van meer dan drieduizend kleine robotsondes verspreid over de oceanen van de aarde, de Argo floats.

SteveRintoul_BerniceNotenboom_ArgoFloatFiguur 4. Steve Rintoul en Bernice Notenboom met een Argo float.

De toekomst van Tuvalu

Een van de directe gevolgen van klimaatverandering is de zeespiegelstijging. Deze was over de periode van 1880 tot 2009 gemiddeld al 21 cm[9]. Een groot gedeelte van deze stijging wordt veroorzaakt door het feit dat het oceaanwater uitzet als de temperatuur ervan toeneemt, de zogenaamde thermische expansie. Andere factoren die bijdragen tot die stijging van het zeeniveau zijn het smelten van landgletsjers en sinds de jaren 1990 het smelten van de grote ijskappen op Antarctica en Groenland. De stijging van het zeeniveau is niet mooi gelijkmatig verdeeld over de hele aarde, onder meer door zwaartekrachteffecten. Metingen laten zien dat rond het gebied in Oceanië waar de eilandengroep Tuvalu ligt, het zeeniveau circa drie keer sneller is gestegen sinds 1950 dan het wereldgemiddelde[10]. Omdat de Tuvalu-eilanden maar enkele meters boven zeeniveau liggen en de verwachting is dat de zeespiegelstijging door zal zetten, is het logisch dat de bevolking van Tuvalu zich sterk bedreigd voelt door de klimaatverandering. De toekomst van het zeeniveau van Tuvalu wordt in de documentaire gevisualiseerd door oceanograaf Erik van Sebille.

Sea_Level_Rise_Tuvalu_Visualized Figuur 5. Erik van Sebille laat Bernice Notenboom zien wat de verwachting is voor het maximale zeeniveau (inclusief King Tide, La Niña en soms tropische cyclonen) in 2100 voor Tuvalu. Het huidige maximum komt nu ongeveer uit op de hoogte van de kust.

De mens is in hoog tempo zijn leefomgeving aan het veranderen. Deze verandering blijft niet beperkt tot de atmosfeer en het land waarop wij wonen, maar betreft evenzogoed de enorme hoeveelheid water in de oceanen op onze planeet. Deze oceanen temperen nu de klimaatverandering en het zeeleven in de oceanen betaalt hiervoor een prijs, een prijs die de komende eeuw verder zal stijgen.

Referenties

1. Zeebe 2012, History of Seawater Carbonate Chemistry, Atmospheric CO2, and Ocean Acidification. Annual Review of Earth and Planetary Sciences Vol. 40: 141-165 DOI: 10.1146/annurev-earth-042711-105521. PDF

2. Mackie, McGraw and Hunter, OA Not OK, SkepticalScience 2011

3. Hönisch et al 2012, The Geological Record of Ocean Acidification. Science 335, 1058 (2012). PDF

4. Ricke et al 2013, Risks to coral reefs from ocean carbonate chemistry changes in recent earth system model projections. Environmental Research Letters Volume 8 Number 3 doi:10.1088/1748-9326/8/3/034003. PDF

5. Hoegh-Guldberg et al 2007, Coral Reefs Under Rapid Climate Change and Ocean Acidification. Science 14 December:Vol. 318 no. 5857 pp. 1737-1742 DOI: 10.1126/science.1152509. PDF

6. Archer et al 2009, Atmospheric Lifetime of Fossil Fuel Carbon Dioxide. Annu. Rev. Earth Planet. Sci. 2009. 37:117–34, doi:10.1146/annurev.earth.031208.100206. PDF

7. Archer 2005, Fate of fossil fuel CO2 in geologic time. Journal of Geophysical Research: Oceans, Volume 110, C09S05, doi:10.1029/2004JC002625, 2005. PDF

8. Rintoul, The Southern Ocean in the Earth System. Science Diplomacy: Antarctica, Science, and the Governance of International Spaces, blz 175-188. 2011. PDF

9. Church & White 2011, Sea-Level Rise from the Late 19th to the Early 21st Century. Surv Geophys (2011) 32:585–602, http://dx.doi.org/10.1007/s10712-011-9119-1. PDF

10. Becker et al 2012, Sea level variations at tropical Pacific islands since 1950. Global and Planetary Change Volumes 80–81, January 2012, Pages 85–98, http://dx.doi.org/10.1016/j.gloplacha.2011.09.004. PDF (zie ook SkepticalScience)

21 Reacties op “Oceanië – een zee van verandering

  1. Mooi uitgebreid verhaal, heren.
    Tuvalu groeit mee met de zeespiegel. In de afgelopen 14.000 jaar is de zeespiegel flink (>100 m.) gestegen en het koraal dat Tuvalu gebouwd heeft, kon die zeespiegelstijging bijhouden. Ik heb goede hoop dat het koraal ook in de komende eeuw de zeespiegelstijging kan bijhouden. Door een hogere CO2-concentratie en een hogere temperatuur kan het koraal war sneller gaan groeien (tenzij een andere factor beperkend wordt).

    Op Funafuti (het grootste van de Tuvalu-eilanden) staat ook een ‘tidal gauge’, waar het lokale zeeniveau wordt gemeten.
    De metingen over de periode 1994-2011 staan op de website van The Permanent Service for Mean Sea Level (PSMSL). Over deze korte meetperiode is er geen sterke stijging van het zeeniveau.

    Like

  2. Aanvulling op mijn vorige reactie.
    De metingen en andere informatie over de ‘tidal gauge’ op Funafuti is terug te vinden op:
    http://www.psmsl.org/data/obtaining/stations/1839.php#docu

    Like

  3. Beste Hans Verbeek,

    Het zal van de zeespiegelstijging in dat specifieke deel van de oceaan af gaan hangen – of het koraal het ook nu bij kan benen.

    Je kan vanavond maar beter kijken want Erik van Sebille, de oceanograaf die daar o.a. de peilschalen controleert, laat zien dat door de snellere zeespiegelstijging het zoute water in toenemende mate door én over de akkers stroomt. Een mensenleeftijd geleden had men weinig last van het brakke water, nu wel. Het verbouwen van voedsel loopt er spaak.

    De zeespiegelstijging in dit deel van Oceanië gaat 3 x sneller dan het wereldgemiddelde (1950 – heden). Zie:

    Becker et al 2012, Sea level variations at tropical Pacific islands since 1950. Global and Planetary Change Volumes 80–81, January 2012

    We use GPS precise positioning records whenever possible to estimate the vertical ground motion component that is locally superimposed to the climate-related sea level components. Superposition of global mean sea level rise, low-frequency regional variability and vertical ground motion shows that some islands of the region suffered significant ‘total’ sea level rise (i.e., that felt by the population) during the past 60 years. This is especially the case for the Funafuti Island (Tuvalu) where the “total” rate of rise is found to be about 3 times larger than the global mean sea level rise over 1950–2009.

    De peilschalen OP het koraaleiland stijgen of dalen echter mee met het koraal…

    De lokale peilschaal-metingen die daarvoor nog NIET gecorrigeerd zijn, zeggen weinig over ‘de’ zeespiegelstijging totdat ze in een peer-reviewed publicatie verwerkt zijn. Dan zijn de metingen geijkt aan de verticale verplaatsing van het eiland zélf (met behulp van GPS).

    Like

  4. Beste Hans V.,

    En dit is onjuist:

    Door een hogere CO2-concentratie en een hogere temperatuur kan het koraal war sneller gaan groeien (tenzij een andere factor beperkend wordt).

    Zoals o.a. de experimenten van Ove Hoegh-Guldberg laten zien, groeit er bijna geen koraal meer bij > 500 ppm CO2 (verzuring) en > +3 °C. Dat is hierboven al besproken:

    Ook daarvoor geldt: vanavond naar o.a. Hoegh-Guldberg en Charlie Veron kijken. De beroemde tanks waar deze toekomstige omstandigheden zorgvuldig (en geleidelijk) gesimuleerd worden komen ook voorbij.

    Like

  5. Bedankt voor je reactie, Bob.
    Ik ga kijken.
    Volgens de Wet van Liebig wordt de groeisnelheid van het koraal door slechts één factor beperkt. Dat kan de hoeveelheid CO2 zijn, maar ook de hoeveelheid licht of de temperatuur. Ik weet niet welke factor momenteel de groei van het koraal beperkt.
    En er zal ook evolutie plaatsvinden waardoor een nieuwe koraalsoorten (varieteiten) ontstaan, die wel groeien bij 500 ppm CO2 en een hogere temperatuur. In het Krijt liep de zeewatertemperatuur in de tropen op tot 42°C. en de CO2-concentratie was boven de 1000 ppm. In die periode floreerden het koraal en de eencellige algen als nooit tevoren.

    Like

  6. Beste Hans Verbeek,

    In het Krijt liep de zeewatertemperatuur in de tropen op tot 42°C

    Toen zijn de symbiotische koralen, zoals die daarvoor bestonden, uitgestorven. Gedurende de tientallen miljoenen jaren daarna zijn ‘moderne’ koralen opnieuw geëvolueerd, en die hebben vooral de habitat en de symbiose tussen koraaldiertjes en algen gemeenschappelijk met eerdere vormen. Vele miljoenen jaren waren er geen koralen, totdat ‘parallelle evolutie’ ze opnieuw deed ontstaan.

    En er zal ook evolutie plaatsvinden waardoor een nieuwe koraalsoorten (varieteiten) ontstaan, die wel groeien bij 500 ppm CO2 en een hogere temperatuur.

    Nee, daar is het tempo véél te hoog voor.

    Het duurt honderdduizenden of miljoenen jaren voor er nieuwe soorten ontstaan, en die condities in de meest levenloze tank van Ove Hoegh-Guldberg worden al tussen 2050 en 2100 overschreden (afhankelijk van de emissies). We liggen op koers voor > 900 ppmv in 2100 en ca. 3 á 4 graden temperatuurstijging. Het gaat een factor ~ 1000 te snel.

    De paleontologie laat zien: aan geleidelijke, langzame veranderingen kan het leven zich aanpassen en er ontstaan nieuwe soorten. Plotselinge veranderingen, en dit is héél plotseling op geologische tijdschaal, betekent: uitsterven.

    Een sprankje hoop is dat koraalriffen verder van de evenaar voorlopig de hogere temperaturen mislopen, en de koraaldiertjes en algen ‘migreren’ soms naar die riffen. Dan is het echter de snelle afname van de concentratie aan carbonaationen CO3(2-) die de koralen schade toebrengt – zie bovenstaand blogstuk onder “de koraalriffen in veranderend zeewater“:

    Een maat voor het gemak waarmee deze calciumverbindingen op kunnen lossen is de verzadigingsgraad; deze wordt aangeduid met de Griekse letter Ω. De overlevingskansen van bijvoorbeeld koralen in zeewater dat gemiddeld een Ω heeft lager dan 3,5 worden laag ingeschat[4]. Als de CO2 concentratie in de atmosfeer de komende 100 jaar blijft stijgen met de huidige snelheid – het ‘business-as-usual’-scenario – hebben we in 2100 circa 900 ppm aan CO2 in de atmosfeer; modelstudies geven aan dat dan alle koraalriffen omgeven zijn door zeewater met een Ω zelfs lager dan 3.

    Like

  7. Hans Verbeek, volgens mijn bronnen ging tijdens het Krijt helemaal niet zo goed met het koraal. Er is koraal in het begin en aan het eind gevonden, maar voor het grootste deel was het een stuk minder dan tegenwoordig.

    Like

  8. De evolutionaire geschiedenis van de koralen – vooral de ‘symbiotische koralen’ die de riffen bouwen – is heel bijzonder. Hier staat een mooi overzicht:

    http://coral.aims.gov.au/info/evolution.jsp

    Nevertheless, Triassic corals were not the ecological equivalents of modern corals; corallites were large and poorly integrated so that phacelloid growth forms (where branches are composed of individual corallites) were dominant.

    There was a 5-8 million year hiatus between the collapse of Triassic reef development and the onset of Jurassic reefs, a time of origin of many new scleractinian families. […]

    This is because, by Middle Cretaceous, reefs worldwide had become dominated by rudist bivalves and environmental perturbations greatly affected reef development. It was not until the very late Cretaceous, following an unexplained total extinction of the rudists that corals returned to a position of dominance. At this time reefs probably again occurred worldwide, but there are few remains of them today.

    Bedenk dat de huidige ‘environmental perturbation’ ordes van grootte sneller gaat dan toen.

    PS: Die site is trouwens (mede) van Charlie Veron, die vanavond in het programma zit. ’s Werelds ultieme koralen-expert, zeker 20% van alle bekende soorten zijn door hem ontdekt. Hij is ook nog microbioloog en doet DNA-onderzoek.

    Like

  9. Het duurt honderdduizenden of miljoenen jaren voor er nieuwe soorten ontstaan,

    Er hoeven geen compleet nieuwe soorten te ontstaan, Bob. De huidige soorten hoeven zich alleen aan te passen aan hogere temperatuur en hogere CO2-concentratie.
    Bacteriën, die resistent zijn tegen antibiotica, ontstonden al heel snel na de introductie van antibiotica.
    Er zijn ook al insecten, die resistent zijn tegen insecticiden en planten, die resistent zijn tegen herbiciden. Evolutie gaat sneller dan je denkt, Bob, ik heb er alle vertrouwen in.

    Like

  10. Beste Hans,

    Er hoeven geen compleet nieuwe soorten te ontstaan, Bob. De huidige soorten hoeven zich alleen aan te passen aan hogere temperatuur en hogere CO2-concentratie.

    Dat kan alleen als bestaande soorten overleven. De paleoontologie laat zien dat bij ‘snelle’ veranderingen de koraaldiertjes en deze algen gewoon verdwijnen — en 50 á 100 jaar is héél snel. Met een ‘snelle verandering’ bedoelt men doorgaans iets op een schaal van 20.000 jaar of zelfs meer.

    ‘Extinction events’ zijn dikwijls de respons op véél tragere veranderingen dan wij nu veroorzaken. En blijkbaar heb je het stukje onder “De koraalriffen in veranderend zeewater” ook niet goed gelezen:

    Hoe lager de concentratie aan carbonaationen, hoe gemakkelijker het kalkskelet weer oplost. Een maat voor het gemak waarmee deze calciumverbindingen op kunnen lossen is de verzadigingsgraad; deze wordt aangeduid met de Griekse letter Ω. De overlevingskansen van bijvoorbeeld koralen in zeewater dat gemiddeld een Ω heeft lager dan 3,5 worden laag ingeschat[4]. Als de CO2 concentratie in de atmosfeer de komende 100 jaar blijft stijgen met de huidige snelheid – het ‘business-as-usual’-scenario – hebben we in 2100 circa 900 ppm aan CO2 in de atmosfeer; modelstudies geven aan dat dan alle koraalriffen omgeven zijn door zeewater met een Ω zelfs lager dan 3.

    Er valt dus helemaal niets “aan te passen’.

    Het is een chemische kwestie. Bij een verzadigingsgraad < 3,5 lost het aragoniet op en kunnen deze organismen geen kalkskelet meer aanleggen. De wetenschappers die de koralen bestuderen zijn er duidelijk over, zie referentie [4] en [5] onder het blogstuk.

    Like

  11. Hans, het is deels afhankelijk van de mutatiesnelheid. Die is heel hoog in bacteriën, dus die zijn van nature prima in staat om zich aan te passen aan snel veranderende omstandigheden. Herbicide-resistente planten zijn in meerderheid planten die al *voor* het toepassen van de herbicide resistent zijn. Dwz, die zijn al niet gevoelig vóórdat de populatie aan het herbicide is blootgesteld. Het gaat ook vaak maar om een enkele mutatie t.o.v. wèl gevoelige planten. Niks evolutie, gewoonweg selectie van al bestaande populaties.

    Het is maar de vraag of zo cruciale functies als het maken van een exoskelet middels een simpele mutatie naar hogere niveaus kan worden gebracht. Vaak is er ook sprake van een aantal genen die tegelijkertijd moeten veranderen.

    Like

  12. Als de CO2 concentratie in de atmosfeer de komende 100 jaar blijft stijgen met de huidige snelheid – het ‘business-as-usual’-scenario – hebben we in 2100 circa 900 ppm aan CO2 in de atmosfeer; modelstudies geven aan dat dan alle koraalriffen omgeven zijn door zeewater met een Ω zelfs lager dan 3.

    Effe serieus, Bob. Die 900 ppm in het jaar 2100 is niet realistisch.
    In de afgelopen 20 jaar is de CO2-concentratie gestegen van ca. 350 ppm naar 395 ppm. (14%) Als die stijging van 14% per 20 jaar doorzet, kom ik op 670 ppm in 2092.
    En, zoals ik je al eerder heb uitgelegd, zal, vanwege het opraken van de makkelijk winbare fossiele brandstoffen, de menselijke CO2-uitstoot voor 2020 gaan dalen.
    Als jij gelooft dat die 900 ppm wel bereikt zal worden in het jaar 2100, dan heeft over dit onderwerp verder discussieren geen zin.

    Like

  13. Hans Custers

    @ Hans Verbeek,

    Zou je alsjeblief, alsjeblief op willen houden om iedere keer weer met je peakoil praatjes aan te komen als hier een prognose of scenario voor toekomstige CO2-concentraties wordt genoemd. We weten het nu wel. En de discussie hier gaat over iets anders.

    Like

  14. Beste Hans Verbeek,

    Zoals Hans Custers zegt, is dit off-topic en ook hebben we dat onderwerp pas geleden al uitgebreid besproken. Ik heb in de Open Discussie desondanks weer een antwoord geplaatst, met linkjes naar de eerdere discussie:

    https://klimaatverandering.wordpress.com/2013/09/08/open-discussie-september-2013/#comment-6263

    Ik stel voor dat je de eerdere discussie gewoon opnieuw leest.

    Like

  15. N.a.v. de uitzending heb ik even gecontroleerd of de zeewatertemperatuur in het zuiden van de Stille Oceaan inderdaad stijgt.
    Het gebied ten oosten van Australië (van de evenaar tot 50 graden ZB en van 150 tot 180 graden OL), dat het Great Barrier Reef en de Tuvalu-eilanden omvat, is tussen 1993 en 2003 bijna 1°C opgewarmd (van gemiddeld 22,9°C tot gemiddeld 23,8°C).

    Maar sinds 2003 is de gemiddelde temperatuur in het gebied weer gedaald tot 23,4°C .
    Met de Climate Explorer van het KNMI maakte ik het volgende plaatje:

    Like

  16. Hans Custers

    @ Hans Verbeek,

    Waarom denk jij toch steeds dat natuurlijke variaties in het klimaat zijn afgeschaft? Als de temperatuur ergens in één decennium bijna een volle graad stijgt kun je er donder op zeggen dat daar een forse natuurlijke component in zit. En dat die component ook weer ooit de andere kant op gaat. Zoals je al zo vaak verteld is: jouw lokale korte termijn datamining expedities zeggen helemaal niets over de lange termijn.

    Like

  17. @Hans Custers: waarom denk jij dat ik denk dat de “natuurlijke variaties in het klimaat zijn afgeschaft”. Ik beweer dat helemaal niet. Ik denk zelfs dat de opwarming van de afgelopen 50 jaar grotendeels het gevolg is van natuurlijke variaties.

    Deze aflevering van Noorderlicht gaat over een specifiek gebied in de Stille Oceaan. Het is toch niet zo raar om dan de temperatuur in dat gebied eens nader te bekijken. Je kunt geen wetenschap bedrijven zonder naar de feiten te kijken.
    In het grafiekje zie je een afkoeling optreden in 1992 en 1993. Dat is waarschijnlijk het gevolg van de uitbarsting van de Pinatubo.
    Als je naar een periode van 30 jaar (1983-2013) kijkt, dan is het zeeoppervlak (de habitat van het koraal) 0,4 – 0,5°C opgewarmd.
    Dat komt neer op 0,15°C per decennium.

    Like

  18. Hans Custers

    @ Hans Verbeek,

    Ik probeerde je (voor de zoveelste keer) uit te leggen dat lokale trends over één enkel decennium, zoals je die in je vorige reactie gaf, niets zeggen over de lange termijn en dus ook niets toevoegen aan de discussie. Dat is alles.

    Like

  19. Geen probleem, Hans, maar in jullie uitgebreide verhaal over dit relatief kleine gebied staan helemaal geen feitelijke lokale meetgegevens. Niet over de zeespiegelstijging en ook niet over de temperatuur. Verder heb ik geen aanvullingen meer 🙂
    En even voor de duidelijkheid: het grafiekje, dat ik maakte, beslaat 3 decennia (1983-2013).

    Like

  20. Hans Verbeek,

    Zie referentie 1 t/m 10 onder het artikel, en de daar gebruikte meetgegevens. Vervolgens kan je hier verder lezen:

    Klik om toegang te krijgen tot Sea-surface-temperatures-on-the-Great-Barrier-Reef-a-contribution-to-the-study-of-coral-bleaching.pdf

    Dit is een iets ouder onderzoek uit 1999, maar het geeft ook de ter plekke gemeten trends bij het Great Barrier Reef sinds 1904. Voor de Sea Surface Temperatures zie fig. 19, 20 en 22 en verder.

    Belangrijk voor de koralen is o.a. het aantal dagen waarop de ‘maximum temperatuur’ overschreden wordt, niet alleen de toename van de gemiddelde temperatuur.

    Like

  21. Ik vond het een mooie uitzending en ben best jaloers op Bernice om én op zulke mooie plekken te komen én daar ook nog eens begeleid te worden door de top van de (koraal) experts als Ove Hoegh-Guldberg en Charlie Veron.

    Viel het jullie ook zo op hoe emotioneel Veron wordt als het over de sombere toekomst van de koraalriffen gaat? Veron is letterlijk al tientallen jaren zijn beroep en ziet eerstehands hoe de koraalriffen aftakelen, dat moet zwaar zijn. Man, man, wat een triestheid. Als je tijd hebt kijk dan vooral ook deze indrukwekkende lezing van Veron bij de Royal Society.

    Eén kritiekpuntje op dit onderdeel: toen het over de bedreigingen van het GBR ging werden andere de toevoer van nutrienten door overbemesting via rivieren niet genoemd wat toch een belangrijke factor is voor de algenvorming. Mogelijk is dit eruit gelaten vanwege tijdstekort, en de uitzending heet ‘Klimaatjagers’ en niet ‘Vervuilingjagers’ maar toch het geeft een ietwat zwart-wit beeld.

    Een ander kritiekpuntje: toen de uitzending over Tuvalu begon dacht ik meteen, “Oh jee, nou gaan de septici weer los”. Tuvalu blijft (net als alles) een complex verhaal waar een hele set van factoren een rol spelen. Persoonlijk had ik liever aandacht gehad voor de dichtbevolkte grote delta’s in ontwikkelingslanden en megasteden op zeeniveau dan een paar duizend inwonders van een koraaleiland die overduidelijk ook zonder zeespiegelstijging in een niet-duurzame situatie leven. Maar het gaf wel mooie beelden, dat is natuurlijk ook belangrijk voor TV.

    Like

Plaats een reactie