Permafrost: niet zo permanent

Origineel verschenen op Noorderlicht/Wetenschap24. Achtergrondartikel bij de eerste aflevering van “Klimaatjagers“, zondagavond 8 sept 20:20 op Nederland 2, VPRO.

De ingrijpende gevolgen van ontdooiende grond

Door: Jan Wuite

In de eerste aflevering van Klimaatjagers bezoekt Bernice Notenboom Alaska. Een logische keuze voor het begin van de serie: de klimaatverandering in het Noordpoolgebied is de spreekwoordelijke kanarie in de kolenmijn. Juist het Noordpoolgebied wordt sterk geraakt door de wereldwijde opwarming. Dit uit zich onder meer in een sterke afname van het zomer zee-ijs in de Noordelijke IJszee en de afname van het landijs op Groenland (waarover meer in een latere uitzending).

In de laatste decennia vinden er ook drastische veranderingen plaats in de omvang en dikte van de permafrostlaag op het Noordelijk Halfrond. Wetenschappers onderzoeken deze veranderingen en houden zich bezig met de potentiële gevolgen. Met name de grote hoeveelheden broeikasgassen die bij het ontdooien van permafrost vrij kunnen komen, leiden tot bezorgdheid. Wat is permafrost, en kunnen eventuele veranderingen in de permafrostbedekking klimaatverandering versnellen?

Arctic permafrost location

Deze kaart geeft aan waar op het Noordelijk Halfrond permafrost ligt (NSIDC)

Kamelen

Veel van de huidige permafrost is ontstaan gedurende de laatste ijstijd, soms zelfs nog eerder, toen grote delen van het Noordelijk Halfrond bedekt waren onder een kilometersdikke laag ijs. Deze permafrost is gedeeltelijk behouden gebleven gedurende het Holoceen.

Ook onder de zeebodem kan permafrost aanwezig zijn. Die heeft zich dan meestal gevormd tijdens de laatste ijstijd, toen het zeeniveau drastisch lager was en grote delen van het continentaal plat blootgesteld werden aan de koude poollucht. De permafrostlaag bevat een schat aan informatie over flora en fauna uit deze vroegere tijden. Dankzij de kou zijn veel resten van planten en dieren, die vroeger veel voorkwamen in deze gebieden, goed geconserveerd. Regelmatig worden zo overblijfselen van mammoeten, wolharige neushoorns, en – zelfs – kamelen (een soort die zich oorspronkelijk in Noord-Amerika heeft ontwikkeld) uit de permafrost naar boven gehaald.

Klimaatindicator

Permafrost is echter ook een gevoelige indicator van klimaatverandering Veranderingen in de dikte of de omvang van de permafrost worden voornamelijk veroorzaakt door veranderingen in de luchttemperatuur en door veranderingen van de isolerende sneeuwlaag in de winter. Boorkernen in diepere permafrostlagen kunnen bovendien iets vertellen over het temperatuursverloop in de afgelopen honderd jaar. Temperatuurmetingen in boorgaten verzameld in het hele Arctische gebied laten over het algemeen een signaal van opwarming zien dat zich vanaf de tweede helft van de vorige eeuw heeft ingezet.

Onderzoeker Vladimir Romanovsky van het Amerikaanse Permafrost Research Center meet de temperaturen in de permafrost van Alaska tot op grote diepte. Volgens hem warmt de permafrost significant en snel op en dringt de warmte ook steeds dieper door, voornamelijk door de warmere en langere zomers. Een studie van boorgattemperaturen in Noord Alaska laat zien dat sinds de jaren tachtig de temperatuur daar met maar liefst twee tot drie graden is toegenomen. In 2012 zijn recordtemperaturen gemeten diep in de permafrost van Noord-Alaska, waar eind jaren zeventig metingen begonnen.

Indirect wijzen waargenomen veranderingen in toendravegetatie, bebossing en het aantal meren ook op een opwarming van de ondergrond. De omvang van permafrostgebieden verandert hierdoor. In Noord-Amerika en Rusland verplaatst de zuidelijke grens van het permafrostgebied zich noordwaarts als gevolg van de opwarming sinds de Kleine IJstijd (een relatief koude periode die plaatsvond tussen de zestiende en negentiende eeuw). Ook op het Tibetaanse Plateau is de omvang en dikte van de permafrost sterk veranderd in de laatste tientallen jaren.

Dronken bossen

Het ontdooien van de permafrost heeft ingrijpende gevolgen voor het landschap en ecosystemen. Met name op plaatsen waar veel ijs in de grond zit, worden gebieden steeds meer onderhevig aan verzakkingen, waardoor een chaotisch terrein ontstaat met veel heuveltjes en kuilen. De heuveltjes drogen uit, terwijl in de depressies meertjes ontstaan. Dit verschijnsel wordt thermokarst genoemd, en heeft naast grote ecologische gevolgen onder meer ook gevolgen voor infrastructuur en bebouwing.

Dit proces is ook vaak te herkennen aan bossen waar veel bomen schots en scheef staan als gevolg van verzakkingen, men spreekt dan wel van dronken bossen. De opwarming leidt ook tot een dikkere actieve laag, wat op hellingen kan zorgen voor aardverschuivingen. Aan zee kan afname van de permafrost zorgen voor een instabiele kustlijn met sterke kusterosie als gevolg waarvan hele gemeenschappen bedreigd worden. Dit proces wordt versterkt door het verdwijnen van zee-ijs, waardoor golven sterker worden.

De toendrabodem zit vol organisch materiaal: dode planten- en dierenresten die lange tijd bevroren zijn geweest. Zodoende bevat de permafrost een enorm reservoir aan koolstof. Wetenschappers wijzen erop dat potentieel het grootste gevaar van de ontdooiende permafrost het vrijkomen van grote hoeveelheden koolstof is.

Wanneer de permafrost ontdooit, zal ook het organische materiaal erin ontdooien. Het kan dan door bacteriën worden afgebroken. Bij die afbraak kan koolstof in grote hoeveelheden vrijkomen in de vorm van broeikasgassen: methaan (CH4) of koolstofdioxide (CO2). Welk van deze broeikasgassen ontstaat is afhankelijk van lokale omstandigheden. Wanneer er voldoende zuurstof in de bodem is, ontstaat CO2, anders is dat methaan. Methaan is een broeikasgas dat warmte zo’n 25 maal effectiever vasthoudt dan CO2.

In veel meertjes op de toendra kun je dit methaan in de zomer naar boven zien bubbelen. De toendra’s in het Arctische gebied zijn bezaaid met dit soort meertjes. Methaan blijft ongeveer twaalf jaar in de atmosfeer en breekt dan af tot CO2. Het kost de aarde duizenden jaren CO2 weer naar pre-industriële niveaus terug te dringen door opname in de zogeheten lange koolstofcyclus.

Recente metingen in delen van Siberië laten zien dat veel grotere hoeveelheden methaan vrijkomen van land en zeebodem dan eerdere schattingen aangaven. Het vrijkomen hiervan kan leiden tot een versterking van het broeikaseffect en dus leiden tot extra opwarming. Dat heet een positieve feedback: een zichzelf versterkend mechanisme. In hoeverre en in welke mate dit proces al in gang is gezet is nog onzeker; veel permafrostonderzoek richt zich ook juist daarom hierop.

Ben Abbott

Belangrijke vragen zijn hoeveel koolstof er in de grond ligt opgeslagen dat op korte termijn vrij kan komen, in welke vorm dit vrij komt (als CO2 of als methaan) en hoe snel, en hoe je van bijvoorbeeld metingen van individuele meertjes komt tot schattingen voor de gehele toendra. Om deze vragen te beantwoorden nemen wetenschappers zoals Ben Abbott van de Universiteit van Alaska, (Fairbanks, VS) in de uitzending proefmonsters van de permafrost.

Abbotts onderzoek laat zien dat het duizenden jaren duurt om de grote hoeveelheid organisch materiaal in de bodem op te bouwen, maar dat het in enkele jaren tot decennia vrij kan komen. Hij waarschuwt dat de verwachte opwarming van twee tot vijf graden deze eeuw zal leiden tot een zeer snelle en abrupte verandering van het ecosysteem. Volgens Abbott is het niet meer de vraag óf het permafrostgebied het klimaatsysteem gaat beïnvloeden, maar wanneer en in welke mate.

De concentratie methaan in de atmosfeer is sinds de industriële revolutie sterk gestegen. Volgens de World Meteorological Organization (WMO) bereikte de concentratie methaan in 2011 een nieuw record met een niveau dat ongeveer 2,5 keer hoger ligt dan de preïndustriële waarde. Die toename wordt overigens voornamelijk toegeschreven aan menselijke bronnen, zoals veeteelt, rijstvelden en verbranding van biomassa. Vanaf midden jaren tachtig tot aan het begin van deze eeuw leek de toename van methaan langzaam te stagneren. In de afgelopen jaren is de stijging echter weer toegenomen, maar het is onzeker waar die door veroorzaakt wordt.

Wetenschappers van NASA noemen in Klimaatjagers de hoge methaanconcentraties die zij op sommige locaties in het Arctische gebied vanuit een vliegtuig meten verontrustend. Tot op heden is echter nog niet aangetoond dat recent vrijgekomen broeikasgassen uit de Arctische toendra een significante bijdrage leveren aan het globale budget. Duidelijk is wel dat de hoeveelheid methaan die vrij zou kunnen komen uit de permafrost voldoende is om de atmosferische concentratie aanzienlijk te verhogen, met een forse opwarming als logisch gevolg.

Slapende reus

Het is voor het huidige klimaatbeleid van groot belang beter te kunnen bepalen hoe de permafrost zich zal gaan gedragen in een warmere wereld en hoeveel broeikasgassen er mogelijk vrij zullen komen. Wanneer dit grote hoeveelheden zijn, zou dat naast ecologische ook grote economische gevolgen kunnen hebben.

Experts verwachten dat in de nabije toekomst significante hoeveelheden broeikasgassen vrij zullen komen door het ontdooien van de permafrost op land en onder zee. De gemiddelde verwachting is dat de hoeveelheid koolstof die deze eeuw vrijkomt uit de permafrost te vergelijken zal zijn met de hoeveelheid die vrijkomt door ontbossing. Maar doordat veel in de vorm van methaan zal zijn, kunnen de gevolgen voor het klimaat veel groter uitpakken.

Voorlopig zal de bijdrage van de ontdooiende toendra’s echter nog sterk ondergeschikt zijn aan de hoeveelheid die vrijkomt bij het verbranden van fossiele brandstoffen. De opwarming door broeikasgassen uit fossiele brandstoffen bepaalt uiteindelijk mede de snelheid waarmee de permafrost ontdooit en zelf broeikasgassen gaat uitstoten en zo de klimaatverandering zal versterken. Hoever we precies van dat kantelpunt afzitten is voorlopig nog moeilijk te zeggen, maar wanneer deze slapende reus eenmaal wakker wordt, is zij moeilijk nog onder controle te houden.

Dr. Jan Wuite is glacioloog

Verdere verdieping
National Snow and Ice Data Center (NSIDC)
International Permafrost Association (IPA)
Permafrost Lab van de Universiteit van Alaska, Fairbanks

Bij elke aflevering van “klimaatjagers” zal er een achtergrond artikel op wetenschap24 en op dit blog verschijnen, in samenwerking tussen Elmar Veerman van wetenschap24 en diverse deskundigen.

Eerder verschenen:

Algemene introductie: Klimaatjagers: op zoek naar kantelpunten (‘tipping points’) in het klimaatsysteem

48 Reacties op “Permafrost: niet zo permanent

  1. Tijdens de uitzending lees ik een artikel over de meeste recente data vwb het zomerijsminimum, een zeer sterke stijging (tov vorig jaar). Waarom komt dat niet aan bod, hier of in de uitzending? Als leek is het al lastig te volgen, de tegenstrijdige(?) berichten maken het niet makkelijker. Zie ook: http://judithcurry.com/2013/09/08/arctic-sea-ice-minimum/

    Like

  2. Ko van Huissteden

    Goede 1e aflevering van Klimaatjagers. Er is veel te herkennen van ons eigen onderzoek in het noordoosten van Siberie (http://www.page21.eu/field-sites , http://pooljaar.nl/permafrost/) – behalve de wat meer luxe omstandigheden van onze Amerikaanse collega’s. Maar ook daar smeltende permafrost, emissie van CO2 en methaan – over nog veel grotere gebieden dan in Alaska.

    Like

  3. Beste Yme Bosma,

    Het oppervlak (‘area’) of de uitgestrektheid (‘extent’) van het zee-ijs heeft niet direct te maken met het methaan dat er vrijkomt uit permafrost op land, in Alaska en Siberië. Wél weer indirect, doordat de hogere temperaturen in het poolgebied bijdragen zowel aan minder zee-ijs als aan het ontdooien van de permafrost.

    Van jaar-tot-jaar fluctueert die Sea Ice Extent (of de ‘area’) behoorlijk, en dat geldt zeker voor het minimum in september – de weersomstandigheden tijdens het smeltseizoen veroorzaken de fluctuaties. Maar het is belangrijk om naar de lange-termijn trend te kijken en niet (alleen) naar de korte termijn fluctuaties.

    Hierbij de trend voor augustus:

    Voor september 2013 moeten we nog even wachten. Lees vooral verder bij het National Snow and Ice Data Center, waar de grafiek vandaan komt:

    http://nsidc.org/arcticseaicenews/

    Like

  4. Yme,

    De uitzending was al gemaakt lang voordat het zee-ijs minimum van 2013 bereikt zou worden. De meeste wetenschappers dachten overigens niet dat het 2013 minimum nog lager zou uitvallen dan het extreem lage minimum van vorig jaar: Er zit aardig wat variatie in de jaarlijkse waarden, dus een monotone daling van jaar tot jaar valt niet te verwachten. Een goede bron voor wat betreft zee-ijs is Neven’s: http://neven1.typepad.com/

    Mooie uitzending trouwens! Wel ben ik het met Appy Sluijs eens dat het goed zou zijn om de permafrost emissies in het perspectief te plaatsen van de totale huidige emissies aan CO2 en CH4. Dan blijkt dat de fossiele brandstoffen tot nu toe veruit overheersen. Dat neemt niet weg dat smeltend permafrost een versterkende feedback is die in de toekomst wellicht in sterkte kan toenemen (en waarin zich een potentieel ‘tipping point’ herbergt).

    Like

  5. Dank voor de toelichting. Al zou het ook goed zijn dat soort nuances in de uitzending te krijgen, er kijken niet alleen klimaatexperts naar;-)

    Like

  6. heijdensejan

    Yme,

    het is beter om Judith Curry, WUWT, Climutgeet.nl, Hans Labohm, The Daily Mail etc. links te laten liggen.

    Voor een goed idee wat de mening van iemand waard is gebruik Sourcewatch.org of de database van desmogblog.

    Like

  7. @heijdensejan: ik vraag me af waarom ‘de leek’ altijd juist daar terecht komt en niet op de talloze sites waar ook over dezelfde materie gesproken wordt, maar waar openlijk bronnen uit de wetenschap gebruikt worden. Zou dat geen red flag moeten zijn voor de leek? Het kan natuurlijk zo zijn dat de leek zich schikt in z’n rol. Iets met confirmation bias…?!

    Like

  8. Majava, dat lijkt me een goede vraag. Ik kom bij Curry terecht omdat ze bovenin de Google-resultaten staat op de algemene term “arctic sea ice minimum”.

    Je kunt je inderdaad ook afvragen waarom ik uberhaupt op zoek ga naar die informatie. Dat komt denk ik door de stijl van de uitzending. Die geeft (zeer) letterlijk en figuurlijk een beeld van snel terugtrekkend (oppervlakte)ijs, waarbij de pijl maar een kant op wijst. Naar beneden. Die stelligheid roept vragen op, en als ik dan direct data zie die aangeeft dat er dit jaar heel veel meer (oppervlakte)ijs is dan is dat voor mij verwarrend. Her recordminimum van 2012 (ook jaar van opname?) lijkt dan ge/misbruikt te worden.

    Gelukkig krijg ik (hier en op twitter) een goed antwoord op mijn vraag, maar ik ben bang dat meer mensen dergelijke twijfels krijgen wanneer ‘normale’ kranten steeds meer gaan schijven over pauzes in de (oppervlakte)opwarming en (binnenkort?) hogere minima van het zomerijs. Je kunt die vragen ook voor zijn door er in de uitzending al op in te gaan, en niet alleen de data en beelden te gebruiken die het verhaal (op dat moment) zo stevig mogelijk maken.

    Like

  9. heijdensejan

    Yme,

    voor mij is het frustrerende dat er heel veel goede informatie beschikbaar is op veel verschillende niveau’s maar dat wetenschappelijke informatie nog al droog is en niet altijd in 30 seconden dsament te vatten is.

    Weet je eenmaal de weg worden bepaalde meningen direct verdacht omdat ze uit een bepaalde hoek komen.

    Goede informatie duidelijk gebracht naast de usual subjects SkepticalScience, realclimate en natuurlijk Neven als het gaat over ijs zijn ook de youtube channels van potholer54 en greenmann3610

    Hier een mooie over een “skeptische” voorspelling niet eens zo heel lang geleden https://www.youtube.com/watch?v=JRc_9nNTZg0. Deze voorspelling werd positief ontvangen door WUWT en natuurlijk ook door Hans Labohm.

    Jammer genoeg kijken ze dus niet sceptisch naar het reslutaat van hun “voorspellingen”

    Like

  10. Beste Yme,

    Zoals Bart al zei is deze aflevering van Klimaatjagers meerdere maanden geleden gemaakt (of vorig jaar? Dat zou ik na moeten zoeken), en het onderwerp is nadrukkelijk de permafrost – niet het zee-ijs. Ook kan ik me niet herinneren dat het extreme recordminimum qua zee-ijs van 2012 zelfs maar genoemd werd. Ik denk ’t eigenlijk niet.

    In de hele aflevering gaat het regelmatig over trends, over langjarige ontwikkelingen. Dat er een-en-ander met het permafrost aan de hand is, is al langer duidelijk en er wordt al vele jaren onderzoek naar gedaan. Er zijn veel vragen over het permafrost en er is nog weinig zeker daarover, dat kwam ook wel duidelijk naar voren.

    Klimaatwetenschap is per definitie de wetenschap van de trends, het klimaat is gedefinieerd als: “het gemiddelde weer over een periode van 30 jaar”. Als het dit jaar vriest dat het kraakt, maar er is een lange-termijn trend over de laatste 30 jaar waar die winters gemiddeld warmer worden, zal de klimaatonderzoeker z’n schouders ophalen als je over de koude winter begint: “Ga naar een meteoroloog, die gaat over het weer.”

    Over de zee-ijs recordminima:

    – er is nog NOOIT een recordminimum geweest waarna het volgende jaar meteen wéér een nieuw recordminimum gezet werd;

    – na ELK nieuw recordminimum volgden minstens 2 en doorgaans 4 á 5 jaren waarin de Extent weer wat hoger lag;

    – types als Anthony Watts en tegenwoordig helaas ook Judith Curry riepen dan IEDERE KEER meteen dat er een ‘Recovery!’ zou zijn. Dat wordt dan duizendvoudig door hun volgelingen gekopieerd, meestal alleen als linkje naar dat blog. Die kreten waren niet van de lucht, maar na een paar jaar… hoppa, wéér een nieuw recordminimum!

    Daarom kijken de klimaatonderzoekers naar de langjarige trend. Het onderstaande grafiekje geeft het prachtig weer, compleet met de “Recovery!” kreten, alleen een leuk muziekje ontbreekt helaas. En tsja, dan trek je een ‘best fit’ trendlijn over de jaren heen en dan zie je wat er gebeurt:

    Dit is de september Extent van NSIDC, die van 2013 moet natuurlijk nog komen. Daar zal dan wéér een vrolijk ‘Recovery!’ bij staan, totdat… 🙂

    Like

  11. Lees net het artikel in The Guardian waarin eea netjes is uitgelegd: http://gu.com/p/3ttjk/tw

    Recordminimum werd niet expliciet genoemd, maar de opmerking die mij triggerde ging over dat mistige beeld van de zee waarbij werd gezegd dat later bleek dat het ijs inmiddels (2012?) honderd(en) kilometers uit de kust lag.

    Dank nogmaals voor de toelichtingen, op naar de volgende uitzending;-)

    Like

  12. Yme,

    Ja, goed artikel in The Guardian. Dat kan je m.n. John Abraham wel toevertrouwen.

    Recordminimum werd niet expliciet genoemd, maar de opmerking die mij triggerde ging over dat mistige beeld van de zee waarbij werd gezegd dat later bleek dat het ijs inmiddels (2012?) honderd(en) kilometers uit de kust lag.

    Dat is al wat langer het geval, vooral sinds de zomer van 2007. Dat jaar zijn er voor het eerst ‘reguliere’ schepen (geen ijsbrekers of versterkte onderzoeksvaartuigen) door de North West Passage gevaren, ook bovenlangs Alaska. Het hoeft dus niet persé betrekking te hebben op 2012.

    Dit jaar is de NW-passage overigens maar kort open geweest, de meeste smelt is dit jaar in de oostelijke poolzee, meer aan de Siberische kant.

    Like

  13. Ja, absoluut goed programma. Ik kijk met het “echte` leken oog. Blijft de kijker geboeid en wordt het programma uitgekeken. Dank aan Bart voor de tip.
    Ook dank aan Jan Wuite voor deze samenvatting. Erg nuttig.

    Ik was verbaasd dat diep in de permafrost nu al de temperatuureffecten meetbaar zijn. Gelukkig is men al gestart met metingen in de jaren zeventig. Dit toont een goed inzicht in de processen. Weet waar je meten moet!

    Mij frappeert meer en meer hoe water als een echte performance chemical zijn rol speelt in de klimatologische processen. Er kan heel veel warmte in worden opgeslagen (dus vrijkomen), het kan dienen als opslagplaats voor koolstof (als vast C en als CO2), het kan een gletscher tegenhouden of smeren, het heeft een hoge verdampingswaarde en kan dus warmte transporteren, het is een broeikasgas, het vormt de polen, etc. Ik ga de komende maand door deze bril het nieuwe IPCC-rapport eens lezen.

    Ik ben het eens met heydensejan en majava dat je de informatie moet schiften. Ik zelf heb een bijna intuitief werkend filter ontwikkeld. Echte wetenschappelijke zijn goed te herkennen aan opzet en structuur en een neutraal gebruik van de taal. Goede toelichtingen moeten geschikt zijn voor leken met interesse. Als taal en logica gaan rammelen dan mag je gerust verder zoeken. Soms wordt ik ook regelrecht kwaad van onzinnige beweringen soms gesteld in het Nederlands.
    Als het C.V. van de auteur moet worden behandeld en-of men een wetenschapsfilosofies essay gebruikt als inleiding, ga er dan maar vanuit dat wordt je weggeleid van de content en geframed.
    Boeiend allemaal!

    Like

  14. Hans Custers

    Ik zie dat The Guardian, door Yme aangehaald, ingaat op het lachwekkende verhaal van de Daily Mail over het “recordherstel” van het Arctische zeeijs. De “usual suspects” zijn alweer druk bezig dat verhaal na te papegaaien. Dat zijn dezelfde lieden die vorig jaar nog alles uit de kast haalden om het recordminimum van toen te bagatelliseren. Het had geen betekenis, het was een incident, enzovoort. Nu is dat incident ineens het referentiepunt om het herstel aan af te meten. Deze lieden zijn totaal ongeloofwaardig.

    Het probleem is natuurlijk wel dat je de discussie vrij goed moet volgen om dit te weten. Wie dat niet doet is heel makkelijk aan het twijfelen te brengen. En tegenover Yme, die zo verstandig is om hier nog het één en ander te checken, staan duizenden anderen die dat niet doen en gewoon lekker gaan slapen met het idee dat het allemaal nog niet zo duidelijk is.

    Like

  15. Aangezien de reacties op (bijv.) de aangroei kennelijk zo voorspelbaar zijn is het wat mij betreft jammer dat de programmamakers daar niet iets meer op anticiperen. Benieuwd hoe dat in de volgende uitzendingen zal gaan.

    Like

  16. Hans Custers

    Yme,

    Het is in zo’n serie onmogelijk om alle details en nuances mee te nemen. Daarvoor zou je, schat ik zo in, een jaar lang elke dag een uur zendtijd nodig hebben. En zelfs dan vindt de anti-campagne wel weer wat om twijfel over te zaaien.

    De makers van deze serie hebben er duidelijk voor gekozen te laten zien wat klimaatverandering betekent voor een aantal plaatsen ter wereld. Naar mijn mening een goede keuze, omdat het het nogal abstracte begrip klimaatverandering tastbaar maakt. Maar natuurlijk houdt zo’n keuze ook beperkingen in. Als ze er voor gekozen hadden om vooral rekening te houden met voorspelbare kritiek van de klimaatsceptici zou je heel andere documentaires hebben gekregen, met ook weer hun beperkingen.

    Like

  17. Beste Hans, Yme,

    De focus van Klimaatjagers is op de klimaatonderzoekers zelf en op hun werk. Zij vertellen over wat zij zelf meten, over het onderwerp van hun onderzoek en over hun bevindingen, en welke gevolgen zij zien in hun omgeving.

    Het zogenaamde ‘debat’ (dat verdient eigenlijk wel wat extra aanhalingstekens) met ‘klimaatsceptici’ speelt zich echter af in de populaire media, in de blogosphere etc. Dat ‘debat’ heeft véél meer te maken met tribalism, met ideologie, politiek en met botsende wereldbeelden dan met het wetenschappelijk onderzoek. Het zogenaamde ‘debat’ staat helemaal bol van de retoriek en van demagogische trucjes en ‘shortcuts’ om tot een bepaalde conclusie te komen – Pieter Zijlstra geeft al aan hoe je dergelijke blogstukken en verhalen kan herkennen.

    Wat ik vooral NIET in Klimaatjagers zou willen zien:

    – meteen tot een politieke conclusie komen;
    – de documentairemaker die ‘even’ gaat vertellen wat we wel/niet zouden moeten doen;
    – welles/nietes;
    – elkaar doodgooien met (cherrypicked en infantiele) grafiekjes;
    – drogredeneringen.

    De werkelijke opzet vind ik juist heel goed: laat de onderzoekers zélf aan het woord, ga ter plekke kijken, laat je *niet* van de wijs brengen door de Internet hype du jour – die worden namelijk heel doelbewust en bij wijze van ‘manufactured controversy’ bedacht en vervolgens in de media gelanceerd.

    Dat verhaal van David Rose van The Daily Mail (als je de voorgeschiedenis kent, weet je al genoeg na het lezen van deze naam) is alleen een ‘diversion’, een boel heisa om niets. Waarom nu? Natuurlijk omdat 23 t/m 26 sept. in Stockholm het IPCC AR5 WG I rapport, met name de Summary for Policymakers, definitief gaat worden! Een vergadering die al jaren geleden gepland is, maar door David Rose als een “Emergency Meeting” wordt gespind – ik lach me helemaal gek. Hierbij de agenda van het IPCC vanaf 2009:

    Klik om toegang te krijgen tot key_dates_AR5_schedulepdf.pdf

    De oorspronkelijke planning in 2009 was sept. 16-19 2013. Het is dus één week uitgelopen in vier jaar tijd (de oorspronkelijke planning uit 2009 staat hier). De datum van 23-26 sept ken ik in ieder geval al aanzienlijk méér dan een jaar.

    Like

  18. Mag ik toch wat aanmanen tot wetenschappelijke voorzichtigheid:

    Soms focussen we op temperaturen in Europa, soms in Afrika, soms in Antartica, soms op de gemiddelde zeewatertemperatuur en nu terug op Alaska. En van Alaske halen ze in zowel dit artikels als in de uitzending er zogezegd ‘de permafrost’ bij, inclusief het opbubbelen van metaangas in Toendra-meren.

    Ik neem even mijn boekdeel Wereld der Wetenschappen erbij over planten en verwijs tussendoor even verder naar bijv. C4-planten als maïs die veel meer zuurstof aanmaken tijdens hun groei dan de meeste C3-gewassen en dat is gewoon te merken aan hun extreem snelle groei en aanmaak van o.a. koolhydraten en vezels in combinatie met bodemstoffen en de koolstofdioxide uit de lucht. M.a.w. de maïs stelt het zeer goed… In kern blijft organische chemie en de bron van ons leven immers… koolstof.

    Maar hier wordt altijd de stap gezet naar broeikasgassen i.p.v. op het originele verschijnsel: de evolutie van de temperatuur, die voor minstens 95% bepaald wordt, niet door broeikasgassen maar door de zonnestraling (ik neem een ander boekdeel Wereld der Wetenschappen erbij over onze atmosfeer en alle mogelijke soorten wolken en de volledige uitleg over het heel langzaam aan afkoelen van onze aarde op uitermate lange termijn van miljoenen jaren met cycli ertussenin die op en neer gaan).

    Wat staat immers in dat boek over planten: Heel eenvoudig, dat we allemaal maar naar ONZE meertjes, beken, rivieren en kanalen moesten kijken de afgelopen zomer (die prachtig was en prachtige waterfora incl. het Schrijverke van de grote Vlaamse priester-dichter Guido Gezelle – met als meesterwerk het ook hier wat bescheidener makende gedicht http://cf.hum.uva.nl/dsp/ljc/gezelle/berg.html temidden van ook zijn waterlelies) dat het opborrelende nagenoeg altijd zuurstof is.

    Vergeten we niet dat de planten en bacteriën eerst ONDER water groeiden en zo zuurstof afgaven tot de atmosfeer op 1% zuurstof kwam (ook uit die oude encyclopedie Wereld der Wetenschappen die van de jaren 1950 dateert) en er zo per stijgende procent ook leven mogelijk werd buiten het water omdat de levende wezen anders verbranden in het zonlicht door de ultraviolette straling die door het afkoelen van de aarde (sic op http://www.daeme104.centerall.com/page506_5.php als je iets moderners wil dan die ‘oude’ encyclopedie van mij) en het ontstaan van zuurstof net zorgde dat het ‘leefbaar’ werd. 500 miljoen jaar om tot 1% zuurstof te komen, 300 miljoen jaar om tot 15% zuurstof te komen volgens dat artikel (ik heb andere gegevens, maar de grootheden zijn duidelijk niet echt gebonden aan onze ‘menselijke levens’ en zetten aan tot meer nederigheid voor elke wetenschapper onder ons.

    En laat net waterdamp hier weer verzwegen worden.

    We kunnen ook niet vergelijken met permafrost gegevens van 100 jaar geleden, want dat woordje ‘permafrost’ bestaat nog maar in de literatuur of wetenschap sinds 1943 als afkorting van ‘permanent frost’ door de Rus Siemon W. Müller die eenvoudig Engels daarvoor gebruikte. Dus laat staan dat we eigenlijk koolstofmetingen deden in de vorige eeuw die relevant en nog meer: vergelijkbaar zouden zijn.

    Zelfs als je het CO2-gehalte gaat meten van ingevroren lucht diep in de grond in antarctica (let wel, ik maakte dezelfde fout, dus ik weet het erg goed) en dat vergelijkt met onze lucht nu, zit je al met een gigantische blunder om je lucht te meten qua ‘waterdamp’ versus ‘koolstofgehalte’ bij misschien een temperatuur van -80° versus een meting van dezelfde lucht en alle ‘broeikasgassen’ die neiging hebben tot optimale verzadiging in de luchtatmosfeer bij vooral grote moleculen stikstof om neer te slaan bij afkoeling als die andere lucht -40° ‘warm’ was…

    Gevaarlijke theorieën omdat we van de kern afwijken soms:

    Primo WAT is immers de absolute (dus gecorrigeerd relatieve) menselijke invloed op broeikasgassen en

    secundo WAT is de invloed van dit onderdeel broeikasgassen op vervolgens de aardtemperatuur inclusief alle door rotatie van de aardbol en inwerking van de zonnestraling terug op die natuur…

    Tertio quid met CO2-neutraal proces van alle gewassen in groei (fotosynthese) versus hergebruik (inclusief verrotting) op zijn geheel, broeikasgassen inbegrepen?

    Ik stel de vraag, met nederigheid voorop, want ook ik ben veel te veel beïnvloed door visies die ik soms gemakshalve wil blijven volgen maar tegelijk geremd door mijn objectieve neutraliteitsbehoefte…

    Jean Marc VAN BELLE

    Like

  19. Is er iemand met een vertaalcomputer? Want ik begrijp echt vrijwel niets van wat Jean Marc Van Belle probeert te zeggen, en bijna nog minder van zijn vragen.

    Like

  20. Jean Marc van Belle,

    Jouw comment en vraag is iets voor de open discussie. Het is hier off-topic.

    Je vragen zijn heel veelomvattend, maar ik raad aan om een tekstboek over klimaat te lezen, of lees hier op dit blog of elders (SkS, RC) wat meer rond.

    Bijvoorbeeld: Waterdamp is een feedback (omdat het snel op de temperatuur reageert middels condensatie en verdamping), geen forcing.

    Like

  21. Rinus van Wallenburg

    Schitterende beelden in de uitzending van Zondag. Nog nooit was de permafrost zo dichtbij.

    UNEP heeft in een rapport van 27-11-2012 (Policy Implications of Warming Permafrost) voorgesteld, dat landen met veel permafrost een bewakingsdienst instellen. Een gevolg daarvan zou ook zijn, dat er meer meetgegevens beschikbaar komen. Die zijn er tot nu slechts incidenteel. In de ECVs (Essential Climate Variables) van het globale klimaat observatiesysteem (GCOS) zijn voor zover mij bekend geen gegevens, specifiek voor permafrostgebieden, opgenomen.

    Helaas vertoonde de uitzending de gebruikelijke eenzijdigheid. Nergens wordt vermeld dat dankzij de opwarming er een snelle opmars is van boreale bossen. Vermoedelijk wordt tot nu toe op noordelijke breedten meer CO2 aan de atmosfeer onttrokken dan uitgestoten en draagt het daarmee bij aan het feit, dat een toenemend deel van de uitstoot wordt opgevangen, de zogenaamde missing sink. NB Ik heb geen gegevens over de laatste twee jaar.

    De eenzijdigheid wordt versterkt door de vermelding, dat we nog maar 20 jaar de tijd hebben. Dat hoorden we ook in 1990 en in 2030 zullen we het ongetwijfeld opnieuw horen. Wat er na die 20 jaar gebeurt, wordt dan in het midden gelaten.
    Een andere geliefde uitdrukking is: Het is vijf voor twaalf. Een paar dagen gelden nog door IPCC-voorzitter Pachauri. Ook zo’n apocalyptisch overkomende mededeling, die naar mijn mening het nemen van maatregelen eerder afremt dan bevordert.

    Like

  22. Beste Jean Marc van Belle,

    Je reactie van september 10, 2013 om 12:07 is verwijderd omdat deze off-topic is. Bart Verheggen heeft je er hierboven om 10:09 al op gewezen dat dergelijke ‘vragen’ eerder onder de Open Discussie thuis horen:

    https://klimaatverandering.wordpress.com/2013/09/08/open-discussie-september-2013/

    Desgewenst kan je het daar herposten. Verder raad ik je aan zijn advies te volgen.

    Like

  23. Beste Rinus van Wallenburg,

    Onderzoeksprogramma’s over permafrost zijn er al enige tijd. Jan Wuite wijst er hierboven op, dat:

    Temperatuurmetingen in boorgaten verzameld in het hele Arctische gebied laten over het algemeen een signaal van opwarming zien dat zich vanaf de tweede helft van de vorige eeuw heeft ingezet.

    Onderzoeker Vladimir Romanovsky van het Amerikaanse Permafrost Research Center meet de temperaturen in de permafrost van Alaska tot op grote diepte. Volgens hem warmt de permafrost significant en snel op en dringt de warmte ook steeds dieper door, voornamelijk door de warmere en langere zomers. Een studie van boorgat-temperaturen in Noord Alaska laat zien dat sinds de jaren tachtig de temperatuur daar met maar liefst twee tot drie graden is toegenomen. In 2012 zijn recordtemperaturen gemeten diep in de permafrost van Noord-Alaska, waar eind jaren zeventig metingen begonnen.

    Lees vooral het bovenstaande blogstuk, en de informatie bij NSIDC, International Permafrost Association en het Permafrost Lab. Ook beschrijft Ko van Huissteden het onderzoek in Siberië en hier: “Maar ook daar smeltende permafrost, emissie van CO2 en methaan – over nog veel grotere gebieden dan in Alaska.

    Wat de 50 Essential Climate Variables van GCOS betreft, wellicht toch eens beter lezen. Wat staat er namelijk in de lijst?

    Carbon dioxide, Methane, and other long-lived greenhouse gases, Ozone and Aerosol, supported by their precursors.

    River discharge, Water use, Groundwater, Lakes, Snow cover, Glaciers and ice caps, Ice sheets, Permafrost, Albedo, Land cover (including vegetation type), Fraction of absorbed photosynthetically active radiation (FAPAR), Leaf area index (LAI), Above-ground biomass, Soil carbon, Fire disturbance, Soil moisture.

    Permafrost maakt dus deel uit van de 50 variabelen, evenals vegetatie, biomassa en het koolstof in de bodem. Organisch materiaal in permafrost valt daaronder en dat kan aëroob afgebroken worden (dan komt er CO2 vrij), of anaëroob (dan produceert het methaan). Zie de lijst met ECV’s:

    http://www.wmo.int/pages/prog/gcos/index.php?name=EssentialClimateVariables

    Like

  24. Rinus zegt:
    “Nergens wordt vermeld dat dankzij de opwarming er een snelle opmars is van boreale bossen. Vermoedelijk wordt tot nu toe op noordelijke breedten meer CO2 aan de atmosfeer onttrokken dan uitgestoten en draagt het daarmee bij aan het feit, dat een toenemend deel van de uitstoot wordt opgevangen, de zogenaamde missing sink.”

    Dit is een erg simplistische opvatting: meer bossen leidt tot meer CO2 opname. Er zijn echter enkele problemen wat betreft de boreale bossen:
    1. meer bossen in plaats van toendra zorgt voor een verlaging van het albedo (weerkaatsing van zonlicht)
    2. door temperatuurstijging krijgen schadelijke insecten meer invloed, waardoor sterfte van bomen toeneemt
    3. bosbranden nemen toe: extra CO2 uitstoot

    Like

  25. Rinus,

    Waar Henk Lankamp op wijst is zeker waar. Je dient onderscheid te maken tussen:

    1) feedbacks op de veranderende stralingsbalans van de planeet (dus op de ‘radiative forcings’);

    2) feedbacks op de koolstofcyclus.

    De opmars van bos naar het noorden die aan het einde van een glaciaal optreedt – dus bij de overgang van een ‘ijstijd’ naar een interglaciaal – wordt juist gezien als een versterkende feedback die de planeet nog verder opwarmt.

    Een andere versterkende terugkoppeling is de afname van sneeuwbedekking op toendra en permafrost, m.n. tijdens voorjaar en zomer wanneer de zon op z’n hoogst staat:

    Rutgers University Global Snow Lab

    De sneeuw is eerder in het zomerseizoen weggesmolten en de relatief donkere grond kan daardoor eerder (en langer) zonlicht absorberen, wat het smelten van de permafrost bevordert.

    Verder is het inderdaad heel waarschijnlijk dat er – op de lange duur – meer bos zal gaan groeien in het noorden van Amerika en Eurazië. Echter, die ‘opmars van boreale bossen’ vindt plaats NADAT de temperaturen gestegen zijn en het is een langzaam proces – één van de slow feedbacks. Zie ‘Vegetation’ en ‘Carbon cycle’ in:

    De bevroren toendra en de permafrost van Alaska, Canada en Siberië zal éérst:

    1. geleidelijk moeten ontdooien, waarbij er steeds meer CH4 en CO2 vrijkomt;
    2. het ontdooide organisch materiaal in die pakketten zal deels anaëroob (als er geen zuurstof bijkomt) en deels aëroob gaan rotten;
    3. wanneer er struiken en bos gaat groeien, zullen wortelstelsels de grond méér openbreken zodat er juist veel CO2 en CH4 vrijkomt;
    4. droge toendra en steppe kent vaak extreme bosbranden, die veel koolstof in de atmosfeer brengen;
    5. pas daarna zal geleidelijk het bos tot wasdom komen.

    Het klopt dat er sinds 1900 véél nieuw bos en herbebost gebied is bijgekomen op het Noordelijk halfrond. Er is tijdens de 20e eeuw intensief herbebost in Europa en de VS, zo is inmiddels 34% van het landoppervlak in Europa bebost, terwijl dit rond 1900 slechts 10% was! Gedurende de 15e t/m 19e eeuw vond er een grote kaalslag van bos plaats. Echter, nadat een bos eenmaal volgroeid is, is het ‘carbon neutral’: het neemt gemiddeld evenveel CO2 per jaar op als het produceert (met schommelingen door bosbranden en meer/minder rotting).

    Die grote aanwas van bos op het noordelijk halfrond heeft NIET de snelle stijging van de CO2-concentratie voorkomen: die stijgt steeds sneller, inmiddels met ruimschoots > 2 ppm/jaar.

    En… Jos Hagelaars en ik hebben Rinus van Wallenburg al vele malen uitgelegd dat er ALLANG rekening gehouden wordt (in projecties en carbon-cycle modellen) met toename van dit bos. Dat is al ingecalculeerd. Ik ga het niet allemaal herhalen, het is te lezen in de eerdere draadjes bijvoorbeeld vanaf hier:

    https://klimaatverandering.wordpress.com/2013/01/09/de-sceptische-top-10-of-waarom-klimaatsceptici-ongeloofwaardig-zijn-5/#comment-2769

    https://klimaatverandering.wordpress.com/2013/01/26/open-discussie-jan-feb-2013/#comment-3046

    Like

  26. Let op en zie http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1002/qj.49705522921/abstract

    Daar werd vanaf de middeleeuwen en de honderden jaren erna vastgesteld dat er kleinere cycli aanwezig zijn in Europa van bruutweg 89 jaar onderverdeeld in subscycli van zo’n 11 jaren.

    Als we dus binnen een termijn van 89 jaar blijven, kunnen we dus in een ‘kleine cyclus’ zitten die niet echt bedreigend is. De Nederlander Easton wijdde trouwens zijn hele leven aan temperatuurstudies en uitte een vermoeden naar de zon maar gaf toe dat hij dit niet met de middelen die hij had kon dieper onderzoeken (empirisch onderzoek, geen stralingsonderzoek dus bijv.).

    Simpel gezegd is het ook zo als er in Rusland een heel sterke winter was (zoals vorig jaar) en het land langer afgekoeld is, de opwarming natuurlijk trager verloopt. Europa is dan ook erg koud als het uit het Oosten waait.

    Deze cyclus versterkt zich binnen een subcyclus van 11 jaar waardoor je ‘gemakkelijker een koudere winter na een koude winter krijgt omdat de natuur geen aanloop nodig heeft’, maar dat als het erg koud wordt, het tegelijk weer moeilijker wordt om NOG kouder te worden. Als athleet en ‘wetenschappelijke intellectueel’ verwijs ik naar hetzelfde principe van de ‘voortschrijdende voorsprong’ die er wel voor zorgt dat ik door open te staan snel wijzer kan worden als ik nog slimmere mensen in mijn omgeving probeer te krijgen, maar dat dit niet onbeperkt is en plots omslaat in een terugval en dus blijvend inspanning vergt en altijd tijdelijk blijft.

    Qua bebossing lees ik NIET in de artikels, maar belde ik een van onze bosdeskundigen in België die ook boomspecialist is en die spreekt inderdaad van bijv. een gigantisch snelle groei de laatste jaren, maar dan op heel korte termijnvlak. Op dit moment is de winter door de kortere dagen en de nachttemperaturen ook al een rem aan het plaatsen op de groei en straks is het gedaan met gras afrijden weer tot in het voorjaar.

    Wees voorzichtig mensen om met bosaangroei te spreken van lange termijn in een ordegrootte van meer dan 50 jaren.

    Hoe lang is het geleden dat we de Romeinen de schuld gaven van de Sahara door al de bomen daar om te hakken en te gebruiken voor o.a. scheepsbouw met oorlogsdoeleinden in termen van ‘oprukkende Sahara’?

    Moet er nog zand zijn (dat waait trouwens over van daar naar hier via de straalstroom, weet men intussen ook al)???

    Voorzichtig: oorzaak – gevolg enne… causaal verband???? Niet verwarren met samenloop. Bijv. veel ooievaars deze maaand in het Zwin en in juni en juli volgend jaar zullen er zoals elk jaar weer veel meer geboortes zijn, is wel samenloop omdat kinderen naar school gaan en ouders tijd en ruimte krijgen met toenemende koude voor een kindje meer, maar is volgens mij toch echt geen causaal verband van een ooievaar op mijn dak die mij al zeven kindjes bracht….

    Permafost-discussie vertrekt bij het standpunt:

    1. Wat is frost? Enkel het gedeelte dat jaar-in/jaar-uit blijft liggen?
    2. Wat is permanent? Hoe lang moet het blijven liggen???

    Als wetenschappers moeten we immers ceteris paribus proberen te werken, maar tegelijk beseffen dat dit in de natuur onmogelijk is omdat zelfs onze kennis nooit ceteris paribus is en een vergelijking tussen onderzoeksresultaten tussen twee wetenschappers al dit soort onderhuidse problemen bevat.

    In eerste instantie cijfers verzamelen, zoals Easton dat geniaal deed lang voordat er computers en rekenmachines bestonden.

    Pas in laatste instantie moeten we LOS VAN DAT DEEL interpretaties maken en zoeken naar evoluties, verklaringen. Ook ik maak te veel de fout de zaken door elkaar te vermelden, waardoor ik erg onduidelijk overkom en fouten maak (anders was ik geen mens maar een God).

    Like

  27. @Van Belle heus, je hoeft geen god te zijn om eea duidelijk te kunnen formuleren. Laat anders eerst een van je kinderen je bijdrage lezen voordat je het met ons deelt.

    Like

  28. Beste van Belle,

    Deze keer laat ik het staan, omdat er iets over Inspector Frost in staat. Dat is – voor uw doen – bijzonder on-topic. Het blijft wel bij deze uitzondering. 🙂

    Like

  29. Heren, ik denk dat het lastig wordt met Van Belle te discussiëren. Al eerder heeft hij dat verhaaltje van 1928 gepromoot:
    “Voor de jaren 2000 heeft men nooit gerichte metingen gedaan op Ozon (o-drie) en weet men dus eigenlijk niet of er vroeger ook gaten waren. Ook hier is het gat verminderd ZONDER dat men de CFK’s had verminderd, want dat gebeurde pas NA 2000. Idem met de opwarming van een tot een paar tienden van een graad… En de correlatie met de zonnefluxen en de zonnecyclus die door de Nederlander Easton werd opgezocht tijdens zijn levenswerk dat ik thuis liggen heb is magistraal en van hoger wetenschappelijk niveau dan wat wij momenteel kunnen met al onze elektronica” (gevolgd door link naar het verhaal van Easton).

    Zoek de fouten in die paar zinnen van Van Belle. Het zijn er wel veel, ik waarschuw maar vast…

    Like

  30. Rinus van Wallenburg

    Henk Lankamp stelt over groei boreale bossen:
    – het albedo neemt af (dat is juist)
    – bossen kunnen worden aangetast door schadelijke insecten (daar is kans op)
    – bosbranden nemen toe (daar is kans op)
    Bob Brand voegt er nog aan toe:
    – opmars van bossen wordt gezien als een versterkende feedback (????????)
    – een volgroeid bos is CO2- neutraal (dat is juist)
    Ik zou er nog aan toe kunnen voegen:
    – in een bos kan je een vallende tak op je hoofd krijgen
    – meer bos betekent een verhoogde regenkans, dan heb je een paraplu nodig.
    Waarom hebben we bij vliegreizen eigenlijk compensatieprogramma’s met bosaanplant als middel?
    Is het misschien beter om overal die rotbossen te kappen?
    Als reactie op het mooie programma Klimaatjagers heb ik gesteld, dat er de gebruikelijke eenzijdigheid is. De opname van CO2 door groei van boreale bossen krijgt er geen aandacht.
    In mijn beleving is de reactie van beide heren een demonstratie van de door mij verfoeide eenzijdigheid.

    Like

  31. Beste Rinus van Wallenburg,

    Het ontbreekt nogal aan argumentatie en onderbouwing in je reactie, en een heleboel vraagtekentjes is geen argument. 🙂

    .. opmars van bossen wordt gezien als een versterkende feedback

    Zeker, en pal daarboven heeft Henk Lankamp al uitgelegd hoe dat komt.

    De ‘opmars van het bos’ verlaagt namelijk de albedo (het deel van het zonlicht dat weerkaatst wordt terug de ruimte in) t.o.v. de toendra en permafrost dat daar eerst was. Dat geldt nog eens te meer als die toendra een deel van het jaar bedekt was met sneeuw, en nu minder.

    Doordat de bossen geleidelijk noordelijker oprukken verdringen zij steeds meer de ‘lichte’ toendra door ‘donker’ bos, en daardoor is het een versterkende feedback. Naarmate de forcering toeneemt en het opwarmt, wordt het nog eens versterkt door een dalende albedo door vervanging van toendra door bos.

    Is dat zo moeilijk te begrijpen?

    Verder ging deze aflevering van Klimaatjagers specifiek over Permafrost. Deze aflevering gaat NIET over een totaaloverzicht van alle verschillende forceringen, over alle verschillende feedbacks en over het totaal van de koolstofcyclus – daarvoor kan je bijv. bij het IPCC terecht. Overigens was je van een dergelijk totaaloverzicht niet vrolijker geworden: ondanks de IMMENSE hoeveelheid bos die erbij gekomen is… ondanks dat… stijgt pCO2 juist steeds sneller:

    Klik om toegang te krijgen tot co2_data_mlo_anngr.pdf

    Dit is de jaarlijkse ‘growth rate’, dus de toename in dat jaar. De growth rate groeit zelf ook weer.

    Rinus, zoals al eerder uitgebreid besproken: er wordt ALLANG rekening gehouden met de ‘carbon sinks’ door toename van bos. De groei van de ‘sinks’ houdt geen gelijke tred met de uitstoot, zoals je ziet aan de groei v.d. groei (!) van de CO2-concentratie.

    Like

  32. Hans Custers

    @ Jean Marc van Belle,

    Ik heb je laatste reactie verwijderd. Dit blog is bedoeld voor discussie over concrete onderwerpen uit de klimaatwetenschap en niet voor alle kanten op zwabberende en ellenlange verhalen over de wereld in het algemeen.

    Like

  33. Rinus van Wallenburg

    Bob Brand stelt in een uitvoerige reactie op een blogje van mijn kant (mijn nummering is subjectief)
    1. Er is een sterke opwarming gemeten van de permafrost. In een grafiek wordt de afnemende sneeuwbedekking op noordelijke breedten getoond.
    Dit zijn voor mij bekende feiten. Ik voeg er aan toe: De doorgaande opwarming op hoge noordelijke breedten in de meest recente 15 jaar, terwijl op grote delen van het landoppervlak elders een lichte temperatuurdaling optreedt, is een fenomeen, waarvan de gevolgen dienen te worden toegelicht. Misschien in komend IPCC-stuk?
    2. De Essential Climate Variables. Het voldoet niet, dat permafrost in de opsomming wordt genoemd. Het gaat er om, dat het systematisch wordt gemeten. Niet zonder reden spoort UNEP aan tot standkoming van een bewakingssysteem. Dat is er nu onvoldoende, waarmee niets wordt afgedaan aan het moeilijke werk van Ko van Huissteden en anderen onder lastige omstandigheden. Het potentiële risico is aanzienlijk en meer metingen zijn daarom wenselijk. Zoals trouwens voor tal van andere aspecten van het klimaatsysteem.
    3. De vergroening van de aarde door temperatuurstijging en/of toename CO2 in de atmosfeer is een slow feedback. Akkoord, maar de stijging is al sinds ongeveer 2070 aan de gang (of zo men wil: sinds 1860) en is volgens veel waarnemingen flink op gang gekomen. Canadese kranten melden de snelle opmars van struiken, later gevolgd door bossen. De opmars is volgens sommigen ook veel sneller dan was verwacht. Canadees onderzoek – ik heb de bron niet bewaard – suggereert, dat de opmars zo snel gaat, dat het de ontsnapping van broeikasgassen blokkeert. Misschien is het niet zo eenduidig als meestal wordt gesteld.
    4. Gewezen wordt op herbebossingsprograma’s. Die zijn belangrijk maar met dat commentaar wordt de aandacht afgeleid van SPONTAAN optredende herbebossing.
    5. Er is een constante stijging van CO2 met 2 ppm. Akkoord maar de uitstoot is in de nuljaren dankzij China en India sterk gestegen maar heeft niet geleid tot een extra stijging van CO2 wegens toegenomen opname op land en in oceanen.
    6. De discussie is eerder gevoerd. Akkoord maar het teeveeprogramma is voor mij een nieuwe reden op de eenzijdigheid te wijzen.
    Ik merk er bij op, dat naar mijn mening er onvoldoende inzicht bestaat in de gevolgen van temperatuurstijging voor de natuurlijke opname en uitstoot van CO2 door land en oceanen. Die uitstoot en opname is een veelvoud van de fossiele uitstoot. Om die reden vind ik prognoses wetenschappelijk onverantwoord.
    Ik heb de indruk, dat in de gepubliceerde vooruitberekeningen alles wat versterkend zou werken bij elkaar wordt geschoffeld en alles wat afremmend zou kunnen werken, wordt genegeerd. De reacties die ik krijg op mijn vermelding van de vergroening van de aarde versterkt mijn indruk. Ze passen niet in het plaatje.

    Tenslotte nog (en ook dat is een herhaling). Ik zie de temperatuurstijging en de stijging van de CO2 in de atmosfeer als een groot risico, ik zie het als waarschijnlijk door de mens veroorzaakt en maatregelen om het fossiel verbruik te beperken en methaanuitstoot te bestrijden zijn hard nodig.

    Like

  34. De Global Monitoring Division van het Amerikaanse Earth System Research Laboratory (onderdeel van NOAA) verzamelt gegevens over de concentratie van broeikasgassen in de atmosfeer.
    Er zijn een paar stations in het Noordpoolgebied, die de concentratie van methaan en koolstofdioxide meten. Het station Alert op Nunavut in Canada doet al sinds 1985 systematisch waarnemingen.

    Op de website van ESRL kun je de meetgegevens van de afgelopen jaren bekijken. En controleren of de concentratie van methaan en koolstofdioxide in het poolgebied de laatste jaren sterker stijgt.
    Met deze meetgegevens kun je mogelijk een antwoord vinden op de belangrijke vragen, die hierboven worden gesteld.
    “Belangrijke vragen zijn hoeveel koolstof er in de grond ligt opgeslagen dat op korte termijn vrij kan komen, in welke vorm dit vrij komt (als CO2 of als methaan) en hoe snel”.

    Like

  35. Hans Custers

    @ Rinus van Wallenburg,

    Ik heb eerder in deze discussie al opgemerkt dat het nou eenmaal onmogelijk is om volledig te zijn in een programma van nog geen uur over permafrost (in Alaska). Dat betekent dat er, als je maar hard zoekt, altijd wel iets te vinden is dat onbehandeld is gebleven. Ik vraag me af waarom boreale bossen nou zo belangrijk zijn dat het onderwerp aan de orde had moeten komen in dat programma; wat dat precies zou hebben toegevoegd. Weinig tot niets, heb ik het idee.

    Like

  36. Hans Custers

    @ Hans Verbeek,

    Nee, zo werkt het helaas niet. Emissies zijn niet te kwantificeren op basis van metingen op enkele punten die daar tientallen of honderden kilometers vandaan liggen. Zoals het Nederlandse Meetnet Luchtkwaliteit ook niet geschikt is om te controleren of raffinaderijen in Pernis zich aan hun milieuvergunning houden. Er zijn simpelweg veel te veel factoren die een rol spelen en de emissies zijn te klein t.o.v. de achtergrondconcentraties. Ik zou me nog voor kunnen stellen dat een zeer gedetailleerde analyse, die bijvoorbeeld rekening houdt met windrichtingen en andere meteorologische omstandigheden, een spoortje invloed van permafrost zou kunnen laten zien. Maar zelfs dat lijkt me niet zo waarschijnlijk en gedetailleerder zal het zeker niet worden.

    Om een schatting van emissies te maken zul je ter plaatse moeten meten, en dat gebeurt ook. Zowel in de uitzending als in deze blogpost wordt daar melding van gemaakt.

    Like

  37. Rinus van Wallenburg

    @ Hans Custers
    De uitzending van Klimaatjagers ging niet alleen over permafrost. Ook andere onderwerpen werden behandeld, onder meer het krimpen van het zee-ijs. En toen rees bij mij het onbehagen: alleen negatieve ontwikkelingen, geen positieve.
    Bij beperking tot alleen maar permafrost is het onderwerp vergroening naar mijn mening evenmin ver weg. De vraag is dan: Welke invloed heeft de vergroening op de afbraak van permafrost?

    Like

  38. Rinus van Wallenburg

    @ Bob Brand
    Ik heb acht of negen vraagtekens gezet bij een opmerking over een versterkende feedback. Ik had ook 10.000 vraagtekens kunnen plaatsen.

    Het gaat om de volgende passage: ‘De opmars van bos naar het noorden die aan het einde van een glaciaal optreedt – dus bij het overgaan van een íjstijd naar een interglaciaal – wordt juist gezien als een versterkende feedback die de planeet nog verder opwarmt.’

    Een negatieve feedback houdt in dat geval in dat de versterkende invloed op de temperatuur van de afname van het albedo groter is dan de dempende invloed van de onttrekking van CO2 aan de atmosfeer door de opmars. Het saldo van de twee invloeden zou dus een temperatuurverhoging zijn.
    Mijn vraagtekens zijn een gevolg van het feit, dat ik niet eerder een dergelijke bewering heb gelezen. Ik ben erg benieuwd naar de kwantitatieve onderbouwing van de stelling!
    Het zou een revolutie zijn in het deelgebied. Denk eens aan de beginnende vergroening van de Sahara. Een ramp volgens deze bewering want het albedo van zand is veel groter dan van toendra. En we waren zo blij met dit begin van vergroening. Nee, hier begrijp ik niets van.

    Of wordt er misschien iets anders bedoeld dan er is geformuleerd?

    Like

  39. Hans Custers

    @ Rinus,

    Laat ik het nog eens wat anders proberen te zeggen: als er ergens op aarde een ecosysteem verdwijnt, komt er altijd wel weer iets anders in de plaats dat ook zijn mooie kantjes heeft. Maar wetenschappers zullen in zo’n context zelden of nooit spreken van een positieve ontwikkeling, In het beste geval is het een schrale troost. En ik dat zal hier ook het geval zijn.

    Like

  40. Beste Rinus van Wallenburg,

    Bob Brand stelt in een uitvoerige reactie ..

    Dat stel ik helemaal niet – wat ik wél geschreven heb kan je hierboven zelf lezen. En ik neem aan dat je blij bent met een uitvoerige en onderbouwde reactie, dan valt er wellicht iets te leren. Verder vermijd jij de argumenten die ik al genoemd heb, en kom je met weer heel ándere verhalen.

    De doorgaande opwarming op hoge noordelijke breedten in de meest recente 15 jaar, terwijl op grote delen van het landoppervlak elders een lichte temperatuurdaling optreedt, is een fenomeen, waarvan de gevolgen dienen te worden toegelicht.

    De wereldgemiddelde temperatuur boven ‘het landoppervlak’ is juist snel gestegen, ook over de laatste 15 jaar:

    Mondiale landtemperatuur laatste 15 jaren

    De relatief snellere opwarming op hogere breedtegraden heet Arctic amplification. Het is een bekend verschijnsel dat al begin jaren ’60 voorspeld is door de eerste klimaatmodellen – láng voor de recente opwarming op gang is gekomen. En dat is exact uitgekomen. Zie:

    Manabe and Stricker 1964, vanaf blz. 375 Latitudinal variation of temperature
    Manabe and Stouffer 1980, bijvoorbeeld fig. 15, fig. 19 en vooral fig. 22 en 23

    De oorzaak is een toegenomen transport van het stralingsoverschot rond de evenaar naar hogere breedtegraden door een intensievere Hadley-circulatie en ook door de thermohaliene circulatie in de oceaan. Daarnaast is de afname van albedo op hogere breedtegraden een belangrijke oorzaak, zoals al genoemd door Henk Lankamp.

    De Arctic amplification is volgens de modellen ongeveer een factor 2 á 3 t.o.v. de wereldgemiddelde temperatuurstijging, en tot dusver klopt dat heel aardig. Lees bijvoorbeeld hier verder:

    http://earthobservatory.nasa.gov/IOTD/view.php?id=81214
    http://www.skepticalscience.com/What-causes-Arctic-amplification.html

    Een uitstekende lezing van prof. Jennifer Francis over Arctic amplification staat hier:

    Arctic Amplification (Extreme Weather): Jennifer Francis June 6, 2013

    Like

  41. Beste Rinus van Wallenburg,

    Over jouw punt 2, je bewering was als volgt:

    In de ECVs (Essential Climate Variables) van het globale klimaat observatiesysteem (GCOS) zijn voor zover mij bekend geen gegevens, specifiek voor permafrostgebieden, opgenomen.

    Dus wel. Er zijn precies 50 van deze variabelen, en minstens 5 daarvan hebben direct betrekking op de permafrostgebieden:

    – Methane
    – Permafrost
    – Land cover (including vegetation type)
    – Above-ground biomass
    – Soil carbon

    Het GCOS zorgt ervoor dat (onder veel meer) de volgende dataverzamelingen en metadata ontsloten worden:

    SN Monitoring Centres (DWD, JMA)
    GSN Analysis Centre (NCDC)
    GSN Archive (WDC Asheville)
    CBS Lead Centres for GCOS (BAS, BOM, DMC, DMN, DWD, INM, IRIMO, JMA, NCDC)
    Global Precipitation Climatology Centre (GPCC)

    Een deel van deze stations en dataverzamelingen betreft ook de Permafrost gebieden, en bijvoorbeeld de methaan-concentraties worden gemeten en gearchiveerd door:

    WDC-GG (JMA)
    Carbon Dioxide Information Analysis Centre (Oak Ridge National Laboratory)

    Terwijl de Permafrost borehole-temperatures and active-layer thickness worden gemeten door:

    GCOS/GTOS Baseline Global Terrestrial Network – Permafrost (GTN-P)

    De Data Centres en Archives daarvoor zijn NOAA NCDC en NSIDC, en er is ook een ‘Coordinating Body’ die dit allemaal regelt, de International Permafrost Association en GCOS/GTOS TOPC. Op deze pagina staan de verschillende gegevensverzamelingen en de beheerders ervan vermeldt:

    http://www.wmo.int/pages/prog/gcos/index.php?name=ObservingSystemsandData#terrestrial

    De onderzoekers die je in deze aflevering van Klimaatjagers gezien hebt, zullen ongetwijfeld een belangrijk deel (zo niet alle) gegevens die zij verzamelen laten archiveren door bovengenoemde instituten. Als ik me niet vergis werkt bijvoorbeeld dr. Vladimir Romanovsky, die je in deze aflevering zag, al 20 jaar voor NCDC en de International Permafrost Association.

    De verwarring is misschien dat jij je GCOS voorstelt als een organisatie die overal meetapparatuur ophangt om ‘de wereld te monitoren’. Dat is niet zo. Het is een programma van WMO, FAO etc. dat bestaande en nieuwe dataverzamelingen in kaart brengt en dat afspraken maakt met allerlei instituten zodat zij hun data op ontsluitbare wijze archiveren: metadata-afspraken, wie archiveert/beheert er precies wat, hoe zorg je dat onderzoekers van verschillende instituten toch overal bij kunnen etc.

    Like

  42. @Hans Custers:

    Nee, zo werkt het helaas niet. Emissies zijn niet te kwantificeren op basis van metingen op enkele punten die daar tientallen of honderden kilometers vandaan liggen.

    Toch bepalen we op diezelfde manier de temperatuur in het Noorpoolgebied (en Antarctica) De metingen van een paar stations worden gebruikt om schattingen te maken voor een veel groter gebied.
    Ik denk dat we moeten roeien met de metingen, die we hebben. De financiële middelen zijn beperkt.

    Metingen ter plaatse zijn een momentopname en die zijn afhankelijk van seizoensinvloeden, het tijdstip van de dag en de weersomstandigheden. Door jarenlange metingen kun je de natuurlijke variatie reduceren.

    Ter illustratie van die variatie de metingen van de methaanconcentratie in Tiksi in Siberië.

    De laagste methaanconcentraties treden op in de zomermaanden.

    Like

  43. Hans Custers

    @ Hans Verbeek,

    Ja, maar je vergelijkt nu appels met peren. Ik zeg dat gemeten concentraties niet zomaar te gebruiken zijn om emissies te kwantificeren die tientallen of honderden kilometers verderop plaatsvinden. Zoals temperatuurmetingen in De Bilt of op Schiphol onbruikbaar zijn om warmte-emissies van (bijvoorbeeld) energiecentrales vast te stellen.

    Like

  44. Hans Verbeek schrijft:
    “Ter illustratie van die variatie de metingen van de methaanconcentratie in Tiksi in Siberië.

    De laagste methaanconcentraties treden op in de zomermaanden.”

    Dat komt mogelijk omdat Tiksi aan de kust van de Arctische oceaan ligt. ’s Zomers komt de wind voornamelijk uit noordoostelijke richting over water en ’s winters komt de wind voornamelijk uit zuidwestelijke richting.

    Like

  45. Als aanvulling op de vorige post:
    Andere locaties laten trouwens hetzelfde patroon zien, de dip in methaan niveau’s in de zomer komt dus niet alleen door de locatie en overheersende windrichting.

    Een ander proces is ook belangrijk, namelijk de oxidatie van methaan naar CO2. De daarvoor benodigde oxidator hydroxyl (OH-) komt voornamelijk vrij door photolyse in de zomer.

    Like

  46. @ontspan: ook bij de meetstations Vestmannaeyjar op IJsland en Pallas-Sammaltunturi in Finland worden in de maanden juni, juli en augustus de laagste methaanconcentraties gemeten.

    De CO2-concentraties zijn op het Noordelijk Halfrond ook lager tijdens de zomermaanden. Dat heeft te maken met de verhoogde fotosynthese in de zomermaanden: de carbon-sinks zijn vooral in de zomer maanden actief.

    Waarom de atmosferische methaanconcentratie in het poolgebied in de zomermaanden verlaagd is, weet ik niet.
    Misschien verdwijnt er meer methaan uit de atmosfeer bij hogere temperatuur (door oxidatie). Maar ik sta open voor andere suggesties.

    Like

  47. @ontspan: ik zie nu dat je zelf ook al wat verder gezocht had. 🙂
    De fotolyse in de zomermaanden vind ik een goede verklaring voor de verhoogde methaanafbraak in de zomermaanden. In het poolgebied schijnt de zon 20 uur of langer in juni en juli.

    Like

Plaats een reactie